Voor het eerst ging ik naar een O-loop met de insteek een leuke tijd neer te zetten. In het begin was het vinden van controle-post 2 het hoogste doel (en vond ik zelfs de laatste), later om vooral veel kilometers te maken (zo leek het af en toe), maar dit keer leek een snelle tijd me een leuk streven. Ik had het idee dat ik daar wel aan toe was. En uit de vorige keren was mijn ervaring dat dat vooral zou lukken als ik geen fouten zou maken. Ja, die kaarten en analyses zijn er niet voor niets.
Even terug naar mijn eerdere ervaringen:
- de meeste tijd ging verloren bij het niet-vinden, of voorbij lopen van een post
- één keer ben ik na een post de verkeerde kant uit gegaan (90 graden fout)
- soms kwam ik halverwege een leg een obstakel tegen, dat ik over het hoofd had gezien; omlopen was het resultaat
- vaak kostte het direct na de controle-post wat tijd om de volgende route te bepalen
- mijn keuze tussen paden volgen en doorsteken was niet altijd optimaal, achteraf
Kan je beter kaartlezen op een vlak recht pad, en wellicht wat snelheid verliezen, of kan je beter even wandelen op een stuk waar je toch al niet maximaal snel ging?
Samengevat:
anticiperen en risico’s inschatten. Dat eerste is een kwestie van discipline, niet lui zijn, blijven vooruit denken, voorbereid zijn op wat er straks komen gaat. Onderweg vroeg ik me wel af: kan je beter kaartlezen op een vlak recht pad, en wellicht wat snelheid verliezen, of kan je beter even wandelen op een stuk waar je toch al niet maximaal snel ging? Wat kost minder tijd?
Maar het belangrijkste was in mijn geval het vermijden van fouten. Het blijft natuurlijk een afweging tussen een veilige, zekere route, en de kortste route. Maar omdat die toch niet altijd het snelste is, is paden volgen soms zo gek niet. Immers, het terrein bij een doorsteek is vaak wat trager dan het pad er omheen; maar hoeveel scheelt het? Alleen merk ik dat ik af en toe, vooral na een fout, als was het om wat goed te maken, extra risico’s neem. En laat dat in het verleden nou altijd zijn geweest bij die posten die ik voorbij ben gelopen. Gokken is zelden verstandig.
Beter een paar procent verliezen ten opzichte van de kortste route, dan minuten door een niet-gevonden post.
Waarbij ik moet opmerken dat bij deze loop, met 1 minuut tussen de starters, wel zo’n dichtheid van mensen bij de posten opleverde, dat het niet vinden van het vlaggetje nooit lang zou duren. Maar goed, mijn insteek was deze keer beter een paar procent verliezen ten opzichte van de kortste route, dan minuten door een niet-gevonden post. Zo!
Tijd om van start te gaan. Ik heb voor het gemak de kaart hier onder in stukjes geknipt. En als je er met je muis overheen gaat kan je klikken en een link volgen naar dat betreffende stuk kaart. En in die deelkaarten heb ik weer her en der commentaar toegevoegd. Het is wat werk, maar dan heb je ook wat.
Het was een drukte van jewelste bij de start. Zo iets had ik nog niet eerder meegemaakt. En soort tent waar de voor en achterkant uit waren gewaaid was het starttunneltje, er voor stond iemand die de renners opriep als ze aan de beurt waren (er werd met tussenpozen van 1 minuut gestart), en er achter 10 bakken met kaarten, en start-emit-control-posts. Eenmaal door het tentjes begon het te kriebelen. Nog 1 minuut wachten, maar officieel mocht je de kaart nog niet pakken. Alléé, op pad, met een honderd meter tot de echte start, maar ja, dat was geen emit-reader, dus de tijd liep al. Bovendien was het eerste stuk nogal bochtig en heuvelachtig, tussen twee rood-witte linten door, dus tijd om kaart te lezen was er niet. Maar goed, eerst maar eens het toch-wel-dichte-bos uit zien te komen, met nogal onregelmatig terrein. Het leek of overal lopers waren, die allemaal een andere kant uit gingen. Wie weet was dat ook wel zo.
Een beetje week ik af, maar ik had bedacht dat ik bij de bocht van de weg uit wilde komen, zodat ik kon tellen het hoeveelste pad ik reachtsaf in zou moeten, aan de andere kant van de weg. Post 1 was binnen, en nummer 2 was niet ver. Door de open plek te volgen kon ik ook die snel vinden. Maar toen liep ik even fout. 90 graden bijna. En omdat ik niet meer zeker was van mijn plaats op de weg, liep ik maar door tot een herkenbaar punt. Veel te ver zuidelijk voor de kortste route. En bovendien had ik mezelf een heuvelrug extra in de maag gesplitst. Maar gelukkig was post 3 weer makkelijk te vinden. Het pad naar 4 kende ik nog van 2 jaar geleden, toen ik hier een geocache liep. Onderweg kwam ik een aardige Belg tegen met wie ik naar de start was gewandeld. Hij kon overigens wel hard rennen, dus lang heb ik hem niet bijgehouden. Post 4 lag wat vreemd. Veiligst was door te lopen tot voorbij de post, het pad te volgen, en dan in de bocht even noordelijk te gaan. Mijn haas was al verder, en ik dacht dat hij de post voorbij was gelopen. Even twijfelde of ik hier wel het bos in moest gaan, en hij niet gewoon gelijk zou hebben, maar ik was een keer eigenwijs, en ging zoeken waar het mij het best leek.
Dit was een verraderlijk bos en baan!
En warempel, daar stond de rood-witte vlag. Weer terug op het pad zag ik hem ook het bos uit komen, een meter of 50 verderop. Kennelijk stond daar ook een post, en liep hij een andere omloop. De rest van de loop zou ik alle nummers controleren waar ik mijn Emit op zou leggen: dit was een verraderlijk bos en baan.
Na post 4 volgde een heel lang been naar 5, met grote stukken dicht en donker bos. Ik nam me voor dat snelheid belangrijker was dan afstand, en zocht naar de kortste paden. Het eeste pad, echter, bleek ongeveer 1,60 [m] hoog, en ik ben zelf 1,94 [m], dus krom en bukkend rende ik er doorheen. Verderop waren luide knallen te horen van de schietclub, en dat zou de rest van de morgen een referentiepunt blijven, hoorbaar over het hele parcours. En deel van de route had ik overigens best door kunnen steken, want daar lag wit bos, maar het ging nu eenmaal wel lekker snel over de weg, en er stond een drankpost op de kaart, dus intuïtief nam ik aan dat ik daar wel langs zou moeten. Ik ben wel trots dat ik vervolgens in een rechte lijn naar 5 tussen de zandverstuivingen door liep, wellicht nog sneller dan over de mulle zandpaden.
Post 6 was niet moeilijk te vinden. Nou ja, de post op zich wel, maar de kluwe mensen er omheen niet. Het was wel zo druk dat je overal lopers zag, en met een beetje oog voor manier van lopen zie je wie van een post vandaan draaft, en wie doolt op zoek naar de vlag. 7 was weer niet eenvoudig, maar ik had geluk. Of ik was in vorm. Des te beter.
Ik vraag me wel eens af wat vermoeiender is: een stuk sprinten over vlakke paden, of even lang, op lagere snelheid, door het bos akkeren.
De weg naar 8 was een omweg. Maar ja, lichtgroen bos, een bijna haakse route, dat levert niet veel op. Vanwaar ik het brede pad aan de rand van de vlakte overstak, tot aan post 8, was het 21o [m]. Over de paden 360 [m]. Ik zou dus 40% uitsparen, maar zou het over de paden niet meer dan 40% sneller lopen dan door lichtgroen bos? Ik vraag me wel eens af wat vermoeiender is: een stuk sprinten over vlakke paden, of even lang, op lagere snelheid, door het bos akkeren. In elk geval was er geen twijfel mogelijk over de route van 8 vandaan, naar 9: paden volgen, bij de drankpost verkeerd lopen, omkeren, juiste pad in, en op zoek naar Emit de Kikker. Terwijl ik tussen het witte bos door liep zag ik daar alle greppels liggen, en was wel duidelijk dat je hier niet door wilt steken: een hordenloopparcours. Net zo’n hindernisbaan was de route van 9 naar 10: geen pad dat je juiste kant op liep, en een donkergroenstrook over de volle breedte. Leuk gevonden, beste baanlegger! Mijn overwegingen: niet dat hele donkergroene stuk; niet door de greppels dus eerst op de paden blijven; de brede medium-groene strook passeren waar die smal is; schuin doorsteken in het witte bos daar achter. Hoogtelijnen heb ik maar niet op gelet, want ik had geen idee wat hoog en wat laag was.
Logisch, maar de aanblik van die kris-kras door het bos, maar vooral door elkaar rennende mensen had een hoog Monty Python gehalte.
Onderweg kwam ik vreemd genoeg allemaal mensen tegen die helemaal niet mijn kant op leken te moeten. Logisch, maar de aanblik van die kris-kras door het bos, maar vooral door elkaar rennende mensen had een hoog Monty Python gehalte. De weg naar 11 was weer makkelijk, met kompas, en de stukken dicht bos waar ik langs kon rennen. 12 snel gevonden, en 13 dankzij een concentratie lopers rond de post.
De weg naar 14 was wederom een mooi stukje puzzelen, met lijntjes, vlakjes, met elk een eigen
gewicht. Stukje doorsteken, paadje volgen, dwars door het bos, beetje marge om zekerheid tot vinden in te bouwen, en vooral
passen tellen. De weg naar 15 was ook leuk: was ik hier niet al eerder geweest? Maar nu recht door, het zand in. Weer leken me de paden hier trager, vanwege mul zand, dan er tussendoor. In elk geval stond de post me al ruim tevoren toe te lachen, boven alles uit.
Maar nu zou een kleine misrekening volgen: de route tussen 15 en 16. Op de kaart leek het alsof er veel open plekken zaten tussen het groene doolhof. Maar dat werd ruimschoots teniet gedaan door het ondoordringbare dennenbos er tussenin. Handen voor de ogen, armen voor mijn gezicht, en soms achterwaarts tussen de prikkende takken door. Om dan maar af te wachten waar ik uit zou komen. Ik weet vrijwel zeker dat omlopen toch echt sneller was geweest. Maar soms word je gretig, en trekt de post als een magneet.
De weg naar 17 was ook bijzonder. Ik liep een stukje achter iemand die net wat sneller 16 had gevonden. Hij liep iets harder, maar ik hoopte hem te passeren door een hoekje lichtgroen af te snijden. Echter, toen ik bos weer uit kwam zag ik hem nergens meer. Vermoedelijk heeft hij een van de paden door het zand genomen, want hij liep ook in mijn omloop, dus had het zelfde doel. Nu achteraf zie ik dat daar ook best wat paden liepen. Ik volgde echter het grote pad aan de rand van het bos. Toch, onterecht volgens mij, besloot ik daar van af te gaan wijken en door te steken over de vlakte. Terwijl iets verderop een prima bospad liep. Vreemde beslissing. Met al het reliëf en het mulle zand was het al zwaar genoeg. Maar 17 werd wel direct gevonden, wat me euforisch maakte.
Zo kwam het dat ik ook in een rechte lijn naar 18 wilde: ik kon even alles. Pittig was dat wel, maar ja, ik moest anyway ergens door het bos. Omlopen was 40% verder, bos liep 35% langzamer, het zou er om hebben gespand. En het deed er ook niet veel toe, want op weg naar 19 maakte ik wat forse fouten, die me meer tijd kostten. Even 90° de verkeerde kant, en dat scheelt zo een halve minuut.
Toen kwam post 20. Nou ja, ik moest er wel zelf heen. Hier zouden vele wegen naar Rome gaan leiden, zo zag het er uit. Ik besloot een van de eerder paden te pakken; afslaan kon altijd nog. Alleen kwam de T-splitsing maar niet. Klopte de kaart wel? Of was ik toch ergens anders? Maar ineens was ik ergens wat niet kon missen: een driesprong met schuine hoeken. Ik was nog dichter bij de post dan ik verwacht had! Mooi! Hiervandaan verder werd het makkelijk. Gelukkig maar, want ik begon aardig moe te worden. Of het was de hars uit de bomen waardoor mijn schoenen aan de grond leken te plakken, maar het ging stroef, heel stroef. Toch, omdat overal om me heen anderen liepen, die vanuit alle hoeken en gaten van het bos leken te komen, op weg naar dezelfde finish, kon ik gemotiveerd blijven. Maar toch wel minder scherp. Als ik op de splitsbrowser kijk heb ik hier, tussen de laatste vier, vijf posten, vrij veel tijd verloren, terwijl mijn routes toch niet zo slecht leken. Geen fouten gemaakt, maar ik merk wel dat vermoeidheid betekent dat je ook minder scherp tussen de bomen door manouvreert. En dat kost ook snelheid.
Tusen de bomen: eigenlijk is dat een soort micro-oriënteren, zonder kaart. En je moet des te sneller denken.
Wellicht weer een les: als je moe wordt, kies dan eerder voor een pad dan een bos.
Puffend, hijgend, zwetend kwam ik aan bij de finish. Maar wat was het lekker! Ik had echt het gevoel dat ik alles wat ik had had gegeven, en bovendien: dat ik nergens een grote fout had gemaakt. Niet alle keuzes waren optimaal, maar ik heb op geen post lang hoeven zoeken, en verdwaald ben ik ook niet. Het gaat de goede kant op!
De uitslagen kan je bekijken via de bekende SplitsBrowser. Ik liep hier in categorie 3.
En natuurlijk heb ik weer een kaart gemaakt met mijn gelopen route, zowel in QuickRoute, als in RouteGadget. Het zou leuk zijn als meer lopers hun gelopen route op de kaart zouden tekenen, via RouteGadget, of hun GPS track zouden uploaden.
Maar dan heb ik eigenlijk ook de route-data met coördinaten van controle-posten nodig van de organisatoren. Je ziet dat in het buitenland wel veel, maar hier in de omgeving is dat nog niet ze gebruikelijk. Ik heb het TROL gevraagd, maar kennelijk vonden ze het geen goed plan, of niet de moeite. Ik denk dat ik het eens probeer bij een wedstrijd van KOVZ, waar ik zelf lid van ben.