Yearly Archives: 2011

Goed?

Peter Voermans, de voorzitter van KOVZ, belt me op om te vragen of ik de 29e mee wil doen aan een Estafette. Het is het NK nog wel! Het klinkt leuk, en ik ben natuurlijk vereerd dat hij me vraagt, maar helaas heb ik dan een dagje met de kids gepland. Wat natuurlijk ook niet verkeerd is, ook uitdagend, zoeken naar bewegende posten, die bovendien niet op de kaart staan.

GPS trackers vallen tegen

Vandaag heb ik eens mijn beide GPS trackers vergeleken. Nou, dat is beroerd. De ene geeft nog een slechtere tracklog weer dan de andere. Maar beide zijn ze niet om over naar huis te schrijven. Ik ga het een volgende keer eens vergelijken met mijn Garmin eTrex Vista HCx. Ook daar zit een Sirfstar-III chipset in, net als in de i-gotU, volgens mij heeft die een stuk minder afwijking. Het kan natuurlijk ook komen door de plek waar ik de trackers draag: in mijn heuptasje. Maar ja, hoe monteer je ze op je hoofd?

Mijn 5e officiele OL alweer! [Lenteloop Hoge Mouw noord]

Het begint een verslaving te worden. Ook omdat het niet alleen op lopen aankomt, maar ook op kaartlezen, denken, kijken, alert zijn, multi-tasking, noem maar op. En daardoor heb ik het idee dat het altijd beter kan. Maar goed, toch weer de nodige foutjes gemaakt, wat op de kaart goed te zien is. Om er ook nu weer wat van te leren volgt hier een verslag:

Een beetje onzeker start ik de route. Het gestel werkt al een paar dagen niet mee, en ik vroeg me die middag af of rennen nu verstandig is. Maar het is wel erg leuk, en dat haalt me over de streep. De startstreep, wel te verstaan. Lichte paniek nog als bij de inschrijving mijn geld op blijkt, en de dichtstbijzijnde Mr Cash een paar kilometer verderop, terwijl de zanderige holle weg naar het starthonk stoft als een gek als je er overheen rijdt, terwijl ook nog eens alle lopers er passeren op weg naar de start. En ik bij het parkeren haast vast kom te zitten op een boomstronk die onder het gras verstopt blijkt te zitten. Anyway, ik ga rennen.
Het bos blijkt weer heel anders dan gedacht: het zit vol struiken, halve paadjes, omgevallen bomen, en vooral kleine hekjes met ijzer- of prikkeldraad. Bovendien zijn er veel particuliere perceeltjes waar je niet doorheen kan, en het is me niet duidelijk wat op de kaart een toegankelijk, en wat een verboden hek is. Er staat heel veel detail op de kaart, maar er zijn nog meer details in het echt, wat het aanvankelijk lastig maakt de belangrijke features te onderscheiden. Ik loop dan ook een paar keer een pad te ver.
Zo kom ik op een weg, verwacht niet dat ik al zo snel van de kaart ben gelopen, loop veel te ver door, en kan weer een heel eind terug. De volgende post, 3, ook redelijk uitgementen in paslengtes, blijkt weer verder van het pad dan gedacht, en hier wordt ik door twee man gepasseerd, terwijl ik nog wat onnozel rondkijk. Ik kan vervolgens wel, of ik wil of niet, aanhaken bij de twee, die redelijk doeltreffend het groen doorkruisen. Ik heb gelezen dat ik mijn eigen loop moet lopen, maar iemand voor je werkt toch als een magneet.
Een paar posten gaan soepel, maar ik moet zeggen dat, als je de kaart meedraait met je eigen positie, je al snel het overzicht van de complete route kwijt bent, en het een beetje korte-termijn denken wordt. De koers naar het hierna-volgende punt wil nog wel lukken, maar het grote plaatje raakt zoek. Ik vraag me af of een kompas met een draaibare plaat voor mijn niet geschikter is.
Enfin, de route naar 10 en 11, waar ik goed moet opletten, want hier ga ik nog een 2e keer komen, gaan soepel. Op weg naar 12, dwars door het veld, schiet ook goed op, al blijkt dat de distels en brandnetels behoorlijk door mijn lange broek heen kunnen prikken. Branderige onder- en bovenbenen zijn het gevolg. Maar gelukkig zijn de vier daarop volgende posten erg snel gespot. Op weg naar 17 en 18 loop ik voor mijn gevoel hopeloos om, maar als ik nu op de kaart kijk was dat, gezien de grilligheid van het terrein, nog niet zo verkeerd. Als ik een stukje over de weg loop maak ik wel veel snelheid. Ook de tocht naar 19, en later doorstekend naar 20, gaan mooi. In elk geval volgens mijn GPS tracker, want voor mijn gevoel liep ik toch wel aardig te zoeken.
Moe sprint ik naar 21, 22, en 23, maar op weg naar 24 zakt de concentratie in. Ik heb het pad genomen, maar dat lijkt toch wel aardig om. Mijn tijd, volgens de splits-browser (die overigens hier een andere posten nummering aangeeft) was niet echt sterk. Aan de andere kant: ik heb hem wel gevonden. 25 was daarna een eitje, boven op de top. Maar dat was meteen de valkuil. Ik stond boven en dacht dat alles vanaf hier omlaag zou gaan. Zonder goed te kijken liep ik over een rug verder, heuvel op, heuvel af, door dalen en over toppen, terwijl er, hemelsbreed wellicht iets om, een genivelleerd pad liep, iets ten zuiden. En dat waarschijnlijk minuten had gescheeld. Ik heb me hier echt op het terrein verkeken.
Op weg naar 27 ging dan wel weer snel, maar 28 en de finish kwamen maar langzaam in zicht. Ik weet niet waar het aan lag, maar de fut was er een beetje uit. Of kwam het door het ietwat dichtere bos en moet ik niet klagen?
Onder de streep was het weer een hele leuke loop. Zie de link hier voor de SplitsBrowser uitslagen (ik liep hier in categorie 1). Nu, tijdens het schrijven, beleef ik hem als het ware nog een keer. Belgisch Biertje na afloop (pils was op, wat jammer nou), beetje nagepraat, en nog een paar caches gelogd die op kruipafstand lagen van de start; dan kan je ze toch niet laten liggen; als je al zoveel gevonden hebt zit je in een zeker ritme…

Een loop vlak bij huis, nou ja, bij Son [NC3, Bestse Bossen]

Ik neem Sander mee, een vriend/collega/roeimaatje. Hij heeft vroeger wel eens een soort orientatieloop gedaan tijdens een familiedagje, georganiseerd door een oom; maar die oom blijkt niet de minste te zijn, want Monica kent hem nog van toen. Het is heerlijk weer, en het is Moederdag. Ideaal!
Alleen is het in de auto op weg er heen even schrikken: iets vergeten. Wel een schaalverdeling op mijn nagel geplakt, lange broek gekocht, schone sokken mee, kaart bekeken, bijna alles voorbereid, alleen een niet onbelangrijk detail ligt nog op de keukentafel: mijn duimkompas. Gelukkig heeft Sander een 2e bij zich…
We gaan van start. Ik een minuut voor Sander uit, ieder voor zich. Ik ben wat verbaasd dat de start een lint heeft: nu ben ik toch nog niet verdwaald? Even later ga ik op zoek naar de 1e post, maar dat blijkt alleen een startvlag te zijn. Emitten hoeft niet, kennelijk. Kan ik meteen door naar de volgende. Ook loopt er een lang touw of lint over de grond, maar ik heb (nog) geen idee waar dat voor dient.
Kennlijk zorgt het vergeten kompas toch voor wat onzekerheid, want ik volg in eerste instantie vooral paden. Ik had, hier wel een paar honder meter kunnen besparen door waar mogelijk door te steken door witte, open stukken bos. Maar goed, de eerste 4 posten worden dan ook zonder zoeken gevonden, en dat is ook veel waard. Bij post 5 ga ik de mist in. Ik sla een pad te vroeg af, wat puur een kwestie is van concentratie. Wel heb ik snel de fout door, maar 2 man die ik net had ingehaald zijn me inmiddels gepasseerd. Post 6 besluit ik via de kortste route te zoeken, maar hier is het onderscheid tussen open en iets-minder-open bos zo marginaal, dat mijn aanvalsroute minder succesvol blijkt, maar zoveel tijd kost dat nu ook weer niet.
Onderweg naar 7, een heel lange been, gaat alles heel voorspoedig. Nog net zie ik een shortcut op de kaart, en het had wellicht nog korter gekund, maar de post wordt in elk geval direct gevonden. Als ik nou maar even had stilgestaan en op mijn kompas gekeken op weg naar 8… Eerst loop ik de verkeerde kant op, oost in plaats van zuid, vind een pad dat ik niet verwacht, herorienteer, en zie vervolgens een beekje over het hoofd. Dat kost me kostbare tijd! Nou blijkt wel dat iedereen ongeveer dit beekje mist, maar toch.
Hierna gaat het weer van een leien dakje: rechte lijnen waar het open is, af en toe een pad, niet te lang zoeken, en onderweg naar 12 het mulle zand onder de hoogspanningsmasten ontweken, omdat dat alleen maar vertraagt. Al had ik achteraf, zo blijkt, van 10 naar 11 het zelfde beekje, dat daar kennelijk een stuk smaller is, wel kunnen oversteken, wat fors gescheeld had. Post 12 is lastig te vinden, gezien het aantal mensen dat door de struiken struint, maar ik zie hem zo! Net als 13.
Maar dan slaat de vermoeidheid toe: Post 14 loop ik voorbij, en daar moet ik fors cirkelen om hem te vinden (kennelijk van de koers geraakt door het dichte struikgewas aan de rand van de open strook), en 15 gaat al helemaal de mist in. Ik zie wit op de kaart aan voor een open plek en geel voor weet ik wat. In elk geval denk ik niet na. Ook herorienteren blijkt op dit stukje lastig. Gelukkig roept iemand “HIER!” en zo weet ik de post toch te vinden.
Niet via de kortste, maar wel de zekerste route, ga ik naar 16. Zo blijkt wel dat je andere beslissingen neemt naar gelang het succes waarmee de vorige posten werden gevonden.
16, 17, en de finish zijn simpel, al verstap ik me op een omgevallen boom, wat een joekel van een blaar oplevert. Maar ik ben er! Het is gelukt! Mijn eerste overdag-orientatieloop! Best een uitdaging, in het licht!

Twee GPS trackers

Twee GPS trackers zijn binnengekomen. Ik was op zoek gegaan naar een manier om achteraf mijn route te bekijken, en mijn normale GPS, met scherm en topografische kaart, dat kan natuurlijk niet bij een orientatieloop. Maar deze apparaatjes, ter grootte van een luciferdoosje, zonder scherm en met slechts een knop en een paar LED’s, dat mag wel. Ter vergelijking, de Qstarz BT-Q1000XT eXtreme Travel Recorder, met een MTK II Chipset, en de i-gotU GT-600 Travel-/Photo Sports logger met een iets oudere SiRFIII chipset . Binnenkort een review over de resultaten en prestaties van de beide dingen.

Verbeterpuntjes

Post 2: let op markante bomen, etc.
Post 4: waar moet ik zoeken? Symbolen/legenda leren.
Van 8 naar 9: kompas gebruiken
9-10: paden volgen en kompas
13-14: afgesneden, maar verdwaald; dat was het niet waard
Post 15: passen tellen
18-19: passen tellen
Post 20: markante bomen gebruiken
algemeen: minder risico’s nemen, kompas gebruiken, legenda leren, schaalverdeling verbeteren

Mijn tweede OL alweer, en uiteraard in het donker [Nacht Galbergen]

Nacht Galbergen heette deze “omloop”. Ik was best laat, maar dat deerde niet. Want bij de start was het droog. Er kwam al wat mist opzetten, waardoor de bundel van mijn zaklamp zich mooi aftekende door het bos. Niet handiger, wel gunstiger dan met een hoofdlamp qua strooilicht in je blikveld.
De eerste post liet zich makkelijk vinden, hoewel het wel duidelijk was dat dit gebied door de overmaat aan paadjes, zowel in het echt als op de kaart, lastiger zou worden dan bij mijn vuurdoop twee weken eerder. De volgende post was ook goed te doen, al vond ik die niet met de kaart, maar op richtingsgevoel, geholpen door een krachtige LED -en verse batterijen- en een goede reflector op de post. Het was vooral de kunst de kortste route over het fijnmazige netwerk van paadjes te vinden. Terwijl ik toch vooral over lijnen op de kaart liep, leek het of links en rechts lichtbundels dwars door het bos me voorbij snelden. Hoe doen ze dat toch zo snel tussen al die takken door? Zo veel ervaring had ik nog niet.
Weer volgden een paar posten die goed te vinden waren. Ik had een schaalverdeling gemaakt, met mijn gecalibreerde paslengte op 1:5, 10 en 15 duizend, maar deze kaart vroeg om 1:7500. Gelukkig de helft van 1:15000, en door 2 delen lukt ook al rennend. En dat werkte verbazingwekkend nauwkeurig. Alleen was het touwtje waarmee de schaal om mijn pols hing te kort, zodat ik hem niet makkelijk kon gebruiken tegelijk met de kaart. De volgende keer draag ik versie 2.0, aan een elastiekje.
Maar toen kwamen er drie posten die weliswaar dicht bij elkaar lagen, maar toch uiterst goed verstopt waren tussen het verduisterde groen. De ene na de andere loper schoot me voorbij, en duizelig bleef ik achter, tot het kompas me redde. Nu een paar lagen benen, waarvan een dwars door een verboden terrein. Linksom of rechtsom leek niet uit te maken, maar mijn keus vroeg wel om een doorsteek door een ander, openbaar perceel. En daar ging het mis, waardoor ik anders uitkwam dan gedacht. En, me daar nog niet van bewust, koos ik bij de volgende kruising de weg rechtsaf, in de vooronderstelling dat ik al een pad verder was. Een huis links, dat klopte met de kaart. Maar ook en rechts, en die zou er niet moeten zijn. Zou ik dan toch verdwaald zijn? Het kompas er bij, wat me, met de gevonden bebouwing, weer helemaal anders op de kaart zette. Herorienteren dan maar. Nauwkeurig peilen van de wegen die op het kruispunt uitkwamen (een stratenboek was handiger geweest, want ze hadden gewoon namen), leverde maar één oplossing op de kaart op. Dat moest het zijn!
In volle sprint naar het volgende punt, alsof ik vijf minuten goed kon maken door flink te versnellen. Dat is het leuke: de tijdsdruk motiveert tot hard lopen om de tijd van het zoeken te compenseren, en de energie die dat kost zet weer tot het zoeken van de snelste route. Twee hersenhelften, waarvan de ene op zeker wilde spelen en paden aanhouden, en de andere de verloren tijd wilde inlopen door overal dwars doorheen te schichten, moesten het onderling uitvechten. Het resultaat bleek niet altijd voorspelbaar. De mist werd intussen nog wat dichter. Toch vond ik de daarop volgende paar posten onverwacht snel.
Bijna was ik bij de finish, toen het toch nog even lastig werd. Nog slechts 3 posten, verdeeld over een zandvlakte, voor mijn gevoel zonder veel referentie in het terrein, te gaan. Door de mist was de aanvankelijk zo behulpzame hoogspanningsleiding, die boven een fors deel van het bos hing, niet meer te zien, en het verschil tussen een eenzaam bosje en de bosrand was alleen waar te nemen door tot vlak er bij te lopen. Dan maar even door naar twee markante gebouwen die achter de post lagen; midden van de muur zoeken, loodrecht daar op, meten, passen tellen, en mijn tenen stootten ineens tegen de post – zo vond ik de twee-na-laatste. Met de kiezen op elkaar scheurde ik naar de laatste twee, waarna de finish me met een rode knipperende LED afvlagde. Hoera! Alles gevonden!
Niet echt de snelste tijd, maar wel weer erg veel plezier gehad! De Leffe heb ik moeten laten staan, want ik was met de auto, maar ik heb nog een hele tijd staan napraten met een aantal andere lopers, in de 3e helft. Erg gezellig en leerzaam.

Mijn eerste OL, ‘s nachts! [Nacht OL Einderheide]

Maar met ervaringen met als titel Nacht der Nachten, Georidders by Night, Batteries not Included, King of Kings, Waardeloos, en 666 (google er eens naar), leek me dat geen probleem. Hoewel, dat was allemaal met een GPS en reserve batterijen, en met minstens drie man sterk. Dit zou wat anders worden. Spannend!
Om niet geheel onbeslagen ten ijs te komen surfte ik de diverse sites over orientatielopen af, en merkte al gauw dat de legenda van de gebruikte kaarten anders was dan wat ik van stafkaarten kende. Een handig zelf-geplastificeerd kaartje met een OL-legenda -je moet iets aan voorbereiding doen om je zelfvertrouwen hoog te houden- bleek, eenmaal in Riethoven aangekomen, op de keukentafel te liggen. Maar ter plekke viel het mystery-gehalte gelukkig best mee, en werden me de handvol gebruikte symbolen uitgelegd. Toch wel wat overweldigd door alle professioneel ogende uitrustingen om me heen, van bouwlampen op het hoofd, tot scheenbeschermers, en kompassen als 6e vinger aan een hand, startte ik, weliswaar in de juiste richting, maar met een gevoel voor afstand dat op wandeltempo gebaseerd was, zodat ik de eerste paar afslagen prompt voorbij liep. Er gingen zomaar geen 100 maar slechts 60 passen in een hectometer. Schiet op zich lekker op, tot je ontdekt dat je de helft weer terug kan; telt de ruimte tussen die twee bomen ook als pad? Volgens de kaart kennelijk wel. 1:10000 is echt heel groot!
Maar na een paar posten gevonden te hebben zat de schik er goed in, en voor ik het wist stond ik hijgend, maar stuiterend van enthousiasme bij de finish. Dat halverwege mijn zaklamp er mee op was gehouden, en slechts mijn hoofdlampje dat ik normaal gebruik om nog wat te lezen in de tent de ontbrekende reflectoren verlichtte deed er niet toe: kwestie van wennen aan het donker, en veel wortels eten. Dit smaakte naar meer!
Ik heb nog wat nagepraat, en besloot die week nog lid te worden van KOVZ, want dit zou zeker niet bij een eenmalig rondje door een donker bos rennen blijven. Twee weken later reed ik door de regen naar Mol.
Hier kan je de uitslagen zien in een uiterst mooi gemaakte viewer: .
En hier de route:

Zoeken, maar dan op internet

Er verschenen wat links, de meeste eindigend op .be, en ook een kalender met heel veel onbekende plaatsnamen; maar toevallig stond er bovenaan één die ik kende, die bovendien niet te ver van huis lag. Een mailtje naar een adres op de bijbehorende site gaf als reactie dat ik gewoon zo mee kon doen; kompas, zaklamp, en loopschoenen zouden de rest doen. En tussen neus en lippen door nog de vraag of het wel verstandig was meteen een “nacht-OL” te proberen.
Een aantal links heb ik in het menu hier boven verzameld.

Mijn eerste kennismaking met oriëntatielopen

Marcel belt vanuit Zweden om een gelukkig nieuw jaar te wensen. We komen via het onderwerp Geocaching uit op Oriëntatielopen, wat volgens hem helemaal hip is. Even voor de duidelijkheid, Geocaching is een andere hobby van me: zoeken met een GPS naar ‘schatten’, goed verstopt, maar vaak ook pas vindbaar na een tocht vol aanwijzingen en raadsels, soms slechts ‘s nachts te doen.
Ha! Hij deed nog iets veel leukers, vond hij, in Zweden: ook zoeken, maar dan rennend en zonder flauwe hulpmiddelen als GPS. Met louter kaart en kompas, maar dan wel zo snel mogelijk. Zijn immer aanstekelijke enthousiasme werd geholpen door het feit dat het me een leuke uitdagende bezigheid leek. Meteen ben ik op zoek gegaan naar een voordelig ticket naar Linköping, voor de paasdagen.
Meer even later tikte ik “oriëntatielopen” ook maar eens in in Google.