Tag Archives: orienteering challenge

WOR 5: Patatten knallen

Stop! Niet verder lezen!

Want dan komen jullie weer allemaal tips tegen voor volgend jaar. En ik heb de afgelopen paar jaar al al onze slimmigheden uit de doeken gedaan, tactieken besproken, en Woudlopers’ instinkers verraden, waardoor jullie zoveel beter werden, dat wij het dit jaar met een 5e plaats moesten stellen. Had ik dat dat niet gedaan, dan hadden we ongetwijfeld gewonnen…

natuurMaar daar gaat het natuurlijk niet in de eerste plaats om bij de WOR, de Woulopers Oriëntatie Run. Dit was alweer de 5e editie van dit onnavolgbare evenement. Met nóg meer inventieve constructies, zowel in het echt als op de kaart. En daarom draait het om de belevenis. Vergeet de uitslag: die is leuk als je wint. Dit was weer een volle dag oriëntatie-entertainment, inclusief voorpret en bier na.

Pang!

Het startschot klinkt. Een -tweede- “dikkopje” schiet naar de overkant van het kanaal (nadat de eerste er in is beland). Het bolletje ter grootte van een pingpongbal, maar dan wat zwaarder, landt in de bomen aan de overkant van het Kanaal Bocholt-Herentals.

https://youtu.be/C5w_c9B6rLY

Dit (het balletje) is het laatste CP van de route, oftewel, daar waar het terecht is gekomen kunnen we het laatste controlenummer vinden dat de score van de route bepaalt. Samen met nog 83 andere CP’s. worElk gemist of fout CP kost 30 strafminuten, sommige, de specials, zelfs nog een kwartier meer. Die zijn ook iets lastiger. Dit balletje hoort daar ook bij. Goed onthouden waar het is neergekomen is lastig, want direct na het startschot volgt het stressvolste deel van de dag: de route bepalen. Ieder van de 29 teams van 2 deelnemers heeft een enveloppe met een stuk of 8 kaarten gekregen, in tweevoud zelfs zodat we samen kunnen kaartlezen -wel zo leuk-, maar daarop is maar een deel van de CP’s aangegeven. Een aantal moeten we nog intekenen aan de hand van coördinaten, van aanwijzingen die we in de week tevoren hebben gekregen, en soms van gegevens die we pas onderweg gaan tegenkomen. Maar de kaarten vormen een soort slang. Ze sluiten op elkaar aan, overlappen soms gedeeltelijk, maar zijn veelal verschillend qua schaal en type, en dus is niet meteen het overzicht duidelijk. Daar moet aan gewerkt worden. We besluiten alles wat we al kunnen voorbereiden te markeren, uit te rekenen, en in te tekenen, en gaan dan op pad. plannenDe meeste teams zijn minder consciëntieus en zoeken het onderweg kennelijk wel uit, want ze zijn al in geen velden of wegen meer te bekennen.

We steken het kanaal over; er is toevallig een brug vlakbij. Eén van de Woudlopers heeft bij het startschot verklapt dat ze nog niet aan het ophangen van het laatste CP zijn toegekomen. Dat weten we, want het vloog zoëven nog boven het water. Zoeken zal niet zoveel zin hebben. Dus er valt niets te noteren, tenzij er het zelfde CP-nummer bij hangt als in het filmpje van de huistaak. Maar dat zal wel niet. Die slaan we dus over, en daar lopen we op het eind nog even langs. Kost hooguit 5 minuten extra. Toch?

Web

Het eerst volgende CP is een makkelijke, CP61 staat gewoon op de kaart. Maar dan volgt een stuk “Spinnenweb”. De legenda beschrijft de route, maar waar moeten we beginnen om bij CP57 te eindigen, en onderweg bovendien 60, 59 en 58 tegen te komen? Ik herinner me van de voorbereiding (googlemaps-googlemaps-en-nog-eens-googlemaps) dat het hier redelijk rechthoekig loop allemaal. Dus we komen uit het web bij CP60 op een pad dat haaks staat op het eerste pad vanaf CP57. En dat pad zal wel weer op de kaart staan zodat de teams die de route met de klok mee lopen verder kunnen. Het is een gok, maar we hebben geluk. We noteren een CP (is dat 60?), en even later hangt er een bordje op een zij-pad van ons pad “WOR: Dit is geen pad.”, zodat we weten dat we goed zitten. Dat is kennelijk nog onderdeel van het WEB. Even later weer een CP, dat zal dan wel 59 zijn. Rechts, rechts, links, CP58, rechts, links (kan ook niet anders), links, rechtdoor, links. (Zullen we een stukje afsnijden? Nee, toch maar niet, we bevinden ons toch al op glad ijs.) Rechts, rechts, en voilá, daar hangt een plastic spinnenweb zoals in de huistaak: CP57. Het heeft gewerkt.

13-01-2016 23-42-37
Brug in de vorm van de ‘S’, van symmetrisch. Puntsymmetrisch.

Bij CP56 is het een kaalslag van kapwerkzaamheden. Maar de CP’s schieten de grond uit: er zijn valse bij. CP56 ligt in het verlengde van het pad dat naar CP55 leidt, en zo bepalen we welke de juiste is. Minder nauwkeurig peilen en we hadden het fout gehad. CP55 en CP54 gaan van een leien dakje, en ook bij CP U hebben we gelukt. Daar hangt een foto van de vrijwel symmetrische brug waar we net overheen kwamen. Gelukkig hoeven we niet terug, want bij de tuidraad aan deze kant ligt het juiste CP: te zien aan de lichtval en de bunker in de verte aan de oever van het kanaal. En, uiteraard, hangt er bij de puntsymmetrisch identieke tui diametraal aan de overkant ook een -ander- CP.

13-01-2016 23-47-38Het volgende punt, CP53, is lastiger. Volgens de kaart op de bult tussen de drie palen, maar daar vinden we niets. Later blijkt dat het op een van de drie palen zelf hing, maar dat vonden we te ver uit het midden van de cirkel. Fair is dat dit punt voor ieder die er langs is gekomen goed is gerekend, gevonden of niet. (Om dit soort redenen, hoe dingen worden opgelost, steekt de WOR boven het maaiveld uit.)

CP52 t/m S zijn eigenlijk te eenvoudig om waar te zijn. Telkens zoeken we een addertje onder het gras. CP T is lastig als je de andere kant op loopt (“zoek T op de verbindingslijn tussen CP52 en CP53), maar verder is alles eenduidig. Bij CP S zoeken we een boom zoals op een foto is afgebeeld, maar ook die kan niet missen. Vreemd genoeg maken we bij CP50 wel een extreem stomme fout: we noteren 46 in plaats van 64. Alleen omdat het nummer op zijn kop stond? Dit zijn het soort foutjes dat niet had gehoeven. Zo lang de opdrachten maar moeilijk genoeg zijn blijven we scherp, maar als het te makkelijk wordt…

Q

Nee, da’s toch niet helemaal waar. Want bij CP Q gaan we de mist in. We hebben al meerdere CP’s gezien, op verschillende afstanden, dus dat wordt opletten. Q is de ‘Ezelspost’. Dat betekent dat we ons 2 keer aan dezelfde steen gaan stoten. Eerst 100 meter in richting 324°, dan 100 meter in de richting 144°, vervolgens 80 meter in de richting 326°, en dan achterwaarts 20 meter in de richting 326°. Eitje: de eerste twee koersen zijn tegengesteld, dus je komt weer terug bij Q, en dan lopen we ergens 80 meter heen en 20 meter terug.

Mis! Je moet niet achterwaarts met je neus in richting 326° lopen, maar je moet lopen in de richting 326°, met je neus waar je hem het liefst in steekt. Dat doen we dus fout. 80m-20m = 100m, en niet 60m. Fout nummer 2 vandaag. En het kost wat extra meters omdat we met onze alternatieve strategie een stukje terug moeten.

En of het nog niet genoeg is, tuinen we er bij het volgende CP, CP45, meteen weer in. Gaat lekker jongens. Afstand schatten is een kunst, als je over de hoog-pollige heide holt. En als je dan een verkeerde correctiefactor ten opzichte van vlak terrein hanteert, kom je verkeerd uit. Vol overtuiging noteren we 81 waar 57 had moeten staan. Alsof we het dóór hebben gaat vanaf dat moment alles op scherp. Strak passeren we elk CP, en noteren telkens het juiste nummer. CP P, dat we zelf hebben ingetekend, geeft aanvankelijk nog wat problemen omdat de liniaal kennelijk een tijdelijke offset van 1cm had, maar nu is hij weer op lengte, en dus tekenen we het punt vervolgens op de plek waar hij ook blijkt te hangen. Ik kan haast niets spannends vertellen over de volgende punten, behalve dan dat we CP37 wellicht beter later hadden kunnen doen, wanneer we bij CP16 zouden zijn aangekomen. Maar goed, zoals gezegd wilde het overzicht van de diverse kaarten vandaag niet helemaal doordringen.

Leuk bij CP38 en CP35 is dat het kaart uit 1991 blijkt, terwijl we nu in een volgende eeuw leven, en er in de tussentijd een man met een bijl langs is geweest. Wat eens bos was is nu kaal en wellicht geldt het omgekeerde ook. Dat bij het drukken van de kaart (links) bovendien de zwarte inkt net op was maakt het er ook niet makkelijker op.

Déjà-vu

Maar het volgende leuke punt bevindt zich tussen CP33 en CP32. We hebben CP N en CP M al ingetekend, maar gezien de opdracht (“CP N zit op 345° op exact 47m vanaf CP M”) kunnen we het beste eerst CP M bepalen. Dat blijkt het oostelijkste vervallen stenen bouwwerk te zijn. Iemand hoopte dat we het andere hutje zouden nemen. Want vanaf daar (uiteraard hangt er een CP bij beide hutjes) staat er zo’n beetje elke meter tussen 40m en 55m in de richting 345° een geel CP bordje. Passen tellen om de afstand op 2,5% nauwkeurig te schatten? Nah! En op diezelfde koers vanaf het oostelijke hutje -het juiste-  hangt er maar één, op inderdaad iets van 47 meter. Dat moet hem zijn. Leer mij de Woudlopers kennen.

Tot en met CP25 loopt alles eveneens gesmeerd. Tussentijds zoeken we op twee zelf-ingetekende punten (die er ook blijken te hangen, soms verdacht in het zicht) en flink aantal vaste posities op de kaart. Ook wat valse CP’s her en der, maar telkens op een aanwijsbaar verkeerde locatie. Ergens rond CP28 komen we het eerste team tegen dat met de klok mee loopt. Zouden wij ook al halverwege zijn? Geen idee hoe we er voor staan, want we hebben eerder nog niemand gezien.

14-01-2016 00-35-07Bij J moeten we een lollige Visgraat gebruiken. Maar als ik je vertel dat er binnen 15 meter een paar paadjes lopen zoals hier naast in rood geschetst, kan je je voorstellen dat het einde van deze “route” best onverwacht is. CP25 is, zoals gezegd, iets lastiger, maar vooral omdat we niet goed in het roadbook hebben gekeken, en minutenlang naar een CP nummer zoeken terwijl we het nummer op het bord van het fietsroutenetwerk moeten noteren. Tja… Intussen komen we steeds meer teams tegen, die dus ook over de helft zijn.

X1X2O, ja, X2 en X1 zijn ook niet triviaal, maar dat is onze eigen schuld. Als je de route niet in de aangegeven richting loopt mis je informatie die je eerder gekregen zou hebben, maar nu later pas krijgt. Binnen de cirkels X1 en X2 hangen namelijk vier CP nummers, op elke hoek van de kruising eentje. We noteren ze maar allemaal, zodat we later de juiste kunnen noteren en inleveren. Tot nu toe hebben we niet veel hoeven heen en weer lopen om het roadbook van achter naar voren af te werken.

Patatten

2016 01 09 WOR Lommel (212)Spoedig verdienen we deze twee ontbrekende extra aanwijzingen, als we succesvol Vlaamse friet maken. En dat is nog een hele operatie. Patat wordt gemaakt van aardappels. Niet zomaar aardappels, maar exemplaren van ten minste 5cm dikte. Die worden vervolgens met grote snelheid door een frietsnijder, een rastervormig netwerk van messen, gejast. Om het jassen te vergemakkelijken bevindt zicht vóór de snijder een royale trechter, maar om het weer te bemoeilijken wordt de aardappel van 10 meter afstand deze trechter in geschoten. knalTot zover de theorie. In de praktijk ziet dat er zo uit: (rechts). Om te schieten wordt een aardappel geladen in een frietschietpijp, die met perslucht op druk wordt gebracht. Mikken, kraan open, en vlam, de pieper wordt friet. Twee keer keurige rechte patatten, en een keer wat laffe chips, maar voldoende om een puntzak vol X’s te verdienen, zodat we X2 en X1 in retroperspectief alsnog kunnen vinden.

glasbakWe zijn nog niet klaar hier. Terwijl de vuurkorf vrolijk knettert identificeren we een harige schurk, door de juiste bril, baard, ogen, en kapsel te verzamelen, middels een stukje micro-oriëntiatie. Dit keer vinden we op die manier geen CP nummers, maar compositiefoto-onderdelen. En er is geen oriëntatiekaart, maar aanwijzingen als deze (hiernaast), die dan onherroepelijk naar de glasbak verwijzen. Of naar de dug-out, een hekje, of een Eva. Na vier aanwijzingen blijft er één harig sujet over, en de vijfde aanwijzing gebruiken we als verificatie, maar het blijkt te kloppen. Het persoonsidentificatienummer blijkt -heel toevallig- het controlegetal dat we zoeken voor CP Y.

robotfoto We eten een stuk ontbijtkoek, drinken wat uit onze rugzak, lebberen een cafeïne-jelletje naar binnen, maar zijn te ongedurig om te wachten tot onze frieten dubbel gebakken zijn, en gaan weer op pad.

Help, een slang!

DG_uitsnede
Klik hier boven om de “slang” te zien herrijzen.

In het voorfilmpje was er spraken van een spin, een dikkopje en een slang. En hier is hij dan, in de vorm van een zestal deelkaarten die schots en scheef afgedrukt staan. “Noord boven” is zóóó 2015. Maar goed, we kunnen uitstekend oriënteren, dus dit is geen enkel probleem. Het blijken recente kaarten, want wat gekapt lijkt is het ook echt. Geen fouten dan ook in deze serie. Waarom het een slang heet? Kijk maar op deze link.

Maar dan wordt het ineens andere koek, als we de normaal gekleurde kaart af lopen, en op de oro-kaart terecht komen: alleen hoogtelijnen. En dan ook nog eens in het lastigste stuk van de omgeving. Goed dat we CP37 (weet je nog?) niet ook nog hoeven te doen halverwege, want op de kaart blijven is al lastig genoeg.

Door de hoogtelijnen het reliëf niet meer zien

14-01-2016 01-39-25

14-01-2016 10-28-02
Klik hier voor de gehele kaart.

Op zich is zoveel reliëf en zoveel detail goed te doen, zou je zeggen -er valt tenminste wat te oriënteren-, maar als alles op elkaar lijkt, en vanwege de bomen het zicht ook maar beperkt is, ligt naast elke heuvel wel een kuil. En als je dan ook nog eens met een rode viltstift over de bruine hoogtelijnen hebt getekend, en -erger nog- over de dieptestreepjes die de richting van de lage kant van een hoogtelijn aangeven, dan loop je ineens naar een heuvel te zoeken terwijl je een kuil moet hebben.

Het gele streep-stip-stip lijntje is de kortste route.
Het gele streep-stip-stip lijntje is de kortste route. Maar het scheelt amper 500 meter met wat wij liepen, en is wel een stuk riskanter.

Dat kost tijd! Weer een don’t geleerd voor de volgende keer. Maar gelukkig vinden we uiteindelijk alle juiste CP’s in deze hoogtelijnenwildernis; je zou er bijna over struikelen. We zondigen even tegen de aangegeven volgorde, 18-16-17-15, maar ja, korter is korter. Achteraf zou je zeggen dat het nog korter had gekund als we de optimale route hadden gekozen, maar dat scheelt in vogelvlucht 500m, en dat is, met 6 minuten per km gemiddeld, een besparing van amper 4 minuten, terwijl het uitzoeken van de snelste route misschien nog wel langer had geduurd.

inprikken
Het was lastig geweest om zonder fouten van 14 via 37 op een andere kaart terug naar 16 te lopen.

En dan heb ik het risico dat we bij het opnieuw inprikken op de hoogtelijnen kaart zouden verdwalen of een fout maken, niet meegenomen. Kortom, het was wel goed zo.

 

 

 

Bird’s eye

Na de hoogtelijnen komen we op een luchtfoto terecht. Al doet die, in zwart-wit, nogal overjarig aan, de bomen op de luchtfoto staan er over het algemeen nog steeds, en het zand ligt er ook nog. Eigenlijk is dit nog wel makkelijker dan een IOF kaart.

Foutloos bereiken we elk punt. CP I hebben we bij de start al op de kaart getekend, en het wandelpaaltje aldaar is direct gespot.

Op-en-neer

uitkijktoren-lommel-10Tot we bij CP 8 komen. Dat is een toren van 73,7 meter hoog. We rennen enthousiast omhoog. Nou ja, de eerste 30 treden dan. Daarna wordt het lopen. Dan begint het hijgen, zuchten en steunen. En de laatste 5 trappen zijn afzien. Maar gelukkig zien we na 144 treden klimmen het CP direct hangen. Te makkelijk eigenlijk, zo in het zicht. Wat staat er in het roadbook? “Zie Infobord”. Verdorie, kunnen we weer naar beneden. Op dat bord staat een WOR-pijl bij de hoogte van de toren; boven dus, maar dat wisten we al. Omdat er ook een verrekijker bovenop staat, en we enige twijfel hadden bij CP I, of we daar wel het CP zochten of iets dat vanaf de toren te zien zou zijn, klimmen we nog een keer naar boven, maar niets dat ons op andere gedachten brengt. Weer beneden loop ik nog een keer langs het infobord, en dan valt op dat er niet uitkijktoren-lommel-0473,7 meter op staat, maar 73,5. Het CP moet dus 20cm lager dan het hoogste platform hangen. Voor de laatste keer klimmen we de 144 treden op -rennen lukt al lang niet meer- om te constateren dat er echt geen CP onder hangt. Later zal blijken dat we boven over leuning hadden moeten kijken, en dat er alsnog een CP zit, lager dan het platform, maar aan de buitenkant. Je zou kunnen stellen dat we voor niets drie keer de toren hebben beklommen, en een kwartier hebben verloren. Maar het uitzicht was prachtig.

15-01-2016 01-12-53
Waar moeten we zijn voor CP E? Zoek je mee?

Uitgeput vervolgen we de route. We stuntelen nog wat rond bij niet-bijster lastige foto-opdrachten onderweg van CP8 naar CP7, we vinden na enig zoekwerk ons CP E van een van de huistaken, we kruipen door twee tunneltjes onder de weg omdat het CP op de kaart midden boven het pad getekend staat, en we vragen ons nog eens af of we wel de snelste routervolgorde hebben gekozen. Toch kost het meer tijd om CP6 te vinden dan dat we daar over nadenken.  Iets zorgt voor tijdsdruk, want na dit succestraject maken we een paar fouten, zo zal blijken.

Tsjilp tsjilp

In de huistaak-video stond iets over vogeltjes en vooral geluiden. Een eend doet ‘kwaaak’ en een sijs zegt ‘tsjilp-tjilp-tsjilp’.vogels Dus als we op, aan, en onder bomen 10 vogeltjes met CP-nummers er bij zien, twijfelen we geen seconde om het nummer van het object dat tsjilpt te noteren. De rest van de beesten blijft stil. Denken we. Het zouden de Woudlopers niet zijn als er behalve een tsjilpende boomtak, ook een tsjilpende vogel zou zijn. En die hebben we aldus gemist.

Het volgende CP, CP5 kunnen we niet vinden. Het zou volgens het roadbook aan de “noordkant van de open plaats” moeten hangen, maar we vinden er niets. Ik weet nog steeds niet waar we hadden moeten zoeken, maar een aantal teams hebben het punt wel gevonden, dus het zal aan ons gelegen hebben.

Ten slotte volgt een stukje verzilveren van de voorbereiding. Met wat koersen en afstanden spurten we door een woonwijk, onderweg een paar CP’s noterend. De koersen vallen mooi samen met de straten, maar duidelijker wordt het nog als we de straatnaambordjes zien: die komen mooi overeen met de opdrachten in het roadbook. Het lijkt weer te makkelijk om waar te zijn, maar vergeet niet dat voor de meeste lopers dit stuk pas het begin is, en ze er dus nog in moesten komen.

Maar bij CP 1 zijn we er nog niet: de hele route zou begonnen zijn met het volgen van een dierenspoor. De muis wordt opgegeten door de kat, die door de wolf wordt verorberd, die door de jager met het ene been (weer uit het Youtube fragment) wordt geschoten. Het spoor van een jager met één been laat zich raden, ten minste, als je nog weet aan welk been de houten poot  zit. Maar dat weten we gelukkig nog. Dat de jager uiteindelijk door de beer wordt opgegeten mag de pret niet drukken. Wij moeten namelijk nog even langs CP V, het dikkopje dat bij wijze van startschot naar de overkant van het kanaal was geknald, en nu in een boom hangt. Aan de overkant, bij de finish, staan al een paar teams die klaar zijn, dus de eersten zijn wij niet. Nu maar hopen dat we niet te veel fouten hebben gemaakt. Want wat ik in dit verhaal heb beschreven als fouten, dat wisten we in het veld op het moment zelf natuurlijk niet, want anders hadden we het wel goed gedaan. Duh.

Petrus Blond

Spannend! De uitslag laat nog even op zich wachten, tot alle teams binnen zijn, en alle formulieren nagekeken, maar dat is niet erg, want er vloeit Petrus Blond uit de tap. En er is cola voor de liefhebber.

Maar dan komt de uitslag en blijkt dat we niet gewonnen hebben. Net 66 minuten te veel, of we hadden een paar foutjes minder moeten maken.

uitslag
De uitslag: er waren een paar posten die opvallend vaak fout werden uitgevoerd, zoals CP D (88%) en CP 8 (100%), maar ook CP 5 en CP Q had de meerderheid fout. Wij ook.

Ten slotte wil ik nog vermelden dat dit hele verhaal bij elkaar verzonnen is, want zo’n geweldig event, dat kan natuurlijk niet waar zijn. In elk geval klopt de richting waarin we gelopen hebben niet met het bovenstaande relaas 😉 Dus als je dit leest, vergeet alles snel, en steek er vooral niets van op voor de volgende keer. Het enige wat je hoeft te onthouden is dat wie slim is volgend jaar weer mee doet.

roadbook1
Het roadbook. De voorkant, althans.
roadbook2
En bij Woudlopers’ events moet je ook altijd naar de achterkant kijken. Het roadbook heeft er dus ook een.

N8.1

Het voelt alsof we hem gewonnen hebben. Maar nee… bijna.

Warm ging het er aan toe. Niet alleen omdat het een pittige strijd bleek. Maar vooral omdat het geen koude nacht was. Dus gingen we, gewoon in korte broek en T-shirtje, de duisternis van 3 oktober in, nog na-zwetend van een gehaaste rit over een filevolle A50 vanuit Eindhoven naar Barchem. Op het nippertje waren we aan de start van de Timeoutdoor Events N8-run verschenen, want de briefing zou om 18:45 zijn, en om 18:44 zetten we de motor uit. Kortom, de adrenaline gierde al in het rond, toen baanlegger Leo (om 19:15; het liep wat uit), de kaarten uitdeelde.

Nachtrun?

Briefing, op de valreep van de schemer.
Briefing, op de valreep van de schemer.

Voor wie niet bekend is met de N8-run, zal ik eerst even uitleggen waar het over gaat: De N8-run is een soort trailrun, of oriëntatieloop, in het donker, zonder vastgelegde route, waarbij je zo veel mogelijk juiste controlenummers, CP’s, onderweg moet noteren.

De tijd is beperkt, dus het gaat om snelheid, maar ook om de slimste route langs die checkpoints. Bovendien is er tactiek: doorgaans is de tijd te krap om ze allemaal af te gaan, of om overal net zo lang te zoeken tot je de nummers gevonden hebt. Ze zitten typisch aan de achterkant van een boom, op een paal, of onder een brug, en vaak heb je zelf de locatie op de kaart moeten intekenen aan de hand van hele of halve coördinaten, waardoor de exacte plek soms wat gissen blijft. Kiezen dus, hoe je de kostbare tijd gaat verdelen. En hoe je optimaal van de andere zoekende deelnemers gebruik kan maken, zonder zelf te veel weg te geven. Zo kan je net zo lief linksom als rechtsom lopen. Misschien. Ook dat is tactiek.

In het donker! Met met z’n tweeën één lampje met 6 ledjes. Je kon er bij lezen.

Omdat een gemist punt of een vals punt (dikwijls vlakbij het juiste nummer) 30 minuten straftijd oplevert, en een verkeerd genoteerd of fout gegokt controlenummer 60, is het aantal gevonden punten al snel doorslaggevend. Maar ja, elke minuut over de deadline van de wedstrijd, gesteld op 2:00 na middernacht, kost 3 strafminuten, dus op tijd terug zijn is ook niet onbelangrijk.

We waren niet geheel onbevangen, want we, ik en loopmaatje Patrick, hadden al eerder, maar dan tégen elkaar, aan dergelijke Orienteering Challenges deelgenomen. Maar omdat we samen moesten finishen, op straffe van 180 minuten aftrek, zouden we er maar beter geen spelletje Wie is de mol van maken.

Kaarten

De puntentelling kennende ging iedereen, toen de kaarten waren uitgedeeld, als de wiedeweer aan de slag om de 16 ontbrekende punten op de kaarten te tekenen. Beetje puzzelen welke kaart welke schaal heeft, waar ze liggen ten opzichte van elkaar, welke rasterlijn wat voorstelt, maar na 50 minuten staat alles -dubbelgecheckt- exact op de juiste plek, en hebben we bovendien de kortste route uitgestippeld langs elk van de 48 punten. (Waar we ons, naar achteraf zal blijken, tactisch niet aan zullen houden.)

Opperste concentratie tijdens misschien wel de belangrijkste fase van de wedstrijd.
Opperste concentratie tijdens misschien wel de belangrijkste fase van de wedstrijd.

Tegen de tijd dat we klaar waren met tekenen en ons plan voor de nachtelijke route gereed hadden, was een flink aantal teams is al vertrokken, misschien omdat ze minder punten ambieerden, misschien omdat wij eerst nog een tekentafeltje in elkaar hadden geklust van hout dat in de schuur bij de start lag, misschien omdat wij nog wat kunnen verbeteren aan de intekensnelheid, of misschien omdat we ze een tactische voorsprong wilden geven.

roadbook
Het roadbook, ons draaiboek voor de nacht. Behalve een lijst met locaties, coördinaten, en peilingen in willekeurige volgorde, staan er soms ook aanwijzingen op waar het CP zich precies bevindt. Dient gelezen te worden met humor en enige korrels zout.

90 is meer dan 75 en is minder dan 95

Duh! Maar zo simpel ligt het niet. Laat ik beginnen te melden dat het donker was. Begin oktober gaat de zon namelijk rond zevenen onder. Dan zet je toch gewoon een 2500 lumen felle Lupine Bertha of andere oogverblindende orienteering verstraler ook heet op je hoofd? Vogels vallen spontaan uit hun nest. Maar nee, we kregen allemaal een ieniemienie leeslampje met een paar witte ledjes en drie potloodbatterijen mee, en de rest aan kunstlicht was verboden. Olielampen, kaarsen, en glimwormen ook.

De inktvlek zit er met opzet. Maar toch leek intekenen van CP22 nauwkeuriger dan een peiling maken in het veld.

Dus we zagen niet veel, toen we na CP1 en CP22, het tweede CP op de hoek van een hek in een weiland, op kompaskoers naar een strookje bos liepen. 90 meter moest het zijn, tot aan het daaropvolgende CP37.

Patrick voorop, ik zijn koers peilend, daarna ik er achteraan, passen tellend. Na 80 meter begon het bos. En daar zat direct een CP met nummer 4 er op. De koers was dus goed. Maar de afstand leek te kort. Terug, weer passen tellen, 25 stuks (ik tel alleen mijn linker been), en weer heen. Klopte nog steeds. Eerder 75 dan 80 meter. En warempel, in het schijnsel van ons leeslampje ontwaarden we een meter of 10 verderop een natte poel, met daar middenin, weer 10 meter verder, een boomstam. Iets voorbij de 90 meter, maar te mooi om waar te zijn: Patrick ging te water, en op de boomstam zat inderdaad het getal 14.

De luchtfoto zagen we pas achteraf. In het veld moesten we de afstand met de hand (lees: voet) bepalen. En dat is bij het uitzetten van de route natuurlijk net zo lastig als bij het lopen er van.

En dat was alleen met natte voeten te bereiken, dus dat moest wel de goede zijn. Toch? Ons eerste valse controlegetal hadden we binnen. Les 1 vandaag: een CP ligt eerder eerder dan later op de route, ook als het latere punt beter lijkt te kloppen volgens ons.

Maar dat wisten we toen nog niet, en volgens ons liep alles tot dan toe gesmeerd. Maar het daarop volgende CP43 gaf zich niet prijs. Op de kaart stond het in een kuil getekend, terwijl we nota bene een stevige heuvel op waren gerend. Die jongens van het Kadaster, laten we ze Ko’s noemen, hebben er een wat merkwaardige kijk op reliëf. Naar later zou blijken hebben ze de gewoonte om, als het niet helemaal vlak is, iets te tekenen op de Topo kaart dat lijkt op een soort tandwiel, soms met de tanden naar binnen (kuil-achtig), soms met de tanden naar buiten (bult-achtig), dat verder niet zo veel met de werkelijkheid te maken heeft, maar op zich wel leuk staat op zo’n anders zo leeg stukje kaart.

CP43 bleek lastig. Je kan niet ontkennen dat we overal hebben gezocht.

Les 2 van vandaag: reliëf op de gebruikte topografische kaarten betekent alleen dat het daar niet vlak is. Dus gingen we her-oriënteren, terug naar de weg, nieuwe koers, ander pad, passen tellen. En weer stonden we op de zelfde plek, in wat, als de heuvelrug er niet was geweest, inderdaad wat weg had van een kuil. Als het ten minste licht was geweest. Na twintig minuten kenden we elke boom, maar niet het nummer dat vermoedelijk op één er van hing. Door naar de volgende. Maar wel 50 minuten netto kwijt, het gemiste punt meegerekend. En de stemming was een paar graden bekoeld.

Kale Berg

Om het weer warm te krijgen stoomden we de Kale Berg op. Zonder te stoppen CP34 gespot en direct door naar de volgende, CP31, de heuvel af. “Noordoost hoek”, van een gebouwtje bleek, en weer verder. Of liever gezegd, terug omhoog, en aan de andere kant de Kale Berg weer af, want dan was de kans de oostelijke splitsing met het volgende CP20 niet voorbij te lopen kleiner dan als we het zuidoostelijke pad hadden genomen. Met CP6 er bij gingen vier punten op rij gingen snel, gevolgd door een puntje CP17 dat even wat lastiger bleek. De Kadastermens moet hier gedacht hebben “Ik snap ook niet hoe ik dat moet tekenen. Weet je wat? Ik maak een zwarte krabbel op de kaart, om goede wil en inzet te tonen!” Doorgaans kunnen we een goede grap wel waarderen. Nu iets minder. Maar we vonden het CP uiteindelijk wel.

Sommige paden blijken, in het donker althans, helemaal niet te bestaan.

Dan volgt een punt dat we niet direct kunnen vinden, in het donker, en dus slaan we CP36 even over. Het volgende, CP46, is dichtbij, dus vinden we dat eerst, en hebben dan een referentiepunt. En weer terug naar CP36 (dat de meeste teams wel vonden, blijkt later). Maar voor ons blijft het verstopt. Overal “donkere berken”.

CP33, in de Witte Wijvenkuil, is ook niet makkelijk, omdat alles een kuil lijkt, en er meer kuilen blijken te liggen, en het laagste punt in het donker niet direct opvalt. Het blijkt niet de kuil vol water te zijn. Maar het lukt. CP19 lijkt ook lastig, maar vooral omdat ik er overeen kijk, totdat Patrick toch nog één keer bij de ene boom gaat kijken waarvan ik zeker wist dat het CP kaartje er niet zat. En dan hebben we toch beet. Overenthousiast rennen we via wat blijkt een volstrekt onlogische route naar CP5, missen we een pad, en hebben ruim de dubbele afstand nodig om er te komen. Maar ach, wat is 200 meter op 30 kilometer? Vanaf daar moet een pad vanuit het zuidwesten naar CP36 lopen (hopen we), zodat we denken dat we de troef in handen hebben om die alsnog even te scoren. Het pad blijkt een van de betere grappen van Ko, want het is er gewoon niet. Niet in het donker en niet in het echt. Dan maar door naar CP38. Twee punten gemist. Komt dat ooit nog goed?

Gezien of niet gezien?

Onderweg bedenken we dat 41 na 8 logischer was geweest, omdat we dan onder het weiland langs over de weg van 38 naar 25 hadden kunnen lopen. Maar tussen het mais door was ook een belevenis.

Even verderop komen we bij CP38. Of niet? Waar we géén pad verwachten loopt er wel één. Geen CP, althans, niet direct. Gadegeslagen door organisator Leo die daar op een bankje blijkt te zitten -vast in zijn vuist lachend- vragen we ons af hoe het zit met die ene regel, die ik nog niet eerder genoemd heb: Niet gezien worden op de openbare weg. Want ook dat zou strafpunten opleveren. Er van uitgaande dat we hier mogen komen, is dit openbaar. Het is geen echte weg, maar zou dit nou wel of niet met strafpunten worden beloond? Niet dus.

Even later voel ik op de tast het CP-kaartje, en kunnen we verder, via het niet-bestaande pad. No-trail running! CP41 tikken we als het ware aan, en via de rand van een maisveld bereiken we CP25. Vanaf daar doorsteken naar CP40 is geen optie, want dat maisveld ging toch niet zo rap als gehoopt. Er omheen is sneller. CP8 en CP21 vormen geen enkel probleem.

Maar dan is het tijd voor een reünie. Bij CP11 verzamelen zo’n beetje alle teams zich. Het blijkt er uiteindelijk niet om te gaan wie het CP vindt, maar om wie het als eerste durft op te geven. Want uiteindelijk blijkt niemand dat punt die nacht gevonden te hebben. En ik neem toch aan dat het is opgehangen en ingetekend op de kaart met die kaart als referentie, niet op basis van het GPS coördinaat, hoewel de bocht in het echte pad zo’n 30 meter zuidwestelijk blijkt te liggen van de bocht op de kaart. Stoute Ko. Nou ja, er klopt wel meer niet op de kaart.

Door de bank genomen

Het werkelijke bankje en CP23 (waar een bankje zou moeten staan) liggen 80 meter uit elkaar. We twijfelen of we nu een vals CP te pakken hebben. Maar omdat er op CP23 niets te vinden is, en geen CP evenveel strafpunten kost als een vals CP, schrijven we het toch maar op.

Maar ook wij geven het uiteindelijk, na bijna een kwartier tevergeefs zoeken, op. Op naar CP23, dat bij een bankje moet liggen. Paadje naar het westen, scherp linksaf, op de t-splitsing rechts, en 120 meter, of 40 passen, tot de volgende kruising. Maar wacht, direct na de splitsing, na 12 passen, staat ook een bankje. Veel te vroeg, kan hem niet zijn. Maar bij die splitsing verderop, precies na 40 passen, staat weer geen bank. Het nummer op het bankje zal wel vals zijn, want dat staat bijna 100 meter fout, maar we hebben het toch maar genoteerd. Maar wacht eens, daar kwam nog een pad uit, uit het noordoosten. We brengen vervolgens zo’n beetje het heel kruispuntennetwerk in kaart, tot en met CP11 waar we nog een keer langs komen, om dan toch vast te stellen dat we het bij het juiste eind hadden: dat bankje staat niet op de kruising waar het op de kaart staat getekend, maar in geen velden of wegen is een ander bankje te vinden, dus bestempelen we het valse punt bij gebrek aan beter als juist. Daar kan Ko ook niets aan doen. En volgens Les 1 is het vast nog goed ook.

Niets klopt met de kaart. Alleen het CP ligt op de juiste plek.

Onverschrokken, maar toch met een leeg gevoel, zetten we voort. CP2 en CP39 vinden we alsof we ze zelf hadden opgehangen. Maar bij CP18 hangen er alleen nog maar de punaises. Het gezochte nummer is weg. Een ander team dat we even daarvoor tegen waren gekomen, bevestigt dat zij al op een paar punten CP-loze punaises hebben gespot, en we dus niet te lang moeten blijven zoeken. Met dat in ons achterhoofd beginnen we aan een zoektocht naar CP7 zonder veel hoop. Bovendien heeft Ko daar weer een van zijn willekeurige zonnetjes getekend (of egeltjes, tandwielen, wat je maar wilt), om aan te duiden dat het terrein geen biljartlaken is. Maar van enige topografische waarde blijkt het wederom niet. Zak er maar in (want het lijkt op iets als een kuil), en zo gaan we door naar de volgende.

Licht uit

Een andere, oriëntatietechnisch veiliger, route ligt achteraf voor de hand.

Want dan blijf je ongezien. Allebei in het zwart, in een onnavolgbaar tempo, spoeden we ons over een fietspad. Openbaar -dat wel- maar ongezien, en dus onbestraft. Kriskras door de doorntakken (om het teveel aan openbare weg te compenseren lopen we misschien wel over iets té privé terrein) tot vlakbij CP14, maar desalniettemin net niet dichtbij genoeg, en dus, met de Hessenweg in het noorden als referentie, wagen we een tweede poging. “Dikke boom”, stond er in het roadbook, en die stond er ook. Dat we die net niet zagen! Het zal wel donker zijn geweest.

CP26 is makkelijk, maar waarom we niet rechtdoor lopen naar CP24 om zo in één lijn naar CP13 te lopen is iets dat nu een logische vraag lijkt, maar toen kennelijk een overgeslagen gedachte was.

Dit op het eerste gezicht makkelijke punt bleek in de praktijk toch knap lastig. Ook omdat het gebouw ten noorden er van er niet meer stond. En de paadjes in het echt net zo onderbroken waren als de stippellijnen.

Daar blijken de onderbroken lijnen op de kaart maar al te belabberd overgenomen op de bosgrond, en ontaardt het in een zoeken-wat-pad-zou-mogen-heten. Het grote gebouw ten noordoosten van CP13 helpt ook niet mee als referentie, al was het maar omdat het er niet meer staat. Passen tellen vanaf de kruising, haakse bocht, weer passen tellen, en warempel: het CP. Door naar CP27. Lijkt makkelijk, maar waar een bult bladeren kennelijk voor Ko reden is om een smiley op de kaart te zetten, is een hoogtelijn of iets van dien aard om de Paaschberg te markeren net een tikje te veel gevraagd. Hoewel de helling ongeveer verticaal omlaag loopt. Grondig zoekwerk levert bij CP27 een tweetal punaises waar nog net een hoekje van het CP-kaartje te zien is, maar geen getal. Sommige teams waren, aan de uitslag te zien, op tijd, want zij hebben nog wel iets kunnen opschrijven. Bij CP24 scoren we gelukkig wel een controlenummer. Hier lopen bovendien in de omgeving een aantal andere teams rond.

Stilte

gumIneens wordt het stil. Niet omdat we alle andere lopers achter ons hebben gelaten -die hebben vast een andere route- maar omdat mijn loopmaatje ontdekt dat de helft van de genoteerde CP-nummers gewist is. Watervaste stift op een geplastificeerde CP-notitie-strook om later in te leveren, dat werkt ook niet! Maar zo wordt het vaak wel gedaan, ook bij de Midwinterrun bijvoorbeeld. Les 3 vandaag: schrijf elk CP getal twee keer op, en in elk geval op gewoon papier dat nooit meer uitgewist kan worden.

Maar wat moeten we onderweg met deze wijsheid? Uiteraard schrijven we elk niet-gewiste nummer snel over op een ander vel. Maar de vijf die niet meer leesbaar zijn, die zijn we kwijt. Geen idee welke getallen het waren. Iets onder de 100, maar als een gegokt CP 60 minuten straftijd oplevert, kan ons dat zomaar 5 uur kosten. Blijft over de optie: blanco laten. Maar dan zijn we 3 uur kwijt aan alsnog gemiste punten. Of zullen we teruggaan? Een snelle blik op de kaart leert dat de ontbrekende CP’s, 31, 33, 34, 35 en 37, allemaal in de zuidoost-hoek van het parcours liggen, niet eens zo ver uit elkaar. En dat we met 2,5 km omlopen, wat misschien 13 minuten kost als we doorlopen, en nog een paar minuten om te zoeken, even snel 3 uur kunnen terugverdienen. Als we maar niet in de straftijd komen, want dan worden het hele dure minuten.

Maar het klinkt in elk geval als een haalbaar plan. De mineurstemming is rap daarna over, en vol goede moed gaan we door met de oorspronkelijke route en ons nieuwe strijdplan.

Vol goede moed gaan we door met de oorspronkelijke route en ons nieuwe strijdplan!

De eerste prijs zit er vast niet meer in, maar als we tactisch een ver gelegen punt overslaan, komen we toch weer op winst te staan. CP10 moet er aan geloven, besluiten we. Maar eerst gaat alle aandacht naar CP44.

Het meertje op de kaart blijkt droger dan gedacht, en weer hoeven we niet door het water. Wanneer zouden de verplichte -althans verwachte- natte voeten nou toch komen? Niet veel later steken we een weiland over. Nat gras, en -inderdaad- in no-time zijn sokken en schoenen doorweekt. Fijn!

Help!

Er lijken in eerste instantie geen koeien in de wei te staan, maar ik schrik me een ongeluk als ik even later, bij het schijnsel van ons minimale zaklampje, ineens  twee oplichtende ogen op mij af zie komen. En behoorlijk snel ook. Wegwezen! Ik vlucht en roep naar Patrick, die even verderop staat, dat hij zich snel uit de voeten moet maken. “Kom, doe eens rustig… dat is gewoon een ander team dat ook deze kant op komt. Er zal hier vast ergens een CP hangen.” En dat klopt. CP12 is dan ook gespot.

Maar CP29 laat zich dan weer niet vinden. Dat schiet niet op zo. We vinden van alles dat voldoet aan de omschrijving, maar geen CP. Inmiddels hebben we 2 CP’s gemist die weggehaald zijn en waar alleen nog de punaises zaten (CP18 en CP 27), 5 niet kunnen vinden (CP43, CP36, CP11, CP7 en CP29), en van CP23, bij het bankje op de verkeerde kruising, weten we vrijwel zeker dat hij valt is. Ondanks ons nieuwe plan van aanpak lijkt het een verloren strijd. Tenzij er meer punten die we niet vonden verdwenen zijn en niemand ze heeft… Dat is de hoop die nog gloort.

CP28 zit gelukkig waar verwacht. Hoe gaan we, zo snel als we kunnen, door naar CP16? Door het weiland. Geen koe te zien. Wel een ijzerdraadje. Zou er spanning op staan? Even snel voelen. BAM! Tinteltintel. Zelden zulk schrikdraad gevoeld. Hier vil je een paard mee! Voorzichtigheid is geboden, en we lopen buitenom, tot aan CP16. Althans, tot waar CP16 zou moeten hangen. Op de kaart is het overduidelijk: precies aan de westpunt van een stukje bos, op de hoek van het hek. En de aanwijzing is hoekpaal dus dat kan niet missen. Maar dat doet het wel. Ruim 5 minuten zoeken we tevergeefs, uitkijkend voor nog meer elektrische schokken, want het is een nogal scherpe hoek, en de spanning op de draden bleek hoog. Niets. Teleurstelling. Ons negende blanco nummer. We druipen af via de rand van het bosje, tot aan de weg, en rennen verder. Achteraf, als de uitslag bekend gemaakt wordt, zal blijken dat ze het CP 30 meter verderop bij de weg hebben opgehangen “want dat was wat makkelijker te bereiken”. Als je vanaf de weg kwam was dat inderdaad dichterbij. En daar hebben we hem weer: Les 1, alle punten liggen dichterbij als je denkt, en dan je denkt. En denken, dat deden we volop, deze nacht.

Banaan

De heuvel is zowel banaanvormig op de topo-kaart (de streepjes) als in het echt (de kleuren), maar ze buigen precies de andere kant op weg. Tja…

Over een sportveld, een hek, en een banaanvormige heuvel. Op de kaart buigt de heuvel af naar het zuidwesten. Maar in het echt, wat ook goed te zien is op de LiDaR data van dit stukje kaart, buigt de heuvel juist naar het noordwesten. Zodat we ons redelijk gedesoriënteerd waanden. Grapjassen van het Kadaster. Enfin, we gaven het vrij snel op, want met 5 minuten zoeken konden we ook een gegarandeerd punt-dat-we-al-gevonden-hadden vinden.

CP9 dan maar, en CP3, en CP4, en CP15; CP10 lieten we rechts liggen, zou ruim 10  minuten lopen kosten, en geen garantie op vinden opleveren, terwijl de gewiste punten gewis gevonden zouden worden op de rand van de deadline. Maar CP15 bleek een lastpost te zijn, want op de kaart stond een witte vlek, waar we, middels een projectie, ongeveer midden in uit waren gekomen. Verraderlijk was dat de weg er heen geleidelijk afboog, maar dat hadden we dóór, dus daar lag het niet aan dat we het CP niet konden vinden. Drie teams stonden er te zoeken, maar na 10 minuten kozen we eieren voor ons geld, en gingen naar het nabij gelegen CP47, dat zich makkelijker liet vinden. Achteraf was het wellicht slim geweest vanaf CP47 terug te peilen naar CP15, om zo een nauwkeuriger referentie te hebben, maar we hadden haast. Alleen nog CP32, en dan de gewraakte blanco’s.

Zie je de parallel-fout?

Bij CP32 maakten we de klassieke parallel-fout: twee vergelijkbare kenmerken van het terrein door elkaar halen. Een klein bochtje naar links, en dan een ruime bocht naar rechts. De koers klopte, maar passen tellen leverde al een rare afstand op. De bocht kwam te vroeg, en de bomenopstand naar het oosten ontbrak. Dat kan, er wordt wel eens gekapt, maar in dit geval klopte er niet één zaak niet, maar twee. Snel hadden we het door, en onmiddellijk nadat we het gecorrigeerd hadden vonden we ook het laatste CP. Nou ja, we moesten er nog vijf extra, op onze persoonlijke deja-vu route.

Vol gas spoedden we ons -via een minder optimale, maar wel kortere route- naar CP19, CP33 (die zich niet direct prijs gaf), CP31, en CP34 (waar we in eerste instantie voorbij liepen, maar die binnen anderhalve minuut alsnog werd gescoord). Schuimbekkend en met het zout voor de ogen renden we door naar CP35, en nog één keer naar het valse CP37. Dit keer lieten we de afstand tussen CP22 en CP37 voor wat het was. In sneltreinvaart sprintten we terug naar de start, die, voorzien van een gezellig kampvuur met gehaktballen en  bier, was omgetoverd tot finish, maar niet voordat we nog 1 keer alle CP’s checkten met onze -nu wél onuitwisbare- backup-lijst.

Eindelijk binnen…

Twee uur en zeven minuten na middernacht noteerde Leo. We waren bijna 7 uur in de weer geweest, inclusief intekenen, om 30,5 km af te leggen. Een krappe 6 uur waren we onderweg, en 42% van die tijd hadden we bewogen; de rest was zoeken en tasten naar donkere kaartjes in het duister. 17% van de tijd hadden we harder dan 12 km/uur gelopen, en nog eens 18% harder dan 6 km/uur. De overige 22% hebben we op wandeltempo afgelegd, al voelt dat niet zo. Gewandeld hebben we alleen als we ons oriënteerden, of zochten naar al dan niet bestaande paadjes.

Maar ja, we waren wel als laatste binnen. De enige manier om te winnen zou zijn als we meer CP’s goed hadden dan de andere teams. Maar met 11 ontbrekende punten was die kans niet groot. Tenzij meer dan de 2 waarvan we het al wisten verdwenen zouden blijken, en dus ook door de andere teams niet gevonden. We gaven ons zelf weinig hoop, en lieten ons heel ontspannen de broodjes bal smaken, en vulden het verloren vocht aan bij het gezellige kampvuur.

Wat een tocht! Met fysieke, maar vooral mentale obstakels. Nergens was het logica-wise lastig geweest, maar we hadden wel flink moeten speuren naar spelden in hooibergen. En we hadden 3 lessen geleerd voor de volgende keer, vooral dat de nationale kaartenmakers nog veel moeten leren.

…vooral dat de nationale kaartenmakers nog veel moeten leren

De uitslag

Ruim een dag later werd de uitslag bekend gemaakt. In de auto op weg naar huis hadden we al geconstateerd dat het misschien toch niet zo slecht was gegaan, want veel andere teams hadden ook punten gemist. En de inhaal-actie op het eind was, hoewel objectief overbodig, toch erg efficiënt en succesvol verlopen. En dat was ook wat de uitslag liet zien:

Klik voor een grotere afbeelding. Wij zijn team Darkness from Light City. Het scheelde maar een haartje met nummer 1.

Wat bleek? We hadden veruit de meeste punten gevonden. We waren dan ook op op één na alle punten geweest, maar, zoals we al wisten, hadden we niet overal een CP-nummer gevonden. En het had wat langer geduurd dan alle andere teams, want die hadden vast niet hun halve CP-kaart onderweg gewist. Wat scheelt, was dat we niets fout hadden; een fout (niet een vals-) CP kost immers 60 strafminuten.

Van twee van de CP’s die we niet hadden gevonden wisten we dat het kaartje weg was omdat er alleen nog 2 punaises zaten. Dat was bij CP18 (door niemand gevonden, maar in de score gerekend alsof iedereen hem had), en CP27. Die laatste was kennelijk halverwege de nacht verdwenen, want een aantal teams hadden hem wel gescoord, terwijl wij allen maar 2 metalen rondjes vonden. CP11 heeft ook niemand gevonden, maar kennelijk zat die wel nog ergens de volgende dag. En bij CP28 bleken we het enige team dat het wel vond: ook bijzonder.

Ook hadden we verwacht dat niemand CP16 zou hebben gevonden, want als er één punt was dat eenduidig op de kaart te identificeren was was het dat punt wel, zeker met de aanwijzing “op hoekpaal”. En daar zat hij niet. Wat blijkt? Hij hing ergens anders, waar -en dat is dan wel weer heel toevallig- zeven andere teams hem wel gevonden hadden. Apart. De volgende keer zullen we beter moeten opletten. En gelukkig was CP23, het bankje, goed. Hoera!

Maar helemaal opvallend was dat we een vals CP hadden gespot! Vooral omdat we dat niet hadden verwacht. Nota bene die midden in de poel, waar Patrick natte voeten had gescoord. De waarheid lag in het midden. Nou ja!

En onder de streep? Met de strafminuten er bij hadden we tien minuten meer dan de nummer 1. En bijna 2 uur minder dan de nummer 3. Tja, dan ga je denken: “hadden we maar…”. Verbeterpuntjes voor de volgende keer?

De volgende keer…

  • gaan we 1% harder lopen
  • gaan we één CP meer vinden
  • geen 5 nummers wissen op de controlekaart
  • 4 minuten sneller te ontbrekende punten tekenen
  • nog iets slimmere routekeuze maken
  • iets minder lang zoeken naar een punt dat verder ook niemand heeft kunnen vinden
  • als een punt lastig te bereiken is gewoon bij de weg zoeken
  • bij twijfel altijd dichterbij zoeken
  • nog iets meer worteltjes eten
  • gewoon winnen!

Dus er zit niets anders op dan volgend jaar op herhaling te gaan, want behalve een prachtige race tegen de klok, de afstand, de concentratie, een dozijn andere duo’s en de vermoeidheid, is het een uitdaging de organisator te doorgronden. Dat hoort óók bij het spel. Petje af voor het uitzetten van dit unieke avontuur!vuur

N8-run

Spannend! Wat zou het zijn? Iets in het duister (is het dan al wel donker?) met hoofdlampjes, oriënteren en punten scoren. Klinkt op zich voor de hand liggend. Behalve het donker lijkt het op de WOR‘s (’12 end ’13) en Midwinterruns (’13 en ’14). Maar er zijn wat extra regeltjes bij de N8-run:

  • de 7 uur om de 30 á 40 CheckPoints te vinden gaan pas om 19:00 in
  • we moeten ongezien blijven
  • we mogen geen eigen Lupine Big Betty R X14 hoofdlamp meenemen, maar krijgen er eentje van de Action
  • we horen pas vrijdagmiddag waar de start is
  • de afstand is geen 50 km maar eerder 15-25 km

Dus het zal mij benieuwen wat Team Darkness from Light City er van gaat bakken. Want zo heten we, Patrick en ik. En het hele feest vindt aanstaande vrijdagnacht, 3 oktober, plaats, ergens in de Achterhoek.

We gaan hier natuurlijk niet de strategie bespreken. Dat komt hooguit achteraf. Improviseren!

Lees je dit, en wil je ons komen verslaan? Schrijf je dan nog even snel in op de site van Time Out Door Events. Want zo te zien zijn er nog startbewijzen beschikbaar.

 

Woudlopers Oriëntatie Run 2012

Het Oriëntatiehoogtepunt van het jaar!

Echt een must voor iedereen die 30 km wil rennen en verdwalen. Of niet, maar dan wel in

En, hebben we gewonnen?

zeven puzzel-sloten tegelijk wil lopen. Want, met kaart en kompas in één hand, had je de andere nodig om je neus dicht te houden vanwege de instinkers (en die waren er volop: één route, 77 controlepunten, en meer dan 120 in het veld).

Continue reading Woudlopers Oriëntatie Run 2012