Twee jaar geleden liep ik mijn eerste Oriëntatieloop! Nota bene ook in het donker. En dit is dus mijn 2e O-verjaardag. Wat een sport!
Intussen ben ik 31 “omlopen” verder, en een stuk ervarener (los van het feit dat mijn naam is gewijzigd, ik een nationaliteit heb gekregen, ik 5 jaar ouder ben geworden, en een club heb). Wat heet: ik ben nu ruim twee keer zo snel. Liep ik toen nog over paden, nu rag ik dwars door het bos. Liep ik toen prompt verkeerd toen ik een keer niet over een paadje ging, nu weet ik wel beter… of toch niet.
Kijk eens naar mijn kaart. Wat doe ik daar nou, op weg van 6 naar 7? Een stukje sightseeing? In het donker? Er gebeurde iets heel geks in mijn hoofd, vermoedelijke omdat ik terug dacht aan die keer twee jaar geleden, en ik dat gevoel van verdwalen weer wilde oproepen. Vast.
Nee, ik was er niet helemaal bij. Ik liep naar 6, beetje om, maar laten we het maar op “een veilige aanvalspunt keuze” houden. Dacht toen dat ik bij 7 liep (een stuk noordelijker), met al die parallelle greppels, en daar vond ik, iets ten zuiden van het pad, een post. Dat bleek er eentje van de achterkant van de kaart te zijn, maar, zonder het nummer te checken, ging ik vrolijk, en een klein beetje gehaast, op weg naar het zuiden, naar waar ik meende 6 te gaan vinden. Dat 6 voor 7 kwam vergat ik gemakshalve. Ik weet zeker dat ik de kaart niet ondersteboven hield, maar de tafel van 1 kennelijk wel. Even later vond ik een open plek, daar in het zuiden. “Ben ik al zo ver? Dan ben ik 6 al voorbij!” In het minder begaanbare terrein, en vanwege een nogal afwijkende koers, was mijn gevoel voor afstand wat ontregeld. (1:4500 is ook zooooo’n moeilijke schaal.)
Gelukkig vond ik 6, maar toen pas zag ik dat daarna 7, in het noorden van de kaart, kwam. Een geluk bij een ongeluk, want voor het zelfde geld was ik doorgelopen naar 8, en had heel 7 gemist. Alleen had ik nog steeds niet door dat die eerdere post, die ik voor 7, tussen het donker groen met de greppels, had aangezien, helemaal niet de 7 was die ik moest hebben. Mijn richtingsgevoel, dat het kennelijk nog wel deed, stuurde me naar het noordoosten. En zo belandde ik bij een post die ook helemaal nog niet bij mijn route hoorde.
Achterkant kaart, controle strook, nummer zoeken, en ja, ik kon herleiden waar ik liep. Terug naar het westen, greppels tellen, en als een speer het bos in, op zoek naar de echte 7. Intussen had ik van 5 naar 6 een recordtijd neergezet: de langste, ruim 3,5 keer langer dan de snelste loper. En ook mijn ommetje van 6 naar 7 bleek niet om over naar huis te schrijven.
Ik heb altijd de neiging om -voor straf- na het maken van een fout enorm te gaan doorsteken om de verloren tijd in te halen. En ook nu baande ik me een weg tussen de ondoordringbare bomen door. En weer snap ik dat achteraf, want ik herinnerde me dat ik, toen ik de eerste keer in de buurt van 7 dacht te zijn (wat dus 6 was), best aardig door het bos kon lopen. Nu was het alsof ik me een weg dwars door de stapel kerstbomen die bij de supermarkt in december tegen de gevel staan probeerde te banen.
Met deze kerstgedachte in mijn hoofd nam mijn oriëntatievermogen weer eens met mij de vrije loop. Toen ik bij A aankwam (in het kaartje links) dacht ik het iets zuidelijker pad te bewandelen. Dat dat ineens op leek te houden deerde niet, ik vond een kruispunt (wat C bleek te zijn, maar ik voor B aan zag) en sloeg rechtsaf. “Zo’n kompasnaald is ook maar van ijzer”, moet ik gedacht hebben, en ik rende vrolijk een meter of honderd door, tot hij wel erg hardnekkig de andere kant op bleef wijzen. Het mag een wonder heten dat ik 8 vond. 9 liep ik vervolgens maar 10% voorbij, wat aardig klopt met de kaartschaal 1:4500 die ik telkens als 1:5000 las.
Maar gelukkig, een half uur ervaring is iets om op te bouwen, en 10, 11, 12, en helemaal 13 gingen verdraaid goed. Die laatste, en later ook 17, 21, en 23 zou ik als een van de snelsten belopen. De kaart werd omgedraaid, en het leek weer van voor af aan te beginnen (de nummers herstartten ook weer bij 1, wat dus eigenlijk 13 was). Zelfde hoek van het bos, als in het begin, maar, vanwege de duisternis, de sneeuw die er inmiddels bij was gevallen, en de kaart die als maar meedraaide, een totaal nieuwe ervaring. En ook het stemmetje in mijn hoofd “J-G, nu ga je het gewoon wel heel goed doen, zonder fouten”, gaf er een andere dimensie aan.
Op weg van 16 naar 17 zat Jeremy Genar me op de hielen, en dat zorgde voor de nodige peper op bepaalde plaatsen waardoor ik heel hard ging… en daarna heel hard naar de verkeerde post rende. Ik herinner me nog dat ik het vreemd vond dat hij boven het meertje langs liep. Ik zou wel even doorsteken, wat, ondanks het groene bos rond 5 best opschoot. En als ik vervolgens naar 6 was gelopen, was dat ook helemaal niet zo gek geweest, maar in het donker lijkt een 6 net een 9 -het is maar hoe je het bekijkt- en Jeremy was langs de noordkant gelopen (wat naar 9 nog minder onlogisch was dan naar 6), dus koerste ik ook op 9 af. Die vond ik, en, zoals ook in de 1e helft, kwam voor mij na 9 8.
Net op tijd, nou ja, ik was al halverwege het dennbomen-tegen-de-supermarkt-bos, viel het kwartje, en kreeg ik door dat je een 8 weliswaar ongestraft kan omkeren, maar een 6 niet. Hop, terug naar 6. En daarna naar 7. Ik vond dat donkergroene stukje bos waar ik omheen moest iets minder leuk, maar herinnerde me kennelijk niet dat ik daar een half uur geleden al dwars doorheen was gelopen; toen meende ik immers veel noordelijker op de kaart te lopen. Op zoek dus naar 7, dezelfde zeven die ik eerder ook al voor een 7 -een andere- had aangezien. Vond ik hem warempel! En 8, die had ik ook al eerder ontmoet. Waarna ik gelukkig de supermarkt meed, op weg naar een nummer 9, die, hoe kan het ook anders, ook al eerder mijn pad had gekruist.
Was ik net lekker logisch via de zuidkant naar een post gelopen waar ik niets moest zijn, nu liep ik maar voor de afwisseling via de noordkant naar mijn zuidelijke bestemming. Je moet wel consequent blijven!
Maar kennelijk had ik mijn fout op tijd door, want -zo werkt dat bij mij, zoals je weet- ben ik vanaf dat moment voor straf alleen nog maar gaan doorsteken, op weg naar de finish. Die ik overigens, zonder verdere omwegen vond, maar uiteraard, en volgens de Splitsbrowser, niet in de snelste tijd.
Om één en ander goed te maken ben ik hier na nog even omloop 2 gaan doen. Dat was een stuk minder ver dan omloop 1 overnieuw, en dus heel verstandig, zeker omdat ik daarna nog de posten zou gaan binnenhalen.
Ik kijk in elk geval terug op weer een bijzondere, en onvergetelijke, nachtoriëntatieloop. Waarbij het een verrassend leuk gebied bleek te zijn met eindeloze mogelijkheden, die ik ook ten volste benut heb.
Als je vraagt wat ik geleerd heb deze keer?
- Eerst denken, dan gaan rennen.
- Blijf koel in je hoofd, ook als het 5 graden vriest en er sneeuw uit de lucht valt. Want van strafwerk ga je niet harder, laat staan sneller.
- Twee jaar ervaring betekent nog niet dat je uit de losse pols kan oriënteren zonder postnummers te checken en bij te houden waar je bent.
- In het donker zijn paden dikwijls sneller. Dat had ik twee jaar geleden al prima begrepen.
- Het blijft een ontzettend leuk spelletje! Dit ga ik nog jaren volhouden: er valt nog genoeg te verbeteren.
One thought on “Mijn 2e O-verjaardag: Aqua View”