Vraag 1: Hoe snel is zand?
Vraag 2: Hoe snel ben ik?
Inhoud
Het antwoord op de tweede vraag is makkelijk: 49’57” op de 7100 meter (nou ja, 8122 meter over mijn spoor), oftewel 7’02″/km (en 6’07″/km als ik niet in vogelvlucht reken). Dat is wat langzamer dan de halve marathon laatst (4’09″/km) maar best snel vergeleken met eerdere oriëntatielopen. Hoewel, laatst bij de Sinterklaascross, ik ver onder de 6’/km uit kwam. Maar dat was ook met vrij veel verharde weg.
Maar goed, je moet alles in een perspectief zien, en dat is dat ik de snelste tijd heb neergezet op de LD. Nummer 1! Overkomt me niet vaak. Nou is er wel wat op af te dingen, en dat is dat de snelle jongens aan de complete Sylvester 5-daagse mee deden, en niet aan de dagomloop. Maar goed, ik hield ze niet tegen het tegen mij op te nemen.
Je hebt Zand en je hebt Zand
Hoe snel is zand? Dat was de eerste vraag, en tevens de vraag die continue door mijn hoofd speelde tijdens het rennen. Het was nat, erg nat. En dan is het zand zo papperig dat het bijna net zo mul voelt als op een droge zomerdag. Vochtig zand loopt lekker; dit niet.
Toch was er zand en zand. Waar lang niets had gereden was het zand als een bord griesmeelpap: je stapt er in, en zakt door naar de bodem, waar het wat droger is. Dat kost energie. Waar net was gereden, en nog het verse profiel van een jeep of wat dan ook voor legervoertuig in stond, liep het ook niet lekker: alsof je zandkastelen loopt te vertrappen. Daar tussen in, op oude bandensporen, waar een buitje overheen is gegaan, loopt het het best. Daar is de bodem vlak, maar relatief hard. Daar moet je dus zijn. Helaas rijden de jeeps en hummers niet precies van post 3 naar 4, of omgekeerd, dus het was alsof je over een rangeercomplex manouvreerde, diametraal naar de overkant.
Snelheid
Na een lange oversteek van 2 naar 3 was me wel duidelijk dat de open vlaktes hier niet soepel liepen. De grond had bijna letterlijk de zelfde kleur als op de kaart, wat meer op modder dan op zand lijkt. En vanuit dat perspectief ziet wit bos er heel aantrekkelijk uit. Vergis je niet in de vleeskleurige zones: dat is heide. Ongeveer een halve meter hoog, en helemaal geen doorkomen aan. Maar goed, was het wel zo dat het zand sneller liep dan het bos? Ik ga het meten.
Ik heb alle stukjes vlak bos (dus niet met kuilen, heuvels, en struiken) in losse splits opgedeeld, en de tempo’s van die 8 stukjes gemiddeld. En het zelfde heb ik gedaan met de stukken waar ik over puur zand liep. Het resultaat is een gemiddelde van 5’28″/km door het bos, en 5’39″/km over het zand. Dat scheelt niet veel. 11″/km is niet noemenswaardig, en scheelt anderhalve minuut op mijn totaaltijd. Aan de andere kant, dat is al de helft van het verschil met de nummer 2. En misschien wel belangrijker: het loopt lekkerder, dus misschien is het ook nog minder vermoeiend.
Kortom, het is nu “wetenschappelijk bewezen” wat ik eerder al vermoedde: bos loopt beter dan zand. Maar je gaat niet 2 keer zo hard.
Route
Waarom ging het zo goed? Ik heb slimme routes genomen. Niet per se de terreinkeuze, maar meer de zekerheid heeft mij voordeel opgeleverd. Het stoplicht-concept enerzijds (even langzamer lopen om tijdig rond te kijken, in plaats van als een kip-zonder-kop naar de vermeende postlocatie te hollen en daar te constateren dat ik er al voorbij was), en anderzijds het kiezen van paden waar het vervolg een zeker aanvalspunt vereist. Dat was mijn strategie. Geen fouten maken, en verder keihard rennen. Klinkt simpel, en het werkt. Ik had geen geluk, maar dat hoefde ook niet op deze manier.
Of kwam het gewoon omdat ik weer eens mijn kerstmannenmuts op had en af en toe Ho ho ho riep?
Nog belangrijker
Maar het belangrijkste van de dag was eigenlijk: Annelot en Seger vonden het ook leuk! Ze hebben de kids-O gedaan, en alles onderweg gevonden. En een paar dagen later, bij een normale boswandeling, wilde Annelot niets liever dan doorsteken, dwars tussen de boompjes door. Dat belooft nog wat!
Wil ook graag ‘n keer de eerste zijn, volgende keer zet ik ook een kerstmannenmuts op mijn kop 😉 Ha ha ha