Yearly Archives: 2022

Cherrypicking om Twickel

‘Onderschat’ is een understatement. Áfzien was het. Maar te doen. En ook mooi. Maar een overdaad aan CP’s en overmaat aan kilometers. Gebrek aan tijd hoor je ons niet over klagen, met nog ruim 2 minuten over tot het moment du disqualification. Had het langer geduurd, dan hadden we langer af moeten zien. Dat we tientallen punten moesten overslaan wegens tijdgebrek deert niet, want alle anderen sloegen meer over. En dus gingen we met de eerste prijs naar huis. Kort samengevat.

Aan het begin van etappe 1 wisten we het nog niet. Dat “CP 213 was vervallen”, zoals ons bij de briefing werd meegedeeld, en waar hartelijk om werd gelachen, bleek geen grap, en hoewel niet elk nummer bleek te bestaan, nummerden de CP’s wel degelijk van 1 t/m 235. Het was dan ook niet te doen om overal langs te lopen, tenzij je ze al wist te hangen en binnen een paar seconden de nummers kon noteren. Maar omdat we soms toch wel een paar minuten liepen te zoeken, en bovendien niet alles vonden, werd het aan het eind van etappe 1 toch echt cherrypicking, en moesten we de iets afgelegener punten overslaan om de deadline voor deze etappe niet meer dan een uur te overschrijven. 1 uur was het maximum, om diskwalificatie te voorkomen.

Dat was toch wel even slikken. Normaal gesproken lukt het ons prima om alle CP’s af te lopen binnen de tijd. Maar vorig jaar, ook bij deze wedstrijd, was het op het eind van etappe 2 ook al kritisch. Alleen bleek toen dat de CP’s van etappe 3, de laatste etappe, zo dicht bij elkaar lagen dat we bijna een uur over hadden op het eind. En we dus beter wat straftijd, maar wel een flink aantal extra CP’s, bij etappe 2 hadden kunnen meepakken. En dit jaar? Geen idee. Maar etappe 1 is al krap, en we slaan wat punten over. Blijkt etappe 2 al helemaal niet te doen. Misschien met een dik uur extra was het gelukt, als we etappe 1 hadden ingekort. Maar ook etappe 3 is krap, en eigenlijk hebben we overal punten moeten laten liggen. Hadden we beter in etappe 1 wat kunnen overslaan en in 3 extra meenemen, zodat in elk geval de straftijd van etappe 1 minder was geweest bij een gelijk totaal aantal punten? Tja, dat denk je dan achteraf pas.

Etappe 1

De race start met een puzzeltje. Morse code, cijfers, het coördinaat van de eerste kaartwissel, tevens beging van etappe 2. Het punt staat al op de kaart getekend, maar die kaart krijg je pas als je het juiste coördinaat hebt laten zien. Morse code is voor ongeoefenden best lastig. Gelukkig zit de zaal daar vol mee. Na een keer of honderd het riedeltje piepjes gehoord te hebben begint het systeem te dagen, hoe je hier naar moet luisteren, en als het dan lukt is het ook in 1 keer goed. De truc lijkt: luisteren of een teken met een lange of een korte piep begint, en dan het aantal lange piepjes tellen; de korte gaan te snel. Dan krijgen we de kaarten. Intekenen, snelste route bepalen, en gaan!

Het is meteen al flink zoeken bij de eerste 3 punten. Een ingetekend punt onder een spoorbrug (CP84) is zo lastig te vinden, terwijl we met 10 teams staan te zoeken, dat we heel blij zijn als we überhaupt een nummer zien. Blijkt het achteraf vals te zijn.

Een tijdje loopt het daarna lekker, al moeten we lang zoeken bij CP99, waar tegenwoordig een snelweg loopt. Het is wat gissen hoe de oude weg liep, zoals die op de kaart uit 1938 staat.

Tot aan het 16e CP schiet het dan weer lekker op, maar dan komen we de eerste (niet) tegen die we niet kunnen vinden. Toch een flinke tijd lopen speuren, en hoewel we eventjes alle andere teams achter ons hadden gelaten, voegen die zich ook bij ons. Achteraf is dat punt gewoon weg of hangt verkeerd, want helemaal niemand heeft het gevonden (en 2 teams hebben een vals nummer genoteerd). Maar ja, dat is retrospectief. Op het moment dat er niets wordt gespot is het frustrerend, en steekt dat tussen de spaken van het wiel dat zo lekker liep. Zo’n gevoel kan je de hele dag achtervolgen.

Of niet. Want, nadat we een behoorlijk aantal punten weer soepeltjes vonden, blijkt dat etappe 1 toch wat lang is, en we punten moeten laten liggen. Het gevoel dat we CP107 niet hebben gespot wordt langzamerhand overschaduwd door een heel andere gedachte: zonde dat we zo lang hebben lopen zoeken. Daar was helemaal geen tijd voor.

Soms moet er wel wat langer gezocht worden, als we net een paar honderd meter uitgeweken zijn naar een wat afgelegen punt. Twijfel bij CP224 dat aan de waterlijn moet hangen, maar misschien is de waterpoel opgedroogd waardoor het 10 meter scheelt. En CP206 hangt dan weer verder dan gedacht. Samen met het team dat 2e wordt lopen we daar een tijd tussen de muggen te zoeken. Wij vinden hem uiteindelijk, omdat ik hen ineens weg zag lopen, en daarom loop naar waar zij net vertrekken. Blijkt dat dat was omdat ze het lang genoeg hadden vinden duren, en het punt ongevonden achter zich lieten. Geluk.

Er zijn van die dingen die ik achteraf niet begrijp. Zo noteerden we bij CP201 een vals nummer. (Overigens noteerde iedereen daar een fout getal, dus de vraag is waar het dan aan lag.) Volgens het roadbook zou de info er voor bij CP195 hebben gehangen. Zoiets kan ik me ook herinneren. Ergens aan de weg naar het zuiden vonden we dacht ik iets. Maar het vreemdst is nog het punt waar we vanaf CP198 naar zochten. Ook daar stond op het kaartje een projectie voor een ander punt. We hebben daar op iets van 175 meter, 180 graden (volgens de kaart met mijn GPS track; ik heb geen aantekening kunnen vinden), lopen zoeken naar een kaartje aan een pad. Best lang. We zijn het enige team dat CP198 überhaupt vond, dus ik kan het ook niet aan iemand anders vragen. Maar waar hebben we naar lopen zoeken? Op het roadbook staat geen enkel punt waar CP198 naar zou verwijzen. Alsof we een zonnesteek hebben opgelopen. Waarom? Of stond er toch iets op dat kaartje, onbedoeld? Wie zal het zeggen.

Maar dan komt het grote overslaan. De tijd dringt. En dus laten we 6 punten liggen, en houden we het bij nog 2 (CP231, door 2 teams gevonden, en CP205, door helemaal niemand gevonden) na kort zoeken voor gezien.

Bijna een uur over de (zachte) deadline komen we -met de nodige strafminuten- 3 valse CP’s, 3 niet gevonden, en 6 punten overgeslagen, bij de kaartwissel. Altijd grappig hoe je na verlaten wildernis ineens op een overvol terras staat vol bierdrinkende dagjesmensen. Minder grappig dat we in de stress zitten vanwege de tijd. En het is me ook nog steeds een onaangenaam raadsel waarom CP136 fout blijkt te zijn. Maar daar zullen meer teams zich over verbazen, want iedereen had dat punt fout, blijkt.

Etappe 2

Met de nodige achterstand qua tijd beginnen we aan etappe 2. Het zijn ontzettend veel punten. Het lijkt handiger om tegen de klok in te lopen en aan het eind wat punten te laten liggen. Maar of dat de juiste strategie is moet nog blijken. Het begint in elk geval niet goed. Patrick gaat door zijn enkel, en we doen even rustig aan. Niet rustig genoeg om het juiste CP36 te noteren, dat tricky blijkt vanwege de grote weg die na 1961 (de datum van de kaart) is aangelegd en waardoor alles er nu anders uitziet. Het is een punt ergens aan wat toen een recht pad was, halverwege het één of ander. We zijn wederom in goed gezelschap, want meer teams noteren het foute dan het goede nummer.

Één puntje (CP44) kunnen we niet vinden, en vijf andere onderweg slaan we over vanwege de tijd, voordat we het roer omgooien. We besluiten een lus langs 12 punten, die nog minstens 6 km aan de route had toegevoegd, rechts te laten liggen. Meer het kost wel weer ruim 1,5 km, een discussie met een watermolenaar omdat we over een drijvend ponton rennen dat kennelijk niet als oversteekplek over het watertje bedoeld is, en enige momenten van verdwaaldheid omdat we tussen twee kaarten in lopen, voordat we weer op het rechte pad komen. We pakken nog 5 CP’s mee (waarvan er 1 vervallen blijkt) voordat we terug komen bij het alsmaar drukker wordende terras aan de rand van Delden. Ideaal, zo’n Garmin Fenix 6 met draadloze betaaloptie, want anders zonder cash geen 2 ijskoude cola. En nu wel!

Etappe 3

De laatste etappe begint om 15:45 met een eerste punt dat we niet vinden, wat de verhouding van wel-tegen niet-gescoorde punten op de eerste kaart van deze etappe op 10 tegen 12 brengt. Het is nog tricky om de watermolenaar van de vorige etappe te ontlopen bij CP158, maar we slagen er toch in.

Paars is niet gevonden, rood is niet gezocht.

Bij de tweede kaart van de laatste etappe voelen we iets meer lucht, en scoren 12 CP’s (terwijl we er 3 laten liggen), maar het is toch nog redelijk opschieten. Een schatting van de resterende kilometers en resterende minuten lijkt te laten zien dat we het nét aan gaan redden. De harde deadline is om 17:30, dus we hebben 7 kwartier voor deze laatste 12 km. Maar dat laat niet veel tijd over om punten te zoeken, als je bedenkt dat we over de eerste 38 km zo’n 6:15 uur hebben gedaan. Dat is dan exclusief intekenen; dat kost ook anderhalf uur bij elkaar, op de hele dag.

Dan, eindelijk, lopen we de laatste kaart op. Moe van de kilometers, dorstig van de warmte, pijnlijk van het lopen. Het is nog zo’n 2,5 km gaans, maar we hebben nog maar een half uur de tijd. En geen minuut meer, want de zachte deadline is dan net ingegaan. 10 CP’s: dat is wel de moeite waard. Zouden we ze allemaal nog vinden? Ergens bij een vijvertje zoeken we een paar minuten: niets. Één team vond dat punt wel, dus het was er. Maar het komt nu op minuten aan of we nog op tijd zullen zijn. En daarom lijkt het goed uit te komen dat we CP126 zien hangen, ergens voordat we CP127 tegenkomen waar de aanwijzing naar CP126 zou moeten staan. Ik tel alvast de passen en de afstand klopt met de projectie die niet veel later bij CP127 als opdracht op het CP-kaartje staat. Des te vreemder als dit punt achteraf toch fout blijkt. Maar goed, nu geen tijd om daar over te piekeren: dóórlopen! Dwars door de brandnetels naar CP83 (die we niet kunnen vinden); maar de pijn, of is het jeuk, geeft genoeg adrenaline om nog even vol te houden tot de finish. Met nog 2 minuten over, op een route van bijna 51 km, en 9 uur onderweg: “op de valreep” is geen understatement.

Bovendien hebben we 8 van de tien foto’s van de fotospeurtocht die door de route verweven was in het voorbijgaan gespot. Eentje fout, die van dat hek dat we drie varianten tegenkwamen, en waarbij we telkens keken of er toch niet óók een CP op hing, maar kennelijk net de juiste niet hebben gezien. Wat maakt het uit?

Epiloog

Een voldaan gevoel. Want we hebben toch maar weer de 1e prijs in de wacht gesleept. Door een combinatie van lekker doorlopen, slim plannen, en op de juiste momenten wat punten overslaan. Al had het niet veel uitgemaakt waar op de route we dat deden, want alle drie de etappes hadden een overmatig aantal CP’s en kilometers. Het werd dus een beetje cherry picking onderweg, al hadden we dat in het begin nog niet door. We hadden nog iets meer low-hanging fruit kunnen scoren op het eind en de 2e etappe als we minder tijd tijdens etappe 1 hadden gezocht naar die punten die we niet vonden.

Afgezien van de afstand en het aantal punten wisten we een beetje wat er verwacht kon worden. Prima kaarten, de bekende uitdaging van een kaart uit een ver verleden, een geroteerde luchtfoto die nogal donker is afgedrukt. Af en toe wat puzzelen om te vinden hoe de kaarten aan elkaar passen en welke graden bij welke grid-lijn horen. Leuk! Dit keer geen onmogelijke UTM intekenpunten. Wel een luchtfoto met een schaalaanduiding die voor geen (100) meter klopt.

Voldoende CP’s om te kunnen winnen. Spannendst was de uitslag bij die MidwinterRun een paar jaar geleden toen we ruim binnen de tijd terug waren, en het om het kleinste aantal fouten ging, niet zo zeer om de tijd. Maar dit keer was het een kwestie van kilometers maken en onderweg zoveel mogelijk nummertjes noteren. De uitdaging was om de juiste punten te laten liggen, en net binnen de tijd terug te zijn. Want, behalve het grootste aantal CP’s noteerden we ook het grootste aantal valse. Dat hoort er dan kennelijk bij. Terwijl ik wel vond dat de punten goed op de juiste plek hingen; die die we wél vonden dan.

Het was weer een geweldig dagje buitenspelen, dat, omdat we vlakbij hadden gekampeerd, ook nog eens heel ontspannen begon. Ideetje voor volgend jaar om op naast een tentenveldje te starten, en de avond tevoren bij een kampvuur spannende verhalen over valse checkpoints te vertellen? We zijn er vast weer bij…

Blauw: gevonden (bij CP61 en foto 7 waren we de enige).
Oranje: fout (4 daar van is door niemand correct gevonden).
Paars: door ons niet gevonden (6, waarvan 2 door niemand gevonden).
Rood: hebben we niet naar gezocht (waarvan 8 door niemand gevonden).
Geel: hadden we fout (waarvan 2 door iedereen fout ingevuld).

Vestingsprint

Vanwege het miezerweer was het uitgestorven op straat (en waren de verplichte fluoriserende hesjes misschien niet nodig), maar de toeristen vormden dan ook niet de obstakels die het NK in Naarden tot een sprint van niveau maakten. Het is ook niet altijd direct even duidelijk wat de vorm gaat zijn die je gaat aantreffen als je tijdens het rennen in de gauwigheid op de kaart probeert te zien of iets een berg of een dal, tussen alle lijntjes van hoogte, begroeiing, bebouwing, en routemarkeringen.

Links een stukje van de kaart gevisualiseerd met LIDAR data van AHN4, rechts de O-kaart met de route van omloop 1.

We waren hier 4 jaar geleden geweest bij een wedstrijd, en wisten wat te verwachten: vele korte hoogtemeters over steile stadswallen, en onoverzichtelijk begroeide labyrinten met listige hoekjes om posten te plaatsen. Maar goed, zoals altijd is het voor iedereen dezelfde uitdaging, en naarmate er meer fouten te maken zijn is het onderscheidend vermogen van de race ook groter, en komt het minder aan op ‘gewoon heel hard rennen’. Leuk dus.

Naar post 1.

Soms kwam het aan op de juiste routekeuze qua afstand, maar vaak genoeg ging het meer om beloopbaarheid en het gemak om de post snel te zien staan in het terrein. Dat eerste is dan weer makkelijker objectief na te meten, en daar laat ik hier daarom wat voorbeelden van zien.

Het begon al meteen bij de start. Twee opties, linksom en rechtsom. Er was een kort moment om op de kaart te kijken, want de start was gelegen aan het begin van een dijkje dat tussen de stadswallen door leidde. Mijn eerste indruk was dat rechtsom korter was. Maar toen ik het ‘tunneltje’ uit kwam leek links me misschien toch wel sneller, want dat oogde opener en meer in de richting van waar ik aankwam. Maar in een flits besloot ik toch bij het oorspronkelijke plan te blijven, en dat was maar goed ook, want rechtsom was ruim 10% korter. Op zich wel vreemd dat de route naar post 2 weer het zelfde stuk terug leidde, maar dat doet er niet toe.

Een volgende op het oog lastige keuze was van post 5 naar 6. Twee totaal verschillende routes. Ik liep rechtsom, wat een paar meter scheelde zo te zien, maar in dit geval denk ik dat de post sneller was gespot als ik linksom was gelopen. Bovendien zaten daar minder scherpe bochten in, en ontbraken de gladde trappetjes, waardoor dat wellicht iets sneller was.


Dan de keuze van 9 naar 10. Genoeg tijd om op de kaart te kijken en er over na te denken. Ik twijfelde tussen de rode route linksom en en blauwe rechtsom. Een route tussendoor, 25 meter korter, heb ik niet overwogen. Dat zou misschien 10 seconden hebben gescheeld, maar achteraf was de gekozen route veel makkelijker te lopen dan tussendoor door de (onbekende) begroeiing het talud op lopen. En dan is het verstandiger om voor zekerheid te kiezen. Goed gekozen dus, vind ik.


Van 12 naar 13 was een snelle beslissing. Ik wist dat het pad tussendoor, beneden, snel liep, en dat het kronkelpaadje over de wallen rechtsom niet heel snel was. Het bleek ook 40 meter langer. De listigheid zat toch wel in de post zelf die tussen veel groen stond. Het pakte goed uit. Maar er was niet veel tijd op het end om alvast te kijken wat de route van 13 naar 14 zou worden omdat ik vooral moest opletten waar ik liep door het hoge gras.


Een snelle keuze, die gelukkig niet heel veel uitmaakte. Alhoewel… Ik besloot linksom te lopen, en hoewel het ‘maar’ 12 meter langer was, was het vooral de beloopbaarheid die van belang was. Ik had besloten de helling af te glijden naar het gebouw (op het kaartje links van post 13), maar dat ging minder snel dan gedacht. En vervolgens miste ik net de doorgang in het heggetje bij post 14 waardoor ik daar een stukje omheen moest lopen. Dat was niet gebeurd bij de benadering rechtsom, dus zowel korter, als sneller was, want dan had ik direct na een klimmetje van hooguit een meter of 2 van post 13 weg kunnen lopen over een pad.

Van 15 naar 16 was vooral vaart maken. Het zou evenveel klimmen zijn, linksom en rechtsom, met rechtsom misschien een glooiender stijging de stadswallen op, maar linksom weer 20 meter terreinwinst. Ik denk dat het grootste verschil zat in de benadering van de post zelf. Ik zag gelukkig toen ik aan kwam lopen (via de route linksom) dat de kuil waar de post onderin stond alleen vanuit de van mij uit gezien verre kant te benaderen was, dus rende ik er al direct omheen. Maar dat was niet te zien op de kaart. En ook hier was het verschil tussen de routes hooguit 5%. Twijfelen kost meer tijd.


Om vervolgens van17 naar 18 te lopen zag ik twee mogelijkheden, en om de een of andere reden de derde over het hoofd. Ik koos de minst slechte, ik denk vooral omdat het paadje aan het eind van de route linksom dat de stadswal af leidde wat voorbij de post uitkwam. Waardoor het langer leek. Achteraf, toen ik weer omhoog de wal op moest naar 19, bleek afsnijden daar voor de hand liggender dan gedacht, en dan zie je dat de groen route middendoor bijna 20 meter korter is dan de rode rechtsom, die ik had gekozen. Daarentegen liep het wel lekker door over de paden.

Ten slotte het laatste sprintje naar de finish, vanaf post 20. Gelijk spel, maar rechtsom was minder bochtig.


Als je dan alles bij elkaar neemt zat het grote verschil niet in de keuze van de kortste routes, want doorgaans waren die min of meer gelijk, maar eerder in de beloopbaarheid (een steil talud met begroeiing kost relatief veel tijd), en de zekerheid om de post direct te vinden. En vooral dat laatste heb ik mijn tijd op verloren, denk ik.

En dan met name van 10 naar 11: waar de snelste het net onder de 40 seconden liep, had ik 2:15 nodig met het uitkammen van de omgeving, omdat ik hem in eerste instantie, terwijl ik vlakbij was, niet zag staan, en er omheen omhoog liep, weer omlaag, toch weer omhoog, en alsnog aan de andere kant omlaag. Zonde van de tijd, en een aanzienlijk deel van de 3 1/2 minuut die ik achter de nummer 1 eindigde.

En verder waren er nog een paar posten die ik qua uitvoering wat sneller had kunnen doen, zoals omhoog naar 2 (door het gras tot het pad), omlaag naar 3 (ook door het gras de helling af glijden), en op het eind waar ik de post net niet zag staan aan de verkeerde kant van een boom (postomschrijving!).

Een handige voorbereiding, heb ik geleerd, is alvast snel naar de postomschrijving te kijken in de 2 minuten voor de start die je daar voor hebt, en vaststellen dat alle posten bij hoeken van muurtjes in binnenhoeken staan. En dat betekent bij een vesting: aan de lage kant, onderin. Dan had ik sneller kunnen bedenken aan welke kant ik had moeten zoeken.

Al met al voor de volgende keer: met iets beter op de kaart kijken en de postomschrijving kan ik veel tijd winnen bij het sneller vinden van de post, en als een post lastig lijkt op de kaart (5, 7 en 11) dan is dat in het echt ook meestal zo, en kunnen een paar seconden voorbereiding (lees: kaartlezen) er een paar tiental schelen in het resultaat.

Midwinterrun 2022

Dit is een braindump. Het is nu anderhalve maand later, dus ik moet nog flink graven in de grijze cellen om deze dag weer boven water te krijgen. En tegelijkertijd kan ik vrij veel nog letterlijk voor me zien. Ik zou zo weer de zelfde route kunnen lopen, zonder kaart. Althans, dat denk ik. Het zou wel een grappige test zijn om dat ook te proberen. Een Midwinterrun vergeet je niet zomaar. Dat is altijd een feest.

Gewaagd, korte broek in de winter?

Het ene jaar zijn we te laat, het andere jaar is de tank onderweg er heen bijna leeg, maar dit jaar is er niets mis met onze aankomst. Het lijkt er eerder op dat we te vroeg zijn, en nog even moeten kleumen in de auto. Want de start is nog behoorlijk Covid-proof georganiseerd: geen gezellige hutje-mutje-koffie-met-cake in een schuur om de pre-start-stress nog wat op te voeren door te kijken naar en zelf mee te doen aan het in allerijl in de ren-rugzak proppen van geodriehoeken, rekenmachines, energierepen, en watervaste pennen. Maar de half overdekte briefing, maakt dat het net niet al te koud is. De lucht van versgezaagd vuren verraadt dat hier wellicht een maand geleden nog geen dak stond. Het is fris vandaag, er staat wind, maar het is geen keihard winterweer. Dat maakt het niet makkelijker om te beslissen wat aan te doen, want je weet eigenlijk dat het in de loop van de dag nog wel eens kan veranderen, zowel plus als min. Ik ga in korte broek, voor het plus-geval, en Patrick rekent op min, in het lang. Dan weet altijd minstens het halve team de eindstreep te halen.

Logiquiz

Wat je ook altijd weet is dat je nooit weet wat je te wachten staat. Dat het ver gaat zijn, weer een hele dag lopen, dat er blauwe kaartjes gezocht moeten worden, dat die meestal wel ongeveer op de juiste plek hangen, dat er altijd een paar weg kunnen zijn, of toch op een andere plek hangen, dat weet je ook. Maar het is knap hoe de organisatie, Chickenpower, elke keer weer iets onverwachts weet te presenteren als openingsopdracht.

Dit keer is het onverwachte een envelop met maar 1 enkele kaart er in. Waar een heleboel punten op staan, dat dan weer wel. Maar de meeste zonder enige CP aanduiding. Meer punten zijn het in elk geval dan in het roadbook vermeld staan. “Kom, het zal wel een score-loop zijn”, denken we, en we gaan onverdroten op weg naar dichtstbijzijnde punt. Vervolgens vinden we daar inderdaad een CP-kaartje. Ik roep het nummer naar Patrick. Maar waar moet hij het noteren? (Hij hanteert vandaag het roadbook en noteert de nummers.) Dit punt heeft geen CP waar het bij hoort, het is er gewoon.

En dan pas lezen we verder. De 16 CP’s van deze eerste etappe vormen een soort logiquiz. En we concluderen dan ook dat we niet langs alle punten hoeven te lopen. Ter plaatse staan we een minuut of tien te puzzelen en bepalen een strategie. Terwijl de eerste teams die bij de start direct aan het puzzelen zijn geslagen in plaats van er als chicken zonder kop vandoor te gaan, aan komen lopen, gaan wij door naar het volgende punt waar iets te vinden zou moeten zijn. Als je de koppositie hebt moet je die vasthouden, toch?

Desalniettemin verloopt het stroef. Van enkele CP’s was de afstand gegeven tot een bepaald ander CP. Klinkt simpel: liniaal pakken en meten. Maar het scheelt maar één mm op de kaart of het een juist of verkeerd punt is; dat is wat 20 cm papier doet (het heet hygroexpansie) als het 0,5% rekt omdat het van 30% naar 80% luchtvochtigheid gaat, van binnen in een droge envelop naar buiten in een mistig bos. Dus als de papieren kaart ook maar een beetje vochtig wordt klopt de schaal niet meer helemaal en zit je er gauw naast. Hadden we toch maar warm en droog bij de start onze punten bepaald zoals de rest deed… We lopen 10 minuten te zoeken waar niets te vinden is.

Ook is er een puntje dat volgens de kaart op een smalle strook heide zou moeten liggen. We zoeken daar met nog een aantal teams. Het is een wonder dat we het CP vinden, want het hangt helemaal niet op de strook hei; het zal qua coördinaten wel kloppen, maar niet qua kenmerken op de kaart. En dat hadden we eigenlijk ook wel kunnen weten, hoewel meestal dat soort grappen alleen voorkomt met een kaart waarop expliciet een oudere datum gedrukt staat.

Het een-na-laatste punt van de etappe is ook een groepsgebeuren. Iedereen is er van overtuigd dat het hier ergens te vinden moet zijn, want er zijn wel 10 andere team hier. Dit was de andere optie 1307 meter vanaf CP125, dat punt waarbij de vochtige kaart ons parten speelde. Dat zij twee punten, volgens ons. Maar helaas blijkt dat niet te kloppen (leren we achteraf). Ik denk dat we wel 10 minuten hebben lopen zoeken, ook omdat de andere teams hier liepen in dezelfde overtuiging. Maar er was niet eens een vals CP kaartje. Een team heeft het juiste nummer gevonden, vermoedelijk elders.

Gratis tijd

De volgende etappe is een puzzel op zich. We krijgen wat gratis tijd om naar het daaropvolgende punt te lopen. De tijd wordt namelijk opgenomen, en van de eindtijd afgetrokken, en dan weer bij de deadlines opgeteld. Maar je mag er ook weer niet te lang over doen, op straffe van uitsluiting. Het is prima te doen, een mooie gelegenheid om even op adem te komen.

Want daarna gaat het weer vol van start. De opdracht is een punt te vinden op een topo kaartje zonder noord-lijnen, met de extra moeilijkheid het startpunt, waar we staan, niet op de kaart staat. Strategie? Doe maar wat! Maar kijk goed of je iets ziet dat op de kaart kan staan. En dat lukt best aardig, want we zien twee open stroken in het bos, en ergens twee paadjes die parallel vlak bij elkaar uit komen. En op beide kruispunten een blauw kaartje, en dus minstens één vals CP; dan moeten we wel goed zitten.

Vanaf daar is het een klein stukje naar het punt (de blauwe cirkel) waar we (als eerste team dat daar aankomt) een stapel kaarten krijgen, voor het volgende stuk van de route.

Puzzelen

De bekende puzzel volgt: het zoeken naar hoe de kaarten aansluiten en wat de beste route langs de volgende punten gaat zijn. En dan maar het plan afwerken. Soms is het wat meer zoeken, soms wat minder. Her en der een peiling met een afstand en een koers. Dat zijn de lastigste. De beste tactiek is meestal afhankelijk van de gevraagde afstand (onder de 100 meter kan je beter gewoon het kompas gebruiken en passen tellen), en de beschikbaarheid van een kaart (als je langere afstanden probeert ‘te tellen’ zit je er gauw naast op ruw terrein). Ik had nog speciaal mijn kompas gekalibreerd, thuis, in de straat, om een systematische fout van bijna 4 graden weg te werken. Maar soms is het bijna onmogelijk om het goed te doen, zoals bij CP26a dat een behoorlijk lange peiling is vanaf CP24, in een richting die van de kaart af gaat, over een bochtig pad. De afstand met passen tellen geeft een fout van 5-10% procent, wat dus een meter of 50 fout kan zijn op een peiling van 500 meter. Een graad fout betekent dat je 10 meter naast zit. En met een enigszins bochtig pad is dat ook niet te doen. Dit is dus prijsschieten, en als we dan ook nog een CP vinden waar we het ongeveer verwachten, is snel een vals genoteerd. Gelukkig bleek dit achteraf het juiste te zijn, maar overtuigend was het niet. En juist waar we wel redelijk overtuigd waren, een kortere peiling met weliswaar nul komma nul zicht en een route tussen dichte dennen door, maar toch zorgvuldig uitgevoerd, hebben we een valse te pakken gehad: CP25. Achteraf zou dat heel goed kunnen verklaren waarom we de volgende peiling, naar CP26, zoveel moeite hebben. Die vinden we uiteindelijk, maar niet helemaal waar we verwacht hadden. Logisch, als je het verkeerde uitgangspunt (het valse CP25) hebt genomen. Persoonlijk vind ik dat minder elegant, om fouten met valse CP’s te laten stapelen. Je kan het ook omdraaien, en zeggen dat we dan CP25 maar vanaf het uiteindelijk gevonden CP26 hadden moeten double checken. Maar zo werkt het niet.

Een punt verderop komt een onaangename verrassing. Lijkt het. CP36a wordt omschreven bij CP27, maar ligt ergens waar we en half uur terug waren. Moeten we helemaal op en neer? Gelukkig blijkt dat bij het aan elkaar passen van de volgende kaarten de route een lus maakt, en we vanzelf hier in de buurt zullen komen.

Het gaat dus goed. We hebben 1 punt niet kunnen vinden, maar verder lijkt alles correct. Misschien vanwege enige overmoed, of juist gehaast doordat er een paar andere teams aansluiten, maken we een foutje.

Dit was de gebruikte kaart. Het pad dat er nu loopt een stukje oostelijker. We namen ten onrechte aan dat ons pad overeenkwam met dat op de kaart.
Veel teams noteerden “13”, wat aan een slagboom hing 50 meter westelijk.

Een kruispunt op een (overduidelijk) oude kaart ligt niet meer waar het lag, en we noteren een vals nummer waar nu een splitsing ligt. Kan gebeuren. Hadden we beter moeten checken. Maar zoals gezegd herinner ik me dat we toen wat onrustig liepen te lopen. Misschien omdat we al voelden aankomen dat we CP31 niet zouden vinden? Ik ben er van overtuigd dat het kaartje weg was of op de verkeerde plek hing. Maar we zullen het nooit weten.

Wat ik me ook herinner is dat de vermoeidheid begon toe te slaan. En dat er een lang stuk lopen kwam, met her en der wat reliëf. En dat het puur geluk was dat ik een blok hout ondersteboven schopte waar een CP kaartje onder bleek te liggen. Hoogst ongebruikelijk. Wat dan ook een rol speelt is dat we CP36a, waarvoor we dachten zo’n gigantisch stuk terug te moeten lopen, niet konden vinden. Toch verkeerd genoteerd? Even terug om het kaartje te checken was in elk geval geen optie. Maar gezien de uitslag, waar niemand, op vreemd genoeg 1 team na, hem niet kon vinden terwijl dit toch echt op de route lag, zal hij wel op gegeven moment weg zijn geweest. Of ergens anders dan vermeld hebben gehangen. Je weet het niet. De “6” die er op moet hebben gestaan is overigens wel een aantal keer gevonden als “vals” CP20, in het begin van etappe 3. Dus ik denk dat hij er toen nog wel degelijk hing, maar daarna is verdwenen.

Hoogtekrabbels

Maar met veel meters in de benen en enigszins murw mochten we weer ervaren hoe de mensen bij het Kadaster over hoogtelijnen denken: niet, ze denken er niet over na. Ze zien dat het wat omhoog gaat, en tekenen vrolijke driehoekjes op de kaart. Dat er iets van glooiing is, voor het idee. Je moet niet verwachten dat het overeenkomt met het werkelijke reliëf, maar het staat verder wel interessant. En wat me dan nog het meest verbaast is dat er dwars door die ‘suggestie van vorm’ ook nog echte hoogtelijnen lopen. Maar elke ambitie om die twee op zich vergelijkbare concepten met elkaar in overeenstemming te brengen lijkt te ontbreken. Alsof je op een weerkaartje isothermen in °C en °F tekent, en dat die elkaar dan ergens snijden! Om een lang verhaal kort te maken: we zoeken een CP tussen twee heuvelruggen in, maar het blijkt op de top te liggen. Wat een wonder dat we het vervolgens vinden!

Isohypsen: de gele lijnen (topo kaart), de zwarte driehoekjes (dezelfde topo kaart!), en de gekleurde achtergrond (AHN3) lijken van verschillende planeten te komen, maar de paden en percelen komen wel overeen.
En zo ziet het er in het echt uit, als je het goed tekent.

Deel 2

Het vorige stuk mag met recht het eerste deel van de tocht heten. Gekenmerkt door relatieve eenzaamheid in het bos. Want het tweede deel is daarentegen lekker druk. Dat komt door de opzet: drie verschillende kaarten op het zelfde terrein. Een luchtfoto, een topo-kaart, en een AHN3 Lidar scan.

We beginnen met de luchtfoto, wat op zich makkelijk zou moeten zijn. Maar dat valt tegen, of juist omdat het zo makkelijk lijkt worden we iets te laconiek. Een vals nummer wordt genoteerd bij CP50. En even later kunnen we een CP in het geheel niet vinden. Wel een overduidelijk vals kaartje, maar ondanks 2 keer opnieuw peilen en passen tellen vanaf CP48 lukt het niet. We blijken niet de enigen. Maar toch is dit altijd leuk oriënteren, want zo’n luchtfoto is meestal redelijk recent en klopt goed. Hooguit staat hij op zijn kop en is er geen schaal vermeld, maar dat wordt gecompenseerd door alle overige details.

MWR22 10 (29/01/2022)

Dan komt de topo-kaart. Al snel blijkt dat niet alleen het reliëf met een de Franse slag is getekend, ook de overgangen van bos naar duin en hei zijn op zijn best een artist-impression te noemen. Of de rupsbandvoertuigen van ons leger dat hier zo nu en dan komt oefenen hebben een half bos spoorloos doen verdwijnen. Ongetwijfeld is dit onderdeel van de uitdaging. Als we CP58 niet fout zouden hebben zou er niks aan zijn. Ik vermoed overigens dat we hier eerst het juiste getal noteerden, maar omdat dat naar mijn mening te ver van de bosrand hing hebben we een beter passend, maar score-technisch minder juist nummer opgeschreven. Pech.

Tenslotte komt een AHN kaart. Heerlijk. AHN wordt elke 5 jaar vernieuwd, en je ziet er werkelijk alles op. De laser scant in de winter door de kale bomen heen, en zelfs dennen verstoren het beeld niet noemenswaardig. De enige hindernis vormen de markers op de kaart die de CP locaties aangeven, en het zicht op de kaart belemmeren. Nou ja, als dat het ergste is… Toch lijkt het eenvoudiger dan het is. Want maken een fout, zal achteraf blijken. Noteerden we een vals CP? Dat was dan min of meer bewust. Op de plek die de marker op de kaart aangeeft kunnen we niets vinden. Onze fout? Want 6 andere teams hebben hem wel gespot. Vlakbij hangt een ander CP kaartje, dat we ook al zagen hangen bij de vorige deel-etappe. Maar ja, niet waar de kaart aangeeft. In de overtuiging dat de organisatie een foutje heeft gemaakt, noteren we dat.

Het westelijke punt levert wat problemen op omdat we het kaartje daar niet vinden, maar even verderop wel eentje.

De uitslag leidt tot een verrassende ontknoping: het juiste antwoord bleek wel genoteerd op de backup-lijst op mijn pols, maar 44 is kennelijk ten gevolge van miscommunicatie 64 geworden.

Laatste loodjes, tactisch verlengen

Dan zit het er bijna op, al komt er nog een grande finale. Er rest nog een uur, en 3 kaarten, met in totaal 15 CP’s. Goed voor 7½ uur wedstrijdtijd, als je het zo bekijkt. Een duidelijk gevalletje ‘straftijd=bonustijd’, want als we er anderhalf keer zo lang over doen en dus een half uur uitlopen kost dat misschien wel 1½  uur straftijd (de klok loopt drie keer zo snel na de deadline), maar levert 2½ uur aan CP-punten op, dus winnen we er netto alsnog een uur mee. De kortste route is snel bepaald, alleen is het jammer dat iemand precies dat wat wij wilden doen met een hek dacht te voorkomen. We hebben een paar principes, maar dat je niet door een kale akker waar het mais al geoogst is of door een leeg weiland zonder vee zou mogen lopen hoort daar niet bij. Daar hoort dan weer wel bij dat je bordjes ‘natuurreservaat, niet betreden’ respecteert, dus dat doen we. Als je vanaf de andere kant komend alsnog zonder zo’n bordje te passeren aan de achterkant van dat zelfde hek kan uitkomen, dan werkt dat natuurlijk niet heel stimulerend voor een volgende keer, maar voor nu hebben we een schoon geweten als we, schijnbaar tegen de richting in, een aantal andere teams tegenkomen.

Rood is een “open” hek. Er omheen loopt een pad.

Toch is het nu wel echt zwaar aan het worden. Het eten is bijna op, het water blijkt precies goed ingeschat, maar blaren en andere ongemakken drukken de pret. We zijn nog net fris genoeg van geest om de twee valse nummers bij CP87 te negeren, om met een kleine overschrijding van slechts 8 minuten de finishlijn te passeren, en op de valreep het nummer op het CP-kaartje achterop de zaagmachine (?!) te noteren. Hoe kom je er op?

Prima geregeld: een hotdog en een sportdrankje om zittend in de achterbak op te peuzelen bij het verkleden. En om de uitslag af te wachten. Want dat is leuk: er is heel snel gerekend, de tussen-antwoorden zijn al in de loop van de dag genoteerd, en niet veel later mogen we het eremetaal bij wijze van spreken in ontvangst nemen. Ondanks de niet-gevonden en vals genoteerde CP’s hebben we toch gewonnen. Maar ik denk vooral terug aan weer een erg goed opgezette en verrassende race. Elk jaar gaat het niveau omhoog, en we mogen blij zijn dat we dat weten bij te houden.

Achteraf

Ik kan het nooit laten om achteraf nog eens naar de score te kijken, en ik ben altijd benieuwd welke fouten we hebben gemaakt. Om het volgend jaar nog beter te doen? Nee, meer om de puzzelstukjes op hun plek te laten vallen, en een excuus te verzinnen voor verkeert genoteerde getallen en niet gespotte blauwe kaartjes. Dus lees vooral niet verder; wat nu volgt is meer voor mijzelf.

CP137: We hadden wat beter moeten meten, en gewoon even kijken of er een kaartje hing op het andere punt dat op 1307 meter van CP125 hing. We kamen er (achteraf) pal langs gelopen.

Was dit de 17 van CP137, die we op de verkeerde plek zochten, of was het CP40, dat later onder een houtblok was beland?

CP25: Dit was een peiling, een lastige, bijna niet te doen zonder GPS; die zou de volgende keer weer fout kunnen gaan, als er een vals CP zou hangen.

CP29: Op oude kaarten moet je bedacht zijn op gewijzigde situaties. Ten onrechte namen we aan dat het rechte pad op de kaart nu wat bochtiger was geworden, maar het was een heel nieuw pad.

CP31: We zijn er nog steeds van overtuigd dat die niet op de juiste plek hing, of dat de juiste was verdwenen. We hebben het kaartje “13” wel zien hangen maar uiteraard niet genoteerd.

CP36a: Opvallend genoeg is deze door 1 team wel gevonden. Petje af!

CP46: Dit CP was klaarblijkelijk verdwenen.

CP50: Hier hebben we ons, op de luchtfoto, vergist in de (parallelle) paden en een vals CP genoteerd. Toen we daar bij de volgende deel-etappe op de topo-kaart weer langs kwamen was dat ook wel duidelijk, maar toen hadden we de vorige controlestrook al ingeleverd.

CP58: Hier hebben we meerdere valse CP’s gezien, maar we hebben ons vergist in de afstand van grens van het bos en het zand. Het juiste CP hing meer op de top van de heuvel, denk ik.

CP69: Verkeerd doorgegeven of opgeschreven.

Laat ik me dit keer eens niet uitlaten over strategieën en statistieken aan de hand van de score-tabel. Maar het is wel eens aardig om te kijken naar de verkeerd genoteerde nummers. Dan valt op dat er (vermoedelijk) best veel schrijffouten worden gemaakt. 56 wordt 65, en omgekeerd; 45 wordt 46, 69 wordt 67, 26 wordt 25, en 44 wordt 64. Zonde. Maar iedereen maakt kennelijk dergelijke fouten.

Wij een paar CP’s hing duidelijk een valse: CP20 (6), CP24 (73), CP25 (35), CP29 (73), CP51 werd vaak voor CP43 aangezien, CP50 (21), CP58 (1), bovendien werd vaak CP69 als CP58 genoteerd (terwijl er nota bene “CP69” op stond), CP74 (49; hier moest je de priktang gebruiken, niet het CP nummer van CP49 noteren), CP75 (41; weer de priktang gebruiken), CP80 (2), en ten slotte CP87 (63). Er zijn dus aardig wat valse CP’s geplaatst, en misschien nog wel meer dan ik zo heb kunnen vinden.

the WORX (OMG edition)

Het begon 10 jaar geleden, in 2012, toen we voor het eerst van de WOR hoorden. En sindsdien heb ik geen editie gemist. De WOR is toch wel de bijzonderste oriëntatieloop die ik ken. Al zeg ik al jaren dat ik ook zo iets ga organiseren in de bossen rond 040, de alsmaar groeiende hoogte van de lat weerhoudt me er van. Toch heb ik dit keer een kleine bijdrage geleverd, want deze 10e WOR begon met mijn een hersenspinsel van twee weken terug, dat vervolgens de andere teams bezighield.

Met zoveel animo (56 team in ongeëvenaard) is het rap inschrijven, en dus had ik betaald voor ik een teamnaam had verzonnen. Dus mailde Woudloper Ferdy me twee weken geleden of hij dan maar ‘team zonder naam’ moest noteren? Nee, dat zou wat flauw zijn; maak er maar

10-n+m + ☉+13-10 + ☾:↔

van, mailde ik. En zo stond iedereen vlak voor de briefing deze boodschap te ontcijferen. Als je het antwoord weet is het makkelijk. Tien zonder n maar met m spreek je uit als Team. ☉ is het astronomische symbool voor de zon, en dertien met tien er af is der, dus samen: zonder. En maan gespiegeld ↔ levert naam. We heten dus gewoon Team zonder naam, zoals Ferdy al suggereerde. Dat belooft wat voor de rest van de dag. Bij de vorige editie toen we “Team het Valsche Ceepee” heetten kregen we ook al diverse koekjes van eigen deeg te verwerken.

Het 10e gebod

En dat luidde: “De laatsten zullen de eersten zijn zei god; wie dat gelooft die is goed zot.” Althans, aldus de Filmtrailer, die de laatste jaren een standaard onderdeel is van de WOR. Elk jaar anders, dit jaar met Bijbelse fragmenten, die CP’s, coördinaten, aanwijzingen, en een hoop misleiding bevatten. 2 kantjes noteren we, met onbenullige -maar misschien o zo essentiële- details, geboden, Wikipedia uittreksels, Belgische bedevaartsoorden, snorlengtes, ezelspasjes, getallen, omgeknakte bomen, mirakels, en kleuren van kledingstukken. En ook 10 geboden. Als de laatsten de eersten zullen zijn kunnen we beter maar niet te veel ons best doen om op kop te lopen. De strategie van 7 jaar geleden volgen, achteraan beginnen en iedereen inhalen? Of gewoon als laatste binnenkomen, en alle straftijd benutten? Je weet het niet.

Ons 11e gebod is in elk geval: zo min mogelijk fouten maken. Liefst geen, maar da’s niet te doen. En wat is fout en wat is goed? Het begint alvast met dat we niet weten of we echt de laatsten zullen moeten zijn. Wie het hek achter zich sluit, heeft geen koude rug. Zo.

11e gebod? geen fouten maken? maar wat is nu fout? dubbelzinnige twijfel: moeten we de laatsten zijn

Start

Dit is een bijzonder goed gevulde editie: meer dan 50 teams van 2 staan op gepaste afstand te trappelen op de parking. We lopen in rotten van 2 naar een speeltuin en nemen plaats achter twee lijnen, terwijl een Woudloper via een prachtig galmende megafoon vanuit de hemel een aanwijzing geeft: één teamlid vangt een snipper papier, we krijgen een overeenkomstig foto-vel, en zoeken in het speeltuintje naar overeenkomstige cijfers. Chaos (zoals het heelal begon lang voordat het scheppingsverhaal was bedacht), omdat ruim 100 man als dollen door elkaar rennen om de juiste code te verzamelen om echt te mogen beginnen.

En als dat gelukt is wordt het niet veel rustiger, want de eerste paar CP’s bevinden zich vlakbij, zodat er nog steeds groepjes ontstaan. Althans waar wij, midden in het deelnemersveld, ons bevinden. Rennen levert niet veel op, dat betekent alleen maar dat je als eerste begint met een CP zoeken, om als het eenmaal gespot is, weer met de kudde tegelijk op pad te gaan naar het volgende. We hebben van alles dat van pas komt uit het voorfilmpje uit ons hoofd geleerd, maar zo te zien hadden we ook screenshots kunnen uitprinten in full-color. Of niet. Alles loopt ook gesmeerd vanuit de grijze massa.

Dat er onderweg tijdens een op slapstick-tempo vertoonde wandeling van een bedevaartganger in bruine pij een kleine boodschap wordt achtergelaten tegen een boom is ons niet ontgaan, en achter de betreffende boom hangt inderdaad daadwerkelijk een aanwijzing: 3. Een bordje “verboden toegang” herinnert aan het 4e gebod “Lopen door verboden gebied; pas op er is een (wolf) camera die u ziet.”; maar we vinden niets. Eerste punt gemist? Of te veel achterdocht?

Dat zelfde speelt ook parten bij een fototocht, met een foto-vel met aan de ene kant foto’s van paden die we wel moeten nemen, en aan de andere kant die we juist niet moeten volgen; het blijft knagen: hebben we niets gemist? Maar het lijkt allemaal te kloppen. Nou weet je het nooit bij de Woudlopers: pas achteraf, als de score bekend wordt gemaakt, leer je wat goed was maar fout leek. Eigenlijk elk jaar slagen we er (net) in de complete route te lopen, maar blijkt een vol overtuiging genoteerd CP nummer volkomen fout.

-Ik schrijf dit terwijl de uitslag net bekend is, maar de details nog niet: 5 foute CP’s, maar welke?-

Bij een zogenaamde sterloop (alles in het thema van de dag), lijkt het eventjes lastig. Want het is te makkelijk. Een paar koersen en peilingen, en wel 30 mensen om ons heen in het bos in een straal van 100 meter, allemaal op zoek naar aanwijzingen in de vorm van getallen om de formule CP15=(Adam+Rib+Eva-Slang)*Appel+Erfzonde te bepalen. Jammer dat we als laatste Appel=0 vinden, dat had 4 peilingen en 10 minuten gescheeld. Maar dat kostte nog minder tijd dan CP22, waar een snelle blik genoeg had moeten zijn om te zien dat de richtingen één uur, IV uur, 19:00, en 22 uur, elk 50 meter gaans, een vierkant zouden opleveren, zodat we twee keer op het zelfde punt zouden staan. De bel gaat rinkelen als we onderweg (net als zo veel andere teams) een stempel op de arm zetten met de tekst “Ezel”. Ineens weet je weer dat dit de Woudlopersrun is…

Go west (where the skies are blue)

Maar dat levert soms ook euforische momenten op, bijvoorbeeld bij CP18, waar een cartoon van de 3 Koningen hangt, die ‘volgens de meest recente kaarten’ (die uit het jaar nul) nog ’50 meter verderop’ moeten zijn. Komend vanaf CP17 (waar iedereen logischerwijze vandaan komt) is dat naar het oosten. Maar 50 meter verderop hangt vele te opvallend een ster met een nummer aan een boom. Wat is hier de instinker? Natuurlijk! De wijzen kwamen uit het oosten, dus 50 meter verderop is westwaarts. Vol trots noteren we daar het juiste CP.

Wel wordt er even getwijfeld als we verderop bij CP25 drie pijlen vinden, die allemaal naar Rome wijzen. Nou ja, 2 naar Rome (met ** en ***) en 1 naar ome (met *). Is dat fout? Of is dat juiste de makkelijkste route? (Proloog: *=moeilijk, **=moeilijker, ***=moeilijkst) We hebben vanmorgen alvast de stoute schoenen aangetrokken en kiezen voor moeilijk. Blijkt de kortste route, want met een ander team dat voor *** ging checken we dat we onderweg het zelfde CP vonden. Goed dus.

Piemeltje

En dan komen we bij het punt dat vermoedelijk fout was (maar ook dat zal ik wel eens fout kunnen hebben). Halverwege een vennetje (je moet tot aan de kloten door het ijskoude water om er te komen) drijft Mozes in een rieten mandje. Blij dat ik het CP nummer (30) kan lezen, keer ik direct om naar de droge wal. Uiteraard zonder te checken of deze vleeskleurige plastic plaspop oorspronkelijk verkocht werd met zachtroze dan wel lichtblauw rompertje: was geen Miriam? Want we horen achteraf zat zus hier ook ergens ronddreef. Amai, en nog een vernikkeld onderlijf ook!

Wel hebben we onthouden (opgeschreven) wie van Sem & Seb uit het filmpje links of rechts liep en welk nummertje ze droegen. En links = rechts uiteraard. Of niet? Want bij de volgende moeten wee een selfie van Judas reconstrueren genomen tijdens het Laatste Avondmaal, en bij een selfie zie je altijd een spiegelbeeld van de daadwerkelijke foto op het scherm (probeer maar eens zelf). Dus moeten de gevonden cijfertjes achterstevoren worden gezet? En het roadbook spreekt van “de Apostelen EN Judas” dus er is nog een extra persoon? Of was hij een van de 12? Geen idee, niet goed opgelet vroeger. Zouden we dan toch bij dit laatste CP van het eerste deel van de route de fout maken? We zullen zien. Wat ik al wel kan verklappen is dat we tot nu toe precies 1 CP fout hadden. Welke, dat blijft gissen.

En als je denk dat je er bijna bent, bij het einde van de eerste etappe, dan blijkt er toch nog een verrassing te komen. Hoewel niet heel lastig, want het roadbook vermeldt duidelijk dat we niet bij de rode pijl moeten zoeken, maar bij de locatie aangeduid door de rode pijl, die op een bord met een plattegrond blijkt te hangen. En daar dan een projectie maken. Drie opties dus als je alle foute meerekent, het enige lastige is dat op de plek waar we dus denken te moeten zijn we in eerste instantie niets kunnen vinden. Beetje beter zoeken… (en twijfelen of we toch wel het juiste punt genoteerd hebben).

Mikpunt

Tijd voor lunch. Nou ja, een soort van. De huid niet verkopen voor de beer geschoten is, zeggen ze wel eens. Met potentieel een stuk of 3 fouten, of CP’s waar we over twijfelden, is het oppassen geblazen. En juist hier, op het centrale veld waar we gestart zijn, nu even verpozen, en straks weer terug zullen komen, zijn wat eenvoudige punten te verdienen. Maar die blijken toch niet zo eenvoudig te zijn. Een pluche beer overgooien is niet heel lastig, maar wel als de werper aan een stevig rubberen elastiek vast zit. Staat de vanger verder, dan verdienen we meer punten. We kiezen een beetje veilig, voor 20 “minuten”. Lukt prima. Dan de 30. Maar het spiergeheugen werkt te goed en de beer landt in het 20 “minuten” vak; een duik er naartoe helpt niet, en zo verspelen we 10 minuten. Ach, het zal toch niet op tien minuten aankomen op het eind?

Dan de tweede proef: speren werpen naar een grote houten beer. Lastiger dan gedacht, van de 8 gaan er 4 naast, en dus halen we niet de vereiste 5 punten om een CP cadeau te krijgen. Misschien kost het ons straks maar 5 minuten extra op dat gemiste CP in het veld langs te lopen. Geen tijd om bij de pakken neer te zitten: we krijgen een nieuw pak kaarten en terwijl we een powerbar naar binnen werken maken we ons plan op voor deel 2 van de dag.

Het langste deel

Alleen al het roadbook van het tweede deel van de dag is bijna dubbel zo lang als het eerste. We zijn ruim 2 uur onderweg geweest, en hebben nog amper 4 uur de tijd. En het aantal kaarten mag er ook wezen. Maar gelukkig begint het met een paar eenduidige oriëntatie CP’s. Een stukje navigeren op een “Hemelfoto”, een reguliere O kaart, een Oro-hydro (met alleen maar hoogtelijnen en water). Maar toch ook wel weer wat uitdagingen onderweg, waarbij meestal goed gebruik is gemaakt van de eigenaardigheden van het terrein.

Neem de “putten”, waar we niet de meest noordelijke zoeken, niet de meest zuidelijke, en ook niet de meest westelijke. Dan zal het wel de meest oostelijke zijn, zou je denken, alvast met een kruisvorm in het achterhoofd. Mis: het is die in het midden (uiteraard met in elke andere kuil een vals CP).

En vervolgens een projectie door het bos, naar een punt buiten de kaart (dus je kan het niet intekenen; tenzij je zo slim bent als Patrick en Ralph die de overlap zagen en dat punt op een andere kaart intekenden). Je kwam dan ongeveer uit op een ander pad, met een hele rij V-tjes op de kaart, putten in de grond. In elke hing een andere van de 10-WOR-geboden, en we moesten een specifieke tekst vinden. Het kost bijna 10 minuten om alle putten te vinden en tenslotte vast te stellen dat we er in het begin vlakbij zaten, maar ééntje over het hoofd hebben gezien, kennelijk.

Twijfel was er bij een buitenzwemmeertje waar twee PVC contrapties stonden. Dat je de buizen met water moest vullen was direct duidelijk. Maar welke? De aanwijzing was Water in wijn te veranderen, dus moesten we de blauwe vul-emmer gebruiken bij ene buis, of de rode (blauwe wijn ken ik niet)? Of maakte dat niet uit? Je kon met enige goede wil ook de ene buis met de andere emmer vullen en omgekeerd. En dan stond er ook nog in het roadbook “slechts 1 opstelling doen”. We hebben wel eens 333 genoteerd toen er 3 dezelfde opstellingen naast elkaar stonden; dat was toen fout. Is dit dus een hint, een aanwijzing, een miswijzing, of een opmerking om drukte hier te voorkomen?

Zoveel verwarring dat we bijna vergeten de tekst bij het volgende punt juist te interpreteren: een verhaal over Johannes de Doper en een beer. Laten we nu net tussen de kaarten een tekening van een beer gevonden hebben, zodat we, met de andere teams die hier ook rondzwerven, het papiertje in het water houden en een glazige 4 zien verschijnen. Dat is, zo is te lezen, CP53. Scheelt straks weer tijd.

Tijdens de oro-hydro etappe (makkelijk: de reliëf kenmerken zijn hier in het winterse bos al op afstand te spotten) verzwik ik mijn enkel. Au! Dat hoorde niet bij de uitdagingen. Gelukkig lukt rennen weer na een minuut of 5, en kunnen we onverminderd hard verder. Hier is het overigens druk in het bos, veel andere teams lopen in de buurt. Wat ineens verandert even later als we, omdat we CP53 (met de natte beer) kunnen overslaan, dwars doorsteken. Doorsteken is altijd leuk: omdat je het gevoel hebt dat je tijd wint ten opzichte van de omlopers, en omdat het toch altijd weer een verrassing is waar je uit gaat komen. Dat laatste zou het niet moeten zijn, met het kompas in de hand en ook nog wat strak gevolgde kenmerken op de kaart. Maar “een stenen tafel”? Die is nergens te zien. En, zoals gezegd, ook geen andere teams meer in de buurt die wellicht de positie zouden kunnen verraden. Bij stenen tafel denk ik aan een loodzware betonnen picknickbank, dus die is niet te missen. En het duurt vijf minuten en vele omzwervingen tot we een kleitablet vinden bij een boom precies waar we uitkwamen na de doorsteek. Weer wat geleerd: het afsnijden an sich was prima, maar omdat we daardoor enige twijfel hadden over de locatie werd het zoeken naar de speld in de hooiberg een wat globalere scan van de omgeving, en zo duurde het toch wat langer.

Maar goed, de stenen tafel bleek een tableau met Romeinse cijfers die een koers en afstand gaven, en concept dat ons ook de volgende 5 punten in de greep hield. Het viel dan weer alles mee, qua puzzelniveau; want na het lezen van de “officiële” regels voor Romeinse getallen op Wikipedia -wat ik naar aanleiding van de filmtrailer vooraf had gedaan- had ik wel wat speels toegepaste varianten verwacht. Met IƆ in plaats van D, (en wist je dat CCCIƆƆƆ voor 105 staat?) of een irreguliere vooraftrekking als VIIIX (=2)? Misschien een idee voor een geocache?

De meeste andere teams liepen na CP52 via CP53, en voerden daar de opdracht met de beer uit. Wij konden CP53 overslaan en doorsteken, maar of nou zo veel tjid scheelde?

Anyway, het overslaan van de natte beer (de 4 hadden we al bij het buitenzwembad zichtbaar gemaakt) was niet zo succesvol, zou dat ook niet veel goeds betekenen voor het volgende CP dat we laten liggen omdat we de “kleine boodschap” al tussen CP10 en CP11 vonden? Het antwoord is negatief (niet als in een dubbele ontkenning), maar daarentegen juist het daaropvolgende punt gaat vanwege valse efficiëntie fout -al weten we dat pas achteraf-. Voor wie nu helemaal de draad kwijt is: het eerste van de 10 WOR geboden luidt: “Denk niet dat je alles weet ofzo, gevangen word je hier sowieso”.

De hele dag wordt je heen en weer geslingerd tussen “die extra moeite hadden we niet hoeven doen want het antwoord lag voor de hand” (de Ezelsroute bij CP22) en “goed dat we verder dan de gemiddelde neuslengte hebben gekeken” (zoals bij CP17 met de Wijzen uit het oosten). Als je het denkt te weten is het niet goed, en omgekeerd. Om dat nog maar eens kracht bij te zetten -en ook een beetje vanwege de tijd die begint te dringen- skippen we het laatste stuk van wat weer een ezelsroute (dat dier dat zich twee keer aan dezelfde steen stoot) lijkt: kruispuntjes, linksaf, rechtsaf, om na 1 km weer uit te komen bij hetzelfde hek met een kerststalletje als waar we begonnen? We noteren na ¾ van de route hetzelfde CP nummer en zetten koers naar het daaropvolgende CP. Drie minuten gewonnen. We moeten immers nog langs dat CP dat we niet hebben verdiend met het speerwerpen. Waar we wel twijfelen is bij CP65: er staat niets over een oriëntatieroutepaaltje maar een CP kaartje vinden we ook niet. Zou dat wel goed zijn? We hadden eerder op de route ook zo’n paaltje moeten noteren, maar toen stond het in het roadbook. Kost dit ons straftijd, of kost het meer tijd als we te lang blijven twijfelen? We zullen zien…

Altijd leuk, zo’n omgekeerde peiling. De helft liep aanvankelijk de verkeerde kant op.

Niets is gewoon standaard bij de WOR. Want nu volgt een bolletje-pijltje route met de opmerking dat de kruispunten niet in volgorde staan. Toch komen we de één na de ander in de gegeven volgorde tegen, en gaan alle addertje-onder-het-gras-alarmbellen rinkelen. Totdat we twee kruisingen vinden die wel heel erg op elkaar lijken, met als enige verschil dat bij de ene een CP ligt en bij de andere niet – en nog wat details. Tevreden stellen we vast dat bij beide kruispunten op het zelfde hoekje een CP hangt, en noteren het juiste. Da’s eigenlijk de enige manier om bij de WOR zeker te weten dat je goed zit: als je ziet dat fout fout is. En dan de laatste 200 m die er niet meer toe doen afsnijden.

Ga ik hier over elk punt waar we twijfelden schrijven? Dan wordt het wel een erg lang verhaal. Want nadat we een jagersstoel met CP vonden en een CP bij een peiling daarvandaan, zien we iets verderop een tweede (valse?) jagersstoel en ook een hiervandaan gepeild (vals?) CP. Dan een lintjesroute, over een lastig te bepalen afstand slingerend door het bos: dapetsreetehnaatotretemgitrednethcadrednohnavdnatsfaneerevoetuorsejtniletrawzleegedglov, maar is dat lijkt nog net vóór het eerste pad te liggen; moeten we nou de route volgen tot het eerste pad, of minstens de afstand en dan tot het eerstvolgende pad? We gokken het eerste.

Voorlopig is dat het laatste potentieel foute CP, want er volgt dik uur hardcore oriënteren met kaarten, peilingen en memorisatieposten. En da’s nodig ook, want de tijd loopt door, en de deadline nadert. We hebben nog een half uur voor het laatste stukje, dat de bedevaartroute is gedoopt. Er volgt chaos, altijd leuk op het eind (moe, murw, met minder minuten en dus een verhoogd stressniveau), maar dan slaat het noodlot toe.

De insteek is simpel: je vindt iets, een plaatsnaam, zoekt die op op een lijst opdrachten, en voert die uit. Zo kom je weer bij een plaatsnaam, en ga zo maar door, onderweg CP nummers noterend: 6 in totaal, en iets minder dan een half uur te gaan. Maar bij het maken van een peiling met koers 380 gaat het beeld op zwart. In paniek rennen wij, en een paar andere teams, in een noordnoordoostelijke richting, wat niet helemaal lukt vanwege een hek. Speurend naar een vogelhuisje aan een berk dwalen we alsmaar verder uit de richting. Niets. Driehonderdtachtig is ook wel een rare koers, maar als 360 een rondje is, is 380 gewoon het zelfde als -700, en dat is best een mooi rond getal. Ware het niet dat niets niets blijft. Stel dat het gewoon 38 had moeten zijn. We gaan het bos in, komen er weer uit, lopen terug richting de weg, volgen die terwijl we de berm afspeuren (na het vogelhuisje zouden we “tot over de straat” moeten gaan). Uiteindelijk, na een aanvullende hint, kunnen we de route weer oppikken. Briljante vondsten alvorens als allerlaatste te kunnen finishen zijn nog de “witte lijn” langs de weg die we zoveelhonderd meter moeten volgen (en die bij een kruising de bocht om gaat, en wij dus ook), en de koers die we moeten lopen langs de weg over een berekende afstand (koers: dus niet de weg volgen de bocht om maar gewoon rechtdoor tussen de struiken in de berm). Las je net “laatsten”? Zeker wel, want het 10e gebod luidde “De laatsten zullen de eersten zijn zei GOD; wie dat gelooft die is goed zot.” En zo zijn we zeker van een podiumplaats, want iedereen staat buiten bij de finish met een kop hete soep en smos met dan wel zonder hesp van het Laatste Avondmaal te genieten als we op de valreep binnen komen, de genoteerde nummers op het officiële antwoordenblad overschrijven, inleveren, en aanvallen op de soep.

Het is alweer over. Het gaat veel te snel! Elke keer weer, en niet omdat we geen enkele WOR die ik me kan herinneren tijd over hebben gehad, behalve de vierde, maar omdat er gewoon veel te veel leuks te beleven valt op zo’n tocht. Zou het daarom zijn dat ik me alles nog in alle details kan herinneren? Nou ja, niet alle details. Want dan zou ik precies weten wat we goed en fout hadden gedaan, maar dat is in dit geval nog even spannend. De uitslag (Covid-19 maatregel) komt later aangezien er geen officiële samenkomst met prijsuitreiking is. Dus begin ik maar gewoon mijn verslag te schrijven, zonder de vals genoteerde CP’s te kennen.

We hadden best wat twijfelpunten. Ik schat een stuk of 6, waarvan de helft uiteindelijk fout blijkt, en dan zijn er ook altijd nog een twee of drie vol overtuiging genoteerde nummers waar we achteraf logischerwijs in een onverwacht briljante val zijn getrapt. Ra ra, welke zijn dat dit keer?

Dan komt de uitslag, op woensdag, die een bijzondere wending neemt. Dat we slechts 1 punt in de eerste etappe fout hadden wisten we, dat was bij de finish al verteld. En het vermoeden klopte, dat dat het zusje van Mozes in het rieten mandje midden in het ven was. En warempel, in de tweede etappe maakte geen ander team minder fouten: 4. Inderdaad, juist daar waar we dachten slim te zijn, en de kerststalroute (virtueel per ezel) inkortten omdat we dachten dat we wel bij dezelfde kruising uit zouden komen en er weer een ezel in het spel was, dus het zelfde getal noteerde, precies daar bleek assumption the mother of all f*ckups.

En die andere 3 fouten? Die zijn een beetje gek. Kennelijk verkeerd overgeschreven (bij CP75 hadden we ieder 22 genoteerd, maar klaarblijkelijk 27 op het ingeleverde antwoordenblad, en bij CP66 hadden we zo te zien 62 ingeleverd waar we 72 noteerden). En bij CP94 schreven we 1 waar 21 had moeten staan, maar dat stond ook fout op ons eigen notitieblaadje. Nog nooit meer schrijffouten gemaakt dan oriëntatie- en puzzelfouten; en daarmee anderhalf uur straftijd moeten incasseren, wat ongeveer 1 minuut per CP is, of een kwart van de totale race van 6 uur. Volgend jaar met bril?

Maar het positieve is dat we al die andere instinkers, oriëntatieuitdagingen, en dubbelzinnigheden met succes overleefden, en een topdag beleefden. Volgen jaar weer!

De uitslag, maar dan met kleurtjes. De lastige posten waren CP19 (de Wijzen), CP28 (piemeltje), CP39 (de 4 putten), CP62 (ezelsroute II), en CP98 (de peiling was rechtdoor). En in mindere mate CP31 (fotopuzzel Laatste Avondmaal), CP40 (de 10 putten), CP75 (een pad te ver), CP72 (projectie vanaf verkeerde toren), CP73 (lastige peiling naar ver gelegen struik), CP81 (blinde peilingen), en CP85 (de verkeerde elektriciteitsmast). Gokken was toegestaan (geen nummer is evenveel strafminuten als een fout nummer), en dat is dan ook grif gedaan, waardoor ik niet precies in de tabel kan aangeven welke posten fout waren of niet bezocht; een paar teams zijn wat minder rood dan het lijkt.

Dan, ten slotte, nog even over de titel van dit verhaal (want anders gaat het net als onze teamnaam bij de lopers stress bij de lezers opleveren): WORX = Woudlopers Oriëntatie Run 10. Rare jongens, die Eindhovenaren.