Woensdagavond (7 december) ben ik weer een Nacht-OL gaan lopen. Dit keer, voor mij voor het eerst, een Sprint-O door stedelijk gebied. Heel wat anders, en erg leuk om eens te doen.
Het begon doordat Monica me mailde dat er een, -niet op de kalenders voorkomende- oriëntatieloop werd gehouden in Turnhout, georganiseerd door de KHK, de hogeschool, aldaar. Per mail ingeschreven. Er waren een aantal externen, maar niet veel; de meeste lopers leken lokale studenten.
Wat ik vooral heb geleerd is dat bij zo’n snelle loop, met 38 (!) posten in 5 km, het er heel erg op aan komt hoe snel je “prikt” en weer op pad bent. Logisch, maar wel iets waar ik nog niet goed in ben. Omdat er veel in het terrein te zien is -en op de kaart- is het oriënteren op zich niet moeilijk. Je moet alleen opletten op hekken en afscheidingen, en verboden terreinen, maar verder is het, zonder kompas overigens, uitstekend te doen. Dat laatste geldt zo zeer zelfs dat er geen noord-zuid lijnen op de kaart staan getekend.
Maar het hele proces van post benaderen, EMIT klaar houden (die net gedraaid zit, of verward is met mijn zaklamp), goed houden ten opzichte van de stand van de post, en vertrekken van de post op weg naar de volgende, kost relatief veel tijd. En, wat in mijn Quickroute pace-vs-time-grafiek goed te zien is, ben ik onderweg ook vaak gestopt, omdat er toch onverwachte dingen opdoken. Een extra paadje, een hek rond een sportveld, noem maar op.
Het is leuk te vergelijken wat mijn route was vergeleken met die van de snelste loper, Yannick Michiels, dan kan je zien dat we vrijwel dezelfde route hebben gelopen: mijn route, en zijn route [1] en [2]. Toch is er in eindtijd een enorm verschil. Alleen naar de allerlaatste post waren we even snel. Splits van alle deelnemers heb ik overigens nog niet kunnen vinden.
Wat ik er van heb geleerd is:
- Vooruitkijken, vooruitkijken, en nog eens vooruitkijken. Ik sta veel te vaak stil.
- Het vertrekken bij de posten gaat veel te sloom, en het checken van de controle-nummers bij aankomst kost ook telkens seconden. (Mijn posten-hoesje kan handiger.)
- Zaklamp in de hand is soms praktisch (bij mist, en om snel om je heen te kijken). Maar in dit geval is het toch onhandig, omdat hij de EMIT in de weg zit en het je een hand kost die je om bijvoorbeeld de posten-omschrijving te bekijken kan gebruiken.
- Het loont om de kaart goed te plooien, de veters goed te strikken, en tevoren globaal naar de kaart te kijken.
- Ik moet leren kaartlezen tijdens het rennen. Heel belangrijk. En heb ik al gezegd dat ik vooruit moet kijken?