Category Archives: Weglopen

New shoes!

 

 

 

 

 

 

I bought a new pair of shoes: the Inov-8 RocLite 285. For orienteering and for street-running. Not that the old ones were worn, but they didn’t fit all the terrains I use to cross.

Most orienteering races, I run my pair of Inov-8 Oroc 340’s (346.6 kilometers on the odometer, right now), that I bought April 1st 2012. But the steel spikes are not the best base on asphalt or other pavement.

 

On the other hand, the soft, flat, smooth sole of my marathon shoes, the Saucony Men ProGrid Triumph 8, are not the best option for off-road racing. So I needed something in between, suitable for paved roads, and anything else. With a lot of grip, but without feeling the individual studs when running on paved roads. With a low heel, but some damping; although I prefer little damping on the road for the direct feeling. A light shoe for long distances, but with some stability for my ankles.

Length web-browsing, review reading, running-mate consulting, and fitting, pointed in the direction of the Inov-8 RocLite series. Other options had been the TrailRoc 255 and the X-Talon 190. I tried them in the O-Crew “shop”, and decided that the size should be ½ bigger than my Oroc’s (although they were the same brand).

Next thing was to try them out in the field. The first meters on them ever became the first of 15000, during the Genneperparkenloop. The result was a pair of blisters, but hey, what do you expect if you try your new shoes on a fast 15k with sharp turns and some mud? The running itself went perfect, that day.

I was doubting whether to wear them during the Midwinterrun, and the Woudlopers Oriëntatierun. But I didn’t. Afraid to make the flashy red fabric dirty? No, I guess I just stuck to what I was used to, my good old Orocs. But last Friday, I ran the night orienteering run in Genk on them, to my complete satisfaction, and last Sunday, I ran, through the fresh snow, through the forests and over the hay around Leenderheide.

This last run was a good combination of paved and unpaved roads, fresh and compact snow, and loose sand and mud. On most terrain, the grip was perfect; only on hard, compacted, snow, I felt minimal sliding back, but no loss of control. I got the feeling there that the Orocs would have performed better there, but I did not compare them at that moment, under the same circumstances.

Furthermore, I noticed that the open structure of the upper shoe easily lets in water (melted snow), and I heard that the same would happen in dry sand. But I suppose my feet would have gotten wet anyway after running through 5 cm of fresh snow for 1.5 hours.

On the other hand, on the paved roads, back in the cite towards home, they behaved pretty well. The roads were wet, with slush-puppy substance on them, and the grip was excellent. The soles are a bit stiffer than my road-running shoes, but still comfortable enough to sustain for a longer period (and it is a good way to exercise the recoil in my calves).

So, my conclusion so far is that I made the right choice, to find a balance between on- and off-road shoes. And I guess that I will use them quite a lot for training, when I first have to conquer the asphalt, before I reach the wilderness. But for sprint-orienteering, they could be my favorite too. We’ll see. They’re a good excuse anyway to create some more elephant-trails

Genneperparkenloop

Voor het eerst liep ik afgelopen zondag een keer mee met de Genneperparkennieuwjaarsloop, een “rondje rennen om de hoek” zal ik maar zeggen. Maar, begrijp me niet verkeerd, een hele leuke ervaring.

Je kan me zelfs zien rennen als je op bovenstaand kaartje klikt. Druk vervolgens op 'Play' en de 'c' om de kaart mij te laten volgen.
Het gebied was bekend, en het ging ook gewoon (grotendeels) over de weg, en in dat opzicht had het niets met Oriënteringslopen te maken, maar op een aantal manieren heb ik er toch een O-draai aan kunnen geven.

Ik koos voor de 14 km (wat iets van 13.6 km bleek te zijn achteraf). Twee weken terug nog een halve marathon gelopen, dus dat moest wel lukken. Maar stiekem vroeg ik me wel af hoe snel ik zou kunnen gaan. Sneller dan in oktober bij de halve marathon van Eindhoven? Of zou ik het niet-interval-trainen van de laaste paar maanden toch merken? Alles onder het uur leek me in dat opzicht al mooi.

Aankomende bij de start kwam ik al een aantal bekenden tegen. Wat wil je, bij zo’n wedstrijdje vlak bij huis. Erg gezellig dus. Al vond ik niet direct iemand om mee samen te lopen qua tempo. Iets in mij wilde namelijk toch wel hard gaan.

Iets anders in mij kennelijk ook weer niet, want ik had besloten een rugzakje te dragen, met daarin een liter water, een windjackje, en uiteindelijk ook een thermo-shirt, want het bleek veel warmer dan ik oorspronkelijk dacht; het shirt ging dus uit. Al met al een twee kilo aan extra bagage. Ik kan zeggen dat het rugzakje achteraf prima beviel, afgezien van de extra ballast. Het was het kleinste model harlooprugzak van Decathlon (zaakje in Best, en de rest van Frankrijk).

De waterzak was lekker, in het begin, maar in de tweede helft had ik de tijd en de puf niet meer om nog veel te drinken. Leek ook niet nodig, maar wel zonde van de 3/4 liter water die ik heb ‘uitgelaten’. Volgende keer gaat hij niet vol mee.

En daarnaast had ik nieuwe schoenen aangetrokken: mijn nog ongebruikte, vuurrode Inov-8 RocLite 285’s. Is dat verstandig? Nee, ik liep een blaar. Maar: ja, die blaar viel reuze mee, en komt vast de volgende keer niet terug. Bovendien was het een mooie test, en ik liep er zeker niet langzamer op dan op mijn Saucony’s die normaal gesproken tussen mij en de weg zitten. En, daar kwam bij dat ik op het kaartje met de routes al gezien had dat sommige stukken onverhard waren. Dus was het sowieso geen verkeerde keuze. Toch een beetje “O”.

En dat bleek maar al te waar te zijn. De start ging over asfalt en kasseien, maar al gauw, net voorbij de Genneper Hoeve, kwamen we op een zanderig pad. De bochten waren modder, waar ik vrolijk doorheen banjerde. En dat waren dan nog de kleine stukjes afsnijden. Iets verderop ging de route over een grasveld. Of over het slingerende pad dat er over liep, maar geen lintjes gaven aan wat de bedoeling was, en in mijn optiek (en die van vrijwel iedereen die vooraan liep) suggereerde dat een rechte lijn. Lag dus niet aan mijn Oriëntatie-blik. “Hoi! Ik heb noppen!”

Vanaf dat punt was het overal een kwestie van de kortste lijn zoeken van rood-wit lint naar rood-wit lint. Niet iedereen deed dat, bijvoorbeeld bij de Genneper Watermolen waar sommigen een kleine zestig meter afsneden; maar daar hingen toch duidelijk lintjes. Om die reden alleen al is het best verstandig dat er geen tijdmeting was, en geen uitslag of wat dan ook. Dan zou er ineens een felle discussie hier over zijn opgelaaid. Nu deed het er niet toe.

Uiteindelijk bleef ik ruim binnen het uur: 00:56:26, en een tempo 4’09″/km (wat sneller is dan de 4’11″/km op de halve marathon in oktober). Met andere woorden: ik heb voor mijn doen de longen uit mijn lijf gelopen.

Naderhand weer vrolijk nagepraat met iedereen die ik kende uit de buurt, en iets verder daar omheen. Nog wat over Adventure Racing en Oriënteringslopen gesproken, vooral naar aanleiding van mijn schoenen en rugzak (“wat heb jij nou aan?”), en uitstekende erwtensoep gegeten. Alleen miste ik de Duvels en Leffe’s Blond een beetje. Dat hebben die Belgen doorgaan beter bekeken. Maar desalniettemin, als het zo uitkomt sta ik hier volgend jaar weer.

 

Linschotenloop 2012

Het begon allemaal een jaar of 8 geleden. Met een brakke kop (vanwege één of andere borrel de dag tevoren), door de hagel. Vier jaar later nog een keer meegedaan. Weer hagel. Vanaf dat moment is hagel bij de Linschtenloop traditie.
Tot vorig jaar. De derde keer voor mij. Geen hagel. Wel een PR voor Maarten, die kennelijk het hardst loopt als het een keer niet hagelt. Of als er een kerstmanmuts naast hem rent.
Deze keer waren we ongetraind. Nou ja, ik had in oktober in Eindhoven wel hard gelopen, maar sindsdien hooguit een oriënteringsloop gedaan. Ik zou wel zien hoe het zou lopen. En Maarten had het zelfde plan.
Maar na een km of twee leek het dat er best wat meer in zat, en ben ik gaan versnellen. Tempo 1:30. Zou dat weer kunnen? Eenmaal versneld kwam de kick van het inhalen (versterkt door het bewustzijn dat ik een camera aan mijn hoofd had), en probeerde ik iedereen bij te houden die mij inhaalde.
Vlak achter iemand lopend zag ik een tractor op het parcours. Wat gek! Wie gaat nou over een dijkje van nog geen twee meter breed rijden in zijn trekker als er net een halve marathon langs komt? Toen hij afsloeg keek ik even om, en een fractie later lag ik plat op het asfalt. Met kapotte knieën en handen. Au! Bleek dat er een enorm gat in de weg zat waar ik in gestruikeld was.
Maar gelukkig had ik mijn water-rugzakje om, en dus genoeg spoelwater om het ergste grind en modder uit de wond te sproeien, zodat ik weer snel verder kon. Ik was immers pas op 1/3 van de route, en omkeren zou wel erg suf zijn.
Het ging weliswaar iets minder snel dan daar voor, maar dat was niet zo verwonderlijk. Voor 21.1 km op 4’16″/km had ik niet getraind. Maar tegelijkertijd was de gedachte dat na mijn valletje alles wat ik zou bereiken mooi meegenomen was ook motiverend. En zo -misschien wat overmoedig- ging ik een stuk door het gras, over een dijkje, en trok ik een sprintje de dijk op.
Eigenlijk was de rest van het parcours best saai, ook al was het een prachtige omgeving. Maar er gebeurde niet zo veel meer. Reden te meer om wat praatjes aan te knopen. Een keer of twee, of waren het er drie, heb ik wat verteld over Oriënteringslopen. Dat bleek betrekkelijk onbekend, maar Trailrunning daarentegen wisten ze wel van. (Misschien moeten we het daar zoeken als het gaat om werving van nieuwe oriënteringslopers?) En misschien moet ik zelf maar eens een trail gaan runnen. Of een Adventure Race. Schijnt namelijk helemaal in opkomst te zijn, al blijft Oriënteringslopen nog het koningsnummer onder de loopsporten.
Anyway, voor ik het wist was ik al pratend weer vlak bij de finish. Of niet? Het parcours bleek wat verlegd ten opzichte van eerder jaargangen die ik kende. Dus hield ik even in (wat je dan weer mooi kan zien aan de rodere kleur op de Quickroute kaart). Om vervolgens een sprintje naar de eindstreep te trekken, toen die in zicht kwam.
Had niet harder gekund. Was weer leuk, ook zonder hagel. Ongetraind 1:33:22 is helemaal niet verkeerd. Alleen die val? Dat moet ik niet meer doen; nu, twee weken later, zijn de gaten in mijn handen net weer dicht, en ik liep er wat minder paasbest bij met kerst.
Om het nog een keer na te beleven: zie mijn headcam video op YouTube.

Yes! Bijna twee minuten onder de 1:30:00 gedoken!

Morgen schrijf ik hier nog meer bij. Maar nu is het welletjes.

Even heel kort: vandaag 221e (van de 6963) geworden in de halve marathon van Eindhoven. Zie de uitslagen. En mijn doel was onder de 1:30, dus da’s gelukt. Ging erg lekker tot de laatste kilometer. Bij 1:23:05 ging ik de 20 km-lijn over (met gemiddeld 4’09″/km), maar die laatste 1098 meter duurden 5’06” (en dus tempo-tje 4:39). Verzuring? Ja! Wat doe ik er aan? Dat mag jij zeggen.

Zou ik toch hebben moeten trainen op volle snelheid op 21 kilometer? Of nog meer drinken onderweg? Of meer druivensuiker eten tijdens het lopen? Of toch wat steviger lunchen? Geen idee. Maar dat kan wel beter de volgende keer.

Eén ding intrigeert me: zou mijn lichaam hebben beseft dat ik in de laatste kilometer zat, en, de finish ruikend, besloten hebben dat er verzuurd mocht worden, of was gewoon bij 20 km toevallig de brandstof op? Want ik ben niet gaan versnellen of anders gaan lopen, voordat ik gedwongen werd wat te vertragen.

Je ziet dat er ook een apart verband bestaat met mijn hartslag. Die loopt aanvankelijk op naar een redelijk constant niveau van 173 [bpm]. Tot de 15 kilometer. Daarna zakt de snelheid een heel klein beetje in (want mijn voorsprong loop een klein beetje terug), maar de hartslag neemt vanaf daar gestaag toe tot 188 [bpm]. En tenslotte, in de laatste anderhalve kilometer, loopt hij op tot 185 (niet te zien in de grafiek, omdat bij 20 km mijn horloge stopte), terwijl de snelheid terugloopt. Dat is dus het punt geweest waarop ik echt ging verzuren en de energie op was.

Maar toch ben ik heel tevreden. Kennelijk ben ik tot het uiterste gegaan, want meer zat er echt niet in. En als ik in het begin trager had gelopen, bijvoorbeeld 4’16″/km, had ik op het eind fysiek nog iets over gehad, maar vast niet genoeg om een sprint te trekken en van de 1:30:00 toch nog 1:28:11 te maken. En als ik harder had gelopen, was ik eerder stuk gegaan, en had ik misschien niet kunnen blijven rennen. Kortom, ik heb de tank leeg gereden, maar de streep nog net gehaald. Net de openingsscene van Cars 1.

Ik ga hier nog meer schrijven over hoe ik mijn GPS horloge heb gebruikt, en tips daar voor. Komt nog…

Nog twee dagen, en tikkeltje nerveus…

Over twee dagen is het weer zo ver: dik 21 km hollen. Op zich heeft het weinig met oriënteren te maken, maar toch blog ik er over. Want het houdt me behoorlijk bezig.

Vorig jaar had ik me eigenlijk voorgenomen om eens onder de 1:30:00 te duiken. Dat is toch een magische grens. Met 1:31:20 was ik ooit, jaren terug, wel in de buurt geweest, maar dat is het toch net niet. Maar ja, er ging iets mis met de kilometeraanduiding langs het parcours, juist nu ik zonder GPS liep, en wel op een strak schema. Maar dat kan je hier lezen. Op zich was het resultaat helemaal niet slecht, met 1:30:49. Maar toch…

Dit jaar dus er onder. En zonder risico dat ik net naast mijn persoonlijke goud -want dat is het- grijp. Bovendien zei laatst iemand na een training (nou ja, niet zomaar iemand; het waren Mostafa Nechchadi en Jos van den Broek die de ASML-lopers coachten dit jaar) dat ik wel 1:25:00 kon lopen. Nou lijkt me dat wel erg rap, maar het zette me aan het denken, met als gevolg dat ik er in ging geloven. En daar begint het allemaal mee: als je denkt dat het je lukt ben je al halverwege.

Niet helemaal top-fit de week begonnen, raakte ik weer wat aan het twijfelen, maar ik heb genoeg getraind, dus daar kan het niet aan liggen. Maar toch, als het gevoel niet helemaal wil, dan moet het maar met het verstand. Slim lopen.

Slim lopen

Wat is dat, slim lopen? Ik heb wat tips, wijsheden, analyses, en onzin opgezocht op internet, maar wat je overal tegenkomt is de term negative-split. Dat houdt in dat je vooral niet te snel start, wellicht onder je gemiddelde streefsnelheid, en halverwege gaat versnellen. Kan je mooi de 1e helft de spieren opwarmen en een beetje soepel maken, de snelle suikervoorraad een beetje sparen, in de wedstrijd komen. Bovendien wordt je de 2e helft geholpen door de vrijgekomen endorfines, is het een mentale opsteker al die te-vroeg-gepiekte lopers in te halen, en lonkt de finish. En veel records zijn zo gebroken, schijnt. Kortom, en dat zeggen vele ervaren websites in nog veel meer worden, is het een bewezen tactiek. Maar je moet het wel kunnen.

Analyse van de trend van lopers, snelle links en trage rechts, laat zien dat de beste lopers gemiddeld 5% sneller lopen op het eind dan in het begin. De langzame daarentegen doen, in nog veel sterkere mate, het tegenovergestelde. Ze zijn zo langzaam, ten dele, omdat ze te snel gestart zijn.

Daartegenover staat de flat-pace of even-effort strategie: gewoon het hele stuk overal constant lopen, in snelheid, of beter nog, in vermogen (dus bergop wat inhouden). En eigenlijk, zo lees ik tussen de regels door, is dat nog beter. Want als je, in geval van een te sterke negative-split, dus eigenlijk in het begin te traag ging, en veel over hield op het eind, had je beter toen al iets harder kunnen lopen.

Er zal een balans zijn. Iets sneller op het eind klinkt aannemelijk, gegeven dat je uit de situatie extra energie kan halen: de endorfines en het psychologisch voordeel. Minder vermoeide benen in de 2e helft klinkt fijn, maar als je al 200 meter voor had gelopen had je net iets minder hoeven versnellen. Dus da’s relatief.

Ik zie die flat-pace wel zitten. Als ik 4’16″/km kan lopen red ik de 1:30:00. Maar ik ben er van overtuigd dat ik dat kan. Om 1:28:00 te lopen scheelt maar 10″/km, wat zonder pijn haalbaar lijkt. Dus dat ga ik doen. En halverwege kijk ik wat er verder nog in zit. Loopt het lekker, dan versnel ik van 4’10″/km naar 4’05″/km, en finish in 1:27:00. Lukt dat niet, dan ben ik dik tevreden met 1:28:00. En als het echt tegen zit, dan moet ik toch zeker een 4’22″/km vol kunnen houden om nog binnen 1:29:59 binnen te komen. En dan nog, ben ik tevreden. Maar niet met 1:30:01!

Hoe?

1: Een solide plan: ik heb de tijden maar weer eens berekend, met de drie scenario’s waar ik van uit ga. Starten op 4’10″/km, en halverwege kijken of het ±2 minuten ten opzichte van 1:28:00 wordt. Maar ik ga uit van een min.

21 88 -1.00 -2.00 2.00 90
/km 04’10” 04’05” 03’59” 04’22” 04’16”
/h 14.384 14.719 15.069 13.759 14.065
1 0:04:10 0:04:10 0:04:10 0:04:10 0:04:16
2 0:08:21 0:08:21 0:08:21 0:08:21 0:08:32
3 0:12:31 0:12:31 0:12:31 0:12:31 0:12:48
4 0:16:41 0:16:41 0:16:41 0:16:41 0:17:04
5 0:20:51 0:20:51 0:20:51 0:20:51 0:21:20
6 0:25:02 0:25:02 0:25:02 0:25:02 0:25:36
7 0:29:12 0:29:12 0:29:12 0:29:12 0:29:52
8 0:33:22 0:33:22 0:33:22 0:33:22 0:34:08
9 0:37:32 0:37:32 0:37:32 0:37:32 0:38:24
10 0:41:43 0:41:43 0:41:43 0:41:43 0:42:40
10.5 0:44:00 0:44:00 0:44:00 0:44:00 0:45:00
11 0:45:53 0:45:50 0:45:48 0:45:58 0:46:56
12 0:50:03 0:49:55 0:49:47 0:50:20 0:51:12
13 0:54:14 0:54:00 0:53:46 0:54:41 0:55:27
14 0:58:24 0:58:04 0:57:45 0:59:03 0:59:43
15 1:02:34 1:02:09 1:01:43 1:03:25 1:03:59
16 1:06:44 1:06:13 1:05:42 1:07:46 1:08:15
17 1:10:55 1:10:18 1:09:41 1:12:08 1:12:31
18 1:15:05 1:14:23 1:13:40 1:16:30 1:16:47
19 1:19:15 1:18:27 1:17:39 1:20:51 1:21:03
20 1:23:25 1:22:32 1:21:38 1:25:13 1:25:19
21 1:27:36 1:26:36 1:25:37 1:29:35 1:29:35
21 1:28:00 1:27:00 1:26:00 1:30:00 1:30:00

Dit tabelletje ga ik uitprinten en plastificeren, en op de een of andere manier, bijvoorbeeld, zoals ik normaal gesproken ook mijn postomschrijvingen meeneem bij het Oriënteren, om mijn arm.

2: Daarbij neem ik dit keer mijn GPS-horloge mee, een Garmin Forerunner 305. Oud beestje, dat alles kan. Op de foto links, van vorig jaar, zie je om mijn linker bovenarm nog de Qstarz BT-Q1000XT zitten. Erg geschikt om je track te loggen, ook bij Oriënteringswedstrijden waar een GPS met display verboden is, maar zonder hartslagmeter, en, in dit geval belangrijker, zonder display van mijn afstands- en tijd informatie.

Op GPSies.com heb ik nauwkeurig het parcours uitgezet, daar een .crs (course) file van gemaakt, en die wat verbeterd. GPSies.com kan namelijk niet nauwkeurig je gewenste eindtijd verwerken (en rond wat raar af), en zet de tussentijdse kilometerpunten op hoeken van de straat, die misschien wel een halve kilometer van het echte punt af liggen. Daar heb je dus helemaal niets aan. Maar om een route te tekenen doet deze site het best aardig. En die route heb ik twee weken terug al verkend. Wat je hier(route), hier(parcourswijziging) en hier(YouTube) kan bekijken.

Vervolgens heb ik weer wat in elkaar geklust om deze .crs file te corrigeren met mijn gewenste tijd. Ik voeg punten toe op elke hele km, en overal waar de afstand tussen bestaande punten van de track groter is dan 300 meter. En ook tijden bij die afstanden, zodat mijn GPS weet hoe laat ik daar moet zijn. Een voorbeeld file voor 1:28:00 kan je hier downloaden. Ik ga nog iets maken dat jij, de lezer, je eigen tijd in kan vullen en je dan de juiste track krijgt. Maar dat is voor het moment mosterd na de maaltijd.

Het leuke is vervolgens dat mijn GPS horloge een soort virtual runner laat zien, die mijn streeftijd loopt, met mijzelf daar een klein stukje voor (hoop ik). Zodat ik me helemaal op het lopen kan concentreren, en de timing, mijn flat-pace, negative-split, of wat dan ook, om mijn pols wordt bijgehouden. Easy. Relaxed.

3: Vrienden. Heel belangrijk. Met dezelfde motivatie, ervaring en streeftijd. En, nog belangrijker, familie langs het parcours. Op 3 km voor de finish levert het ‘Papa!’ van Seger en Annelot me zeker 20 seconde tijdwinst op.

Kortom, het kan niet meer stuk. Wat er ook gebeurt.

Ontbijtloop Eindhoven 2012 (voor de Halve Marathon)

Goed nieuws! Eindhoven krijgt toch een nieuw parcours voor de (halve) marathon dit jaar. Dat was wat ik vanmorgen van Ad van Gent vernam, PR-man van de marathon organisatie.

Het verschil is niet groot (de nieuwe route is maar 25 meter langer), maar het is toch goed het even te weten: op de markt gaan we niet meer de hoek van het Muziekgebouw Frits Philips in, door de Jan van Lieshoutstraat, en dan diagonaal over het Catharinaplein, maar dwars over de Markt, naar de Jan van Hooffstraat, en via de Rechtestraat, voor de Catharinakerk langs, het Stratumseind op. Voordeel is dat je niet over de “drempel” op de Markt hoeft, en niet over het gravel-veldje dat Catharinaplein heet. Prima dus.

 

 

 

Verder gaan ze de kaart die op de officiële site staat aanpassen en corrigeren. Zodat het parcours niet meer over de Bilderdijklaan lijkt te lopen, maar door de Jan Smitzlaan.

En ook de afstanden die fout ingetekend staan op de overzichtskaart worden ofwel verwijderd, ofwel gecorrigeerd. En anders kan je altijd nog naar mijn zelfgemaakte kaartjes kijken.

Nou ja, niet te lang zeuren, gewoon rennen. Kijk daarom op YouTube naar mijn headcam video van de Parcoursverkenning: op normale snelheid of 10 x versneld.

It’s all about speed

That’s great: at the bottom of this page, you can enter your own time and distance!

While running, I’m often wondering: while orienteering, it’s “which way?”, on the road, it’s “how fast?”. Like: “I am now running at a pace of 4’01”, I’m halfway my 1 km interval, how much fasther should I run to get to an average of 3’59” by the end of this interval, and how much does that differ on half a marathon?”. That type of questions.
[Dutch version]

Some time ago, I discussed (and calculated!) that you shouldn’t be thinking while running, at least not when you already know whereto and how fast, but that is even more a motivation to do that beforehand. And, while running, dig the answers from your memory. That’s the reason for this article.

Let’s start simple: for once and for all -and that will be this year- I want to finish the Half Marathon within the one-and-a-half. So, that is 21.098 kilometer in 90 minutes. Dividing those figures results in a speed of 14.06 km/h (or 8.74 mph). With some experience I gained, I got a feeling for that speed. But still, it’s better to comprehend when express it as 234 meter per minute. And it sounds quite fast when I say 3.91 m/s (meter per second), which is about twice what I’m tall.

Since I take part in Orienteering races, the pace started to make sense to me (and because my GPS watch tells me). And now I know what it means to run 416”/km (4 minutes and 16 seconds per kilometer, or 652”/mile). The distance between two 'hectometerpaaltjes' (100 m signs)...I get a feeling for it. And, because I know that I have to keep that pace on the Half Marathon, it’s my reference for everything. 4’00” /km sounds already very quick, but recently, while training intervals with some colleagues, we incited each other easily to below 03’50” /km, and even with a sprint at the end, of 03’40” /km. Yet again, it’s easier to survey 100 meter than 1 km, especially when you want to estimate a distance on the road (the same as between the two ‘hectometerpaaltjes’). And, for my desired pace, I need to accomplish those 100 m within 25.60 seconds.

In my case, per 100 m, that is about double paces, representing 1.29 2pace/second, or 77 2pace per minute. In the past, I have looked into the relation between speed and heart-rate, (see my article Linschoten Loop on my blog), but I assume that that changes with time, with your training history, and with the terrain. And there is no space for that discussion here.

But what occupies me most, on my way, are the relative differences: how much faster should I run per 100 meter to finish one minute quicker? And, while running, I am typically not fit enough to realize that one minute contains about 60 seconds, so for each individual kilometer of the 21, that is let’s say 3. Or 0.3 seconds per 100 meter. That’s nothing! If that’s all for a finish time that’s one minute better, give me 10!

Below, a table, to observe the trends:

time speed pace difference
hh:mm km/h m/min m/s min/km s/hm % s/km s/hm pas/s pas/min
01:20 15.82 264 4.39 00:03:47.54 22.75 1.45 87.02
01:25 14.89 248 4.14 00:04:01.76 24.18 1.18 2.84 0.28 1.36 81.90
01:26 14.72 245 4.09 00:04:04.61 24.46 1.17 2.84 0.28 1.35 80.95
01:27 14.55 242 4.04 00:04:07.45 24.75 1.16 2.84 0.28 1.33 80.02
01:28 14.38 240 4.00 00:04:10.30 25.03 1.14 2.84 0.28 1.32 79.11
01:29 14.22 237 3.95 00:04:13.14 25.31 1.13 2.84 0.28 1.30 78.22
01:30 14.06 234 3.91 00:04:15.98 25.60 1.12 2.84 0.28 1.29 77.35
01:31 13.91 232 3.86 00:04:18.83 25.88 1.10 2.84 0.28 1.27 76.50
01:32 13.76 229 3.82 00:04:21.67 26.17 1.09 2.84 0.28 1.26 75.67
01:33 13.61 227 3.78 00:04:24.52 26.45 1.08 2.84 0.28 1.25 74.85
01:34 13.46 224 3.74 00:04:27.36 26.74 1.07 2.84 0.28 1.23 74.06
01:35 13.32 222 3.70 00:04:30.21 27.02 1.06 2.84 0.28 1.22 73.28

You may have noticed that for every minute you subtract from your projected finish time, the required increase in speed, per minute, becomes larger. Not only the speed itself –that’s obvious– but the speed difference too. Meanwhile, the difference in pace is always the same. The relative difference, in %, of the time per 100 m changes, but the absolute difference, in s per 100 m, stays the same. It’s all logical, but it may be practical to remember while you’re on the go: time over distance (pace) is linear as a function of the finish-time; speed, and relative changes in pace, are inversely proportional.

When you run the first half 1″ per km slower than the 416”/km you should run, you will have to catch up those 21.098/2 s during the second half. To do that, you will have exactly half of the total 21098 m available. So you have to run exactly 1″ faster per km, than the overall average. The net difference is 2″/km with respect to you pace in the first half. Sounds easy.

For 1:30:00, you will have to run precisely 4’15.98”/km. Your GPS is not that accurate, but fortunately it’s close to 4’16”/km. However, you will just miss your target time by 19 ms. That is 19 milliseconds –not much, but all your hairs grow about one atom in that time, still at total of about 1/100 of a mm altogether. You miss your target by 7.1 cm! But, if you would have run 4’15”/km (the difference is hardly visible on your GPS watch), that will gain you advantage of 21 s at the end. Just a matter of approximation. Again, this a figure that is easily remembered: for every 1 second you run faster than planned, on a distance of 21.098 km, you gain in the end as many seconds as there are kilometers. For every distance!

If your run a a bit slower, and have to cache up at the end, then it may be interesting to express that lag in meters. Just as if, at that moment, you pick another runner -who keeps running at a constant pace- that many meters in front of yourself, and strive to overtake him right at the finish. Suppose, you ran 1 second to slow per kilometer. Then, at the end, you have to catch up that 21.098 s lag, what, right at the end (which is in fact too late) boils down to 82 meter. This way, it sounds quite tough. And, when you find out 1 km before the finish, that all the time you aimed at a pace 01:31:00, one minute too slow, then you have to overtake, in that last km, someone who, at that moment, is 223 meter in front of you. No, you’re not going to make that.

There are a few things to remember: Suppose you’re in terrific shape, and it goes very smooth. You can keep a pace of 4’00” /km, then you will finish at 01:24:23 Fantastic! To get a feeling for those finish times, I have written them on a dial: thinking in time like an old-fashioned clock is -for me at least- still the most intuitive representation. On top of the dial it says 4’00”, and ever second/km more counts clockwise. Can you print this one on your retina?

The moral of the story? Just run just below the 4’16” /km, and you need not think about anything. That saves a lot of energy!

But the best about this page is maybe that you can change all the numbers to your own pace! Just enter here, km, the distance your are about to run, and here, , your planned finish time. And see what happens with all the figures on this page…

Alles draait om snelheid

Da’s leuk: je kan onderaan deze pagina je eigen tijd en afstand invullen!

Tijdens het lopen loop ik vaak te denken. Bij het oriënteren vooral “waarheen?”, op de weg vooral “hoe snel?”. Zo van: “Ik loop nu 4’01”, ben halverwege mijn 1 km interval, hoeveel harder moet ik om 3’59” te lopen aan het eind van de kilometer, en hoeveel scheelt dat uiteindelijk op de halve marathon?”. Dat soort vragen. [Enlish version]

Nou heb ik al eens uit lopen rekenen dat je eigenlijk helemaal niet moet denken tijdens het rennen, althans, niet als je al weet waar heen je moet en hoe snel, maar dat is des te meer reden om dat denken vooraf te doen, en onderweg de antwoorden uit je geheugen te putten. Vandaar dit verhaal.

Laten we simpel beginnen: ik wil ooit, en dat gaat dus dit jaar worden, de Halve onder de Anderhalf Uur lopen. Dat is dus 21.098 kilometer in 90 minuten. Op elkaar delen levert een snelheid op van 14.06 km/h. Met wat ervaring heb ik wel gevoel voor deze snelheid, maar het is toch beter te behappen als ik het uitdruk als 234 meter per minuut. En het klinkt best snel als ik er 3.91 m/s (meter per seconde) van maak, ongeveer twee keer mijn lichaamslengte.

Sinds ik oriënteer is ook het tempo me wat gaan zeggen (en omdat mijn GPS horloge het aangeeft), en weet ik ook raad met 416”/km (4 minuten en 16 seconden per kilometer). De afstand tussen twee hectometerpaaltjes...Maar dat is meer gevoel. En omdat ik weet dit tempo op de Halve te moeten gaan halen, relateer ik daar van alles aan. 4’00” /km voelt al behoorlijk rap, maar laatst intervallen gelopen met collega’s, en dan haas je elkaar snel tot onder de 03’50” /km, met een eindsprintje van 03’40” /km. Toch kan ik ook hier 100 meter weer beter overzien, ook om qua afstand in te schatten (dezelfde afstand als tussen twee hectometerpaaltjes), en bij het gewenste tempo moet ik die binnen 25.60 seconden afleggen.

In mijn geval is dat ongeveer, per 100 m, dubbele passen, wat neerkomt op 1.29 2pas/seconde, of 77 2passen per minuut. Het verband tussen snelheid en hartslag heb ik wel eens uit lopen zoeken, (zie de Linschoten Loop op mijn blog) maar volgens mij verandert dat ook in de tijd, met hoe goed je getraind bent, en het terrein. Laten we dat hier even vergeten.

Maar wat me vooral het meeste bezig houdt onderweg zijn de relatieve verschillen: hoeveel moet ik nu sneller lopen per 100 meter om een minuut eerder te finishen. En typisch ben ik onderweg niet scherp genoeg om te bedenken dat één minuut grofweg 60 seconden bevat, dus per enkele kilometer van de 21, pak hem beet 3 seconden, oftewel 0.3 s/hm. Dat is helemaal niets! Als dat alles is voor een één minuut snellere eindtijd, doe mij er dan maar 10!

Hier onder een tabelletje, om de trends te zien:

eindtijd snelheid tempo verschil
hh:mm km/h m/min m/s min/km s/hm % s/km s/hm pas/s pas/min
01:20 15.82 264 4.39 00:03:47.54 22.75 1.45 87.02
01:25 14.89 248 4.14 00:04:01.76 24.18 1.18 2.84 0.28 1.36 81.90
01:26 14.72 245 4.09 00:04:04.61 24.46 1.17 2.84 0.28 1.35 80.95
01:27 14.55 242 4.04 00:04:07.45 24.75 1.16 2.84 0.28 1.33 80.02
01:28 14.38 240 4.00 00:04:10.30 25.03 1.14 2.84 0.28 1.32 79.11
01:29 14.22 237 3.95 00:04:13.14 25.31 1.13 2.84 0.28 1.30 78.22
01:30 14.06 234 3.91 00:04:15.98 25.60 1.12 2.84 0.28 1.29 77.35
01:31 13.91 232 3.86 00:04:18.83 25.88 1.10 2.84 0.28 1.27 76.50
01:32 13.76 229 3.82 00:04:21.67 26.17 1.09 2.84 0.28 1.26 75.67
01:33 13.61 227 3.78 00:04:24.52 26.45 1.08 2.84 0.28 1.25 74.85
01:34 13.46 224 3.74 00:04:27.36 26.74 1.07 2.84 0.28 1.23 74.06
01:35 13.32 222 3.70 00:04:30.21 27.02 1.06 2.84 0.28 1.22 73.28

Wat bijvoorbeeld opvalt is bij elke minuut dat ik sneller loop, de benodigde snelheidstoename, per minuut, steeds groter wordt. Maar het verschil tussen de tempo’s is steeds gelijk. Het relatieve verschil, in %, van de tijd per 100 m varieert, maar het absolute verschil, in s per 100 m, is telkens gelijk. Op zich logisch, maar handig te onthouden voor onderweg: tijd per afstand is lineair in de termen van de eindtijd; snelheid, en relatieve tempoverschillen, zijn omgekeerd evenredig.

Als ik de eerste helft 1” per km langzamer loop dan de 416”/km die ik zou moeten halen, moet ik in de tweede helft dus die 21.098/2 s inhalen. Daar heb ik in meters weer precies de helft van 21098 m voor tot mijn beschikking, dus moet ik per km precies 1” sneller lopen dan gemiddeld. Het netto verschil is dan 2”/km ten opzichte van het tempo op de eerste helft. Klinkt alsof dat met twee vingers in de neus moet lukken.

Voor de 1:30:00 moet ik precies 4’15.98”/km lopen. M’n GPS is niet zo nauwkeurig, maar gelukkig ligt dat vlak bij de 4’16”/km. Toch zou ik net mijn streeftijd missen met 19 ms. Op een haar na? Slechts 19 milliseconde –niet veel, maar in die tijd groeien al m’n haren ongeveer een atoomlengte, wat bij elkaar op iets van 1/100 mm haar neerkomt, 5 keer minder dan 1 haar dik is. Maar je raakt de finishlijn op 7.1 cm na! Als ik nou 4’15”/km zou lopen (het verschil is op mijn GPS horloge niet te zien) levert dat me op het eind ruim 21 s voorsprong op. Kwestie van afronden. Ook dit getal is weer heel eenvoudig te onthouden: als ik op 21.098 km elke km 1 s sneller loop dan gepland levert me dat op het eind evenveel seconden als kilometer op.

Loop ik nou wat langzamer, en moet ik dat gaan inhalen op het eind, dan is het interessant hoeveel dat is uitgedrukt in meters. Alsof ik op dat moment een loper op evenzoveel meter voor me kies -die constant tempo blijft lopen-, en ik die vervolgens in ga halen. Stel, ik loop per kilometer 1 seconde te langzaam. Dan moet ik op het eind die 21.098 s achterstand inhalen, wat, helemaal op het eind (eigenlijk is het dan dus al te laat) neer komt op 82 meter. Zo klinkt dan dan weer best pittig. En kom ik er 1 km voor de finish achter dat ik heb ingezet op een tempo dat neerkomt op 01:31:00, een minuut te lang, dan moet ik in die laatste ene km iemand inhalen die op dat moment ruim 223 meter voor me loopt. Nee, dat gaat niet meer lukken.

En dan zijn er nog een paar dingen handig te onthouden: Stel dat het nou heel lekker gaat, en ik precies 4’00” /km loop, kom ik op 01:24:23 op de hele afstand uit. Fantastisch! Om gevoel voor deze tijden te krijgen heb ik ze maar eens op een wijzerplaat getekend: denken in tijd als een ouderwetse klok is -voor mij althans- nog steeds het meest intuïtief. Bovenaan de wijzerplaat staat 4’00”, en elke seconde er bij telt rechtsom.

De moraal van dit verhaal? Loop gewoon net onder de 4’16” /km, en je hoeft nergens over na te denken.

Maar het leukste aan deze pagina is misschien wel dat je alle genoemde getallen gewoon kan aanpassen aan je eigen tempo! Vul hier, km, de afstand in die je wilt gaan lopen, en hier, , je streeftijd. En zie wat er gebeurt met de waardes op de pagina…

Linschotenloop 2011

Geen sneeuw dit keer, en ook geen hagel. Want dat hoort er eigenlijk bij, is mijn ervaring van de afgelopen twee keer. Maar wel had ik weer een kerstmanmuts op mijn hoofd, zoals je op de foto hier naast kan zien. En dat ding is mijn geheime wapen, want de vorige keer bij een rondje Linschoten liep ik een zo lekkere tijd dat ik er acuut van overtuigd was dat ik ooit nog onder de 1:30′ kon lopen. Dit keer was dat niet mijn streven, trouwens, en ik, en ook Maarten, hadden dan ook nauwelijks getraind. Of dat was eigenlijk de reden waarom we 1:40′ al lang een mooie tijd vonden. Bij de start, want al snel bleken we harder te kunnen. 1:38′? Zat er wel in.

We waren er vrij zeker van dat we dat gingen halen. Ik had dit keer mijn Garmin Forerunner 305, een pols-GPS met het formaat van een koelkast, om mijn arm.

De route

En ik had de dag tevoren via runnermaps.nl de route naar deze GPS gestuurd. Je kan daarbij aangeven welke tijd je wilt gaan lopen, en zo weet het apparaat precies waar je wanneer zou moeten zijn. Daar laat hij dan een virtual partner opdraven, en je ziet continue hoe ver je voor (of achter) deze imaginaire gast loopt. Wat een looser was dat, zeg. Hij deed het in 1:40′, maar sukkelde steeds een paar honder meter achter ons aan, en op een gegeven moment zelfs meer dan 300 meter. En dat motiveerde enorm. Nou was dat ook wel nodig, want het laatste stuk was er een met tegenwind, langs een eindeloze dijk, met allemaal mensen die een beetje inzakten qua snelheid. Maar gelukkig hadden we voldoende voorsprong om hem achter ons te houden, en met 1:38:56 gingen we over de streep. (Zelf sta ik niet tussen de uitslagen, want ik was mijn chip vergeten, maar des te meer reden om het hele stuk samen met Maarten te lopen en tegelijk over de streep te gaan.)

Voor Maarten een PR! Voor mij een geweldig lekker dagje lopen, met na afloop ineens het gevoel dat ik een Hele ook wel eens zou kunnen. Niet op mijn sokken, maar het lijkt ook weer niet onmogelijk zonder allemaal dingen kapot te maken. Dus wie weet wordt dat de volgende uitdaging samen.

Analyses

Uiteraard heb ik weer van alles gelogd en geanalyseerd. Allereerst kan je op Quickroute leuk de route volgen en vooral het snelheidsverloop zien. Ook heb ik het eens op de Garmin site gezet: Linschotenloop 2011 door jan-gerard op Garmin Connect. Maar ook voor het eerst heb ik naar mijn hartslag gekeken. Niet onderweg, want zo veel viel er niet direct op te merken, maar als je dan achteraf een grafiek maakt zie je toch best aardige dingen. Hartslag tegen TempoEr zit een duidelijk trend in mijn hartslag uitgezet tegen het tempo. 20 seconde sneller op de km, kost me 3 bpm. Nou ja, zo iets. Het kan ook 5 seconde/km/bpm zijn. Op het eind, de laatste 5 km, hebben we tegenwind, maar houden de snelheid vol, en daarmee gaat de hartslag, vanwege de extra inspanning, omhoog bij gelijk tempo. Dat zijn de hoger liggende punten in de grafiek. Maar nog steeds liggen ze niet boven de 170 bmp gemiddeld. En dat terwijl mijn maximale hartslag toch 185 bpm blijkt te zijn (na een uur hardlopen en vervolgens 2 minuten voluit gaan).

Snelheidsprofiel

Helemaal gaan voor het halve werk: Halve Marathon Eindhoven 2011

Nou ja, halve werk, ik vind eenentwintigduizendvijfennegentig meter toch al een behoorlijk stuk. Een langer stuk heb ik zelden gerend. Morgen wordt weer zo’n gelegenheid: de Halve Marathon van Eindhoven (er is ook een Hele, trouwens, maar die is twee keer het zelfde rondje).
Dit keer wil ik hem onder de anderhalf uur gaan lopen. Dat is me in elk geval nog nooit gelukt. Vorig jaar een keer geprobeerd, maar toen halverwege tot de conclusie gekomen dat ik 14.1 km/h niet langer volhield, en teruggezakt, naar uiteindelijk iets van 1 uur 34 minuten. Wat scheelt het? Toch ruim 10 seconden per kilometer. Morgen dus moet ik gemiddeld minder dan 4 minuut 16 lopen per kilometer. Ja, ik heb alles uitgerekend.
Uit mijn onderzoek van eerdere uitslagen is gebleken dat de snelle lopers doorgaans een hele vlakke tijd lopen, de snelste zelfs steeds sneller gaan, terwijl de lopers achteraan alsmaar langzamer gaan. Ik concludeer daar uit dat de beste strategie is om zo constant mogelijk te lopen. Ik ga daarom een schema volgen dat begint op 1:30′ te mikken, en hooguit twee seconde per km sneller is, om iets van marge op te bouwen voor het eind.
Maar hoe houd je dat bij? Doorgaans neem ik mijn GPS mee onderweg, die me vertelt hoe ver het nog is, hoe veel ik al heb gelopen, hoe lang, mijn gemiddelde snelheid, wat de geschatte aankomsttijd is, en hoe lang dat nog gaat duren. Oh, ja, ook de huidige snelheid, maar daar zit typisch ±2 km/h ruis op bij lage snelheden, dus die is niet echt bruikbaar. Echter, ik heb besloten dit keer zonder ballast te gaan lopen, dus de GPS blijft thuis. Blijft over de bordjes langs de route. Volgens de Marathonorganisatie staan die er elke km. Lastig is wel dat de kilometer aanduidingen op de officiele marathon-kaart niet helemaal kloppen, en dus de tussentijden niet op de seconde nauwkeurig zullen zijn. Zouden ze in het echt wel op de juiste plek staan? Het wordt dus een beetje gokken. We zullen zien.
Maar mentaal ga ik er in elk geval helemaal voor. Ik heb me die 1:30′ voorgenomen, en ik ga hem lopen ook. Voldoende drinken onderweg, maar vooral tevoren, en vooraan starten. Dat zijn de aanwijzingen van mijn fysio, die me van een lastige blessure af heeft geholpen, maar die me ook met het trainen min of meer gecoached heeft. Echt geweldig! Hij zou ook nog ergens langs het parcours staan, dus ik ben hem ook wel verschuldigd dat ik mijn tijd haal. Jeroen Wilken is zijn naam, en ik kan hem iedereen aanraden die, in elk geval met hardlopen, een blessure heeft.
Maar ja, of ik iets van de mensen langs het parcours zie weet ik niet. Want ik sprak gisteren met iemand die vertelde dat normaal gesproken de hersenen 20% van het energieverbruik van je lichaam voor zijn rekening nemen. Laat dat 500 kcal zijn op een dag. Nou verbruik ik met mijn gewicht op een halve marathon ook iets van 2000 kcal, las ik ergens, dus niet denken is een kwart daar van. Nou zal dit niet zo zwart-wit zijn, maar het zegt wel wat.
Kortom, helemaal gaan voor de halve marathon is verstand op nul. Niet zeuren, maar lopen.

Achteraf: 1:30’49”

Net te langzaam! 1:30:49 was mijn tijd, officieel. Horloge liep iets langzamer dan de MyLaps klok, maar dat maakt het niet goed. Een sprintje de laatste km wist het ook niet goed te maken. Het ontbreken van kilometeraanduidingen langs het parcours, vanaf een km of 8, zou een verklaring kunnen zijn, maar ik had natuulijk zelf ook strepen op de weg kunnen verven. Behalve “Henk, nog even, bijna halverwege” en “Fred, harder, man!” had er ook kunnen staan “16 km” of zo. Of ik had beter zelf mijn kaartje met tussenafstanden in de gaten kunnen houden. Of een GPS meenemen, zoals alle voorgaande jaren. Nee, het enige excuus is dat ik niet hard genoeg gelopen heb. Beetje reserve inbouwen volgende keer. Op 1:28 lopen als je 1:30 wilt finishen. Zo iets. Niet te lang over piekeren; rennen is zo simpel.
Maar gelukkig vond ik nog een man of 10 na afloop die wilden helpen deze miserie te vergeten, en we zijn enthousiast aan het bier geschoten. Heer-lijk, na een week zonder alcohol en ander pils. En zo liep het toch nog goed af.

1:30′

1:30’Zo kan je het ook zien. Optimist! Mijn snelste tijd ooit. We zijn weer een dag verder, en ik kijk er anders tegenaan dan gisteren. Ik had zelfs nog wat over om er een eindsprint uit te persen.  Even zakte het tempo kennelijk wat in, tussen 10km en 15km, waar de kilometer-aanduiding begonnen te ontbreken, maar daarna kwam ik weer een stuk terug met een hogere snelheid. Alleen was het net niet genoeg voor 1:29’59”.
1:30’49″Dat is het geworden. Niet helemaal volgens mijn tabelletje: . En dat was, achteraf gezien, vooral teleurstellend gezien de voorbereidingen: alles plannen, zelfs op een kaartje uitmeten waar de kilometerpunten wel zouden moeten liggen, tijden uitrekenen, en in eerste instantie strak aan mijn schema vasthouden. .
Geklaag jegens de organisatie is enerzijds terecht: veel mensen misten de km borden, en volgens mensen van de marathon organisatie zelf hadden de borden van de hele verplaatst moeten worden zodra de halve van start ging, en was dat vervolgens niet gebeurd. Maar goed, je maakt je wel afhankelijk als je daar op vaart. Ik had dus beter een ander tabelletje kunnen maken, dat uitgaat, voor de 2e helft, van de afstanden van de hele marathon, tot aan de finish. Dus 1 t/m 10 km, en vervolgens 32 t/m 42. Met iets aangepaste tijden. Zoals deze: . Of ik moet volgend jaar met een pot verf aan de slag. Wie weet. Of komt de GPS weer terug komend jaar? Ik vond het wel ontspannen zonder, maar ja, boven de 1:30′ lopen terwijl je er onder wilt eindigen is sowieso iets te ontspannen…