II x X = XX

-over de 20e Midwinterrun, mijn 10e, en de 2e ooit niet gewonnen-

Soms is schrijven een therapeutische bezigheid, lekker frustraties van me af kloppen op het toetsenbord en omwille van de afleiding eindeloos kleurrijke kaartjes maken, allemaal onder het mom van zelfreflectie en leren van je fouten.

Leer ik er wat van? Het lijkt er niet op, want wat ooit eerder mis ging ging ook nu weer fout, en iets méér zelfs. Maar het bijltje ergens bij neergooien is niet mijn sterkste kant, wat ook wel weer bleek bij de run zelf. Ik denk dat we met 45,6 km de langste afstand liepen van alle teams, hetgeen ook de meeste CP’s (= punten) opleverde en ruimschoots compenseerde voor het flinke aantal valse CP’s (=strafpunten) dat we meepakten. Maar het verzamelen van de hoogste score kon niet voorkomen dat we achteraf verrast werden met een diskwalificatie. Gelukkig achteraf, want tot en met de finish hadden we geen flauw benul van enige onreglementairiteit, en was het volop genieten van de omgeving, de opdrachten, de uitdagingen, en positieve verrassingen. En ondanks de DSQ heb ook nog steeds een goed gevoel bij de race, want de combinatie van onze snelheid en uithouding, het tempo van oriëntatie, plannen en zoeken, en het omgaan met pech bij de geluksfactoren, zeg maar onze sterke kanten, dat zat er allemaal in. Een paar aanwijsbare verbeteringen, daar kan echt wat mee gedaan worden; daarentegen de keuze die onbewust leidde tot diskwalificatie, die zouden we in een vergelijkbaar geval weer zo maken, dus daar valt niets aan te veranderen.

Laten we maar eens gaan kijken waar we strafpunten rechts, en kilometers links hadden kunnen laten liggen. Allereerst aan de hand van het verhaal van de dag. Gevolgd door een overzicht van de highlights en lowlights, en ten slotte een antwoord op de vraag die Harry me na afloop stelde, wat ik nou leuk en minder leuk vond van deze editie.

Plan

Het intekenen van 3 gegeven coördinaten, de voorwaarde dit jaar om te mogen starten, hebben we zo snel gedaan dat we als eersten buiten staan, in de bijna-vrieskou, voor de deur van het buurthuis midden in het centrum van Vorden. Maar dan? Geen kaart krijgen we mee, maar wel een lijstje met CP’s en aanwijzingen. Start-stress slaat toe. Één punt is duidelijk, 155 voet (46 meter) vanaf de NO hoek van de start richting de toren. Maar de rest? Hoe vliegen we dit aan? We kennen Vorden niet. We moeten een plan maken, maar gebaseerd waarop? Er hangt hier geen dorpsplattegrond. En de genoemde muziekkiosk staat niet -op z’n Brabantsch- midden op het dorpsplein. Wel een kerktoren, waar we niet moeten zijn, maar die we nodig hebben voor een snijlijn met een ander toren. We hadden natuurlijk een koers 290° kunnen volgen tot we die andere op 9° zouden zien liggen, maar we zien een wegwijzer “Top”. Dat hoort ook bij een punt. Laten we daar eerst heen gaan, enigszins wanhopig. Dat de overige teams ook als nerveuze bijen om ons heen zwermen, die wel enig gevoel voor richting lijken te hebben, maakt ons niet rustiger.

De meeste opdrachten zijn koersen vanaf vooralsnog onbekende punten. Nou is een molen wel zo’n groot ding dat 306 meter overdreven nauwkeurig lijkt. Bedoelen ze vanaf het midden van de molen, of het uiterste uitsteeksel?

Het blijkt wel een goede ingeving: bij Top hangt namelijk een plattegrond (maar met weinig detail). Wat we er uit halen is dat er een watertje loopt (daar zal dan ook wel een Peppelbrug liggen) en dat de molens in het westen van het dorp staan. Straatnamen staan niet op deze kaart, dus dat wordt gissen.

Maar gelukkig komen de Vordenaren mondjesmaat uit hun holletjes en kunnen we onderweg aan bakkergangers en hondenbezitters wat vragen stellen. Toch valt het tegen hoe goed ze over het algemeen de straatnamen hier kennen; het zijn er immers niet zo veel. De andere kerk wordt gevonden, de molens ook. De molenaar weet te vertellen dat er ooit nog een derde molen stond, meer naar het noordoosten; daar zal dan wel de Molenstraat liggen, want die blijkt niet hier. De kiosk is minder bekend. En het Verzetsplein, dat is al zó lang geleden… Niemand kent het. We vinden een CP (lantaarnpaal) naast iets van een 1940-1945 monument, maar dat is de peiling tevens lantaarnpaal vanaf de muziekkiosk. Geen ander CP nummer dat bij het monument zou moeten horen. Dat zal dus wel elders staan. Omdat we een -achteraf- verkeerd tijdstip van de deadline van deze etappe in ons hoofd hebben zitten, en we nog 6 CP’s moeten zoeken voor die tijd, laten we het voor wat het is. We hebben er al ruim 7 km op zitten voor de eerste 10 CP’s, en we hebben nog maar 6½ uur over. Het had overigens idealiter in ongeveer de helft gekund als we alle locaties hadden weten te liggen.

Het gaat tot noch toe nog niet heel soepel, en we hebben meer tijd stilgestaan dan gelopen. Zonder plan. Kon beter. Eventjes achterover leunen, niet de eersten willen zijn, en kijken naar de samenhang van de opdracht, dat had overall tijd gescheeld. En dan zouden we vast ook niet dat laatste punt vergeten te noteren: het huisnummer van het station van Vorden. Maar daar komen we later pas achter.

Dit is toch wel een van de leukste opdrachten, en eentje die karakteristiek voor de Midwinterrun is. De frustraties en chaos horen er helemaal bij, weten we na al die jaren, en dat zal ook niet verdwijnen. Omdat dit soort opdrachten elk jaar weer anders zijn, valt er niet te oefenen. En dat is maar goed ook.

Maar ook de rest van deze etappe is leuk. Bij het stationsgebouw hangen 3 kaarten, allemaal van een ander landelijk stationnetje in Nederland, dat aan een oost-west georiënteerd spoor staat. Het is dus niet direct duidelijk op welke kaart we staan. Op elk van de drie kaarten staan verder een stuk of 8 CP’s ingetekend. Het is niet de bedoeling een schets te maken; je moet ze memoriseren. Een tactiek is dat ieder van ons er 4 onthoudt. Omdat de CP-nummers nogal omslachtige 4-cijfercodes zijn noteren we wel de volgorde van de CP’s zoals we die gaan tegenkomen; dat mag wel.

Een paar dingen gaan mis. En daar komen we pas aan het eind van de etappe achter, als we de het antwoordenblad willen inleveren. Want het memoriseren van de punten zelf is geen

probleem.

  • We herinneren ons wel dat een van de CP’s vervallen is (zie briefing), maar vergeten dat één van de overgebleven CP’s verplaatst is. Blijkt dat punt nu net te liggen op de plek van het vervallen CP. Dat kan geen toeval zijn. We moeten dus terug, besluiten we aan het eind van de etappe.
  • We komen er achter dat we geen antwoordenblad hebben gekregen om in te leveren en in te vullen. Dat schijnt bij het station te zijn uitgedeeld, maar niet aan ons. Nog een reden om terug naar het station te lopen.
  • En we hebben het huisnummer van het station niet genoteerd. Dat scheelt ook weer een half uur bij de eindscore.

Al met al lopen we 1,9 km extra, op en neer van het eind van de etappe terug naar het station, en terug. Onze koppositie zijn we weer kwijt. Maar omdat de deadline van deze etappe een uur later blijkt dan we in ons hoofd hadden zitten, hebben we alleen kilometers en tijd, maar geen punten verloren.

Oleaat

De volgende etappe is een lijnloop, ofwel oleaat. Op schaal, en met een noordpijl gelukkig, dus we weten precies hoe deze te volgen. De enige complicatie is dat er ook nog 4 CP’s getekend staan die niet aan de lijn liggen, dus moeten we op (vermoedelijke) kruispunten van de route afwijken en een peiling maken naar deze bonuspunten. Maar echt lastig lijkt het niet. Ons vermoeden dat dit al lastig genoeg is en er vast geen valse CP’s hangen komt bedrogen uit.

Puzzelen

Etappe 3 begint op een oude kaart, van omstreeks 1940. Sommige stukken zijn herkenbaar, maar andere delen zijn gewijzigd. En we moeten ook een CP intekenen aan de hand van coördinaten. Het is de vraag hoe goed dat punt, aan een pad midden in het bos, nu nog herkenbaar is. We vinden een CP en hopen dat het inderdaad CP23 is.

Deze etappe bevat nog meer gissingen. Maar we verliezen vooral tijd als we een stukje verderop vergeten op te merken dat in het roadbook staat dat bij CP28 informatie voor CP31 te vinden is. En daar komen we pas bij CP32 achter. Als we dan ook nog een shortcut terug naar CP28 kiezen die in een achtertuin blijkt dood te lopen, en we alsnog een omweg moeten maken, blijkt het een dure vergissing. Maar we houden het tempo er in, en herwinnen onze aansluiting bij de voorste teams, al lopen we niet meer voorop. En de extra 1,4 km die we lopen hadden we ons ook kunnen besparen.

Wel is het zonnetje intussen doorgebroken, en dat komt de stemming ten goede. Zo zeer zelfs dat het helemaal niet opvalt dat we pal langs dezelfde Peppelbrug in Vorden lopen als tijdens etappe 1. Onze fout van daarnet is hersteld: dan moet je vóóruit kijken, niet terug.

50 → 51 of 51 ← 46 ?

Het klinkt zo logisch: CP51 komt na CP50. Niet alle CP’s liggen altijd in numerieke volgorde, maar er zat toch wel een duidelijk systeem in. Nu staan we voor de keuze of het eind van de etappe CP51 in de buurt van CP50 zal liggen (waar een aanwijzing te vinden zal zijn volgens het roadbook), of in de buurt van CP46 (waar ook een aanwijzing voor een volgend punt is).

21→22→23→30→24→26→25→27→28→31→29→32→33→34→35→37→36→38→39→40

We verwachten dat het eind van de etappe, CP51, wel ergens net van de kaart in de buurt van CP50 zal liggen. En dus gaan we van CP40 eerst via CP43, CP46, en CP49 naar CP50. Dat is het plan. Het is een speculatie. Een paar andere teams lopen van CP40 direct naar CP50. We gokken verkeerd. Bij CP46 hangt een peiling naar CP51, en die blijkt daar vlakbij te zijn. Dat betekent dat we voor CP49 (en met een aanwijzing daar ook CP45), en CP50 (en een peiling naar CP48) terug moeten. Ook dat levert een extra omweg van een kilometer op. Was dat nou nodig? De enige aanwijzing was misschien dat de peiling voor CP51 bij CP46 te vinden was volgens het roadbook, maar ja, dat is ook geen garantie dat die aanwijzing naar een punt vlakbij zal leiden. Denkende aan de Midwinterrun van vorig jaar, CP32 als ik het me goed herinner.

Het verschil tussen de gele (onze) en de groene route is gelukkig maar 1 kilometer.

Laatste ronde

De laatste etappe is het zwaarst, maar meer vanwege de vermoeidheid die toeslaat. Dingen beginnen pijn te doen als we de 35 km passeren en er nog zeker 10 moeten. Voor de afwisseling hangt het eerste CP van deze finale op een eilandje waar je hurkend op een surfplank heen kan peddelen omdat het vanaf de kant (ondanks, of juist vanwege, een goedkoop monoculair van Aliexpress dat ik ‘toevallig’ bij me had) niet leesbaar is. Verdere complicaties zijn er op zich niet echt, maar een aantal CP kaartjes blijkt wel lastig vindbaar. Kost wat tijd, maar ook wel weer een gelegenheid om uit te rusten. Wat ook tijd kost is het besluiten wat de kortste route is langs de laatste paar CP’s. En dat we een weg in gaan waarvan je op de kaart niet ziet dat het vanaf een bepaald punt privé terrein is; de bewoners weten dat overigens wel, en maken dat ook duidelijk kenbaar. Via een omweg komen we uiteindelijk voor de 2e keer vandaag langs de zelfde vogelkijkhut. Het CP nummer hebben we toen al genoteerd, maar tegelijk met het antwoordenblad ingeleverd bij de kaartwissel. Met nog 20 meter te gaan denk ik alvast aan waar het kaartje zojuist hing: en wellicht dáárdoor schiet het CP nummer me alsnog te binnen: “45”. Had ik dat eerder bedacht, dan had ons dat 1,4 km gescheeld.

De zwarte cirkel is de finish. Zoek de kortste route vanaf CP62. Hint: dit is een oude kaart, dus je weet niet waar nu de bruggen over het water te vinden zijn.

Als er geen bruggetje was geweest halverwege was de rode route nog wat korter geweest dan onze route (de groene, hier onder), maar in elk geval was onze keuze 300 meter korter dan de blauwe route die (volgens Strava) veel andere teams namen. Ik denk dat niet veel lopers wisten dat er een brug lag ten noorden van CP66 op de oude kaart. Maar terwijl we van CP68 naar CP66 lopen weet een vrouw met hond ons te vertellen dat we niet terug hoeven naar het westen om om de beek heen te lopen, omdat er volgens haar een nieuwe brug ligt. Dat scheelt weer. Anders was de rode route hier onder wellicht toch tactischer geweest.

Er blijken twee bruggen bij gekomen te zijn. Handig om te weten.

En even later zijn we weer terug in Vorden, nu voor het laatste CP, en niet lang daarna de finish. Dit keer hoeven we voor de verandering (volgens het roadbook) eens geen CP nummer aldaar te noteren, alleen het antwoordenblad in te leveren.

We zijn tevreden, we zijn als één van de eerste teams terug, en het is ontspannen napraten met de andere teams die stuk voor stuk binnendruppelen. Zere ledematen laten ondanks de ruim 9 km die we ‘te veel’ liepen niet meer van zich horen terwijl we aanvallen op de boerenkool, hutspot, worsten en gehaktballen. Winterkost als beloning voor een prachtige barre tocht met vorst en zon en veel uitdagends onderweg. Lekker.

Als een donderslag bij heldere hemel horen we dat ons een diskwalificatie boven het hoofd hangt, vanwege het passeren van een roadblock. Natuurlijk hadden we het roadblock gezien op de kaart, en zijn we daar ten noorden en ten oosten van gebleven. Maar het blijkt (als je naar onze GPS track kijkt) dat we er met één been eventjes overheen zijn geweest, precies waar de witte vlek op de luchtfoto de oever van het beekje waar we langs liepen verhult. Niet dat we dat zo duidelijk hadden kunnen zien ter plaatse, maar de GPS-track liegt niet, en we zijn inderdaad pal over de rode lijn gelopen. En dan is het logisch dat je achteraf wordt uitgesloten. Anders is het hek van de dam en houdt de volgende keer niemand zich nog aan de regels.

Ik zou, als het de bedoeling was niet langs de beek te lopen, het roadblock hebben getekend als een lijn dwars over de beek, niet parallel aan de beek. Maar mits je kon zien wat schuil ging achter de witte vlek was wel duidelijk dat de lijn door het water liep, en de zuidoever dus verboden gebied was.

Vermits het passeren van roadblock nooit is toegestaan hebben we ons er, toch wel enigszins teleurgesteld, bij neergelegd dat we ondanks onze prima score buiten het klassement zijn gevallen, evenals 6 andere teams.

Wat goed ging

Zelfreflectie: Na aanvankelijk een wat chaotische start in de binnenstad van Vorden herpakten we de draad, en kwamen als eerste aan bij het eind van etappe 1. Helaas moesten we weer terug naar station Vorden om het antwoordenblad op te halen en 2 CP’s onderweg.

Planning: Om niet over de deadline van etappe 1 te gaan waren we zo verstandig één van de CP’s in Vorden te laten liggen. We waren nét op tijd, ware het niet dat we ons een uur hadden vergist en dus ook 60 minuten later hadden kunnen arriveren. Maar dat kwam goed uit omdat we nog terug moesten naar het station voor voor bovengenoemde CP’s.

Peilingen: We maakten dikwijls de juiste keuze bij het uitvoeren van peilingen, door op de langere afstanden de kaart of luchtfoto’s te gebruiken om de stoplijn te bepalen (als er geen witte vlek op de kaart stond), en op de kortere passen te tellen. Toch gaat het wel eens mis…

Hard lopen: Dat deden we zeker. Telkens als we weer door slordigheid of verkeerd gokken achterop raakten wisten we ons spoedig weer bij de kopgroep te voegen. Het tempo zat er tot het eind lekker in. Relatief dan.

Alles intekenen: Van voorgaande edities hebben we geleerd: je wint door alle CP’s mee te pakken, en dus niets niet in te tekenen. Even rekenen, meten, peilen, en extra opdrachten uitvoeren (al moet je er een km voor terug) loont altijd de moeite. Dus ook dit jaar was dat de kern van onze strategie. Ook die kilometer terug lopen.

Info op CP…: Nadat we tot twee keer toe een opmerking in het roadbook over het hoofd hadden gezien hebben we ons de hele rest van de tocht geen derde keer meer aan dezelfde steen gestoten. Bijzonderheden markeren op roadbook en antwoordenblad is goud waard.

CP’s onthouden: Als je ergens langs komt en je zou daar later ook nog wel eens moeten kunnen zijn, dan is het handig het nummer dat er op staat te noteren. En niet als antwoordenblad in te leveren. Doe je dat niet, dan moet je het onthouden. Zaak is wel om het genoteerde tijdig te herinneren, en het niet pas 20 meter voordat je voor de tweede keer ergens aankomt te binnen te laten schieten, want dan had je net zo goed die anderhalve kilometer niet hoeven om te lopen.

Routekeuze: Soms weet je niet wat de handigste route gaat zijn. Omdat je niet weet of ergens een brug is, of bijvoorbeeld of CP51 bij CP50 of CP46 in de buurt gaat liggen. Mooi is het dan wel om achteraf te zien dat als je niet verkeerd had gegokt, je de kortste route had gehad.

CP’s vinden: Menigmaal waren we eerder weg dan andere teams op een CP, omdat we het kaartje snel spotten. Ik had zelf op een gegeven moment de blauwe rechthoekjes zodanig ingebrand op mijn netvlies staan -in gedachten- dat ik ze overal zag waar ik keek. (Of de energy bar die ik net op had was zodanig lang over de datum dat hij hallucinerend bleek.)

Omgaan met het publiek: Vrienden hebben we gemaakt bij de plaatselijke bevolking. Of het nu een molenaar was, een man met hond, of een boer over wiens erf we kwamen, we hebben het altijd hoffelijk gehouden en zijn in alle gevallen als vrienden uit elkaar gegaan. Soms wat wijzer over de gezochte bestemming.

Omgaan met teleurstellingen: Ondanks de diskwalificatie hielden we op de reis naar huis de stemming er goed in met de gedachte dat we met een flink ruimere voorsprong op nummer 2 geëindigd waren dan dat passeren van het roadblock had opgeleverd, hooguit 600 meter.

Vooruitziende blik: Het is ook best knap dat de meerderheid van de foute CP’s die we noteerden door de meerderheid van de teams werden genoteerd, iets wat je pas achteraf had kunnen weten.

… en wat niet zo goed ging

Lezen: (de blauwe kaartjes en andere info). Twee keer hebben we (ik denk ik; Patrick noteerde) verkeerd gelezen. Op het bruggetje “de Peppelbrug” bij CP4231 las ik 1841. Twee keer gekeken, weet ik nog. Maar de brug was uit 1941. Terwijl Patrick nota bene 1941 wilde noteren in eerste instantie, maar ik wist het zeker. Dus: bij twijfel, altijd nog een keer kijken. En niet veel later, bij CP4243 waar 19 stond op een blauw kaartje achter op een boom, las ik kennelijk 10 af. Niet meer doen! Iets minder op mijn scherpe blik van vroeger vertrouwen. Het zal de leeftijd zijn. Bij elkaar kostte dat 2 uur straftijd, daarin kan je een hoop CP’s doublechecken.

Afstanden en peilingen: We hadden dit keer meer peilingen fout dan anders. En afstanden. Bij 4 CP’s zaten we er naast, en ik denk dat dat te voorkomen was geweest. Ook omdat het error-prone punten waren, zoals de lantaarnpalen in Vorden bij CP4234 en CP4240. De eerste daar van was een gegeven afstand. Daar stonden meerdere palen, dus flinke kans op een vals CP. Je kan niet overal 2 keer meten, maar hier was wel duidelijk dat het de bedoeling was het lastig te maken. Ook al was de afstand in voet gegeven, en een voet is 30,4 cm wat al snel als 1/3 meter wordt geïnterpreteerd. Maar met de afstand tussen de palen zou het ook weer niet onmogelijk moeten zijn. (Slechts iets minder dan de helft van de teams had het overigens goed.)

Is 100 meter dertig voet, of is honderd voet 30 meter?

De tweede was een peiling vanaf een punt een paar honderd meter verderop, en 1° fout is op 100 m afstand al 1,75 m mis, en toen ik eerdaags de huidige declinatie ter plekke verifieerde bleek die ongeveer 4° graden te bedragen, een meter of 10 bij deze peiling. Toch hadden we ook daar geen fout hoeven maken. We hebben nog wel een omgekeerde peiling gemaakt vanaf de paal naar de muziekkiosk. Tenzij de gegeven peiling zelf al niet klopte en de juiste paal verder van de werkelijke peiling stond dan de juiste. Dat überhaupt maar 1 team het goed had geeft te denken…

Verder pakten we bij CP9 een valse: ook een peiling, dwars door het bos, en dan is de afstand altijd lastiger te bepalen dan de koers. Omdat we daar geen kaart hadden, alleen een oleaat, en CP9 een van de bonus-punten was die niet aan de lijn lagen, was er behalve de schaal van de oleaat geen enkele andere referentie of mogelijkheid tot een check. Toch fout, net als 2/3 van de teams. En ik had het andere kaartje nog wel zien hangen!

En ten slotte peilden we vanaf CP49 de koers naar CP45, kwamen ook een stukje van de hoek van de bosrand uit, maar vonden een CP achterop een verkeersbord vlakbij en bedachten niet dat dat dus niet goed was. Ook hier noteerde maar 1 team het juiste CP. Het klinkt allemaal niet eenvoudig, en toch moet het de volgende keer met minder fouten, door ieder van ons te laten peilen en passen te tellen, niet te snel tevreden te zijn, altijd terug te meten als dat kan, goed op te letten of er ergens een vals CP hangt en dan nog een keer te bepalen welke het is. Want bij 8 van de 17 peilingen hangt een valse, weten we achteraf. En van de in totaal 19 valse CP’s die er waren opgehangen, vonden(!) wij er 7, waarvan 5 peilingen of afstanden. Dat is dus laag hangend fruit de volgende keer: doe alle peilingen 2 keer, dat kost misschien een half uur extra tijdens de hele wedstrijd, maar zou 5x60 strafminuten schelen.

Een peiling wordt al gauw lastig als je het punt waar je heen moet niet kan zien. Terug-peilen of je goed zit lukt dan ook niet.

Afwijkende kaarten: Het is altijd lastig als een oude kaart wordt gebruikt. Je weet dan eigenlijk zeker dat er een addertje onder het gras zit, dat iets lijkt te zijn wat het vroeger was, maar niet meer klopt. En al helemaal als het geen oude kaart lijkt, maar er toch ergens een datum staat. Topo kaarten van 30 jaar geleden lijken qua stijl nogal sterk op de huidige, je ziet het niet direct. Meestal staat er dan ergens klein in een hoekje een datum vermeld. Toch moet je ergens op navigeren als je een oude kaart gebruikt. Je gaat dan af op features die er op staan en ook in het echt te herkennen zijn, zoals een hoek van een bos. Die hoek was er ook, bij CP38, maar niet meer waar die kennelijk vroeger was. En ook niet op de recente kaart trouwens. Maar wel in het echt. Hoe ga je om met tegenstrijdige informatie? Het punt dat we noteerden lag wel verder van de ‘ronde zuidzijde’ van de akker net ten westen van het pad. Maar als je bedenkt dat de MWR met GPS wordt uitgezet, en de CP coördinaten worden gebuikt voor het maken van de kaarten, niet de realiteit zoals de deelnemer die ervaart, moet je de volgende keer altijd afstanden en koersen laten prevaleren boven vormen op de kaart en in het echt. Zo wordt dit spelletje gespeeld.

Zowel op de oude (midden) als recente kaart (links) loop het bos minder ver door dan in het echt (luchtfoto rechts). Wij pakten het (valse) CP op de hoek van het bos, zoals aangegeven op de kaart. Maar de locatie was niet goed.
Hier zaten we inderdaad niet goed.

Dat het bij CP58 nou net weer andersom lijkt, daar hing het CP op de hoek van het bos op de kaart, en dat was daar dan weer wél overeenkomstig met de werkelijkheid, doet er niet aan af dat we dat CP fout hadden. Dat dat door de vermoeidheid kwam hoort ook bij het spel. Toch stom.

Ervaring: Het einde van de één na laatste etappe was een beetje suf: we peilden vanaf CP46, kwamen net naast het huisje uit waar de kaartwissel plaats vond (CP51), zagen bij het huisje zelf niet direct een kaartje hangen, en noteerden dus wat later CP53 bleek te zijn. Het scheelde een tiental meter. Maar ja, we hadden kunnen weten van eerdere edities dat het CP kaartje aan het eind van een etappe meestal maar een paar meter van plek van de kaartwissel hangt, dus hadden we iets langer moeten zoeken. De meerderheid deed dit trouwens wel gewoon goed.

Peiling van CP46 naar CP51. Wij pakten CP53.

Routekeuzes: We hadden niet veel betere keuzes kunnen maken. Rustig lezen bij de eerste etappe en plannen op basis van wat logica had kilometers gescheeld. En bij andere omwegen was dat vooral vanwege ontbrekende informatie of gedateerde kaarten, zodat soms gegokt moest worden; en we hadden niet altijd geluk. Een paar extra kilometers maakten we vanwege slordig lezen van het roadbook, en aanwijzingen vergeten. Maar dat overkomt de beste. Nog een tip: als je terug moet naar een vorig punt, pak dan dezelfde route als heen, dat voorkomt verrassingen (en achtertuinen met hond).

Rating

En dan nu antwoord op de laatste vraag: de tips en tops. Na zelf de N8-run georganiseerd te hebben denken we hier wel over mee te kunnen praten.

😊 Etappe 1 zonder kaart was erg leuk opgezet. Achteraf zit er best wat logica in de punten. De verwarring die het in eerste instantie oplevert is een uitdaging die echt karakteristiek is voor de Midwinterrun. Dit soort dingen zijn altijd leuk, verrassend, en origineel. Top! Jammer dat het voordeel oplevert voor wie bekend is in Vorden, maar ja, we kent dat nou?

☹ Het is wel een minpuntje dat je soms moest gokken. Of er ergens een brug is CP66 (omdat een oude kaart is gegeven of een stuk op de kaart wit is gemaakt), of een CP aan de ene of aan de andere kant van een beek ligt (CP24), en waar het eind van de etappe gaat zijn (CP51). Prima als het lastig te achterhalen is, maar ik vind het leuker als je je achteraf voor de kop kan slaan dat je een stukje informatie over het hoofd gezien hebt, dan dat het pech of geluk blijkt.

Zou daar een brug zijn bij CP24, of hangt het CP echt midden op het water? We moesten gokken, maar volgens de boer was de zuidoever makkelijker lopen. Gelukkig hing daar ook het CP…
…wat op de officiele achteraf-kaart wel duidelijk was.

😊De memorisatieopdracht die bij het station hing, met bovendien 3 vergelijkbare kaarten die je moest zien te identificeren, was mooi bedacht. Goed te doen en uitdagend tegelijk. Voor herhaling vatbaar. Ook de oleaat was een leuk element. Met passen tellen goed te doen, er van uit gaand dat de route overal de paden zou volgen.

☹ Iets minder was het misschien dat de route over een natuurbegraafplaats liep en er peilingen naar bonus-punten in zaten waarbij je -omdat het en oleaat was- niet wist dat daar eventueel vanaf een ander punt een pad heen liep, waardoor je alleen maar vanaf een bocht in de oleaat een peiling kon maken. En díe koers liep misschien wel dwars door het bos: ongewenst lijkt me. Maar goed, de gedachte bij een natuurbegraafplaats is ook een beetje dat je de natuur op zijn beloop laat, inclusief passerende rechtoplopende zoogdieren met een grote hersenpan en een kompas.

😊 Het CP op het eilandje was leuk. Als het minder koud was, of het 10 jaar terug was geweest, was ik er gewoon doorheen gelopen. Jammer alleen dat het pal na een kaartwissel met deadline was waardoor alle teams tegelijk de surfplank wilden gebruiken om het nummer te checken op het eiland en er daardoor een wachtrij van 10 minuten ontstond.

😊 De paar opdrachten waarbij de locaties van bonuspunten te bepalen waren aan de hand van snijpunten, van peilingen met gegeven hoeken, of van cirkels met gegeven afstanden, vormden een welkome afwisseling van het toch wel ietwat irritante coördinaten intekenen (dat mag ook, maar graag met mate). Voordeel van peilingen is dat de rek van het papier er niet toe doet, en als je 3 afstanden krijgt middelt ook daar de fout wel uit. Of zoals in dit geval de kaartschaal was gegeven aan de hand van de afstand tussen twee punten op dezelfde kaart: dan is het altijd goed.

Iets minder elegant is het als de hoek tussen twee richtingen of tangenten erg klein wordt, omdat dan de fout in het bepaalde snijpunt al snel opblaast. De organisatie kan dat in elk geval deels goedmaken door daar geen valse CP’s in de omgeving op te hangen.

Lastig, zo’n snijpunt van elkaar rakende cirkels. Haaks is nauwkeuriger. Gelukkig hing er geen vals CP.

☹ Sommige stukjes liep men twee keer (en niet omdat je vergeten was een opdracht te noteren), zoals van en naar de vogelkijkhut CP39/CP72. Of was het de bedoeling om daarvandaan dwars door de Baaksche Beek te gaan? Ik denk dat minstens 1 team (volgens Strava) dat deed. Da’s dan wel weer leuk. Maar hij leek niet echt doorwaadbaar, toen we eerder langs dat zelfde watertje liepen. Ik had er niet op gegokt dat dat kon zonder kopje onder te gaan.

Toch was twee keer het zelfde punt gebruiken met het zelfde CP kaartje ook wel een beetje flauw; of niet, als je het toevallig op een kladje had genoteerd, maar dat was dan weer een geluksfactor. Bovendien nodigde dat CP uit om over privé terrein te lopen of af te snijden door een natuurgebiedje. Zou ik als organisatie altijd proberen te voorkomen, óf daar een roadblock leggen.

Één vals CP hing wel heel dicht bij het juiste. Ik zou bij zo’n punt toch op zijn minst een aanwijzing in het roadbook plaatsen waar het juiste CP hangt. Als iemand dan het valse pakt kan je dan nog uitleggen waarom dat niet goed was.

☹ Er waren een paar mijns inziens iets té lastige peilingen. Als daar dan ook nog een vals CP hangt, heel vlakbij, wordt het een loterij. Het is heel moeilijk om een CP op werkelijk de juiste afstand en koers te leggen, zeker als je dat per GPS probeert te bepalen. Om dat te kunnen doen moet je het eigenlijk met een lang lint in het veld nameten. Er mag geen discussie over bestaan of zo’n punt goed hangt. En als er dan ook geen directe zichtlijn is zodat je kan terug-peilen, of normaal terrein onderweg zodat je nauwkeurig passen kan tellen, is het eigenlijk niet meer leuk. Zoals CP51 dat erg dichtbij CP53 hing. Door een extra hint te geven voor de positie van het juiste CP kaartje is dit trouwens goed op te lossen.

😊 Dat er soms een witte vlek op de kaart staat, om te forceren dat je ook echt in het veld koers peilt en passen telt, is dan weer wel aardig. Als is de combinatie van een roadblock en een witte vlek bijzonder ongelukkig gekozen.

Als je alles smileys hier boven bij elkaar telt kan er maar één conclusie zijn: we zijn er volgend jaar weer bij!

2 thoughts on “II x X = XX

  1. Heel leuk geschreven bedankt voor het delen van je + / – daar kan ik ook weer van leren en weer een stukje dichterbij jullie prestatie in de buurt komen
    welk programa gebruik je om twee route qua afstand met elkaar te vergelijken?

Leave a Reply to Guido Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *