Tag Archives: memorisatie

Meetshoven Memory

Meetshoven is een flink eind rijden vanaf Eindhoven, maar toen ik zag dat Omega een Eilandmemorisatie organiseerde was de beslissing snel genomen: er heen!

Memorisatie is eigenlijk een basistechniek voor oriëntatielopers, maar in de praktijk vergeet ik het nog wel eens, ironisch genoeg. Eigenlijk gaat het niet eens zo zeer om het memoriseren zelf maar om de achterliggende methode, die ik vaker zou moeten toepassen.

Waar gaat dit over?

Memoriseren is onthouden: je kijkt naar de kaart, en zonder daar nóg eens op te kijken loop je naar het doel, gebruik makend van wat je op de kaart hebt gezien. De truc is het versimpelen van de kaart, waardoor je je juist op de essentiële kenmerken concentreert, die onthoudt, en vervolgens de route afloopt. Zonder op de kaart te kijken, en daaruit haal je dan extra tijdwinst. Hoe? Daar kom ik straks op.

Eilandmemorisatie is een type wedstrijd waarbij de route vast ligt, althans, zo vast als bij een normale oriëntatieloop -dus met een vaste volgorde volgens de postomschrijving- maar waarbij op een paar plaatsen in het terrein, de “eilanden”, en bij de start een vaste kaart geplaatst is, die je niet mee kan nemen. Je moet dus bij de start de route onthouden, maar ook -misschien nog wel belangrijker- de locaties van de kaarten, om op terug te vallen.

20160124_Meetshoven_memorisatie
Deze kaart hing bij de start (driehoek), en op nog 2 plaatsen (vierkantjes). (klik op de kaart om deze in zijn geheel te openen)

Typisch lukt het niet de hele route in 1 keer te onthouden. Dus je gaat slimme combinaties maken van posten, en loopt tussendoor langs een van de kaarten in het veld voor een update. In dit geval waren het maar 11 posten, maar da’s toch net te veel om in een volstrekt nieuw en onbekend stuk bos in één keer te onthouden.

Dus ik koos er voor om drie posten uit mijn hoofd te doen, dan langs de kaart in het midden van de kaart te lopen, en dan de rest in 1 of 2 etappes af te maken.

hoofdrouteIk versimpelde de kaart in mijn hoofd tot ongeveer dit:

Post 1 bijna over paden, grove schatting van het aantal passen, en het laatste stukje doorsteken.

Dan verder pal zuid, pad kruisen, zuidwest tot cultuurgrens: bam!

Doorlopen tot pad, rechtsaf, bij kruising met veel paden het westelijkste pad volgen tot open plek, en dan post 3 in het hoekje van het vrijstaande bos in het midden daar van.

Tenslotte over het pad om een “verboden terrein” (met hek?) heen, tot de verre hoek schuin links achter van het weiland.

Dat ging uitstekend, tot ik vanaf post 3 op zoek ging naar de kaart, maar die niet kon vinden. Na voor mijn gevoel veel te ver te hebben gelopen, ging ik de hoek om naar het oosten, en keek ik nog eens op mijn kompas, maar constateerde verbaasd dat ik niet naar het oosten liep -wat ik dacht te doen- maar naar het zuiden. Inconsistent.

Verdwaald!

Dat is lastig. Als je verdwaald bent en ook nog eens geen kaart hebt. Terug lopen naar het vorige punt zou wel lastig worden, want ik was immers ergens anders dan waar ik dacht dat ik was. Terug naar de start lopen was wel erg sneu, dus keek ik goed om me heen. Overal andere lopers, maar kennelijk allemaal op een andere route, want iedereen die ik zag had zelf een kaart in zijn handen (en liep dus niet deze zelfde memorisatieroute). Even een kaart lenen was uit den boze, want dat is natuurlijk niet volgens het spel.

Wat ik wist was dat de kaart in een zuidoosthoek hing van een weiland. Weilanden genoeg om me heen, en ook meerdere zuidoosthoeken, maar ik wist, of dacht te weten, dat ik te ver naar het westen was gelopen, dus ik moest is oostelijke richting. En warempel! Daar hingen een paar kaarten. Het had me wel 5 minuten gekost, maar ik was gered.

27-01-2016 00-40-55Nou blijkt dat het al eerder was misgegaan, want ik was na post twee de hoek om een pad in gelopen, waarvan ik onthouden had dat het naar het westen moest leiden, maar dat naar het zuiden liep. Vreemd vond ik dat. De fout zat hem er in dat ik in mijn versimpelde kaartbeeld in m’n hoofd het diagonale pad voor het gemak recht had getrokken, en meende dat dat naar het noorden ging, zodat ik de bocht om naar het westen moest. En toen ik op weg naar post 3 het weiland in liep, dacht ik af te slaan naar het zuiden, zodat ik ná 3 verder door naar het zuiden moest op weg naar de kaart. Maar ik liep juist dóór naar het westen. Mijn kompas had me kunnen helpen, maar ook voor meer verwarring kunnen zorgen.

De volgende keer…

… Zou ik beter moeten letten op de richting, koers en kompas. Nou ja, de volgende keer was nu, want er waren nog 8 posten en een tussen-finish te gaan. Meteen mezelf her-kalibreren. Het is een tikje lastiger dan ik dacht.

Een van de dingen die ik miste was overzicht. Ik had, zoals gebruikelijk, bij het bepalen van de route van de start naar post 1 de kaart gedraaid, georiënteerd. Handig voor dat been, maar voor alle volgende benen slaat dat natuurlijk nergens op. Dat is vast voor de helft debet aan mijn 90-graden fouten rond post 3. Bovendien is het draaien van de kaart leuk als je het per been doet, om snel de beste route te vinden, en intuïtiever van koers te veranderen, maar bij memorisatie is dat van ondergeschikt belang. Misschien kan je het wel doen en per been inprenten hoe de vorm van dat deel van de route er uit ziet, en wat je links en rechts laat liggen. Maar als je een fout maakt ben je verloren en mis je al gauw elke referentie.

Probeer dus het geheel te onthouden, de route die je wilt lopen op een kaart met het noorden boven, zodat je maar één beeld op je netvlies hoeft te branden, en zorg dat je, al lopend, een gevoel houdt voor waar het noorden is en waar je jezelf op die kaart, met het noorden boven, bevindt. En je hebt natuurlijk je kompas nog, voor dat noord-gevoel.

27-01-2016 00-53-18Met dit als uitgangspunt ging ik verder. Vanaf waar ik stond (het rode vierkant met de kaart) waren posten 4 t/m 9 relatief dichtbij en op erg herkenbare plaatsen. Ik onthield hun relatieve positie, en onmiskenbare kenmerken waarmee ik ze zou kunnen vinden. Een hoek van een veld, een bocht van een sloot, afstanden tot kruispunten, en hoe ik zou lopen, gebruik makend van paden en kruispunten. En al gauw werd duidelijk dat post 10 ook wel te doen moest zijn. 11 dan ook maar? 8 posten onthouden leek net wat veel, maar het was ook wel weer aantrekkelijk. De tegenslag van het begin alweer bijna vergeten besloot ik het er op te wagen.

27-01-2016 00-39-29Tot en met post 9 ging het vlekkeloos, maar toen ik op weg was naar 10 besefte ik dat ik alleen maar een globaal gevoel voor richting had en niet zo veel inschatting van afstand. Maar ik had onthouden ik vanaf een doorgang tussen huizen naar het noorden moetst, en dat 10 dan links, en 11 verderop rechts naast het pad moest liggen. En de huizen waren door het winterse kale bos wel te zien. Weliswaar niet via de kortste, maar wel via een effectieve en snelle route kwam ik tussen de huizen uit, en toen ik een doorgang zag ging ik er in. De bedoelde doorgang leek meer op een tuin vol onkruid, zodat ik iets wat toegankelijker maar naar later bleek een oprit van een huis in rende, achter een toevallige andere loper aan die kennelijk het zelfde had gedacht. Gelukkig liep de oprit als ware het een pad door het bos in, alleen lag de post nu niet links maar rechts van het pad. Die vond ik, maar ik kon me eigenlijk niet meer herinneren na 7 andere posten waar 11 nou stond.

Maar wat ik wel wist was dat de kaartenwissel/start vlakbij was, en dus rende ik door naar het noorden, keek daar nog een keer op de kaart, en kon, met maar 1 minuut verlies, via 11 alsnog de eerste etappe afmaken. Best efficiënt, die laatste kwinkslag via de start, al zeg ik het zelf.

 

Lijnenloop

De lijnenloop, met een kaart met alleen maar zwarte lijnen (of het nou paden, sloten, greppels of wallen waren maakte niet uit), was een eitje. Op een aantal plekken kon ik gewoon een stuk afsnijden, want ik kende na de memorisatieronde het bos al aardig, sommige posten waren het zelfde als daarnet, en met koersen en afstanden was er weinig twijfel mogelijk. Dat ging dan ook super, en volgens de splits lag ik, ondanks de vertraging in het 1e deel, na de lijnenloop nipt op kop.

27-01-2016 00-28-43IOF

Het laatste stuk was een IOF kaart. Gewoon, net als altijd. Hoewel dat ook niet slecht ging ben ik daar nog wel 3 minuten verloren op de nummer 1. Maar goed, toch nog tweede geworden is zeker niet verkeerd, en bovendien was de memorisatieronde weer geweldig om te doen. Dat zou best vaker onderdeel van een wedstrijd mogen zijn, of, zoals anderhalf jaar terug, de complete wedstrijd mogen volhouden. Geef je hersens er van langs. Heerlijk!

Strategie

Toch is het laatste woord over de beste strategie nog niet gezegd. En dan bedoel ik niet het verdelen van de route in tactische en behapbare delen, want dat is natuurlijk een peulenschilletje vergeleken met het onthouden van de kaart. Enerzijds is er het versimpelen van de kaart tot slechts het minimale om foutloos te kunnen oriënteren. Maar tegelijkertijd wil je niet bij de minste of geringste afwijking van de kaart lopen en -omdat je slechts een kruimelspoor hebt opgeslagen- dat met geen mogelijkheid meer kunnen corrigeren. Dus je moet net iets meer onthouden om de route-corridor heen. Al was het alleen al om de locaties van de “eilanden”, de kaarten in het veld, te kunnen duiden.

splits
De splits van de memorisatie etappe. Ik ben de dikke blauwe lijn. Het lijkt er op dat een stuk of 4 lopers tussen post 2 en 3 op de kaart zijn gaan kijken, een handjevol tussen 3 en 4, maar de meeste tussen 6 en 7. Een stuk of 5 lopers zijn tussen 10 en 11 langs de start-kaart gelopen, of ze hebben gewoon lang naar 11 gezocht.

Ik denk dat het het beste is om je een noord-georiënteerde kaart in te prenten. En te onthouden wat je op die kaart moet doen om van punt tot punt te raken. “Pad, afslag, noordoost, sloot, volgen tot bocht, post. West tot greppel, noord, talud volgen, pad, tweede afslag links, stukje noordwest, post.” Maar altijd met een beeld van de kaart er bij. Gaat het fout, dan weet je waar je bent ten opzichte van de omgeving.

Aan de andere kant zou je, als je geen fouten maakt, ook elk been afzonderlijk kunnen inprenten, met de koers “omhoog”, en onthouden wat je links en rechts laat liggen. Dat lijkt een eenvoudiger, 1-dimensionale verzameling te onthouden kenmerken, maar omdat de context van de kaart ontbreekt, denk ik dat dat toch een zwaardere opgave voor je geheugen is. En als je zo 5 posten wilt onthouden, vergeet je al snel het zoveelste zij-paadje, waardoor je alsnog de weg kwijt raakt. Los van het feit dat het bij elke post niet intuïtief is welke kant het volgende been op georiënteerd is. Ik blijf bij mijn eerste idee: noord boven. En dat perfectioneren, zodat ik 7 of 8 posten in één keer kan doen.

Trainen

De grote vraag is natuurlijk: hoe train ik dit? Op o-training.net staan in elk geval een aantal aardige oefeningen. Thuis op de kaart van nabijgelegen bos een route tekenen en die zonder kaart rennen is een optie, maar ik geloof dat mijn oriëntatiegevoel totaal anders werkt in een bekende omgeving, waar locaties een associatie oproepen en daardoor zoveel eenvoudiger te onthouden zijn. Het moet dus een onbekende omgeving zijn waar ik de kaart nog niet van ken. En die zijn er vlakbij niet echt, dus moet ik verder van huis. Alleen, zodra je een route verzint, is die door het tekenen daarvan misschien al weer te makkelijk onthouden. Maar ja, dat is eigenlijk ook memoriseren.

  • Pak op de parkeerplaats bij een onbekend bos een stafkaart, teken er een route op, leg de kaart in de auto, ga rennen, en als je terug komt check je of je het goed hebt gedaan, eventueel achteraf met GPS-horloge.

Wellicht valt het ook vanuit de Leunstoel te trainen. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen:

  • De ene dag een route verzinnen op een willekeurige kaart (kan ook een stadsplattegrond zijn), en die een dag later tekenen. Je moet dan eigenlijk wel twee kopieën van de kaart hebben. De vraag is een beetje of de tijdschaal van een dag representatief is voor het type geheugen (korte-termijn) dat je bij een memorisatiewedstrijd gebruikt.
  • Je zou ook een route op de kaart kunnen uitdenken, en die even later als vereenvoudigde looproute kunnen tekenen op een blanco stuk papier. Kijken of je alle afslagen en essentiële terreinkenmerken nog weet. Kloppen de afstanden en richtingen nog een beetje? En hoe ziet die kaart er uit als je het een dag later probeert? Ik zie al een leuk experiment opdoemen.

Mocht je na het lezen van dit artikel meer leuke ideeën, oefeningen, strategieën of tactieken te binnen schieten, dan kan je die hier onder uiteraard posten. Sterker nog, ik nodig je van harte uit om er eens even over na te denken en een reactie achter te laten. Ik ben benieuwd.

Midwinterrun 2015: 58 km op scherp

Winnen is één ding, maar uitlopen is een heel ander verhaal.

Doen we mee of niet? En met wie dit keer? Hoe gaat ons team heten? Zou het net zo ver zijn als vorig jaar, of minder? Wat zou het weer gaan doen? Nemen we jouw auto of die van mij? Zal ik 1,2 of 1,5 liter water meenemen? Wat doe ik aan? Zal ik een muesli-reep of een extra Snickers meenemen? Doen we de kaarten in één grote of in een paar kleine hoesjes? Ga ik om vijf voor zes of om tien voor zes de deur uit?

Het werd kwart voor zes, want het had gesneeuwd. Niet hier in Eindhoven, maar volgens de TV wel in de rest van het land. Dat was Goede Beslissing #1. Tevoren tanken, G.B. #2, ook door schade en IMG_8497schande, want twee jaar terug hadden we al ontdekt dat pompbediendes zaterdagmorgen voor zevenen niet werken, en we toen op de laatste druppels ternauwernood Terschuur bereikten. Maar Goede Beslissing #0 was natuurlijk dat we ons ingeschreven hadden. Want om 8:22 kwam boven de besneeuwde horizon van Ermelo aan de rand van een strak-heldere hemel een aanvankelijk ietwat waterig zonnetje tevoorschijn, dat later op de dag in zijn volle glorie het toneel van een epische tocht zou verlichten. In combinatie met de witte deken die het landschap bedekte vormde dat een lastig te weerleggen argument van de organisatie die een lijntje met boven claimde als verklaring voor het iets-té-toevallig mooie weer. Wat het ook veroorzaakt had, onder deze omstandigheden wil je natuurlijk niets anders dan dwars door de natuur raggen.

Klik op de kaart om onze route te bekijken.
Klik op de kaart om onze route te bekijken.

[Links naar MWR’13, MWR’14, WOR’12, WOR’13, WOR’15 en N8-run ’14]

Dwars door

vanhetpadje1
Niet de kortste, wel de veiligste route.

En dwars door gingen we. Soms ook raggend door de struiken, soms kruipend. En af en toe toch maar over paden. In dat opzicht is een orienteering challenge als deze anders dan een reguliere oriëntatieloop: de kaarten zijn onvolledig, beperkt, verminkt, verknipt, of ontbreken. Al dan niet met opzet. En dat betekent dat je soms, om niet van het padje te raken, of al te veel risico daar toe te lopen, volgens een sub-optimale route loopt, over gebaande paden. Gewoon, als referentie.

luchtfoto1
Luchtfoto met vooral identieke bomen. De open plek bood enige houvast.

Zoals hier naast. Op deze Top25 topografische kaart lijkt het nogal óm, maar we hadden deze topo kaart niet van dit stukje, en moesten het met een luchtfoto (links) doen, waar nauwelijks paden, alleen bomen en open plekken op stonden. Dan is twee minuten omlopen een goedkope verzekeringspremie en dus Goede Beslissing als je vervolgens het CP in één keer vindt. Dit soort overwegingen maakten we de hele tijd: kiezen we de kortste, de snelste, of veiligste route? De veiligste is vaak de snelste, en da’s wat telt. Met dat gegeven in het achterhoofd is onze gevolgde route over het algemeen zo gek nog niet.

47 < x < 58 km

CPAls wij minder ver zouden hebben willen lopen, minder ver dan de 58 km die we uiteindelijk in de benen hadden, zouden we toch 47 km onderweg zijn geweest. Dat is wat ik achteraf uitreken als ik alle foutjes in onze route er af haal. Iets meer dan de 45 km die ik ook heb horen noemen, maar dat komt natuurlijk doordat het bij elke kruising weer gokken is op welke hoek de boom staat waar het CP kaartje aan hangt. Een paar -zeg maar 57- ommetjes van 20-30 meter, is het gevolg. Waarom dan toch 58 km? Tel maar even mee:

1.7 km proloog …tot we door hadden wat precies de bedoeling was
0.6 km CP6 voordat we door hadden waar het op de luchtfoto ingetekende CP in werkelijkheid lag
5.4 km memorisatie post #2 twee keer terug geweest om te concluderen dat het CP verdwenen was
0.9 km CP33 omdat we bij CP32 beseften dat we bij CP31 de aanwijzing voor CP33 niet hadden genoteerd
0.6 km CP34 de enveloppe met (oude) kaarten vergeten bij de laatste kaartenwissel
0.6 km CP61 omdat we ons halverwege CP63 realiseerden dat we CP61 voorbij waren gelopen
9.8 km  totaal verklaarbaar omgelopen
korter
Dat rode, dat had niet gehoeven. Hoewel het natuurlijk schitterende kilometers waren, en 58 km ook wel weer een stoer verhaal is voor thuis.

Memorisatie

Al die losse teveel gelopen hectometertjes zijn natuurlijk peanuts vergeleken bij de 5½ km die we bij de memorisatie hebben verbrand. En waar we ook nog eens 40 minuten mee bezig zijn geweest, veel meer dan de 30 strafminuten die het punt simpelweg overslaan zou hebben gekost. Maar om dat te begrijpen moet je je even in onze situatie verplaatsen:

memorisatie
Over de schouder meekijkend naar de memorisatiekaart, met in het midden het gewraakte punt #2.

Memorisatie houdt in dat je uit het hoofd een route of een aantal punten moet aflopen. De kaart hangt op een vast punt (of soms op meer plaatsen, dan heet het eilandmemorisatie), en als je het niet meer weet mag je daar terugkomen om nog een keer te kijken, maar dat kost natuurlijk wel extra tijd.

Na een paar minuten hadden we -dachten we- alles wel in ons hoofd zitten. Het leek simpel, maar toen we het derde punt van de vijf op de route niet konden vinden sloeg de twijfel toe. En dan is het ontbreken van een kaart ineens een groot gemis, want verifiëren waar de fout zit is niet mogelijk. Dus gingen we maar elk nabijgelegen kruispunt af. Niet vinden zou een half uur straftijd kosten, en dan kan je beter nog 5 minuten langer zoeken. Toch? Tot het echt niet lukt. Na vijf minuten gingen we verder naar de volgende punten, die we kennelijk perfect onthouden hadden. Maar na het 5e punt gevonden te hebben dacht ik zeker te weten waar het 3e dan moest liggen. Dus gingen we terug daar heen. Weer tien minuten zoeken, alvorens naar de start van deze ronde terug te keren. Zo’n memorisatiekaart brandt toch minder makkelijk op je netvlies dan het beeld van het half ontbonden lijk dat ik twee weken eerder in het bos bij Heeze vond. Dus gingen we alsnog terug naar de start van de memorisatieronde om de lijst met alle gevonden CP’s van etappe 1 in te leveren. De verloren tijd waren we kwijt, daar was niets meer aan te doen. Of toch wel? IMG_8540Bij de schaapskooi aangekomen, waar inmiddels ook veel andere teams waren gearriveerd, keken we nog een keer op de luchtfoto. Het zag er toch zo makkelijk uit. Het was maar 5 minuten heen en terug naar het punt, dus 10 minuten lopen, en dat zou ons alsnog 30 minuten winst opleveren. Op dat moment was het een kosten-baten verhaal. Kosten: 10 minuten lopen en een minuutje zoeken, en baten: 30 minuten straftijd inhalen. Dus 19 minuten winst. Daar lopen we wel een km extra voor.

Als je zo redeneert kan je op elk niet-gevonden punt wel uren blijven zoeken, maar op dat moment was dat de simpele realiteit. Zo gezegd, zo gedaan. Alleen niet zo gevonden. Schrale troost: niemand vond dit memorisatie punt; het was er gewoon helemaal niet (meer).

Maar dat soort beslissingen: langer zoeken, of doorlopen, gokken dat ergens een doorgang is, terug of niet bij twijfel, punten al dan niet overslaan – iedereen heeft ze continue moeten nemen, de andere teams misschien nog wel meer dan wij, want wij hadden de luxe voorop te lopen en gewoon elk CP af te kunnen gaan binnen de tijd.

Hadden we dan nog langer door moeten blijven zoeken naar het ontbrekende CP? Zolang je er geen andere punten voor hoeft te laten liggen om binnen de tijdslimiet te blijven, en je het binnen minder minuten kan vinden dan de strafpunten die er tegenover staan, is blijven zoeken altijd de moeite waard. We zouden in 11 minuten wel even 30 minuten terugverdienen. Zo lijkt het.

Maar dát is niet waar. Als je na 19 minuten zoeken een CP niet gevonden krijgt is de kans dat je het dan ineens wel vindt een stuk kleiner dan wanneer je nog niet gezocht hebt. Stel, die is dan 1:10. Dan leveren die 11 minuten naar alle waarschijnlijkheid nog maar 1/10 van 30, dus 3 minuten, op. Niet doen dus!

Etappe 2

SAM_0259En ook etappe drie: ik ga ze niet punt voor punt beschrijven. Als ik er aan terugdenk trekt er een enorme diversiteit aan landschappen en situaties voorbij. Van de uitgestrekte sneeuwvlakte op de hei in het begin van route, tot de eenzaamheid van het donkere bos rond CP5 t/m CP13. Van de memorisatie op de vlakte vol fietsers en wandelaars, tot de prehistorische grafheuvels er na met sleeënde kinderen er op. En van de woonwijk waar geen uitweg uit leek, tot kasteel Oud-Groevenbeek aan het eind van een statige laan. En dan waren er nog de eindeloze polderwegen ten westen van het spoor, de hoogspanningsmasten tussen de fruitbomen en de riekende kippenschuur in het schemerdonker om tien voor zes. Elk met hun eigen emotie behorende bij deze fase van de wedstrijd.

Hightlights

De Sneeuw was natuurlijk hét kenmerk van de dag. Verblind door zoveel wit gingen we meteen de mist in bij de proloog met 6 koersen en afstanden. Na het eerste punt op 29° gevonden te hebben, las ik de koers naar het tweede, 330°, en, met de notoire instinkers van de WOR nog vers in het geheugen, bedacht ik zonder na te denken dat dat samen ongeveer 360° was, en punt 2 dus ongeveer bij de start lag, waar we net vandaan kwamen. Hadden we beter eerst alle punten kunnen uittekenen? schaduwenOf zouden de 6 koersen niet sequentieel zijn, maar als zonnestralen allemaal vanaf het startpunt, om de teams uit elkaar te trekken? Anyway, toen punt 2 niet bij de start bleek te liggen, viel het kwartje, en scoorden we punt na punt. De zigzag-route in de kortste, in plaats van de gegeven volgorde lopen had een km gescheeld, maar of we alle 6 peilingen in 5 minuten zouden hebben herberekend valt ten zeerste te betwijfelen. We hadden in elk geval als afsluiting een coördinaat gevonden, en daar gingen we heen. Ter plaatse stond Jan foto’s te maken, dus liepen we 30 meter door naar een van de andere organisatoren, met een stapel enveloppen in zijn hand. Bleek dat het niet de juiste stapel was. Door naar -ik meen- Harry die weer even verderop stond. Ook niet. De fotograaf had nu wel enveloppen, en dus ook de onze, met de kaarten voor de 1e etappe. De anderen waren -voor ons team- valse, zij het levende, CP’s.

In een fietstunnel was gelegenheid om de punten van de eerste etappe te tekenen op de kaarten. Lekker droog, als het gesneeuwd had. Tevens een intuïtief argument om veilig de N-weg over te steken. Goed gedaan.

Telkens weer was het een puzzel om de diverse kaarten aan elkaar te passen. Meestal was het wel te doen aan de hand van een enkel coördinaat aan de rand van de kaart, maar soms was het ook een kwestie van passen en meten tot we weggetjes vonden die enigszins de juiste hoek maakten, of een snijpunt leken te hebben dat dan op een andere kaart te vinden was. De juiste plek van de laatste luchtfoto vonden we na lang zoeken, maar die hadden we anders ook met de wandelrouteknooppuntenkaart in het veld bij CP63 kunnen geo-referencen, wat just in time was geweest want CP64 t/m CP66 stonden op deze luchtfoto, punten die veel andere teams maar hebben laten schieten.

Hier boven kan je zelf de kaarten naar de juiste plek slepen, om er één route van te maken. Pak een kaart met je muis en versleep hem. Pak de oost- of zuidkant of zuidoosthoek  van een kaart om hem te schalen. Je kan het geruite achtergrond-grid ook verslepen, met alle kaarten tegelijk. Als je er niet uit komt, dan kan je hier klikken voor de “oplossing”.

De memorisatie-etappe, twee jaar geleden bij de MWR nog ons sterke punt, bleek nu toch een pittige opgave, die veel tijd gekost heeft. IMG_8503Maar het blijft wel een leuk concept. Alleen eilandmemorisatie is nóg een mooier woord.

Op een gegeven moment, bij CP 23, komen we vast te zitten in een villawijk. Cul de sac klinkt chiquer. Alle wegen lopen dood. Uiteraard heeft de organisatie voor de complete route en alle denkbare varianten toestemming gevraagd, dus mét toestemming mag je ergens door. Een sneeuwruimende bewoner vertelt weliswaar dat er geen brandgang is tussen enig huis, maar hij voegt er trots aan toe dat zijn tuin wel een hek heeft aan de achterkant. En of we daar gebruik van willen maken. Voilà: toestemming. En een paar honderd meter bespaard. Goede Beslissing, zeg ik.

De tuin (en een hoop wegen en bospaadjes) leiden ons naar een speeltuin waar vrolijk gesleed wordt. Nou ja, sleeën verveelt ook op den duur, want alle kinderen willen weten wat wij nou al tien minuten lopen te zoeken. Tot we bovenop een schommel, maar verstopt  onder een dik pak sneeuw, een hoekje van een blauw CP kaartje zien. Klimmen. En natuurlijk weer netjes, onder een minstens zo dik pak sneeuw, achterlaten. 🙂

Alsof we nog niet genoeg geklauterd hebben zijn de volgende 6 punten allemaal klimtoestellen. En de opdracht luidt: noteer het hoogste CP nummer. Uitzoeken dat 34 boven 32 en 33 is geplaatst kost minder tijd dan beslissen of het zo simpel is als het lijkt of dat er nog een addertje onder de 3 meter 30 zit. Het blijkt dat we de zoveelste Goede Beslissing van de dag nemen.

kasteelDan volgt weer een prachtig stuk. Hebben we soms het gevoel dat we door een onbewoonde witte wereld rennen op zoek naar dingen waarvan geen sterveling vermoedt dat ze bestaan (de blauwe kaartjes), dan weer passeren we een kasteel met een hoop flanerend gepeupel in de tuin en mensen met hond. Erg verrassend. Zo zeer zelfs dat we even later in ons enthousiasme de opdracht bij CP 31 overslaan. We springen slootje op weg naar CP 32 maar kunnen dus weer terug. De opdracht levert CP 33 op, uiteraard aan de overkant van een watertje, maar dezelfde beek die net nog overspringbaar was blijkt op dat punt wat breder. Omlopen is voor watjes, dus tot aan de knieën worden we nat. Maar dat deert niet met een O-crew survival broek.

Is het nog ver? is de  hamvraag als we aan het eind van de 2e etappe de kaarten voor de, hopelijk, laatste krijgen. We hebben dan al bijna 41 km gelopen. Genoeg. Maar het is pas half drie, dus qua tijd zitten we op ongeveer 2/3. Als alles proportioneel gaat hebben we nog een halve marathon te gaan. Mijn laatste Snickers bewaar ik dus nog maar even. (For the record: de laatste etappe lopen we in exact 3:00 uur, en 18,0 km.) Ruim een half uur staan we te tekenen met coördinaten, te puzzelen met losse stukken kaart en te plannen met handelsreizigersproblemen en verspreide punten. En dan is er nog het railroadblock. Óver het spoor gaan was niet toegestaan ter lengte van de rode lijn.

Óver het spoor gaan was niet toegestaan ter lengte van het (rode) railroadblock.
Óver het spoor gaan was niet toegestaan ter lengte van het (rode) railroadblock. Maar over ónderdoor werd niets gezegd.

Maar over ónderdoor werd niets gezegd. We plannen in eerste instantie om via CP43, CP44, CP47 en CP46 naar het spoor te rennen en te kijken of daar misschien een tunnel is, wat op de kaart niet direct te zien is. Maar omdat we bij CP47 ontdekken dat we de kaarten van de vorige etappes hebben laten liggen, en die -wie weet- nog van pas kunnen komen, gaan we terug naar CP42, het kaarttekenpunt. Vanaf daar is ineens de route naar CP53 aantrekkelijk geworden, en dus ook CP45 en wellicht ook het nog in te tekenen CP50 waar we op CP45 de informatie voor zullen vinden.

Het blijkt uitstekend uit te pakken. Na CP50, vlak bij CP45, moeten we naar CP46. Zou er een alternatieve route zijn? Een blauw lijntje op de kaart lijkt onder het spoor door te lopen, dus waarom zouden wij dat niet kunnen? Er blijkt inderdaad een soort zinker onder het spoor door te lopen, een buis van een meter doorsnede waar het beekje door stroomt. Wij blijken er op handen en voeten ook nog bij te passen, en komen -ook al zou niemand het hebben gezien als we 30 meter verderop over de overweg zouden zijn gelopen- met een schoon geweten aan de overkant van het virtuele rode obstakel. Als dat geen Goede Beslissing was?

Dat was niet de eerste tunnel vandaag. Want direct aan de start van de laatste etappe bleek CP43 zich ook al onder het maaiveld te bevinden. Allemaal iets té toevallig dat zich daar een survivalbaantje bevond met een gat in de grond, én een van de organisatoren met een fototoestel.

SAM_0260SAM_0261SAM_0262SAM_0263

Survivalheld Patrick had het genoegen down under te mogen gaan en het CP nummer te noteren (want hij had van ons beide het donkerste shirt aan en dan zie je de vlekken niet zo).

Nagenoeg vlekkeloos verliep de rest van de etappe. Strak oriënteren, slim plannen, en stevig doorlopen. We leerden dat wanneer een CP min of meer in het midden van een perceel lag, niet aan een pad op de kaart, daar gewoon telkens een paadje heen liep. Tja, zo’n tocht als vandaag stippel je kennelijk uit op de fiets…

snijpunt
Ondanks de verwachte nauwkeurigheid van het snijpunt van hooguit een paar honderd meter, blijkt achteraf dat het punt dat we ter plaatse tekenden op de kaart dead-on was. Louter toeval. We lopen onder de hoogspanningslijn (zwarte streep met knik) door de boomgaard (veld met bolletjes), maar geven een paar meter te vroeg op.

Enthousiast, maar kennelijk ook moe, renden we CP61 voorbij, bedenkend wat er bij CP63 voor aanwijzing te vinden zou zijn die een half uur bonustijd op kon leveren. We zouden nog even nieuwsgierig moeten blijven, want we holden eerst nog even terug naar CP61. Onderweg kwamen we inmiddels ook andere teams tegen die de derde etappe in een andere volgorde liepen. Bij CP63 vonden we dat CP62, het bonuspunt, lag op het snijpunt van een koers vanuit knooppunt 35 (een fietsroutenetwerkknooppunt – red.) -daar waren we net, toen we CP61 alsnog scoorden-, en een koers vanuit Telgt, wat een gehucht 2 km noordelijker is. Dat het 30 minuten extra winst op levert is nu wel begrijpelijk, want het lijkt een bijna onmogelijke opgave. Een foutje van 1 graad -de resolutie van een geodriehoek- op 2km afstand resulteert in een fout van ±35 meter. Daar komt bij dat Telgt weliswaar klein is, maar toch, met 860 inwoners, geen punt. Op de wandelkaart op het bord waar we naast stonden was Telgt een stip zo groot als een erwt, maar dan wel een met een straal van 50 meter. Neem daar bij het gegeven dat de twee peilingen een hoek van slechts 30° met elkaar maakten, en je komt al gauw uit op een strook van 170 bij 300 meter. Kortom, de 5 hectare waar CP62 kon liggen afzoeken naar een kaartje van 50 cm², dat was nog erger dan een speld in een hooiberg. Met enig gezond boerenverstand kwamen we op een stuk of drie kandidaat-locaties, en besloten we de route van de hoogspanningslijn door de boomgaard te volgen (zie kaartje). Echter, bij de weg ten noorden daar van gekomen gaven we het op, want de kans dat ons getekende snijpunt -dat we puur indicatief veronderstelden- op de speld uitkwam achtten we nihil. Dit gebrek aan vertrouwen blijkt achteraf ongegrond, want het CP schijnt een paar meter ten noorden van de weg gehangen te hebben, exact waar we toevallig ons kruisje tekenden. Niemand vond dit punt…

Finish

IMG_8586
De winnaars hebben nóg lange lol van de tocht.

De schemer valt in, de winegums en het water raken op, en we zitten er helemaal doorheen, als we de laatste punten op een luchtfoto succesvol lokaliseren. (Later blijkt dat veel teams de hele luchtfoto niet hebben weten te lokaliseren, laat staan de punten er op.) De geur van de finish sleept ons door de laatste meters en doorntakken, en exact om 18:00 melden we ons weer bij de gastvrije Scouting-keet die vandaag start en tevens finish is.

Het zit er op. Er zijn warme douches, pannen erwtensoep, roggebrood met spek, bier, droge kleren, en blije koppen van uitgeputte maar voldane mede-deelnemers. Het was weer een prachtige race, 58 km genieten van fysieke en mentale inspanning tussen bepoedersuikerde landschappen. Laat er nou ook een bus van dat witte spul in het prijzenpakket voor de winnaars zitten, naast andere winterse lekkernij, zodat het genieten ook na de finishvlag nog een tijd doorgaat. Het was weer een epische tocht, waarvoor we de organisatoren, Team Chickenpower, hartelijk bedanken. Ze hebben wederom een heel scala oriëntatietechnieken weten te combineren met een mooie toch, prachtig weer, een uitdagende afstand, uitstekende organisatie en faciliteiten, en een aantal briljante hindernissen, zoals het railroadblock in combinatie met de zinker. MWR2015_Omap_PaalbergEen opgave als “noteer het hoogste CP nummer” neigt naar een Woudloper-opdracht. Leuk!

En wil je het nog een keer nabeleven? Dat kan op de site 2DReRun van oriënteur Jan Kocbach. Als je ook een GPS-track hebt en me die mailt kan ik die toevoegen. Wist je dat een van de terreinen waar we vandaag door kwamen soms het toneel is van een IOF oriëntatie wedstrijd?

Gekleurde vlakjes

SAM_0237Of ik weer zo’n verslag als vorig jaar ging schrijven – dat was een veel gehoorde vraag na afloop. Hier is het dan. De conclusies van de statistische analyses van vorig jaar blijven overeind, dus die hoef ik niet te herhalen, maar ik zal de gekleurde uitslagentabel weer toevoegen. De deelnemers houden immers wel van een rekensommetje en wat meetkunde, anders waagden ze zich hier niet aan.

Wat opvalt is dat de laatste etappe #3 door de meeste teams maar marginaal is bezocht. Het was dan ook best ver. Sommige teams zijn duidelijk selectief te werkt gegaan, wat ze geen windeieren heeft gelegd. Met 20 overgeslagen punten viel een 3e plaats te scoren.

Klik op de tabel om deze in leesbaar formaat te bekijken.
Klik op de tabel om deze in leesbaar formaat te bekijken.

Relatief veel punten werden verloren op de koersen tijdens de proloog. En maar ongeveer de helft van de teams bezocht (of vond) de intekenpunten. Ze geven de voorkeur aan de punten die al op de diverse kaarten waren aangegeven. En niet alleen de punten waarvoor je onderweg pas aanwijzingen kreeg werden overgeslagen, ook een flink aantal van de tevoren te bepalen coördinaten en peilingen. Opvallend genoeg is CP18, waarvoor je in het veld een projectie moest maken, en die de verkeerder kant op lag, juist wel weer vaak is bezocht. Het vinden van een nummer op een lantaarnpaal bleek extreem lastig (CP23), evenals het bepalen van het snijpunt van twee peilingen (CP30 en CP62). Een aantal teams sloeg (tactisch) de memorisatie over, en heeft dus ook geen tijd verloren met het zoeken naar het beruchte punt dat er niet was.

taartEn waar wij onze tijd aan hebben besteed? Kijkt hier naast maar. Dik 4½ uur -bijna de helft van de tijd- hebben we gerend, gemiddeld 10.7 km/h. Alles onder de 6 km/h heet “lopen”, en onder de 3 km/h heet het “stilstaan”. Dat kost overigens knap veel tijd als je het bij elkaar optelt, ongeveer 3 minuten per CP.

In kilometers hebben we ruim 86% gerend. En toch maar 78% van de tijd? Hoe kan dat? Simpel: het aantal uren dat we snelle kilometers maakten is naar verhouding minder dan dat we langzamer kilometers maakten, omdat we die kilometers sneller gingen. Denk daar maar eens over na…