Yearly Archives: 2025

N8-run 2025

Het valt niet mee, elke keer weer een compleet nieuwe race verzinnen, maar als jullie dan na afloop vertellen wat er zo leuk aan was, dan blijken we daar toch weer in geslaagd, en dan weten we weer waar we het voor doen. En eigenlijk is dit ook wel waar al onze hobby’s in samenkomen -als ik ook voor Patrick mag spreken-. Oriënteren, knutselen met staal, hout, en elektronica, hardlopen, 3D-printen, kaartlezen, puzzelen, kaarten tekenen, grafische werk, programmeren, leuke onzin bedenken. Het is alleen maar leuk. Behalve wat stress, want toen we de site met de inschrijvingen open zetten (na wat programmeerwerk), was er nog niets concreets voor de N8-run zelf. Maar wel in no-time een volle deelnemerslijst. En dus geen weg meer terug voor ons.

Behalve de locatie. We hadden geheim gehouden dat het weer in de Bestse Bossen en op de Sonse Heide zou zijn. Maar dat was zé’n leuke locatie, met het tentenkamp met houtvuur. En de beschikbaarheid van het Museum Bevrijdende Vleugels was de vorige keer nog niet tot in alle details benut. Daarnaast waren er nog allerhande ideeën over van vorig jaar die we konden gebruiken.

Maar… we wilden meer veranderen dan alleen een paar andere opdrachten. Het moest een andere race worden. Zodat onze trouwe fans behalve bij het oprijden van de parkeerplaats geen déjà vu zouden krijgen. Daarom dit keer geen lineaire loop, maar een echte scoreloop zonder voor de hand liggende routekeuze. Dus weer heel wat anders qua opzet. Een paar dingen bleven: géén coördinaten intekenen, geen rekenwerk – alleen 1:10.000 kaarten -, wel een broodje knakworst tussendoor, wel een warm vuur na afloop, geen toestemming, wel minimale hoofdlampjes. Een groot verschil was echter dit keer: geen volle maan. Omdat de week er voor de Goldrush adventure race werd gehouden vonden we dat weekend geen optie. En de week daar voor zat ik zelf met een liesbreukoperatie (die zoals jullie hebben gemerkt prima resultaat had want ik huppelde weer vrolijk rond). Nog een nieuw dingetje: digitale antwoordenbladen; daar over later meer.

2 × N8 = N16 ?

De inschrijving alleen al bleek een race. We hadden al aangekondigd dat over een week de inschrijving open zou gaan. Konden mensen alvast nadenken over een team en de kalender leeg maken. Maar we hadden niet bedacht wat eigenlijk wel te voorzien was geweest: dat dit de verwachting zou scheppen dat de race snel uitverkocht zou zijn. En dat was dan ook een self fulfilling prophecy, binnen een paar uur waren alle 40 beschikbare teamnamen ingevuld, en in de loop van de volgende dag was er al een wachtlijst van bijna 10. Na een week nog meer. Even informeren, en het bleek mogelijk de locatie voor een extra nacht af te huren, en hoewel het voor ons wel een marathon-sessie zou worden -twee keer achter elkaar een dag en een nacht alles uit de kast halen voor de race- was het maar één keer dingen voorbereiden en uitvoeren. Dus kwam er een 2e N8-run de avond er na, 22 november. We zouden alleen wat CP’s moeten verwisselen tussendoor zodat klikken en spioneren bij de andere avond niet zou lonen.

Nah, dat doet toch niemand. Iedereen doet mee voor de lol, en wat is nou de eer van winnen door vals te spelen? Ik zou daar zelf nooit een goed gevoel bij hebben, en volgens mij lijken wij en onze deelnemers enorm op elkaar, dus zij zouden dat ook nooit doen. Toch een paar verschilletjes ingebouwd tussen de avonden, die alleen maar het bovengenoemde vertrouwen bevestigden; niemand noteerde een antwoord van avond 1. Wat zijn jullie allemaal leuke eerlijke mensen!

Maar goed, toen de tweede N8 er eenmaal was liep die inschrijving ook lekker, en zijn er op zaterdag uiteindelijk 22 teams van start gegaan. Kennelijk is er genoeg animo om 2 nachten te vullen. Weten we dat ook vast voor een volgende keer.

Tussen de woorden Beste Bossen en Sonse Heide staan wat tekentjes. Niet te ontcijferen vóór de start. Ná de start kon dat wel, met het Codeboek. En dan blijkt dat er stond … “Beste Bossen en Sonse Heide”.

Enigma

Een thema? Twee jaar terug hadden we het heelal, met planeten, sterrenbeelden, maankraters, en andere thematische lolligheden. De sfeer van het legermuseum inspireerde tot iets met geheime boodschappen, codes, versleutelde berichten. We zouden altijd nog eens iets met een spel element willen inbouwen, waarbij teams elkaar beïnvloeden, er een strategische en tactisch element bij komt. Maar dat is lastig zonder dat je vervolgens tegen elkaar gaat spelen. Het moet ook wel weer eerlijk blijven, zonder een geluksfactor. En zo kwamen we op de opzet met versleutelde boodschappen in etappe 1, die met aanwijzingen die je onderweg vindt, nieuwe locaties ‘ontgrendelen’ in etappe 2: het Codeboek. In combinatie met sleutels die op CP’s in het veld te vinden zijn kan je daar iets zinnigs van maken, en daarmee extra punten in de volgende etappe scoren.

Temperatuur

De voorbereiding ging goed, leuke punten in het bos gevonden, globale routes gemaakt die uitkwamen op de door ons beoogde afstand. Maar toen het dichterbij kwam werd de weersvoorspelling kouder en kouder. Ik zag op een gegeven moment op één van de weerberichten zelfs -6 °C voorbij komen. Gevolg: de opzet zo aanpassen dat intekenen binnen kan, in het museum, en je daar nog wat langer (of korter) kan verblijven en toch punten scoren. Het is toch de bedoeling dat iedereen het leuk blijft vinden en gezond finisht. Vandaar ook wat extra nadruk op het verplichte thermodekentje in de runners-uitzet.

Achteraf viel het allemaal reuze mee met de kou.

Race schema

Omdat elke race weer anders is, hebben we een race schema opgesteld en gedeeld. Dat zie je ook vaak bij Adventure races, en is erg fijn voor de visueel ingestelden onder ons. Zo is duidelijk dat etappe 1 begint voor het intermezzo en doorloopt tot en met er na. Dus je moet, en kan, de punten verdelen. En daarna volgt etappe 2, die niet eindigt bij de start maar elders. Etappe 1, het startpunt er van, en het intermezzo zijn wel op 1 locatie. Dat alles wordt weergegeven met een overzichtelijk diagrammetje.

Stress

Een paar dingen vergen wel last-minute voorbereiding. Wat niet heel handig is, maar het is niet anders. Zo gaan de glow-in-the-dark sticks van CP27 maar beperkt mee, denken we, dus moeten we ze niet te vroeg “aansteken”. Vlak voor de start dus (vrijdag), of vlak er na (zaterdag) voordat de eerste lopers er zijn. Verder zijn er wat CP’s met batterijen, die niet uitgezet kunnen worden. Ook die moeten geplaatst worden vóór de eerste, en voor de zekerheid vervangen worden voor de tweede race. Dingen als broodjes achteraf, en warme soep waar je de halve avond in moet roeren houden ons ook de halve dag bezig. Wat betreft de glowsticks ben ik verbaasd dat een aantal, met name de groene, de volgende avond nog steeds licht geven. Vermoedelijk omdat het een stuk kouder is dan toen ik ze testte een paar weken terug. Maar ook een tricky punt zijn de tijd-CP’s. Die had ik nog wel gekalibreerd bij verschillende temperaturen, en dat leek toen allemaal niet zo veel uit te maken, maar nu het bijna vriest gaan de interne klokken kennelijk te snel, en ze blijken na 10 uur ongeveer 5 minuten vóór te lopen. Op dag 2 is dat probleem er niet meer, want ik heb de klokjes ze gemaakt dat ze in het veld gekalibreerd kunnen worden, wat we dan ook doen zaterdagmiddag.

CP’s

Het is nu tijd voor een beschrijving van de verschillende CP’s, want daar zijn jullie vast allemaal benieuwd naar. Laat ik er gewoon op een onlogische volgorde doorheen gaan: op etappe en op CP nummer. Want de plaatsing op de kaart heeft weinig met de nummers te maken; die laatste is min of meer de volgorde van onze eerste verkenningsrondjes, en dat hebben we maar zo gelaten. De telling voor etappe 1 begint bij 27.

CP27 was een punt met veel werk maar helaas weinig bezoekers. Daar was vroeger een kerstbomenkwekerij, de helft van de sparren is gerooid, het restant vormt een doolhof van groen en open plekken, bovendien heel herkenbaar op de luchtfoto. Daar móést iets mee gedaan worden. Het idee was simpel: er staan 5 cirkels op de kaart, met letters A t/m E, in elke hangt een glow-stick (en een gekleurd kaartje als back-up) in rood, geel, groen of blauw. Op een 6e punt op de kaart hangt aan een boom een kastje met 4 gekleurde knoppen, en bij elke combinatie van kleuren in een bepaalde volgorde verschijnt een min of meer uniek getal. Dat is de CP code. De moeilijkheid zit hem in de misschien iets te overtallige valse glow-sticks. Het idee was dat die een spoor van de eerste tot de laatste vormen, maar ze leiden ook weer af en maken het lastiger om de juiste te vinden. 8% (dat zijn 4 teams) doen dit CP. Ze hebben dan wel weer alles goed. Overigens is elke combinatie van 4 van de 5 geldig, als de kleuren en de alfabetische volgorde maar goed zijn. Het ophangen van de glowsticks was nog wel een dingetje. Dat deed ik zaterdag ná de start, en toen ik klaar was kwam het eerste team al aanlopen. Net op tijd was ik.

Bij CP28 start de reflectortrail. Gewoon in het rond kijken, en je ziet de eerste een paar meter verderop. Dan de volgende boom met een witte oplichtende stip zoeken, en omdat iedereen een hoofdlampje heeft, dus een lichtbron vlak bij je ogen, zijn ze heel goed te zien. Bij elke boom met 2 reflectoren is iets: bij de eerste hangt CP28, bij de tweede hangt een drukknop die een laser in een vogelhuisje laat schijnen op een boom waar de trail zich vervolgt, en bij de laatste boom met 2 stippen is CP29 te vinden. 79% van de lopers vindt het eerste punt, 60% vindt ook het laatste. Maar daarvan zijn er 4 teams die het nummer van het laatste punt bij het eerste noteren. Dat is fout. Verwarrend is wel dat door een foutje van ons ook een cirkel met CP29 op de kaart is gezet, dat was niet de bedoeling. Kennelijk laten enkele teams zich daar door uit het veld slaan. Want waarom zou niet iedereen de hele trail afmaken? Één team schrijft twee keer het zelfde nummer op. Als je een afslag mist kom je weer op het eerste stuk van de trail uit, en ben je gevangen in een eindeloze lus. Hoeveel rondjes zouden ze hebben gemaakt?

De trail startte bij 28. Bij 28i zaten twee punaises in een boom en hing het kaartje van cp28. Bij 29i hing het tweede kaartje, van CP29.

CP32 staat op een oude kaart. Zo was het hier in 1928 (met dank aan Topotijdreis.nl). Iedereen had dit punt overigens goed, die er was. Al kwam er maar 28% van de deelnemers. Er hing een vals CP, een kruispunt noordelijker, een punt dat tegenwoordig heel goed herkenbaar is vanwege het oost-west fietspad. Andere punten op deze kaart, CP74 en CP98, waren niet zo moeilijk.

Maar nu we het er toch over hebben, CP99 stond ook op deze oude kaart, en daar noteerde 33% van de teams het nummer van het valse CP, waar alleen een oost-west pad was en geen noord-zuid pad. Maar goed, in het donker is het altijd lastiger.

Verder was daar CP91, dat midden in een toenmalig stuk heide lag. Of was het meer weide toen? Nu loopt daar een landweg, wat net te zien was op het stukje van de moderne topo kaart die nog zichtbaar is. En ook met de omschrijving in het roadbook “hoek perceel” kan je wel nagaan dat er iets moet zijn om er te komen.

Bij CP96 was het iets lastiger. Op de oude kaart lijkt het halverwege een pad, zonder verdere referentie, maar in het echt is daar een hoek van een akkertje. Er staat ook een ‘biels’ in de grond, volgens het roadbook; als je er bent zie je die. Maar goed, rondom het akkertje staan op alle hoeken oude spoorbielzen. Soms komen we iets tegen waar we wel een CP van móéten maken. Het belangrijkste om niet het valse CP te noteren is dat je ziet dat het niet in het verlengde ligt van de weg naar het zuidwesten. 33% van de teams zag dat niet. Wat des te opvallender is, want op het CP zelf hing een moderne topo kaart waar dat nog duidelijker op te zien was.

Die hing er overigens om CP97 te lokaliseren. Op de oude kaart aan een afscheiding van een weiland; tegenwoordig een hoek van een pad met een sloot, aan de rand van een bossage. Zowel op CP98 als CP96 kon je die moderne kaart vinden. Op CP98 stond ook een verkeersbord. Omdat we in het roadbook schreven “noteer jaar vervanging” en dat eigenlijk geïnterpreteerd kon worden als het jaartal dat het bord voor het laatst vervangen was, als wanneer het moet gebeuren, rekenden we 2024 en 2044 beide goed.

CP34 was een betrekkelijk eenvoudige vraag bij een monument van de 2e wereldoorlog. Het antwoord stond letterlijk op een informatiebord daar. Maar toch had 26% het fout. Verbazingwekkend.

Wie van de drie: CP36 was moeilijker dan we verwacht hadden. Daar lagen 3 heuvels. Het CP hing op de middelste, maar op de oostelijker en westelijker heuvel hing ook een blauw kaartje. De drie heuvels stonden nog wel op de IOF kaart, dus je kon zien dat de juiste heuvel niet per se de eerste de beste bult was. De uitkomst is in die zin verrassend dat bijna tweederde het verkeerde nummer noteerde, klaarblijkelijk liep men op goed geluk naar 1 van de heuveltjes.

Bij een officiële oriëntatieloop, overigens, zou er in de postomschrijving staan bij welk object van de gelijke objecten binnen de cirkel de post te vinden is.

CP37 was zo’n instinker, waarvan er altijd een paar in de N8-run zitten. In de omschrijving stond dat code op 2 m boven het maaiveld hing. Op de grond zat een blauw kaartje, en op 2 meter een punaise. Op de punaise, zo groot als er mogelijk op paste, stond een “3”. We kregen klachten dat het kaartje weg was, er alleen nog de punaise hing. Tja, niet elke CP was een blauw kaartje, aldus de briefing, en 2 m was toch redelijk specifiek. Als je deze fout had moet je maar denken: volgende keer beter, je kan niet alles goed hebben. Slechts 7% noteerde het valse CP.

CP39 was gewoon een kuil. Redelijk te vinden, al lag hij een stukje van het pad af. Maar daar was een aanwijzing voor etappe 2 te vinden, en daarom was dit punt des te meer de moeite waard. De aanwijzing daar legde uit dat je de gegevens voor CP9 kon vinden in het Codeboek, met behulp van een zogenaamde σκυτάλη of scytale. Dat is een cilindervormig voorwerp, in dit geval het nutteloze -want ongeslepen- potlood in de kaarten-envelop. Knip strook 3 op pagina 3 van het Codeboek uit en rol die rond het potlood. Daar staat vervolgens: CP13 op 273gr en 287m van CP16. Een peiling dus. Maar straks pas, in Etappe 2, want CP13 (en CP16) staan nog niet op de kaart van etappe 1.

CP47 en CP48 waren een idee uit de N8-run van 2022, dat we niet meer hebben uitgevoerd toen. Een wirwar van paadjes, maar dan schematisch weergegeven als een metroplattegrond. En de verengelste stationsnamen zijn dan weer een beetje hierop geïnspireerd. Het is maar een pietepeuterig stukje bos, met een trimparcours. Paaltjes, rekstokken, evenwichtsbalk, etc. Hoe maak je daar wat leuks van? Door het moeilijk te maken.

Zo ziet het parcours er ongeveer uit in het echt, noorden boven. Maar als je daar dit van maakt is het ineens een uitdaging:

De verbanden zijn het zelfde, het pad er omheen is weggelaten, en de namen van de stations zijn wat veranderd. Richting en afstand zijn uit hun verband gerukt, net als op een typische metrokaart in een grote stad.

Stap op de metro bij station Fencejumps.
Rijd via de kortste route (minste stations) naar halte Uppulling.
Stap over op de Groene lijn in oostelijke richting (kompas), en blijf 1 station zitten.
Pak dan de Gele lijn richting Clambering en stap over op de Groene lijn, waar je in kan blijven zitten tot het eindstation.
Op elk station dat je passeert (dus ook waar je niet uitstapt) kan een CP hangen achter het “Stationsbord”. Noteer de eerste 2 waar je langs komt (in die volgorde) als CP47 en CP48.

Blijkt achteraf dat CP47 en CP48 op dezelfde plek uitkomen, station Goatjumps. Kennelijk was deze opdracht moeilijker dan gedacht, met slechts 55% foutloze antwoorden. En daarmee geslaagd voor de N8-run.

CP57 en CP89 waren zogenaamde Tijd-CP’s: stukjes elektronica met een klok en een display (en WiFi en Bluetooth, maar dat bleeft ongebruikt) die alleen op gezette tijden een CP code lieten zien, en de rest van de tijd “Zzzzz” toonden. De bedoeling is duidelijk: verwarring zaaien, extra complexiteit toevoegen, de factor tijd introduceren naast alle deadlines en verplichte tijdslots. Helaas liepen de klokjes wat voor door het koude weer, iets wat er de tweede avond uit was gekalibreerd.

Bij CP55 waren nogal wat CP kaartjes opgehangen. Daardoor was vast wel duidelijk dat er één de juiste was, en de rest vals. Het roadbook gaf duidelijkheid: er was er maar eentje die in een zuidwest hoek hing. Lastig voor 32% van de teams. Echt even een punt waar je je kompas bij moest pakken.

Op CP58 was weer info voor de volgende etappe te vinden, in dit geval voor CP9. De aanwijzing was dat je het codewiel in het codeboek op “N” moest zetten, en dan regel 8) uit dat zelfde codeboek vertalen. Dat leverde dan de locatie van CP9 op, waar over later meer.

Vervolgens weer een leuke: CP59. Een wit vlekje op de kaart, maar gelukkig was de benodigde informatie al ruim tevoren per email naar alle teams gestuurd. Dat leverde zelfs hele speurtochten online op waardoor ze zich bij arcgisonline.nl hebben moeten afvragen waarom zoveel mensen ineens geïnteresseerd waren in drie kuilen in de Bestse Bossen. En waarom specifiek in die ene kleine kuil ten zuiden van die twee grotere. Behalve 2 teams dan, die meer interesse hadden in de grote twee, waar een vals CP kaartje hing…

CP64 bevatte ook weer informatie voor etappe 2. Hier hing een ouderwetse overheadsheet met zwarte vakjes. Als je dat over bladzijde 7 van het Codeboek legde bleef er een tekst over, die je een snijpunt liet tekenen van de lijnen door 4 andere CP’s. Ook weer niet op te lossen zonder de kaart van etappe 2, dus pas later uit te voeren.

De plaatsen van de aanwijzingen hebben we zo gekozen dat als je in etappe 2 nog niet de juiste gegevens had, maar wel genoeg tijd, het zonder al te ver omlopen doenlijk was om er alsnog langs te gaan. Het betreffende CP uit etappe 1 leverde dan wel niet de punten op, maar het leverde wel een extra punt op in de tweede etappe, zij het met wat meer moeite.

CP67 lag onder het fietspad. Dus niet onder de weg. Misschien dat onze foto in de email van de week tevoren al suggereerde dat hier twee opties waren om ergens onder te duiken?

Ook CP15 (etappe 2) was ergens onder. Niet graven, er was gewoon een fors bemeten wild-tunnel waar mensen ook prima doorheen passen. Ooit bij de Midwinterrun door een buis onder een treinspoor heen gekropen, en daar stond nog water in. Dit was comfortabeler.

CP76 en CP77 hadden we geplaatst om de oversteek van de snelweg nog een beetje leuk te maken. Een verlicht stuk fietspad en een autoweg verpesten anders alleen je nachtzicht, maar hiermee was het zaak weer even snel aan het donker te wennen aan beide zijden van de af/oprit.

CP69 noemden we bij het opbouwen van de run het kanon. Een contraptie met een draaibare buis waar je doorheen kon kijken, en waar naast een kastje met een drukknop zat. Alleen als de buis exact volgens de aanwijzing ingesteld was, zowel de juiste azimut als hellingshoek, liet de drukknop ergens verderop een lamp branden. Kijkend door de buis was ook duidelijk waar. Daar aangekomen was er echter nog een addertje onder het gras: in de boom waren twee sterren opgehangen die konden oplichten. Slechts eentje ging aan met de drukknop, de andere was het valse CP. 28% van de teams noteerde toch de ster waar achter geen lampje ging branden.

CP78, in het Bos bij Son, was niet zo heel moeilijk. Één team noteerde een getal dat nergens hing. Dat is dan weer jammer.

CP81 hing bij een waterput of drinkplaats voor vee. Het CP ws moeilijk te lezen vanaf het pad, dus je moest even een doorgang vinden de wei in. Makkelijker was het om een vals kaartje te lezen, 50 meter verderop. Maar dit hing niet echt bij een waterput, daar was gewoon het weiland onder gelopen. Behalve natte voeten bij het ophangen leverde dat ook 30 strafpunten op bij het noteren.

Bij CP82 hing aan twee kanten van de brug een CP kaartje. Niemand noteerde het valse CP. Ik heb altijd de indruk dat het onderscheid noord-zuid makkelijker te maken is dan oost-west.

Bij CP83 was de opdracht om het locatienummer van het elektriciteitskastje te noteren. Dat zorgde toch voor meer problemen. Misschien omdat een of andere vandaal het kastje had besmeurd met blauwe kaartjes.

CP85 lijkt opvallend druk bezocht, als je naar de statistiek onderaan deze pagina kijkt, maar we hadden de CP code als in de mail in de week tevoren gezet: -.. . -.-. .–. -.-. — -.. . …- .- -. -.-. .–. …- .. .— ..-. . -. – .- -.-. …. – .. –. .. … – .. . -. Dat was tevens een knipoog naar CP5, waar ook morse code nodig was. Maar toch ook weer niet…

CP88 was niet zo moeilijk, een picknicktafel met een opdracht, namelijk om onder de picknicktafel aan de andere kant van de weg te kijken. 14% deed dat niet en pakte de strafpunten mee. Verder kon je daar lezen dat je bij CP5 later de Moorse code moest gebruiken, niet de Morse code. Een klein dingetje voor etappe 2.

Bij CP93 was weer een opdracht te vinden. Ik weet niet hoe veel teams vroegen na het nemen van de teamfoto of ze het kaartje mochten weggooien. Er stond nog wel op dat het geluk bracht. Nou, dat was dus hier. Had je het kaartje nog (ook handig voor het invullen van de score), dan kon je het juiste getal vinden met een UV zaklamp. De ene dag was dat 14, de andere 41.

Bij CP95 was iets geks aan de hand. Teams die terug kwamen en de kikkers niet vonden versleten we vrijdagnacht nog voor gek. Gewoon het verkeerde pad genomen? Tot we zaterdag nog een keer gingen kijken.

Toen bleek er toch wat anders aan de hand, en hadden ze ons hele CP verwijderd. Het jonge boompje links achter stond er nog wel (zie pijl). Kortom, altijd eigen kaartjes ophangen voortaan, en nooit op de kaboutertjes vertrouwen.

Intermezzo

Halverwege etappe 1 was er een verplichte tussenstop bij de start, tussen 21:30 en 22:30. Een welkome afwisseling voor veel teams, even uit de kou, binnen, en uit de wind. Bovendien met een broodje knakworst. Wat wil je nog meer? Nou, dat was wel duidelijk: 90 punten verdienen. Een soort foto-speurtocht, maar om het makkelijker te maken met gegeven coördinaten. Die overigens niet iedereen meteen door had.

Het museum heeft 4 hallen, we nummerden ze A t/m D, aangegeven met plakkaten op de vloer. Wie goed oplette vóór de briefing had ze al zien liggen. We zijn nog, op weg naar de start, door de rest van de hallen heen gelopen. Iedereen had ze dus kunnen spotten, althans dat was onze opzet.

Ook stond er op een paar plekken op de vloer nog iets meer aangegeven. A4 en A5 bijvoorbeeld. Telkens een volgend nummer op elke volgende strook beton waar de vloer uit was opgebouwd. Hal B had geen betonstroken, maar klinkertjes. Ergens stond (0,0) en tien steentjes naar rechts “10”. En twintig naar voren “20”. Het kwam allemaal niet zo nauw, maar hiermee kon je wel ongeveer bepalen waar welke foto genomen was. De een had dat sneller door dan de ander.

Er stond bijvoorbeeld bij een foto ←24 ↑156. Wat neerkwam op 5 passen naar links, en 15 naar voren. Zo kwam je recht onder de cockpit van het grote vliegtuig waar in dan weer deze pop zat:

Het zou de N8-run niet zijn als er niet wat instinkers tussen de foto’s zaten. Zoals een krant met een jaartal en een jaargang er op. Een vogelhuisje met als je heel goed keek geen 5 maar 6 bloemetjes. Een doos sigaren waarbij je goed moest tellen. Maar de meeste fouten werden toch gemaakt bij de nummerplaat op de motorfiets en de staartvleugel van het vliegtuig: “tel alle cijfers bij elkaar op”, betekent ook echt alle cijfers, dus aan beide kanten. Gelukkig waren er teams die dat door hadden.

Wat ook opviel was at veel teams behoorlijk lang bleven zoeken tot ze alle foto’s hadden gespot. Terwijl ze toch maar 5 punten per juiste antwoord opleverden, tegen 30 voor een CP in het veld. Maar ja, het was tenslotte lekker warm binnen.

Een enkel team hield het bij 1 foto. 5 punten. Als je ziet dat er tussen de 4.2 en 0.7 punten per minuut werd verdiend tijdens de race, was dit nog niet zo’n schamele opdracht. We hebben de tijd bij het intermezzo niet bijgehouden, maar zo bezien was het voor het snelste team voordelig als ze minder dan 14 minuten gezocht hebben, maar vanaf halverwege het deelnemersveld was dat al een half uur aan punten waard, tot ongeveer 45 minuten in geval van scores van 1 punt per minuut voor de CP’s in het bos.

Etappe 2

Strategisch was het best uitdagend: Zou je zorgen dat er voldoende tijd is om alle verzamelde gegevens van etappe 1 ten volste te benutten en alle specials in etappe 2 te scoren? Dan moet je wel zorgen dat er voldoende tijd voor is. Maar als het nou meevalt is er tijd over en had je beter wat meer punten in etappe 1 kunnen pakken. Als je naar de uitslag kijkt zie je dat het gemiddelde aantal punten gescoord per minuut in etappe 2 minder was dan in etappe 1. Behalve voor het winnende team en de nummer 4. Dat was niet onze opzet, we wilden het aantrekkelijk maken om de extra informatie bij etappe 1 te verzamelen en die in etappe 2 te verzilveren. Maar omdat maar weinig teams de speciale opdrachten uitvoerden lagen de CP’s die overbleven in etappe 2 relatief ver uit elkaar, en was dus het aantal punten per minuut laag. En daarmee is dit misleidende statistiek. Een drogredenering. Juist als je wel de extra CP’s had gedaan in etappe 2 met de informatie uit etappe 1, was etappe 2 erg lucratief geweest. Dat laat ook het winnende team zien. Dus voor de volgende keer: extra punten geven voor de CP’s waarvan we graag willen dat ze ook daadwerkelijk gedaan worden. En de deelnemers informeren: dat de extra punten die je tijdens de race vindt een kortere afstand tussen de CP’s opleveren.

Veel teams begonnen etappe 2 met CP3 en CP4, op een gespiegelde kaart van het museumterrein. Door een foutje in de kompasroos op de kaart moesten ze er proefondervindelijk achter komen dat de kaart gespiegeld was, en 90 graden gedraaid. Dat leverde allereerst een moeilijkheid op om de locaties van CP3 en CP4 bij benadering te vinden, maar vervolgens moest je nog goed kijken wat west en wat oost was. Natuurlijk hielp een kompas, maar omdat het op de kaart andersom was was het toch verwarrend. 12% respectievelijk 23% noteerde het tegenoverliggende (valse) CP.

De windroos op de kaart is een grapje uit een oude geocache van mij, “Hoe Waaien de Wimpels”. Dat de N en Z als letters 90° gedraaid staan is natuurlijk niet handig voor symbolen die windstreken aangeven die 180° gedraaid zijn. Maar ja, dat krijg je in het Nederlands, met N en Z. En de E voor east en W voor west zijn ook niet zo practisch gekozen, als je een gedraaide kaart hebt. Nou ja, de kaart is niet gedraaid, kijk maar naar de schaal “100 m”, dat staat gewoon rechtop. En de N en de Z staan ook rechtop. Dus dan moeten de W en E ook rechtop staan? Klopt. Want west is de bovenkant van de kaart en east de onderkant. En dat betekent dat de kaart gespiegeld is. Klopt ook. Of van onderaf gezien, het is maar hoe je het bekijkt.

Op CP5 was iedereen al en beetje voorbereid: in de mail stonde een stukje Morse code. Maar dit was anders. Ooit naar de standaard Morse code tabel gekeken? Dan valt op dat de getallen steeds 5 piepjes zijn. Een rijtje korte gevolgd door lange, of omgekeerd. Dat was dan weer de grap. In het Codeboek stond een Morse tabel -korte O- en en Moorse tabel -lange O-. Lang en kort omgewisseld? Nee, gewoon achterstevoren. Achterstevoren zijn cijfers ook cijfers in het Morse alfabet, maar andere. Je hoeft niet moeilijk te doen, gewoon knopje indrukken bij CP5 en luisteren. En dan het juiste tabelletje in het Codeboek gebruiken. Bij CP88 hing welke dat was. 72% was hier, 9 teams noteerden een fout antwoord. Makkelijk was het niet. 3 daar van gebruikten Morse en niet Moorse, de rest vergiste zich in iets anders.

Bij CP7 sloeg de vermoeidheid toe. Er hing een blauw kaartje, maar de opdracht in het Roadbook was vrij stellig: noteer het nummer van de elektriciteitsmast. De mast was niet te missen. De aanwijzing kennelijk wel. 54% fout is veel. Gelukkig had iedereen CP6 wel goed.

CP8 was alleen te doen met de aanwijzing uit etappe 1: een snijpunt bepalen van de lijnen CP5-CP85 en CP63-CP80. Daar was een kuil, met een CP kaartje.

Ook voor CP9 was informatie uit etappe 1 nodig. Een aantal meters vanaf CP13 in de richting van CP88. Voor het gemak was de schaal van alle kaarten 1:10.000, dus het aantal hectometers in het echt was gelijk aan het aantal centimeters op de kaart.

Jammer dat slechts 8% van de teams de kompaskoersenroute van CP10 via CP11 naar CP12 heeft gedaan. De punten lagen niet zo ver uit elkaar, maar wellicht schrok de opdracht toch af. Die was als volgt: tijdens het intermezzo, in het museum, was een kompassimulator neergezet, een kistje waar je een kompas op kon leggen, en vervolgens ging de naald dezelfde standen aangeven die je zou zien als je de route vanaf CP10 via CP11 naar CP12 zou lopen. Dus als de naald met de noordkant naar voren wees, zou je naar het noorden moeten lopen. En wees de naald naar links, dan was het noorden links en liep je dus naar het oosten. Simpel? Toch niet helemaal, want veel kompassen hebben een ring met graden-waardes er op. Noteer je de graden die de simulator liet aanwijzen, dan is dat op zich prima. Maar als je vervolgens de graden-ring draait (wat op veel kompassen kan) naar datzelfde getal, draaien de noord-streepjes precies de andere kant op dan bij de simulator. Wijst de naald rechtsom, noteer je dan 90°, en draai je de ring naar dat zelfde getal, dan draai je de ring dus linksom, en wijst de noordkant naar links. Niet naar rechts. Met andere woorden: vergeet die getallen, dat werkt niet, dat gaat precies de verkeerde kant op. Maar toch is het verleidelijk.

Makkelijkst was gewoon pijltjes te tekenen, waar de naald heen wees. En dan tijdens het lopen van de route de naald achtereenvolgens die zelfde richtingen op te laten wijzen. Of de pijltjes te spiegelen, en dan te lezen als de te lopen koersen.

Eigenlijk, achteraf gezien, was het thema van etappe 2 “spiegelen”, bij CP3, 4, 5, 10, 11, 12 en 16.

We hadden een stukje op de kaart weggelaten, om er geen leunstoel-route van te maken. Er zaten vooral 90° in de paden, en het was bijna een perfect ruitjespatroon, maar toch nét niet en daarom wel leuk.

CP13 en CP14 stonden gewoon op de kaart. CP13 hadden we nodig om met de peilingen uit eerdere opdrachten leuk uit te komen. Het kaartje zat bovenop een groot bord. 32% klom er op. Maar ik weet niet hoeveel mensen er verder zijn geweest.

CP15 kwam je onderweg onder de weg tegen. Makkelijk? 58% kroop door de wildtunnel.

CP16 was een peiling. Klinkt eenvoudig. Je moest alleen even opletten dat het niet de peiling van CP13 náár CP16 was, maar ván CP13. Dus in tegengestelde richting. Maar zo moeilijk bleek het niet, 100% had het goed. Tja, er waren dan ook maar 2 teams die überhaupt dit punt vonden. De andere kant op hing een vals CP. Had niet gehoeven achteraf…

Digitaal papier

Nieuw! Van alles was nieuw deze N8-run, maar misschien wel het opvallendst was de digitale-antwoorden-invoer. Na gehannes de vorige keer (en ook de keren daar voor) met het overhaast invoeren van de antwoorden – het is 2:00 ‘s nachts en iedereen wil naar zijn mandje – en het onvermijdelijk verkeerd lezen van een paar ingevulde nummers, enen die zevens lijken en vieren die negens blijken, besloten we dat het anders moest. Diverse ideeën sneuvelden, van multiple choice, of punch cards, of iets elektronisch, tot gebruik maken van uit te rekenen checksums: alleen het zelf laten invoeren bleef over. We hadden al eens zelf met een telefoon op zak een race gelopen, waarbij onderweg QR-codes moeten worden gescand, maar dat was erg onhandig. Telefoon pakken, ontgrendelen, push-meldingen weg klikken, QR-scannen, verzenden, vergrendelen, opbergen, etc. Dus we besloten dat de telefoons “thuis” bleven en alleen voor het invoeren van de CP codes zouden worden gebruikt, na elke etappe. Patrick maakte een mooie kist met 42 vakjes, 1 per team, waar ze veilig in konden. Iedereen deed mee, al boden we ook de mogelijkheid ouderwets een papieren strookje in te leveren.

Elk team kreeg een blauw kaartje met z’n team nummer er op: ook handig voor de team-foto’s. Achterop een QR-code (en het antwoord van CP93) waarmee een unieke pagina opende als die gescand werd met ieders smartphone. Daarop stonden alle CP’s van de betreffende etappe, in de zelfde volgorde en lay-out als op het papieren antwoordenstrookje. Nummer intoetsen, groene knop (of volgend vakje) aantippen, en dóór. Onderaan een grote knop “inleveren”, waarna de antwoorden ook niet meer gewijzigd konden worden.

Zelf hadden we als organisatie een dashboard om te zien wie aan het invullen was, wie klaar was, en hoe lang het had geduurd.

Om iedereen te overtuigen om het digitaal in te vullen, trokken we de tijd van beginnen met invullen tot inleveren van de antwoorden, van de totale tijd af. Zo kostte digitaal inleveren niet méér dan op papier. Het invoeren, heb ik uitgerekend, kostte tussen de 3 seconden en 12 seconden per antwoord, met de ruime meerderheid tussen 5 en 7 seconde. Door teams tevoren bij inleveren van de telefoon alvast de QR-code te laten scannen stond de invoer-webpagina al open in de browser, en kon met invoeren sneller begonnen worden. De volgende keer kunnen we de links wellicht vast emailen. Om het kwijt raken van antwoorden bij uitval van de verbinding te voorkomen sloeg de web-app alles tijdelijk als cookie op, en ook werd elk antwoord, indien mogelijk, bij invoeren per CP direct al verstuurd.

Het grote voordeel kwam daarna: de antwoorden-check, en de score berekening ging in Excel (LibreOffice Calc), en we konden de antwoorden (en de tijden) direct daar in inlezen vanuit de server waar de teams ze op hadden ingevoerd. Geen fouten meer! Behalve fouten die teams zelf maakten. En bovendien veel sneller. Ideaal! De enige vertraging na afloop was wat discussie over bepaalde punten, en het wachten op teams die verdwaald waren.

Routekeuze en tactiek

Zoals gezegd was dit een tactische race. Allereerst om zelf de volgorde te bepalen langs de wolk CP’s, waarbij er geen voor de hand liggende connecting-the-dots-route was. En om daarbij in te schatten wat voor jouw team een haalbare lijn was, qua loopsnelheid. Maar ook om dat te verdelen over de tijd, met de twee delen van de eerste etappe, zijn verplichte Intermezzo tussen 21:30-22:30, en met een tweetal CP’s die alleen op de even kwartieren of juist de oneven kwartieren van elk uur te doen waren.

Daarbij was het ook nog de keuze om alleen makkelijke punten de bezoeken (hoewel je dat nooit echt weet tevoren), of om juist de extra aanwijzingen te verzamelen die bij etappe 2 vereist waren. Juist die locaties waren makkelijker te vinden, denken we.

En zo kon je, als je focuste op de aanwijzingen voor de volgende etappe, maar beter genoeg tijd over houden voor etappe 2 om die gegevens ook te verzilveren. Zonder die gegevens was de laatste etappe flink korter (of had minder punten), en dan hield je misschien tijd over die je beter in de eerste had kunnen besteden.

Kortom: lastig.

Hier onder zie je op de kaart aangegeven hoeveel teams elk punt bezochten, weergegeven als de diameter van de bolletjes. Ook zie je in rood/groen hoeveel teams het “foute” CP noteerden. Je kan hier niet helemaal de gelopen routes uit halen, maar duidelijk is wel dat de punten “dicht bij huis” het meest gevonden werden (niet verwonderlijk), en dat het rondje in het zuidoosten veelal CP70 oversloeg.

Het lijkt of er onwaarschijnlijk veel teams CP85 bezochten maar de rest van Son lieten liggen, maar dat was niet zo; CP85 was al in de email gegeven. Opvallend eigenlijk dat niet 100% van de teams dat antwoord noteerde.

Het hoekje in het noordwesten was duidelijk te ver weg voor de meeste teams, daar kwam maar 17%. En het zelfde geldt voor de meest zuidwestelijke punten. Jammer dat CP27 met de glow sticks, ondanks de dubbele punten die je daar kon verdienen, werd overgeslagen. Het was zo’n fascinerend gezicht in het donker. Maar ook de kompaskoersen route, met 3 CP’s dicht achter elkaar, werd vermoedelijk te moeilijk geacht.

Een paar CP’s valt op wat betreft veel gemaakte fouten:

  • CP36 (62%) met de drie naburige heuveltjes
  • CP7 (54%) waar het niet om het CP kaartje maar het nummer van de niet-te-missen 380kV electriciteitsmast ging
  • CP48 (45%) tweede “halte” van metro route; de route was lastig überhaupt
  • CP97 (43%) het punt in het noorden, op de memorisatie kaart, waar ook een vals CP hing
  • CP96 (33%) waar de memorisatie kaart hing, op de kaart uit 1928, ook daar een vals CP
  • CP99 (33%) nog een punt op de oude kaart, helemaal in het westen, met een vals CP
  • CP55 (32%) de juiste “ZW”hoek van een wirwar van slootjes/greppels, met valse uiteraard
  • CP69 (28%) het “kanon” met de twee sterren

Helaas zijn een aantal -naar onze mening- leuke CP’s nauwelijks bezocht (maar gelukkig zijn overal wel ten minste 2 teams geweest). Zoals de kompaskoersen uit de simulator, de luchtfoto met glow-in-the-dark-sticks, de punten op de oude kaart, en de punten in etappe 2 waarvoor je de gegevens uit etappe 1 nodig had.

Klik op de tabel om in te kunnen zoomen. Hier zie je de goede en foute antwoorden per team, en een statistiek per team en per CP.

Dat leren we er dan weer van: als je een overdaad aan punten plaatst, waarbij alle teams ten minste een paar moeten overslaan, zijn dat -niet ten onrechte- de punten die wat moeilijker lijken of waar je iets extra’s voor moet doen. Laten dat nou net de punten zijn waar veel werk in is gaan zitten vaak.

En dat brengt me op mijn laatste opmerking: de route pakte dit jaar flink langer uit dan gedacht. Waar we vorig jaar nog heel mooi uitkwamen, en de top-teams net aan alle CP’s konden bezoeken, hadden de winnende teams dit jaar een antwoord percentage van 65%. De totale route, realistisch gemeten, over paden, was ongeveer 13+15+6 km. Dat is bij elkaar 34 km. Tegen vorig jaar 33 km. Dus de lengte maakt niet het verschil. Ook toen was er Intermezzo dat best wat tijd kostte, en bovendien een Proloog. Maar het verschil zat hem waarschijnlijk in wat andere factoren:

  • Vorig jaar was het volle maan, dit keer was er geen maan aan de hemel.
  • Dit keer was het geen lineaire route, overeenkomstig het roadbook. Waardoor er meer tijd ging zitten in het plannen, en vast ook niet altijd de snelste route werd gekozen.
  • Er waren wat extra moeilijkheidsgraden, met tijd-CP’s, afhankelijkheden tussen etappes, etc.
  • Ik hoorde van de proeflopers dat het oriënteren op zich makkelijker leek dan vorig jaar, maar zij waren wel met volle maan het bos in.
  • Het bepalen van de locaties van de extra punten in etappe 2 kostte natuurlijk ook tijd.
  • Aan het Intermezzo besteedden veel teams toch behoorlijk veel tijd. Al rekende ik hier boven uit dat dat vaak een goede keuze was. Maar dat zit natuurlijk niet in de 34 km die ik net noemde.
  • De afstand was wel iets langer dan vorig jaar. Maar 1 km méér verklaart niet die 35% die minder bezocht werd.

Kortom, elke race is toch weer anders. Mijn inschatting van tijd per CP en per km uit 2024 is niet heilig.

De uitslagen kan je overigens in een vorige post vinden: N8-run 2025, de uitslag.

Help!

Ten slotte nog dank aan onze helpers! Zonder hulp van hen was het nooit gelukt om zoveel teams in korte tijd te ontvangen, te foerageren, te fotograferen, te ranken, te drinken te geven, en te laten verdwalen in een donker bos.