Jenevercross 2013: beetje draaierig, en niet pas achteraf

Zie het als een training, dan tellen de seconden niet maar de meters!

Ha! Weer wat geleerd: zo’n kompas werkt alleen overdag. Als het licht is. In het donker zit je er zo 30 graden naast. Logisch, want licht is electromagnetische straling, en dus drukt het de naald weg. Omdat kompassen in het licht worden gemaakt heb je daar overdag geen last van, maar ‘s nachts gaat de naald alle kanten op, dan weer oost, dan weer west, en soms met een kleine afwijking pal naar het zuiden.

Van 7 via 9 naar 8 is niet de kortste route…

Dat maakt het natuurlijk wel lastig om de post te vinden. Zoals toen ik van 7 naar 8 liep, 9 tegen kwam, en koers naar 9 zette die achter me lag. Daar kan zo’n kompas niet tegen, en dus moet je dat voortaan niet meer doen, zei ik tegen mezelf. Niet veel later zou ik van 23 via 16 naar 24 rennen. Ook al zo iets!

Toch zat er wel lijn in de afwijking, want ging ik eerste te ver linksom, even later ging ik weer te ver rechtsom, nog een keer rechtsom, toen te ver linksom, rechtsom, linksom, rechtsom, rechtsom, rechtsom, rechtsom, en ten slotte rechtsom. Kortom, ik ging behoorlijk om. 29.2% om precies te zijn, volgens

Quickroute. Mijn gemiddelde tempo was dan ook 6’14″/km, terwijl ik 7’50″/km in vogelvlucht liep. Allemaal dankzij die extra meters.

 

De oplossing is simpel: zie het als een training, dan tellen de seconden niet maar de meters!

Even zonder gekheid, het was erg leuk om te doen, maar ik bakte er weinig van. En, alle onzin over kompassen in het donker daar gelaten, in het donker moet je gewoon meer op zeker spelen en lijnkenmerken gebruiken. Het is niet voor niets zo dat de baanlegger vaak benen uitzet die ‘complexe’ oplossingen vergen, waarbij niet direct duidelijk is wat de snelste routekeuze is. Maar daardoor krijg je juist dat de verschillende routekeuzes elkaar niet enorm ontlopen. Met als gevolg dat je als loper de keuze hebt om door te steken of de paden te volgen, zonder dat een van de twee opties direct overduidelijk in het voordeel is. Een snelle loper, en dat ben ik, kan dan beter voor de paden kiezen, en een iets langzamer loper voor doorsteken. Als ik een paar stukjes na meet zie ik dat ik 20-30% langzamer loop door open bos dan over stevige paden.

Wat anders is dan vorige week door mul zand, waar het niet veel uitmaakte. En daarom adviseerde Oswald me om, in elk geval bij een nachtoriëntatieloop, bij twijfel voor paden te kiezen.

Dat ga ik dus maar doen de volgende keer. Niet alleen vanwege de snelheidswinst, maar vooral ook om die 27.1% omlopen te verminderen. Of om te zetten in snelle meters over paden, in plaats van trage meters door het bos en over de hei.

Leuk was het napraten weer. Onder het genot van een citroenjenevertje, want deze cross had niet voor niets zijn naam ergens aan te danken. Moe, een beetje ontevreden, maar minstens zo veel wijzer reden we, met Ralph en Patrick, terug naar Eindhoven, onderweg nog enthousiast napratend over deze en eerdere ervaringen. En om de een of andere reden heb ik zin om ook eens een Adventure Race te proberen.

2 thoughts on “Jenevercross 2013: beetje draaierig, en niet pas achteraf

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *