Ruim een week geleden liep ik mijn eerste Trailrun. (Ik zeg bewust eerste, want ik voel dat er meer gaan komen). Een Trailrun is een oriëntatieloop zonder routekeuzes, en zonder dat je van de paden af gaat. Zonder kaart en zonder posten, behalve de start en finish. En de drank- en etensposten, dan. Of, het is een hardloopwedstrijdje zonder verharde wegen en fanfare langs het parcours. Zonder alles. Maar dat maakt het niet niks.
Nee, zeker niet. Ik vond het geweldig! Dit ga ik zeker nog een keer doen. Het afzien smaakt naar meer. Terwijl ik over de weg een halve marathon wel voldoende vind, geeft de 32 km die ik dit keer heb afgelegd bij deze Trailrun me het gevoel dat het de volgende keer langer en zwaarder moet. Liefst met steile klauterpartijen, modderige glibberpaadjes, wilde rivieren, en duister nachtzicht. (Of ga ik daarom volgende week al de N8-run lopen?) De uitdaging vormt de motivatie, niet de tijd of de snelheid. Met het voornemen deze monsterlijke afstand, 32 km, en de hoogtemeters, 750 in totaal, ten minste uit te lopen, had ik geen snelheidsdoel. En juist daarom voelde het heel ontspannen. Tegelijkertijd, omdat het mijn eerste Trailrun was, en ik geen idee had wat me fysiek te wachten stond, was er een zekere spanning. Of opwinding kan ik beter zeggen. Hartslag 120 bij de start duidt toch op enige adrenaline.
Why?
Inhoud
Hoe kom je er bij om te gaan Trailrunnen? Nou ja, hoe kom ik er bij? Ik had er al wel eens van gehoord (van een dame die me bij de Linschotenloop voorbij kwam racen en vroeg waarom ik met een rugzak op rende en of dat was omdat ik trailrunde; van de eigenaar van Scarabee in Valkenswaard waar ik voor de grap ging kijken of ze ook Inov-8 verkochten; van deelnemers aan de Woudlopers Orienteering Run die verbolgen waren over het feit dat die Oriënteurs gewoon blijven rennen tijdens het kaartlezen), maar de druppel was dat ik, toen buurtbewoner Erik aan “mijn” High Tech Campus Orienteering Run (HTC-O-Run) had meegendaan, had beloofd dat ik een keer “zijn” sport, Trailrunning, zou proberen. En het leek me sowieso best een mooie variant van rennen. De St. Pietersberg, dat leek me wel wat. Daar was ik eerder in de buurt geweest, voor Cave Cache Kanne. Zou het 9 of 18 km worden? Nee, meteen 32, niet zeuren. Een maandje voor de ½ marathon van Eindhoven, dat was meteen een mooie training. Zo gezegd, zo gedaan.
St. Pietersbeartrail
Zo heette de loop officieel. Naar de organisator (die een voormalig collega blijkt te zijn) met een beer in zijn naam. Enigszins voorbereid, met een rugzakje waarin die morgen een liter water en wat winegums waren gegaan, en een paar benen met daar in twee weken terug 27 kilometers Malpie en Groote Heide, trokken we gedrieën, Erik, Erwin, en ik, maar Maastricht om vlak voor de ENCI-fabriek te parkeren. Een kilometertje lopen naar de start, op een nogal bijzondere plek: met aan de ene kant een voor Nederlandse begrippen forse berg, en aan de andere een naar internationale maatstaven diepe put: de Mergelgroeve. Het publiek was ook bijzonder uitgedost. Loopt men er bij een gemiddeld straathardloopevenement nogal eentonig bij, hier had iedereen een andere combinatie van rugzak, petje, bandana, vest, terreinschoenen, singlet, bermuda, jack, shirt, zonnebril, op of aan. Trailrunners bereiden zich allemaal anders voor. Waarschijnlijk was ik de enige die een kaart van de route had meegenomen (op een iets te kleine schaal zou blijken).
De start was spectaculair. Na een speech van de organisator en het startschot, rende iedereen, gefilmd door een drone die boven het parcours zweefde, meteen al heuvelopwaarts, in een behoorlijk tempo. Of stonden we zo ver vooraan? Als dit de trend was qua snelheid zou het nog een barre tocht worden. Terwijl het pad smaller werd, rekte het lint lopers uit. Inhalen ging niet meer, maar ik merkte dat ik vooral bergaf harder ging dan de rest, en bergop langzamer. Dat leek me energetisch gunstig. Ervaring had ik daar niet mee, trouwens. Maar voor ik het wist waren we bovenop de eerste berg, bijna het hoogste punt van de route. En daarna ging het in een noodtempo omlaag, en ook heel ver omlaag, want de volgende bestemming was de bodem van de mergelgroeve.
Ook dat was een aparte belevenis. Tussen de kolossale uithollingen in de berg, over gesteente zo wit als beton (zou je hier vast komen te zitten als het gaat regenen?), liep het parcours, als een pad over een vreemde planeet.
Her en der stonden enorme graafmachines en voertuigen, en daar tussen liep een lint van nietige mensjes, die dit allemaal op eigen kracht trotseerden. Nou ja, geholpen door kamelenbulten sportdrank op hun rug en off-road schoenen onder hun voeten.
Zou de ervaren Trailrunner bij het afdalen herstellen voor de volgende klim?
Intussen waren we al op 1/3 van het parcours, was de haast er wat uit, en stabiliseerde het tempo. Dit was het stuk van de route om meters te maken, en hoogtemeters. Nog niet moe, maar met een stabiel tempo, liepen we omhoog en omlaag. Veel korte klimmetjes en dalingen, over de flanken van het Jekerdal. Toen volgde, na het oversteken van het Albertkanaal, een stevige klim, de slingerende Zusserdel op. En daar begon het zwaar te worden, net op het moment dat de weg afvlakte een soort hoogvlakte op. Moe. De vaart was er wat uit. En we waren op de helft.
Net toen de weg weer een stuk omlaag liep, en het tempo weer wat omhoog was gegaan, sloeg er lichte paniek toe. “Hier in!” riep iemand. En inderdaad, bijna was ik met nog een paar lopers een klaphek waar aan een pijltje hing voorbij gelopen. Als het hek dicht had gestaan hadden we de pijl gemist, maar een wandelaar vanuit de tegengestelde richting deed het hek net op tijd open. Erwin was er al voorbij gelopen en zou pas 200 meter verderop ontdekken dat hij terug moest. Maar dat bleek pas een half uur later toen hij mij ingehaalde, want ik dacht dat hij nog steeds voor me liep. Dat was het eerste oriëntatiemoment. Een kilometer of twee verderop eindigde een pad op een verharde weg, maar zonder pijl hoe verder te gaan. Toen kwam mijn meegebrachte kaart van pas en wees mij en het groepje lopers waar ik me tussen bevond de goede kant op. Werd het toch nog een O-Trail (wat iets heel anders is dan een Trail-O)?
O-Trailrunning, misschien wel een leuk nieuw concept!
Even later werd het echt zwaar, toen het pad bijna verticaal omhoog ging, en rennen echt niet meer lukte. Druivensuikertje er in, maar de benen wilden niet meer. Gelukkig had iedereen het hier zwaar, maar bovenaan de helling liep ik toch alleen verder. Tot Erwin me weer had ingehaald. Samen liepen we verder tot aan de 2e en laatste verzorgingspost. Chocola, koeken en cola! En even stilstaan. Heerlijk!
Het was nog te ver (ruim 10 km), om een eindsprint in te zetten. Het nu volgende stuk, het kanaal over en langs de oever heel lang rechtuit over een min of meer vlak parcours, was echt een kwestie van verstand op nul zetten, om niet moe te worden. Alleen kreeg ik last van spierpijn in mijn rug en middenrif, vermoedelijk van de laatste afdaling. En zere voeten. En nog meer vermoeidheid. Maar ja, ik wist tevoren dat het niet makkelijk ging worden.
Met verzuurde benen was daar ineens, onvermijdelijk, weer een helling. Omhoog. Rennen leek niet meer te lukken. Dan maar met flinke grote passen, de berg op. Niet stoppen. Nooit. Tot ik plotseling weer de drone hoorde zoemen in de lucht. Voor de camera dan toch maar weer een stukje rennen. En dat ging zowaar best goed. Blijven rennen dus. Kennelijk was ik weer voldoende hersteld. En het was nog maar 5 km tot aan de finish. Bij een halve marathon zou dat nog een heel eind zijn, maar vandaag leek het of ik tussen de bomen door de eindstreep al zag, met al 27 km in de benen, en nog maar 15% te gaan.
Oké, er kwamen nog wat steigende meters, maar het leeuwendeel was achter de kiezen. En dat maakte het ineens weer een stuk beter te behappen. Niet in volle vaart, maar toch weer in draf ging ik verder. Beetje op en neer, heen en weer, zo afwisselend dat ik geen idee had waar ik precies was, maar ik wist wel dat er nog een topje ging komen. Allée, wat is dat nu? Een steile klim waar ik hem nog niet had verwacht? Kaart er bij gepakt. Dit is nog niet de top. En de klim was ook niet eindeloos, maar ik zag links van me een grenspaal, en dus liep ik nog niet naar het noorden maar naar het westen, volgens de kaart. Ineens besefte ik me dat ik geen kompas bij me had, zoals bij een oriëntatieloop. Maar goed, het hing vol met bordjes bearsports.nl dus ik zat nog goed, als ze tenminste op dit deel van het parcours waar we al eerder maar dan in een andere richting waren gepasseerd, de bordjes hadden verhangen de juiste kant op. (Ik had nog voldoende brainpower om me af te vragen wat een logistieke klus het zou zijn om alle lopers hier op het juiste moment de juiste kant op te dirigeren, want ik had vandaag vooral mijn benen verzuurd maar nog niet mijn hersenen.)
De top
Er volgde nog een steile klim, bijna recht omhoog. Wat voor spektakel zou dit in de regen zijn geweest? Dan zouden mijn Inov-8 Rocklites zich echt van hun beste kant hebben kunnen laten zien. Camera er weer bij, maar dit maal mijn eigen headcam. Voor de laatste klim. De allerlaatste? Euforisch huppelde ik naar de top. Dat was het. Nou ja, nog een klein stukje.
Ik had kunnen weten, als ik op de kaart gekeken had, dat er nog een klein omweggetje bij kwam. Maar dat had ik niet. Toch was het geen tegenslag, want ik had er weer zin in. In flink tempo naar beneden, maar toen het weer omhoog ging kreeg ik kramp. Nooit eerder gehad. Was dat het nu? De pijn waar anderen, veelal fietsers, het over hebben? Geen idee, want voordat ik er erg in had was het al weer over, toen het pad afboog en wat steiler omhoog ging zodat mijn kuiten vanzelf gerekt werden. Wat kon er nog mis gaan?
Niets. Het ging gewoon goed. De allerallerlaatste klim bijna helemaal in looppas omhoog, en daarna, met verstand op nul, omlaag naar de finish. Lijken de laatste hectometers meestal loodzwaar, hier gingen ze bergafwaarts, en toen ik de laatste bocht uit kwam hoorde ik de speaker bij de finish Erwin’s naam roepen. Zo ver bleek ik dus niet achterop geraakt. Extreem voldaan ging ik over de finishlijn. Dit was het dus! Mijn eerste Trailrun. ¾ van het lopersveld had ik achter me gelaten. Wie had dat gedacht? En eigenlijk kon me dat helemaal niet schelen, want het ging me om uitlopen, niet om tijd.
Kapot
He-le-maal stuk. Dat was ik wel. Nog nooit heb ik een hele marathon gelopen, maar dat zou zo iets moeten zijn qua inspanning, denk ik. Dorst! De ene na de andere sportdrank goot ik naar binnen – ik bleef dorst houden. Repen en koeken at ik – ik bleef me suf voelen. Brak, zo voelde het, als een stevige kater (zonder hoofdpijn). Maar mijn hoofd neerleggen om een tukje te doen voelde niet als een goed plan. Wat versuft zat ik er bij. Gedachten kwamen op halve snelheid, en gingen des te vlugger weer heen. Weinig zuurstof daar boven. Niet het goede moment om aan mijn blog te beginnen -al kon dat ook niet daar ter plaatse- maar ook niet het meest geanimeerde gezelschap op dat moment om over deze belevenis na te praten, anders dan in oertermen als Poeh!, Zwaar!, Hèhè, Manmanman en Pffffffff. Wel enorme zin in een bak zoute frieten, trouwens!
Maar, even later, toen we naar de auto liepen, kwam ik weer bij mijn positieven. “Dit nooit meer”, zei ik tegen mijn loopvrienden. Maar ik wist dat ik dat niet meende, en dat zei ik er dan meteen ook maar achteraan. Ja, je moet wel realistisch blijven…
Video
Ik heb zelf wat stukjes gefilmd, met mijn Contour Roam camera’tje, waarmee ik dikwijls mijn Orienteringsloopjes film. Ik denk niet dat ik er een RGMapVideo van ga maken. En de beelden halen het niet bij de “officiële video” van het evenement. Dus die kan je maar beter gaan bekijken in plaats van mijn footage:
https://youtube.com/watch?v=RNEHvDDLs_k
Materiaal
Trailrunning, wat heb je daar voor nodig? Geen kompas (bijvoorbeeld geen Silva 6 Jet Spectra), geen kaart (bijvoorbeeld geen OpenTopoMap), geen hoofdlamp, maar wel:
- Inov-8 Rocklite 285‘s in het rood. Lekkere lichte schoenen, met veel profiel, zonder spikes, weinig vering (wat sommige mensen ten onrechte demping plachten te noemen), en een lage hak zodat ze heel stabiel lopen. Ik heb er ook al eens de Midwinterrun op gewonnen. Alleen op asfalt voelen ze wat hard aan en zou ik iets meer vering willen.
- Een ultra-goedkoop Kalenji rugzakje met een 2 liter waterzak (maar met maar 1 liter er in), en wat winegums, een muesli-reep, beetje druivensuiker, en toch maar wel een kaart van de route.
- Sokken van A3 (O-Crew), kort strak hardloopbroekje (met 2 pijpen, speciaal voor trailrunning volgens Decathlon), ASML hardloopsinglet voor extra nauwkeurigheid, en meer had ik niet aan.
- Mijn trouwe Garmin Forerunner 305 HRM. En op mijn hoofd een Contour Roam camera en wat opgevoerd onderbroekenelastiek.
Maar ik moet zeggen dat de verzorging onderweg uitstekend was. Water, sportdrank, cola, koeken, chocola, bananen, etc. Dus een klein waterflesje voor onderweg was ook prima geweest. Volgende keer ga ik niet meer mijn liter Eindhovens kraanwater uitlaten op de Pietersberg en de helft weer mee naar huis nemen. Zonde van de moeite.
MapSweatBrains of MudSweatTrails?
Goeie vraag. Beide, is het juiste antwoord. Want al is Oriëntatielopen mijn favoriete sport, Trailrunning is toch ook wel bijzonder leuk. Soms is het ook wel lekker om zonder Map door het Sweat te gaan en je Brain te ontzien door een keer op de Trails te blijven. De Mud komt de volgende keer wel (met een knipoog naar een bekende website).
Al laat het me niet los om het concept O-Trail eens wat verder uit te werken. Een soort MTB-O, maar dan MST-O, met geen 5 posten per km, maar 5 km per post. Trailrunning met je verstand op 100. Wie weet…
One thought on “St. Pietersbergtrailrunning – soms even zoeken”