Dat was lekker! Mooie loop, heel mooi! Gevlamd, van begin tot eind. En heel verrassend terrein. De dag begon al met een mooie estafette-carpool: Ralph → J-G → Hans → Leopoldsburg (dat ik steevast als Leopoldsbrug las), waarbij we onderweg de tactieken doorspraken. Nou ja, Ralph vertelde ons wat de tactiek was. Nog een voordeel van samen rijden: het lijkt minder ver. Want aanvankelijk vond ik bijna een uur rijden naar een OL best lang (kijk op deze pagina voor actuele reistijden: erg handig), maar met drie vloog de tijd.
En dan Leopoldsburg zelf: heel apart plaatsje. Het straten en veldjes plan, zonder veel gebouwen, doet vermoeden dat hier in een militair verleden enorme kampementen hebben gestaan, of legers met tenten en paarden en tweedekker-vliegtuigjes en pantservoertuigen hebben gestaan. Later die dag zouden we nog meer gerelateerde herinneringen uit het verleden tegenkomen.
Tijdens het verkleden in de riante sporthal: wat doe je aan? Het lijkt koud, dus een thermo, een shirtje, en een windjackie? Die laatste ging vlak voor de start uit: veel te heet. Hoewel ik toch niet omloop 1, maar 2 ging doen, zodat ik naderhand met Ralph zou kunnen nakaarten (mooi woord, met Oriëntatiolopen in de context).
Eerst een open traject. (Is traject een mooie vertaling van het Engelse Leg?) En nog één en nog één. Een hele lange, maar het einddoel was al zichtbaar: een rijtje bulten op een rechte lijn, in het verlengde waarvan het CP lag. (Vanaf nu ga ik CP schrijven voor controlepost). Makkelijk te vinden, en de daarop volgende ook. Toen maakte ik een fout: ik zag iemand voor me, en dat werkt dan toch als een magneet.
Wat slordig van de kaartmaker, dit bosje is al dagen geleden gekapt. Maar ik stond zelf 200m verkeerd.
Toen weer wat stukjes door het bos, allemaal heel snel ging het. Allemaal volgens par. En daar was weer het open veld. Volkomen van boven naar onder op de kaart, een heel lang stuk, maar prachtig. Die lange benen zijn waar ik secondes op win, zag ik ook in de Splits, achteraf. En de korte benen waar het om routine, memoriseren, techniek gaat, daar kan ik nog veel op winnen door te verbeteren.
Vlak bij de volgende post werd me ook duidelijk wat de kleine zwarte kruisjes op de kaart waren: verlaten pantservoertuigen. Eerst dacht ik dat er tijdens onze loop een oefening aan de gang was, maar al het ijzer was verlaten, verroest, en deuren ontbraken. Dit hoorde bij het terrein. En dus stond het ook op de kaart. Maar ter plekke was het wel een bizar plaatje, deze ijzeren karkassen, die nog net voor ze stierven de schaduw van een van de eenzame bomen op deze heide leken te hebben opgezocht.
En vlak daarna werd het nog leuker. Op de kaart was het al een chaos van lijnen, die dezelfde post drie of vier keer aandeden, maar in het echt was het nog veel leuker: de verschillende omlopen hadden ook nog eens eigen CP’s hier staan, waardoor overal en nergens mensen liepen. Om dan ineens weer te verdwijnen. Want in dit stukje bos lag het vol met loopgraven. Eerst verbaasde het me wat een diepe greppels hier liepen, maar toen het netwerk toch wel hele systematische patronen vertoonde, werd duidelijk wat het waren. En het effect was hilarisch: als konijnen in de schiettent op de kermis kwamen uit het niets op willekeurige plekken renners omhoog, en anderen verdwenen weer even snel.
Kennelijk ging ik er zo in op dat ik de volgende post, buiten het loopgravengebied, spontaan niet kon vinden. Had ik Ralph al die tijd achter me weten te houden (hij was 6 minuten later gestart), hier ineens haalde hij me in, maar ook hij kon de post niet vinden. Pas toen ik nog een keer goed op de kaart keek zag ik dat het geel van het zand er in twee tinten was: de zandpaden stonden er wel degelijk op. En zo vonden we tegelijk de post.
Vervolgens volgde een haasje-over jacht naar de finish. In eerste instantie schoot Ralph er vandoor, maar ik haalde hem langzaam in op het rechte eind. Tot ik besloot een andere route te kiezen, en door te steken waar hij het pad pakte. Op zich maar marginaal sneller, maar vervolgens liep hij de post te zuidelijk voorbij, en liep ik er recht op af. Tot de finish wist ik die positie vast te houden.
Wat ik wel merk is dat het een stuk sneller loopt als je iemands adem in je nek voelt. Dat is een stuk opzwepender dan wanneer je om 9:00 start, vòòr bijvoorbeeld de Sylvester::Boshoverheide echt van start gaat, en er nog niemand om je heen te zien is. En het is een stuk veiliger dan achter iemand aan lopen. Want zelf maak je uiteraard minder fouten dan die ander. Toch? Of je wilt of niet, iemand die voor je loopt werkt als een magneet: je trekt er altijd heen, ook al weet je dat jouw koers bewust afwijkt van de zijne. In dit geval ben ik van overtuigd dat zowel Ralph als ik zelf harder liepen omdat we in elkaars buurt waren.
Naderhand zijn we nog even langs een Geocache in de buurt gelopen. Wat niet moeilijk was, want het stikt er in Leopoldsburg van. Dus hier kom ik vast nog eens terug.
Gelukkig was ik mijn Garmin Forerunner 305 niet vergeten te starten bij de start, want –daar kwam ik laatst achter– hij logt geen track als je niet op start drukt. Klinkt logisch, maar ik ging er van uit dat hij, zo lang er GPS ontvangst was, ook de positie zou opslaan. Niet dus. Maar omdat het nu wel gelukt was heb ik weer een Quickroute kaart gemaakt. En anders zouden er altijd nog de Splitsbrowser uitslagen zijn.