Woudlopers Oriëntatie Run 2012

Het Oriëntatiehoogtepunt van het jaar!

Echt een must voor iedereen die 30 km wil rennen en verdwalen. Of niet, maar dan wel in

En, hebben we gewonnen?

zeven puzzel-sloten tegelijk wil lopen. Want, met kaart en kompas in één hand, had je de andere nodig om je neus dicht te houden vanwege de instinkers (en die waren er volop: één route, 77 controlepunten, en meer dan 120 in het veld).

Zo ziet een CP er uit. Maar wel aan de achterkant van een boom.

Wat is een Oriëntatie Run? Niet een gewone oriënteringsloop. Gaat het niet om de tijd? Dat wel. Gaat het niet om het vinden van de juiste punten? Dat ook. Maar daarnaast ook om bijzondere technieken om op de kaart de juiste punten te bepalen, soms keuzes maken in welke volgorde de punten te bezoeken, juist interpreteren van cryptische omschrijvingen, valkuilen doorzien, bijzondere kaarten gebruiken, uithoudingsvermogen, inlevingsvermogen in de makers om ze dóór te hebben, tactiek, en enthousiasme om het zo lang vol te houden ondanks onvermijdelijke tegenslagen.

Stukje voorgeschiedenis: Ik geocache. Een reactie op mijn blog, op een verhaal over de oriënteringsloop “Vierveld”, op 1 april ’12, van Lisette (Wulfke, in geocache termen), bracht een paar bekende geocaches uit het verleden [GCB43BGCD160, GCH2T0, GCKX0A, GCH6D7] in verband met een Oriëntatie Run in de toekomst. Toevallig was bovendien dat ik de daarop volgende vrijdag Het monster van Leksbergen ging zoeken, een cache van Woudloper Ferdi. En laat hij nou de man achter de Woudlopers Oriëntatie Run zijn. Zodat in april al op de kalender stond dat er in december iets te wachten stond.

Team “The Nerds running from Hot to Her”

Toen ik Mini, enthousiast fietser, fanatiek puzzelaar, en erg gezellig, voorstelde om samen deze run te gaan doen leek het haar meteen leuk. En een paar andere vrienden ook. Alleen hadden ze nog nooit georiënteerd. Geen probleem: in november gaf ik ze een spoedcursus tijdens de Klompen-OL op de Brouwhuisseheide. Een uurtje kaartlees- en oriënteringstechnieken, en daarna met zijn allen het bos in, ik achteraan als backup, en zij allemaal meteen in het diepe. En dat werkte goed.

Zo kwamen we enigszins beslagen ten ijs, op 15 december, met zijn vieren. Althans, ik had zelf ook geen idee wat ons te wachten zou staan, want de tweede paragraaf van dit artikeltje had ik toen nog niet geschreven, laat staan, gelezen. Alleen had ik een WW-event meegemaakt, waarbij mijn team, als het niet aan het Belgische sms-telefoonsysteem had gelegen, winnaar was geworden, dus ik had wel enig idee hoe doortrapt ze hier waren 🙂

Mij wij kunnen er ook wat van. De teamnaam komt niet uit het niets: twee bèta’s, met veel buitenervaring, tikkeltje fanatiek, maar nog niet zo ervaren, vandaar het van hot naar her. Of zijn dat Engelse woorden? Nee, neem dan team Het kan de beste overkomen, sterker nog…. Overkwam het ze ook? Het vervolg zal het leren.

De start

Maar het begon allemaal vrij gemoedelijk, met koffie en een stapel kaarten in een enveloppe. Sommige teams begonnen meteen te rennen. Ergens heen. We zijn eerst maar eens rustig een plan gaan maken. Nou ja, rustig was het niet, want de adrenaline gierde al door de aderen, en het voelde alsof we iets anders moesten doen, terwijl we een planning uitzetten. Aan de andere kant, als je twee keer nadenkt maak je geen fouten. Dus wel. Eerste punt: meteen een instinker. Vanuit het start-etablissement maakten we een peiling, naar de overkant van het kanaal. Meteen rennen. Brug over, talud af, pad langs het water. Wat is het volgende punt? O, ja, Aanwijzing: een gele afvalbak. In ons enthousiasme zien we een gele bak staan, ongeveer de juiste koers; dat moet hem wel zijn, geen tijd te verliezen. Mini zei nog, “is dat wel de juiste plek?”, maar ik lig al onder de bak de aanwijzing te noteren, “ja, natuurlijk, hij is toch geel! geen tijd te verliezen”. Zo ging het ongeveer bij onze eerste foutief uitgevoerde opdracht.

Dat is hem dus niet, de bewuste gele afvalbak.

Maar gelukkig gaan de eerste daarop volgend opdrachten allemaal goed: we zien de codes boven het pad hangen, lopen in een keer op de blinde kaart naar het juiste punt, en ook de volgende peiling klopt. Nou ja, bijna. Bij een stuik hing een foto van een boom, een afstand en een hoek. Makkie, met een kaart en een geodriehoek teken je zo het juiste punt op de kaart. Kan niet missen. Tot je daar aan komt, en tien bomen ziet met allemaal een ander controlegetal. Terug gerend, foto op het netvlies laten branden, en weer naar de bomen. Als we de juiste boom vinden, staan er nog drie teams. “Wat is het juiste nummer?”, vragen ze ons. “Dertien”, is het antwoord, maar niet het nummer. “Ik kan me vergissen, kijk zelf maar even.” Niet nodig, en weg zijn ze. Da’s +45 voor ons! (Later in de race overkomt ons precies het zelfde overigens, als we denken een code gehoord te hebben van een punt dat we daar voor gemist hebben. Iets met een Kuil, in een boontje trappen, en een ander loontje…)

Maar er gaan ook wat dingen mis. Zo noteren we de eerste de beste NAP-hoogte op een informatiebord, dat meters van het bewuste CP staat; gewoon, omdat meer mensen dat staan te doen. En bij de brug, waar zelfs nog iemand het water in is gedoken om zijn weggewaaide lijst me controlenummers op te vissen, schrijven we vanwege een spraakverwarring alsnog het verkeerde getal op, terwijl we tegen elkaar zeggen dat het die dus niet moet zijn.

Het tweede stuk, over het water

Iets verderop is weer iets leuks bedacht: een serie opeenvolgende peilingen (die al wel in het roadbook stonden) leidt ons een wit gebied in. Op de kaart althans. In het echt is het vooral een nat gebied. Linksom de projecties volgen? Of rechtsom naar het resultaat er van? We kiezen voor de eerste optie; het zal immers niet voor niets zo zijn beschreven. Wel dus, want juist zo lopen we in een fuik, en komen aan de verkeerde kant van een waterpassage te staan. Omlopen is het devies, en onthouden dat we de volgende keer heel eigenwijs gaan zijn!

Dan volgt er een stukje waar we moeten splitsen, en over twee verschillende moutainbikepaadjes rennen, terwijl er onderweg aanwijzingen verstopt zijn. Zo iets blijft spannend, want je hebt steeds het gevoel iets te missen. Maar dat gebeurt pas wat later, als we een regeltje uit het roadbook overslaan, en een stuk terug kunnen. Daar (b)lijkt een CP ongeveer bovenop een geocache te liggen waar ik een jaar of 2 terug tevergeefs naar heb lopen zoeken. Bovenop een wel heel markant heuveltje staat een pijp, net als in de hint in het roadbook. Blijkt het heuveltje verkeerd te liggen op de kaart, en op de juiste locatie staat nog een pijp. Uiteraard hebben beide pijpen een verschillend nummer. Maar het bestaan van de 2e pijp horen we pas achteraf. Tja.

Kennelijk wat overrompeld door het moeten teruglopen, zetten we de vaart er in, gaan wat grof oriënterend te werk, en lopen op de bonnefooi het bos in en de vlakte over. Koers klopt, maar van ons aanvalspunt zijn we niet zeker. De kaart blijkt daar ook niet echt te kloppen met de werkelijkheid, maar in plaats van nauwkeurig te peilen en passen te tellen, gaan we vooral op gevoel verder, op zoek naar herkenbare kenmerken op de kaart. We komen meer mensen tegen die de weg kwijt zijn, en allemaal denken we ergens anders op de kaart te staan. Dat we uiteindelijk toch nagenoeg op de juiste plek stonden, en alleen het CP niet hebben gezien, blijkt weer achteraf, maar op het moment zelf doen de wildste hypotheses de ronde over onze locatie, en ineens staan we een paar honderd meter oostwaarts. In gedachten. Vanuit dit nieuwe punt besluiten we, verder te gaan, na een paar CP’s overgeslagen te hebben. We gaan er immers van uit toch niet elk punt in de beperkte tijd te kunnen passeren.

De draad weer opgepikt

Als we dan toch iets herkenbaars zien, vliegen we op de kaart ineens weer een paar honderd meter een andere kant op. Maar het voelt alsof we plotseling weer met twee benen op de grond staan, en vol goede moed gaan we oostwaarts, op weg naar de Sahara en een stuk oriënteren op satellietfoto’s.

Dat lijkt moeilijker dan het is. Want elke boom staat op de foto, en een geisoleerde boom is uitstekend te herkennen in het veld. Aangezien hier op deze zandduinen nogal wat eenzame bomen staan, kunnen we dan ook prima oriënteren. Bovendien zijn de foto’s op Google niet zo oud, en groeien de bomen (hier) niet zo snel. Het is alleen nog even de vraag of iemand niet de satellietfoto geroteerd heeft afgedrukt -dat zou zo maar kunnen-, maar de schaduwen wijzen naar het noorden, en het klopt ook met de kaart.

Na de zandvlakte komen we ook weer bij zinnen wat te doen met de gemiste punten. Daar zitten namelijk twee bonus-CP’s tussen, en het zou wel heel zonde zijn die te missen. Zo komen we uit bij een ronde bakstenen ruïne in een kuil op een heuvel. Heel apart. De opgave daar is eenvoudig, en het is dus goed dat we zijn teruggegaan. Een volgend punt wordt snel herkend aan de Belgische vlag die er bij staat (uiteraard niet zo’n grote aan een mast, want dat zou te makkelijk herkenbaar zijn, maar zo eentje zoals VN op elk tafeltje staat). En, voor de lol, staat er even verderop net zo’n vlag, maar dan een Duitse. Hoeveel mensen zouden dat fout hebben?

roadbook 1

Dan volgt er een hersenkraker. We  komen vlak bij CP 22 een stuk of zes oranje-witte vlaggen tegen, allemaal met een ander controle nummer. Volgens het roadbook ligt er op 154º van CP 22 een bonus-CP “S”. De losse vlaggetjes hangen echter noordwestelijk van wat we denken dat “S” is. Logischerwijze is een van de vlaggetjes natuurlijk CP 22, en het ene, zuidelijke, CP is “S”. Waarom niet? Alleen hangen de 22’s op ongeveer anderhalve meter van elkaar, en hoe kan je nou nauwkeurig 30 meter uitmeten? Ik herinner me dan dat het touwtje van mijn Recta peilkompas precies 10 keer de lengte heeft van de afstand tussen mijn ogen, die 6 cm is, wat het makkelijk maakt om een afstand te schatten als je verderop een paar objecten op een bepaalde afstand van elkaar ziet staan: die staan dan namelijk precies 10 keer hun onderlinge afstand van jou vandaan, als je, met je ene oog kijkend langs de marker op het kompas het ene object ziet, en met je andere oog het andere. De marker is dan namelijk precies 10 keer de onderlinge afstand tussen je ogen van je verwijderd, en die 1:10 komt ook weer terug in de verhouding van de afstand tussen de objecten verderop. Maar goed, dat doet er hier allemaal niet toe: we hadden een touwtje van precies 60 cm, en daarmee kan je, in 50 stapjes, precies 30 meter uitmeten. Zo vonden we, althans, dat dachten we, de juiste vlag.

roadbook 2

In werkelijkheid was het juiste CP 22 inderdaad het eenzame punt, deden de zes valse vlaggen er niet toe, en hing er 30 meter zuidoostelijk nog een CP. Maar dat hadden we even gemist. En daarmee waren zowel 22 als S fout. Helaas.

En dan gaat het nog een keer bijna fout: volgens het roadbook ligt CP 23 naast een steen. Stenen liggen er, maar we vinden alleen een vlag in een boom. Dat kan niet kloppen. Tien minuten zoeken we naar een steen. Die liggen er wel, maar niet één met een CP. Twijfel of we beter niets of een fout antwoord opschrijven. Het blijkt achteraf gewoon te kloppen.

Het laatste stuk

Maar daarna gaat alles ineens weer goed. We vinden punt na punt, lopen overal recht op af, steken her en der door en komen precies bij de CP’s uit, ook waar gekapt blijkt, en niets op de kaart lijkt, en elk heuveltje met die kuil op de kaart matcht. Alleen een van de kruispunten herkennen we niet op het kruispuntenblad, terwijl we zeker weten dat we goed zitten. Nou ja, door naar de kruispeiling, waarbij de rand van het roadbook een uitstekende liniaal blijkt.

Er volgt nog een Ezelspost, waarvan we geen idee hebben wat het is, totdat we de twee peilingen uitvoeren, en er een hele bijzondere relatie blijkt te bestaan tussen 63 en 243.

Intussen lijken we zowaar allemaal teams in te halen. Intussen tikt de tijd door, en voelt het alsof het al bijna tijd is om terug te gaan. Maar we zijn op de terugweg! Alleen moeten we nog 13 gewone, en 4 bonus CP’s af. Het is dan 15:00 geweest, en we zijn vijf uur onder weg. Nog een uur te gaan, en dan gaat de straftijd in. Het lijkt er op of andere teams al terug gaan. Maar wat maakt een strafminuut uit? Op zich best veel, elke minuut na 16:00 kost 3 minuten aftrek. Maar elk punt dat we vinden levert er weer 30 op, en de bonuspunten zelfs 45, zodat we per CP 10 resp. 15 minuten mogen besteden en het de score nog ten goede komt. En moe zijn we nog lang niet, toch…?

Verdwaald en moe

Of waren we kennelijk wel vermoeid? Want we verdwalen gruwelijk, op een van de lastigste onderdelen: een kaart uit een defecte printer. Of de toner was op. Of het was opzet. Om het lastiger te maken was hij bovendien op een overheadsheet geprint, maar op een dusdanige (onbekende) schaal dat hij niet op een van de andere kaarten paste. Je had er eigenlijk niets aan. Als je dan ook nog bedenkt dat de stippellijntjes voor een deel zandpaden waren over zandvlaktes, mag het een wonder heten dat we 5 van de 6 locaties op de kaart wisten te vinden. Maar niet voordat we een kwartier naar 36 hadden gezocht (waarin we er achteraf drie keer langs zijn gelopen) en nog eens zo lang naar 37.

Maar daarna ging het weer als een speer. Er volgde een satellietfotokaart -na vandaag mijn favoriet- waarover we linea recta van punt naar punt renden. En daarna was het een kwestie van CP’s aftellen. Eentje nog leek iets lastiger, en achteraf bleek dat we bij het Eureka-moment om een vals CP hadden gejuicht, maar we waren niet meer te stoppen.

Na de oerkreten van Tarzan gehoord te hebben (hij hing er echt!) en zijn CP genoteerd te hebben, volgde een eindsprintje. In het -inmiddels- schemerdonker vielen de lichten van het startlokaal uitstekend op, en van een afstandje zag het er al gezellig uit. Er was vast bier te krijgen, en vermoedelijk waren wij de enige gekken die het 6:22 uur buiten -hoewel het geenszins koud was- hadden volgehouden.

En zo kwam een eind aan deze geweldige tocht, die, vanwege alle verrassende en afwisselende opdrachten, voorbij was gevlogen. Gelukkig is daar dit verhaal nog…

De uitslag

“Maar hadden we gewonnen?” Dat vraag je toch niet, na zo’n belevenis! Het gaat om het meedoen. Alhoewel…

De 1e prijs! We hebben hem!

Stiekem waren we best fanatiek, Mini en ik. En voelden we continue de hete adem van Dinus en Christa in onze nek. Uiteraard waren er wel wat mannenteams voor ons gefinished, maar als ik die een beetje kende waren dat rauwdouwers die in een nood-tempo de juiste CP’s voorbij liepen en in alle vallen zouden trappen.

Bijna 32 km hadden we gerend, en da’s verder dan we ooit eerder hadden gedaan. En we hadden er maar anderhalf uur langer over gedaan dan de snelste, ervaren, kerels. We hadden bovendien maar 6 CP’s niet gevonden of overgeslagen, terwijl ik had verwacht dat we nooit de hele route op tijd konden afmaken. Er waren bovendien maar 3 teams die alle punten gevonden hadden, en geen enkel team had alles specials, de bonuspunten goed. De beste hadden +270 strafminuten, om die reden, en wij ook niet meer dan +405. Helemaal niet beroerd voor een eerste keer.

Maar goed, wij liepen de gemengde categorie, en zijn daarin overtuigend 1e geworden. Volgend jaar weer? Dan met sneeuw onder de zolen!

standaarposten
specials

8 thoughts on “Woudlopers Oriëntatie Run 2012

  1. Pingback: New shoes! | JG-O
  2. Pingback: N8-run | JG-O

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *