Ja, inderdaad, ik heb weer een nachtoriëntatieloopje gedaan. Vorige week. Memorabel. Want het was de derde keer, ooit, dat ik een post miste.
Moet je niet doen!
Nee, dat weet ik.
Doe het dan ook niet!
Jáhá, ik zeg tocht dat ik dat weet.
Maar waarom deed je dat dan?
Nou, gewoon. Foutje.
Wat nou, ‘foutje’. Sukkel! Er staat toch een nummer op.
Weet ik.
En dat nummer moet je checken.
Ja, weet ik ook wel.
Heb je dat dan niet gedaan?
Jawel.
Dan kan het toch niet fout zijn gegaan?
Toch wel.
Dat kan niet. Als je het gecontroleerd hebt, moet je gezien hebben dat het nummer op de post niet het zelfde was als op de postomscrhijvingscontrolestrook.
Nou ja, misschien heb ik dan toch niet helemaal goed gekeken, of zo.
Zeker lang niet geöriënteerd?
Klopt.
En de routine kwijt, van beentjes vooruit plannen op de kaart, nummertjes onthouden van de volgende posten, dat soort dingen?
Klopt wel een beetje, ja. De laatste keer dat ik oriënteerde was in de zomer, in Frankrijk, bij de Semaine fédérale.
Oh, dus je had een van de eerste posten fout? Nou, dan snap ik het wel.
Niet. Nou ja, niet een van de eerste posten. Stond wel op mijn splits-uitslag-printje, “Fout aan post 2”, maar dat was niet zo. Ik had post 20 fout.
20? Beetje concentratieverlies? Moe? Slecht geslapen? Geen conditie? Was het zo ver?
Nou, dat viel wel mee. Conditie prima, nog een marathon gelopen laatst, en keihard de Zevenheuvelenloop af gerend. Nee, het begon juist wel lekker te gaan met oriënteren. Me ingehouden in het begin, want ik wist ook wel dat het een tijdje gelden was. Dat foutjes op de loer lagen. Dat het wat minder routine was. Dus ik keek wel uit. Postje drie niet zo strak gevonden, maar daarna alles scherp aangelopen, als zei ik zelf. Ik was best in mijn nopjes.
En toen werd je overmoedig en lette je niet meer op?
Jawel. Ik zag dat het na 19 wat lastiger werd, met veel reliëf dat op elkaar leek. Dus keek ik extra goed uit. Ik zag een post staan waar ik dacht dat het ook moest zijn, checkte het nummer zowaar, maar dat klopte niet. En toen keek ik nog eens goed en zag een heuveltje verderop een reflector, en wist meteen dat dat hem dan was.
Mooi. Maar waar ging het dan fout?
Nou, daar dus. Die was niet goed.
Was het dan toch verder terug?
Nee, juist verderop. Ik was twéé posten te vroeg aanvankelijk.
Maar dat zag je dan toch?
Nee, dat is het stomme. Zo overtuigd dat, omdat de eerste fout was, het de tweede moest zijn, kwam het niet in me op dat er nog een derde post zou kunnen zijn.
Assumption is the mother of all fuckups?
Ja, dat zegt Hans altijd. Ken je die?
Nee, dat niet, maar dat is toch het hele eiëren-eten bij oriënteren? Aannames verifiëren. Nooit zomaar ergens van uit gaan. Zorgen dat je het zeker weet. Altijd.
Je hebt gelijk. De volgend keer ga ik het niet meer fout doen. De volgende keer ga ik alles goed doen. De volgende keer ga ik de perfecte oriëntatieloop lopen. Alles, helemaal volgens het boekje.
En wanneer is dat dan?
Morgen.
Morgen? En daarna vertel je waarom je dit hele jaar nog maar 1 blog hebt geschreven?
Goed. Wat wil je allemaal weten?
Van alles, begin maar.
Nou, schrijf hier onder aan de pagina maar waar ik over moet schrijven, en ik zal mijn best doen.
Afgesproken.
Dat was weer genieten, JG! En zoals je het schrijft, zo is het ook: concentratie, aannames checken, conditie. Maar vooral: regelmatig blijven doen! Leuk dat je weer aan het orienteren bent geslagen, leuk om je vandaag op Kolenspoor te hebben gesproken. Tot snel!