‘Onderschat’ is een understatement. Áfzien was het. Maar te doen. En ook mooi. Maar een overdaad aan CP’s en overmaat aan kilometers. Gebrek aan tijd hoor je ons niet over klagen, met nog ruim 2 minuten over tot het moment du disqualification. Had het langer geduurd, dan hadden we langer af moeten zien. Dat we tientallen punten moesten overslaan wegens tijdgebrek deert niet, want alle anderen sloegen meer over. En dus gingen we met de eerste prijs naar huis. Kort samengevat.
Aan het begin van etappe 1 wisten we het nog niet. Dat “CP 213 was vervallen”, zoals ons bij de briefing werd meegedeeld, en waar hartelijk om werd gelachen, bleek geen grap, en hoewel niet elk nummer bleek te bestaan, nummerden de CP’s wel degelijk van 1 t/m 235. Het was dan ook niet te doen om overal langs te lopen, tenzij je ze al wist te hangen en binnen een paar seconden de nummers kon noteren. Maar omdat we soms toch wel een paar minuten liepen te zoeken, en bovendien niet alles vonden, werd het aan het eind van etappe 1 toch echt cherrypicking, en moesten we de iets afgelegener punten overslaan om de deadline voor deze etappe niet meer dan een uur te overschrijven. 1 uur was het maximum, om diskwalificatie te voorkomen.
Dat was toch wel even slikken. Normaal gesproken lukt het ons prima om alle CP’s af te lopen binnen de tijd. Maar vorig jaar, ook bij deze wedstrijd, was het op het eind van etappe 2 ook al kritisch. Alleen bleek toen dat de CP’s van etappe 3, de laatste etappe, zo dicht bij elkaar lagen dat we bijna een uur over hadden op het eind. En we dus beter wat straftijd, maar wel een flink aantal extra CP’s, bij etappe 2 hadden kunnen meepakken. En dit jaar? Geen idee. Maar etappe 1 is al krap, en we slaan wat punten over. Blijkt etappe 2 al helemaal niet te doen. Misschien met een dik uur extra was het gelukt, als we etappe 1 hadden ingekort. Maar ook etappe 3 is krap, en eigenlijk hebben we overal punten moeten laten liggen. Hadden we beter in etappe 1 wat kunnen overslaan en in 3 extra meenemen, zodat in elk geval de straftijd van etappe 1 minder was geweest bij een gelijk totaal aantal punten? Tja, dat denk je dan achteraf pas.
Etappe 1
De race start met een puzzeltje. Morse code, cijfers, het coördinaat van de eerste kaartwissel, tevens beging van etappe 2. Het punt staat al op de kaart getekend, maar die kaart krijg je pas als je het juiste coördinaat hebt laten zien. Morse code is voor ongeoefenden best lastig. Gelukkig zit de zaal daar vol mee. Na een keer of honderd het riedeltje piepjes gehoord te hebben begint het systeem te dagen, hoe je hier naar moet luisteren, en als het dan lukt is het ook in 1 keer goed. De truc lijkt: luisteren of een teken met een lange of een korte piep begint, en dan het aantal lange piepjes tellen; de korte gaan te snel. Dan krijgen we de kaarten. Intekenen, snelste route bepalen, en gaan!
Het is meteen al flink zoeken bij de eerste 3 punten. Een ingetekend punt onder een spoorbrug (CP84) is zo lastig te vinden, terwijl we met 10 teams staan te zoeken, dat we heel blij zijn als we überhaupt een nummer zien. Blijkt het achteraf vals te zijn.
Een tijdje loopt het daarna lekker, al moeten we lang zoeken bij CP99, waar tegenwoordig een snelweg loopt. Het is wat gissen hoe de oude weg liep, zoals die op de kaart uit 1938 staat.
Tot aan het 16e CP schiet het dan weer lekker op, maar dan komen we de eerste (niet) tegen die we niet kunnen vinden. Toch een flinke tijd lopen speuren, en hoewel we eventjes alle andere teams achter ons hadden gelaten, voegen die zich ook bij ons. Achteraf is dat punt gewoon weg of hangt verkeerd, want helemaal niemand heeft het gevonden (en 2 teams hebben een vals nummer genoteerd). Maar ja, dat is retrospectief. Op het moment dat er niets wordt gespot is het frustrerend, en steekt dat tussen de spaken van het wiel dat zo lekker liep. Zo’n gevoel kan je de hele dag achtervolgen.
Of niet. Want, nadat we een behoorlijk aantal punten weer soepeltjes vonden, blijkt dat etappe 1 toch wat lang is, en we punten moeten laten liggen. Het gevoel dat we CP107 niet hebben gespot wordt langzamerhand overschaduwd door een heel andere gedachte: zonde dat we zo lang hebben lopen zoeken. Daar was helemaal geen tijd voor.
Soms moet er wel wat langer gezocht worden, als we net een paar honderd meter uitgeweken zijn naar een wat afgelegen punt. Twijfel bij CP224 dat aan de waterlijn moet hangen, maar misschien is de waterpoel opgedroogd waardoor het 10 meter scheelt. En CP206 hangt dan weer verder dan gedacht. Samen met het team dat 2e wordt lopen we daar een tijd tussen de muggen te zoeken. Wij vinden hem uiteindelijk, omdat ik hen ineens weg zag lopen, en daarom loop naar waar zij net vertrekken. Blijkt dat dat was omdat ze het lang genoeg hadden vinden duren, en het punt ongevonden achter zich lieten. Geluk.
Er zijn van die dingen die ik achteraf niet begrijp. Zo noteerden we bij CP201 een vals nummer. (Overigens noteerde iedereen daar een fout getal, dus de vraag is waar het dan aan lag.) Volgens het roadbook zou de info er voor bij CP195 hebben gehangen. Zoiets kan ik me ook herinneren. Ergens aan de weg naar het zuiden vonden we dacht ik iets. Maar het vreemdst is nog het punt waar we vanaf CP198 naar zochten. Ook daar stond op het kaartje een projectie voor een ander punt. We hebben daar op iets van 175 meter, 180 graden (volgens de kaart met mijn GPS track; ik heb geen aantekening kunnen vinden), lopen zoeken naar een kaartje aan een pad. Best lang. We zijn het enige team dat CP198 überhaupt vond, dus ik kan het ook niet aan iemand anders vragen. Maar waar hebben we naar lopen zoeken? Op het roadbook staat geen enkel punt waar CP198 naar zou verwijzen. Alsof we een zonnesteek hebben opgelopen. Waarom? Of stond er toch iets op dat kaartje, onbedoeld? Wie zal het zeggen.
Maar dan komt het grote overslaan. De tijd dringt. En dus laten we 6 punten liggen, en houden we het bij nog 2 (CP231, door 2 teams gevonden, en CP205, door helemaal niemand gevonden) na kort zoeken voor gezien.
Bijna een uur over de (zachte) deadline komen we -met de nodige strafminuten- 3 valse CP’s, 3 niet gevonden, en 6 punten overgeslagen, bij de kaartwissel. Altijd grappig hoe je na verlaten wildernis ineens op een overvol terras staat vol bierdrinkende dagjesmensen. Minder grappig dat we in de stress zitten vanwege de tijd. En het is me ook nog steeds een onaangenaam raadsel waarom CP136 fout blijkt te zijn. Maar daar zullen meer teams zich over verbazen, want iedereen had dat punt fout, blijkt.
Etappe 2
Met de nodige achterstand qua tijd beginnen we aan etappe 2. Het zijn ontzettend veel punten. Het lijkt handiger om tegen de klok in te lopen en aan het eind wat punten te laten liggen. Maar of dat de juiste strategie is moet nog blijken. Het begint in elk geval niet goed. Patrick gaat door zijn enkel, en we doen even rustig aan. Niet rustig genoeg om het juiste CP36 te noteren, dat tricky blijkt vanwege de grote weg die na 1961 (de datum van de kaart) is aangelegd en waardoor alles er nu anders uitziet. Het is een punt ergens aan wat toen een recht pad was, halverwege het één of ander. We zijn wederom in goed gezelschap, want meer teams noteren het foute dan het goede nummer.
Één puntje (CP44) kunnen we niet vinden, en vijf andere onderweg slaan we over vanwege de tijd, voordat we het roer omgooien. We besluiten een lus langs 12 punten, die nog minstens 6 km aan de route had toegevoegd, rechts te laten liggen. Meer het kost wel weer ruim 1,5 km, een discussie met een watermolenaar omdat we over een drijvend ponton rennen dat kennelijk niet als oversteekplek over het watertje bedoeld is, en enige momenten van verdwaaldheid omdat we tussen twee kaarten in lopen, voordat we weer op het rechte pad komen. We pakken nog 5 CP’s mee (waarvan er 1 vervallen blijkt) voordat we terug komen bij het alsmaar drukker wordende terras aan de rand van Delden. Ideaal, zo’n Garmin Fenix 6 met draadloze betaaloptie, want anders zonder cash geen 2 ijskoude cola. En nu wel!
Etappe 3
De laatste etappe begint om 15:45 met een eerste punt dat we niet vinden, wat de verhouding van wel-tegen niet-gescoorde punten op de eerste kaart van deze etappe op 10 tegen 12 brengt. Het is nog tricky om de watermolenaar van de vorige etappe te ontlopen bij CP158, maar we slagen er toch in.
Bij de tweede kaart van de laatste etappe voelen we iets meer lucht, en scoren 12 CP’s (terwijl we er 3 laten liggen), maar het is toch nog redelijk opschieten. Een schatting van de resterende kilometers en resterende minuten lijkt te laten zien dat we het nét aan gaan redden. De harde deadline is om 17:30, dus we hebben 7 kwartier voor deze laatste 12 km. Maar dat laat niet veel tijd over om punten te zoeken, als je bedenkt dat we over de eerste 38 km zo’n 6:15 uur hebben gedaan. Dat is dan exclusief intekenen; dat kost ook anderhalf uur bij elkaar, op de hele dag.
Dan, eindelijk, lopen we de laatste kaart op. Moe van de kilometers, dorstig van de warmte, pijnlijk van het lopen. Het is nog zo’n 2,5 km gaans, maar we hebben nog maar een half uur de tijd. En geen minuut meer, want de zachte deadline is dan net ingegaan. 10 CP’s: dat is wel de moeite waard. Zouden we ze allemaal nog vinden? Ergens bij een vijvertje zoeken we een paar minuten: niets. Één team vond dat punt wel, dus het was er. Maar het komt nu op minuten aan of we nog op tijd zullen zijn. En daarom lijkt het goed uit te komen dat we CP126 zien hangen, ergens voordat we CP127 tegenkomen waar de aanwijzing naar CP126 zou moeten staan. Ik tel alvast de passen en de afstand klopt met de projectie die niet veel later bij CP127 als opdracht op het CP-kaartje staat. Des te vreemder als dit punt achteraf toch fout blijkt. Maar goed, nu geen tijd om daar over te piekeren: dóórlopen! Dwars door de brandnetels naar CP83 (die we niet kunnen vinden); maar de pijn, of is het jeuk, geeft genoeg adrenaline om nog even vol te houden tot de finish. Met nog 2 minuten over, op een route van bijna 51 km, en 9 uur onderweg: “op de valreep” is geen understatement.
Bovendien hebben we 8 van de tien foto’s van de fotospeurtocht die door de route verweven was in het voorbijgaan gespot. Eentje fout, die van dat hek dat we drie varianten tegenkwamen, en waarbij we telkens keken of er toch niet óók een CP op hing, maar kennelijk net de juiste niet hebben gezien. Wat maakt het uit?
Epiloog
Een voldaan gevoel. Want we hebben toch maar weer de 1e prijs in de wacht gesleept. Door een combinatie van lekker doorlopen, slim plannen, en op de juiste momenten wat punten overslaan. Al had het niet veel uitgemaakt waar op de route we dat deden, want alle drie de etappes hadden een overmatig aantal CP’s en kilometers. Het werd dus een beetje cherry picking onderweg, al hadden we dat in het begin nog niet door. We hadden nog iets meer low-hanging fruit kunnen scoren op het eind en de 2e etappe als we minder tijd tijdens etappe 1 hadden gezocht naar die punten die we niet vonden.
Afgezien van de afstand en het aantal punten wisten we een beetje wat er verwacht kon worden. Prima kaarten, de bekende uitdaging van een kaart uit een ver verleden, een geroteerde luchtfoto die nogal donker is afgedrukt. Af en toe wat puzzelen om te vinden hoe de kaarten aan elkaar passen en welke graden bij welke grid-lijn horen. Leuk! Dit keer geen onmogelijke UTM intekenpunten. Wel een luchtfoto met een schaalaanduiding die voor geen (100) meter klopt.
Voldoende CP’s om te kunnen winnen. Spannendst was de uitslag bij die MidwinterRun een paar jaar geleden toen we ruim binnen de tijd terug waren, en het om het kleinste aantal fouten ging, niet zo zeer om de tijd. Maar dit keer was het een kwestie van kilometers maken en onderweg zoveel mogelijk nummertjes noteren. De uitdaging was om de juiste punten te laten liggen, en net binnen de tijd terug te zijn. Want, behalve het grootste aantal CP’s noteerden we ook het grootste aantal valse. Dat hoort er dan kennelijk bij. Terwijl ik wel vond dat de punten goed op de juiste plek hingen; die die we wél vonden dan.
Het was weer een geweldig dagje buitenspelen, dat, omdat we vlakbij hadden gekampeerd, ook nog eens heel ontspannen begon. Ideetje voor volgend jaar om op naast een tentenveldje te starten, en de avond tevoren bij een kampvuur spannende verhalen over valse checkpoints te vertellen? We zijn er vast weer bij…
Mijn eerste Orienteering Challenge liep ik onder de teamnaam “de Nerds Running from Hot to Her”. En dus wat het natuurlijk een no-brainer toen er dit jaar (voor de eerste keer) de Van Hot Naar Her Run werd georganiseerd: meedoen! Niet in de laatste plaats omdat ik heel nieuwsgierig was welke interpretatie Michel, Vincent en Wouter aan dit concept zouden geven. Maar al vóór de start was de eerste déjà vu aldus een feit.
Op de site van Leo Slutter valt te lezen dat iets dergelijks 30 jaar geleden al bestond in Nederland, en hij heeft zijn stempel gedrukt op de ontwikkeling van nu met name de Midwinterrun en de N8-run. Dat waren, tot afgelopen weekend dus, eigenlijk de enige dergelijke evenementen in Nederland. Met andere organisaties (de N8 was oorspronkelijk wel van Leo’s hand), maar met toch behoorlijk karakteristieke gemeenschappelijke kenmerken:
een vrije route, lopend af te leggen langs zo veel mogelijk punten, in een bepaalde tijd
oriënteren aan de hand van diverse (typen) kaarten
strafpunten voor gemiste of foute punten, en voor het overschrijden van deadlines
En die basisregels blijken ook één op één overgenomen door de Van Hot Naar Her Run. Inclusief de letterlijke tekst van grote delen van het reglement en puntentelling. Maar dat maakt niet uit, dat is wel zo duidelijk. Inmiddels weet ik wel dat de bonusminuten niet nog eens van de tijd af gaan, en de strafminuten er niet bij komen, maar dat dat gewoon de enige telling is: één minuut eerder dan de deadline is gewoon een minuut sneller gelopen, en elke minuut er na kost je er twee. Een gemist punt kost 30 minuten, en een foutief CP nummer kost 60. En een gemiste tussentijdse deadline kost ook een minuut per minuut, maar dat kan dus ook nog eens optellen aan het eind van de race. Met drie tijdslimieten gedurende de race zijn alle extra minuten in de eerste etappe dure minuten, mits je die later niet in weet te halen. En dat vereist dus wat extra strategische planningen. Zoals ook bij menige Midwinterrun.
Relaxed vroeg
Ook het starttijdstip is onverminderd vroeg, maar omdat Twente voor ons wel wat verder van huis ligt, besluiten we de nacht tevoren in een tentje nabij de startlocatie door te brengen. Niets spannends aan, zou je zeggen, maar er blijkt noodweer op komst. Bij vertrek uit Eindhoven rijden we door een ongelooflijk gordijn van water, maar gelukkig halen we de buien in, en verloopt de rest van de reis naar de Achterhoek droog. Maar ja, met zuidwesten wind komen de wolken toch langzaamaan onze kant. op. Uiteindelijk trekt het helse onweer pas over bij de eerste ochtendgloren, maar de tent houdt het, en als we opstaan zijn alleen het gras en de tent nat. We hebben geluk. Koffie zetten, douchen, en op naar de start, amper een kilometer verderop. Nog nooit zo relaxed begonnen…
Een gezellig weerzien met bekende gezichten van onder andere de MWR en de N8. Maar iedereen lijkt toch wel een beetje zenuwachtig, ongewis over de rest van het programma. Welke verrassingen zouden volgen? Hoe loopt de route, hoe ziet de dag er uit, wat voor opdrachten zullen het zijn, hoe zijn de punten ‘verstopt’?
Dan de briefing. Uit de losse pols verschuift Michel, die het woord doet, het starttijdstip een kwartiertje. En er worden wat CP’s opgelezen die vervallen. Kennelijk zijn de inzichten met het naderen van het startschot gewijzigd. De eerste deadline lijkt op zich best ruim, maar we hebben natuurlijk geen idee wat ons te doen staat en hoe de overige etappes er uit zien.
Het zijn er in elk geval drie, met inderdaad strafpunten voor het overschrijden van de deadlines. Elke minuut te laat bij de eerste, is ook een minuut minder die we hebben voor de tweede, en de derde. Wel, misschien zijn er wel minder punten te vinden in de derde etappe, en kunnen we beter een paar punten meer in de eerste pakken, als die minder tijd kosten. Maar ja, wat de beste keuze is, dat weet je pas achteraf. We krijgen namelijk -niet ongebruikelijk- nu alleen de kaarten voor etappe 1.
Etappe 1
Het startschot heeft altijd iets Monty-Pythonesks: veel teams stuiven verschillende richtingen op, en gaan ergens zitten om de envelop open te maken, en de rest kijkt vertwijfelt om zich heen waar een handige plek is om de kaarten te pakken en diverse punten in te tekenen die nog niet op de kaart staan, maar waarvan de coördinaten gegeven zijn. Wat de beste strategie is, eerst tekenen, dan in één keer rennend overal heen, of gaandeweg intekenen als we in de buurt zijn, en alvast direct een voorsprongetje pakken bij de start, daar heb ik het al vaker over gehad. Omdat dit een nieuwe loop is lijkt het sowieso het slimst om eerst eens te kijken en een inschatting te maken van de route en de opdrachten. Maar het blijkt redelijk in lijn met de MWR: zo’n één-op-de-tien punten moeten we intekenen met gegeven coördinaten, en één-op-de-vijf is een peiling vanaf een voorgaand punt. Dat moet geen probleem zijn. Wat wel nieuw is is het fotoblad: een stuk of 12 foto’s die onderweg te zien zijn, altijd vlakbij een CP van de route, en bij elke foto moeten we ook een CP nummer noteren. Is dat dan het nummer van het CP dat er bij ligt? Of heeft zo’n foto een eigen kaartje? We zullen wel zien.
Niet als eerste, maar ook niet als laatste, vertrekt team Bolt. Eerst even opwarmen, dan geleidelijk in een hoger tempo. Heuvel op, heuvel af, het is hier allerminst vlak. De kaartjes met de CP nummers blijken aardig beschut opgehangen, en de derde die we zoeken kunnen we dan ook al meteen niet vinden (CP79). Er komen nog meer teams aan, en uiteindelijk staan we met 16 man een hele bomenopstand binnenstebuiten te keren. We roepen dat we hem hebben, en rennen door, na dik 5 minuten zoeken. Alleen maar om de andere teams in verwarring te brengen, want we hebben helemaal niets gevonden. Zou dat de rest van de dag ook zo gaan? We kennen nog niet alle steken van deze nieuwe organisatie, maar we zijn lerende…
En warempel, twee punten later kunnen we alweer een CP (5) niet vinden. Dit keer eentje die we zelf hebben mogen intekenen op de kaart, maar die ook na een doublecheck toch echt daar moet zijn. Of wacht: we zien hier ook één van de foto’s die we zoeken, en daar hangt wel een CP aan vast. Iets te ver naar het noordwesten voor het nabijgelegen CP, maar toch. Dus misschien is er bij een foto wel maar 1 CP te vinden, en gaat het er gewoon om dat bij het juiste CP te noteren. Dat moet het wel zijn, want inmiddels een dozijn andere deelnemers lijkt ook het CP hier niet te kunnen vinden. We gaan door naar de volgende.
Een paar ‘standaard’ punten, een paar peilingen, en dan een hoge uitzichtmast. In Duitsland, want we zitten vlak bij de grens hier, en nu dus ook er over. Een foto van de top herkennen we van het plaatjesvel. Ook daar hangt een CP kaartje bij, precies op de plek waar op de kaart er ook één zou moeten hangen (CP18). Dat die bij de foto hoort staat wel vast, en het is ook de aangeduide locatie op de kaart, dus dat moet wel goed zijn. We checken het nog even, maar we hebben geen aanwijzing over het hoofd gezien over de hoogte van de CP’s. Ik herinner met nog een Woudlopersrun, waarbij op een informatiebord stond dat de betreffende uitzichttoren -zeg- 100 meter hoog was, en er een aanwijzing hing dat het CP zich op 99 meter hoogte zou moeten bevinden. Dat hing dus een meter onder het bovenste platform. Hadden we kunnen weten, toen. Nu geen verdere aanwijzingen, dus overtuigd noteren we het zelfde nummer 2 keer. Zouden we dat bij die vorige foto dan ook maar doen?
Ondanks al deze twijfel onderweg zit de vaart er goed in. En wat we vinden, vinden we vol overtuiging. Neem dat ene punt waar we een peiling maken, en op nagenoeg de juiste afstand, maar ook, op dezelfde lijn maar duidelijk te vér, een tweede CP-kaartje vinden. Het valse CP, heuveltje af vanaf het het startpunt van de peiling, bevestigt nog eens dat de organisatoren de denkwijze van de Midwinterrun hebben overgenomen. Heuvel-af loop je gauw te ver als je paslengtes telt, en omhoog zal het omgekeerd zijn, zo redeneren ze. Goed om te weten.
Wel is het af en toe flink zoeken naar de CP’s die niet direct in het oog springen. Die hangen soms goed verstopt, op plekken waar je er gauw overheen kijkt. Is dat leuk? Ik vind van niet. De uitdaging is oriënteren, routes kiezen, kaartlezen, en tactisch plannen, maar niet naar spelden in hooibergen zoeken. De enige 2 redenen die ik kan bedenken om CP’s te verstoppen is om te voorkomen dat voorbijgangers die niet meedoen ze vinden en meenemen, en voorbijgangers die wel meedoen ze meepakken terwijl ze er toevallig langs komen op goed geluk maar eigenlijk ergens anders wilden zoeken. En daarvoor hoef je niet zó goed voor paashaas te spelen.
Anyway, na een lang stuk komen we bij een zandverstuiving met een aantal peilingen. Lastig, maar als je de tijd neemt is het goed te doen. Jaren terug heb ik hier een hele ochtend met de kids lopen dollen, naar boven rennend, en omlaag glijdend. Nu was de uitdaging om ondanks het hoogteverschil en de hellingen al peilend een weg te vinden tussen een veelheid aan CP’s, zowel valse als echte. Net als bij de Midwinterrun. Zeker zullen we pas weten dat we alles goed hadden bij het horen van de einduitslag, maar dat is pas veel later. Nu realiseren we ons vooral dat de tijd best wel dringt en de eerste deadline ras nadert.
Ook herkenbaar, maar altijd weer leuk, is het stuk op de volgende kaart, uit een oude topografische atlas van -volgens Topotijdreis.nl– negentienhonderdenvijf. Er klopt weinig hout meer van, maar wel net voldoende om de CP’s te kunnen vinden. Het is goed opletten bij de grafheuveltjes, waar dan ook meerdere -veelal valse- CP’s blijken te hangen. Het is ook goed opletten op het laatste stukje van de etappe, als we ontdekken dat we een paar punten nog niet hadden ingetekend, en we daar dus al voorbij zijn gelopen. Scherp blijven, jongens!
Maar na een prachtig kronkelpad langs de Mosbeek komen we aan bij het einde van etappe 1, waar we de volgende kaarten krijgen uitgereikt. Het is er druk, want we zijn maar ternauwernood binnen de eerste deadline gebleven. En dat geldt voor mee teams. Het kan haast niet anders of een flink aantal heeft een aantal CP’s moeten laten liggen. Wij zijn ook bijna buiten adem om het nog net te halen.
Er slaat lichte paniek toe, als een paar CP’s zijn gegeven in Universal Transverse Mercator coördinaten, terwijl het grid op de kaarten die we hebben gekregen alleen maar Rijksdriehoekscöordinaten toont; ook een soort UTM, maar met Amersfoort als middelpunt. Ik weet even niet uit mijn hoofd wat het verschil in azimuth is. UTM kent 60 zones, dus dat is 6 graden oosterlengte per zone. En dus maximaal 3 graden afwijking van het UTM grid ten opzichte van het ware noorden. Voor RD is dat minder, hooguit 2 graden, want Nederland is een graad of 4 breed. Maar we zitten redelijk ver naar het oosten, en 3+2 = 5, dus afhankelijk van waar onze UTM zone haar middellijn heeft kan het behoorlijk scheef lopen. Wel weten we dat de LSD (least significant digits) van UTM zowel als RD één meter voorstellen, dus als we de offset van de twee bepalen uit een punt op de kaart (of in het roadbook) waarvan we zowel RD als UTM kennen, kunnen we bij benadering alles omrekenen. Zou het zo flauw zijn, of zouden we ergens uit kunnen afleiden wat de hoek is? Achteraf is dat niet moeilijk, en zoek ik op dat het verschil 2,8 graden is, oftewel 49 meter per kilometer. Maar op dat moment zoeken we naarstig naar een tweede punt met dubbele coördinaten zodat we de correctie kunnen bepalen. Dat blijkt er wel te zijn, namelijk het startpunt, maar daar kunnen we dan weer niets mee. (Daarvan blijkt achteraf dat het UTM coordinaat helemaal niet klopt en bijna een km van ‘hetzelfde’ punt in RD notatie ligt; zal wel een vergissing zijn.)
Of wacht, zou de organisatie niet hebben geweten dat het verschil zo groot is? Dat kan natuurlijk ook. In dat geval hebben ze gewoon de coördinaten een stukje opgeschoven, maar niet gedraaid, en als zodanig genoteerd. Dat betekent dat ze (hopelijk) niet via software de locaties hebben bepaald, maar gewoon in RD, en alleen een extra moeilijkheid hebben toegevoegd door bij elke easting en northing een waarde op te tellen. We proberen het uit, bij het intekenen, en inderdaad komen de aldus ingetekende punten aardig uit op de kaart, bij wegen, paden, hoeken en kruisingen. Niet helemaal, maar het lijkt goed genoeg. Een stukje reverse engineering van de organisatoren, en we kunnen verder.
Etappe 2
Wat volgt is een lange etappe, met flinke afstanden tussen de waypoints. We hebben nogal moeite met de peilingen, maar dat zal wel aan ons liggen. En aan de andere teams die in grote getale rondzwerven rond de gepeilde punten. En toch is het even later weer uitgestorven, waar is iedereen gebleven? Kennelijk dusdanig in de war van de plotselinge desolaatheid loop ik glashard de verkeerde kant op, moeten we heroriënteren, lopen bijna vast in een modderige wei, en staan schijnbaar eindeloos te zoeken naar een CP dat toch echt verder ligt dan zou moeten. Tijd voor een test: waar Patrick het schouderhoge gras van een verlaten wei verkiest meen ik dat de verharde weg er omheen zonder twijfel sneller is. Hij wint weliswaar de verwedde winegum maar ook ik spot onderweg een van de gezochte speurtocht-foto’s. Ook wat waard.
Dan komen we op een plek die misschien wel de mooiste locatie voor een CP was geweest deze tocht. Geniaal plekje, alleen met natte voeten te bereiken, vergeven van de muggen, bestaande uit een groene jungle waarin drie eilandjes van duidelijk te onderscheiden …. groene jungle. Precies op de locatie waar we het CP hebben ingetekend hangt niets. En dat klopt ook want we hebben ons op de kaart 1 vakje verteld. Dat wil zeggen: het gezochte CP hangt precies 1000 meter oostelijker.
Na nog een stuk of wat omzwervingen, naderen we het einde van deze etappe. Maar omdat de deadline nog net iets harder nadert, en we, niet wetende wat er allemaal nog gaat komen, geen strafpunten hopen te moeten incasseren die, doordruppelend naar de laatste etappe, effectief verdubbelen, besluiten we twee punten over te slaan. Een derde CP slaan we onbewust over, eentje kunnen we niet vinden, en we noteren een valse. Waardoor we, toch wel enigszins vanwege tijdgebrek, deze etappe afsluiten met 5 punten in de min.
Die valse trouwens, dat was een klassiek gevalletje nonchalance. Want op zo’n 500 meter van het kaartwisselpunt lopen we achter een paar andere teams (met dezelfde deadline in hun hoofd) langs een bankje met elektrische-fiets-toeristen, die, behulpzaam als ze denken te zijn, driftig staan te wijzen op het CP-kaartje. Dat dat verdacht opvallend in het zicht hangt maakt ons even niet uit; de klok tikt door, het zal wel goed zijn.
Etappe 3
De laatste etappe lijkt nog behoorlijk lang, met veel punten, op een grote kaart. Maar het A3-formaat misleidt, want de schaal is ook riant. Het gebied is schitterend, en we komen op plekken waar we niet horen te zijn. Maar dat is onze eigen fout, want een stuk of 5 CP’s zijn vervallen, en dat betekent dat je daar, mits je niet over het hoofd ziet dat dat bij de start duidelijk verteld is, behoorlijk lang kan zoeken naar kaartjes die er niet hangen. Maar we zijn niet voor 1 gat te vangen, laat staan voor 1 km, en zo voegen we ons weer spoedig bij de meute. Want dat mag gezegd worden: de tussentijdse deadlines zorgen voor een gezellig compact deelnemersveld op meerdere punten in de race. Via beekdalen, weides, moerassen, meertjes, en lanen, belanden we zelfs bij een verlaten villa in het bos.
Dan voelt het weer even vreemd aan dat juist daar niemand anders loopt te zoeken, wat achteraf logisch is gezien onze alternatieve route langs geannuleerde posten verder naar het oosten, waarbij de overige -oplettender- teams op een meer westelijke route al lang langs dit punt zijn gelopen. Dat vind ik altijd wel leuk: een CP-punten wolk in plaats van een lineairdere slang, zodat er een handelsreizigersprobleem valt op te lossen. Als je naast de optimale volgorde en route ook nog een optimale selectie moet maken is de complexiteit van de uitdaging helemaal compleet, maar het blijkt toch al snel dat deze derde en laatste etappe een relatief korte exercitie gaat worden. De ‘tactisch overgeslagen punten’ van etappe 2 hadden we beter wel mee kunnen pakken, want van het doordruppelen van de strafminuten blijkt geen sprake.
Een flink stuk lopen we samen met team “Moeten we hier zijn” want wij weten hen, en zij weten ons onderweg niet van ons resp. zich af te schudden. Blijkt dat Patrick samen met hen volgend jaar de Adventure Race Holland gaat lopen, een 55-uurs race in maart 2022. Ik wordt jaloers en meld me aan als reserve, niet wetende wat me te wachten staat; ik heb in elk geval de motivatie. Maar dat komt later, nu eerst even deze race afmaken.
Niet moeilijk, we vinden nog een foto, wat CP’s, en een kortere route door de velden. Nou ja, ‘door’? Je loopt niet dwars door een akker als daar gewas groeit, dan loop je langs de rand. Een weide met of zonder vee mag, maar op eigen risico. Privé terrein is uitgesloten, mits duidelijk aangegeven of overduidelijk. Of met toestemming, uiteraard. En er blijven altijd grijze gebieden. Nood breekt wet. Kortom, wat ik hier opschrijf, daar heb je niets aan, vergeet het; volg je eigen geweten, want het maakt niet uit of iemand het ziet of niet. Maar genoeg gemijmerd, we moeten dóórlopen; er is een mini-wedstrijd ontstaan tussen teams Druksticks, Moeten we hier zijn, en BOLT. Uiteraard zonder te weten hoeveel CP’s gemist, overgeslagen, niet gevonden of fout zijn, maar voor de vorm wordt het toch een soort eindsprint.
Finish
Eerst bijkomen van ruim 37 km rennen door de Twentse heuvels. Dan routekeuzes vergelijken, “konden jullie CP x ook niet vinden?”, dat soort praat. Ouderwets gezellig, zittend op 1,5 meter afstand.
En we maken de balans op: een goed geslaagde Orienteering Challenge (zoals ik dit soort run placht te noemen). Niet veel later zal blijken dat we gewonnen hebben. Maar er zijn altijd wat dingetjes die we kunnen verbeteren.
Het was lastig om een inschatting van de tijd te maken, want al wisten we het aantal CP’s per etappe vanaf het begin omdat we het complete roadbook bij de start kregen, het was niet bekend hoe ver de punten in de verschillende etappes van elkaar zouden liggen. En juist daarom bleek dat etappe 3 een eitje was en we de punten van etappe 2 beter niet hadden kunnen overslaan. Niets aan te doen. Maar we hadden iets meer risico kunnen nemen.
We moeten wel wat scherper zijn met het bijhouden van vervallen punten (aangeven in het roadbook, én op de kaart) en beter onderling communiceren wat het volgende punt gaat zijn waar we heen lopen. Dat scheelt een heleboel tijd.
Het werkt goed om op de kaarten aan te geen van waar naar waar we gaan lopen, en daarnaast een lijstje bij te houden met deze punten in volgorde. En extra alert te zijn bij punten die op meerdere kaarten staan.
Nooit luisteren naar argeloze voorbijgangers die behulpzaam denken te zijn.
En natuurlijk even dubbel te checken of we een punt niet in het verkeerde kwadrant intekenen, dat scheelt een mooie omweg.
Kijkend naar de score-tabel valt wat ons resultaat betreft op:
CP5 dat we niet konden vinden is maar door 30% van de teams gespot. Kennelijk was dat punt goed verstopt, want ik denk dat iedereen hier langs is gekomen. Maar het was wel een intekenpunt, en die worden wat vaker overgeslagen.
CP18, het CP dat exact op dezelfde plek hing als de uitzichttoren, hadden we fout. Omdat we toen nog dachten dat een foto-CP wellicht het zelfde nummer zou hebben als het kaart-CP als dat op dezelfde plek lag.
CP79, aan het eind van een haag in een wei, heeft niemand kunnen vinden. Wellicht hing dat er niet (meer).
CP49, dat door 85% van de teams is overgeslagen, zijn we simpelweg vergeten. We konden dat stukje op 2 kaarten navigeren, en we hadden het maar op een van de twee ingetekend. Stom.
CP59 en CP68 hebben we vanwege de deadline overgeslagen, net als meer dan de helft van de teams.
CP61, aan een lange groene strook in een bos, konden we niet vinden. 25% van de teams is daar wel in geslaagd.
CP66, waar we het valse CP noteerden, vanwege sympathieke voorbijgangers.
Twee foto’s zijn we niet tegengekomen: 4 en 9.
Daarentegen hadden we een aantal CP’s wel die heel veel teams oversloegen: CP15, CP32, CP36, CP61, CP70 en CP73. En we hebben een paar foute CP’s weten ver vermijden die kennelijk nogal tricky waren: CP35 (bij de grafheuvels waar heel veel valse CP’s hingen), CP89 (een projectie langs een recht pad) en CP101 (een projectie naar de overkant van een meertje).
Geslaagd
Ik vind dat de van Hot naar Her organisatie er uitstekend in geslaagd is een loop van niveau uit te zetten. Dit is zeker voor herhaling vatbaar. Hopelijk weten ze volgend jaar weer zo’n mooi gebied uit te zoeken als dit. Een CP-kaartje kan altijd verdwijnen, dat gebeurt wel vaker. Een paar tips (maar wie ben ik om hier wat van te zeggen?):
De RD-UTM omrekening verdient geen schoonheidsprijs. Het was niet mogelijk om deze punten op de juiste plek op de kaart te tekenen zonder niet-toegestane hulpmiddelen.
Bij een peiling over een meertje heen is het bijna niet te doen om zonder kaart de juiste afstand te bepalen. Iemand die stiekem een GPS gebruikt is dan wel heel erg in het voordeel. Of je moet een driehoeksmeting doen met een peilkompas, maar dat vergt veel rekenwerk en een cosinustabel in het hoofd.
Het is wel erg verwarrend dat het CP bij een foto soms op exact dezelfde plek hing als een ander CP op de kaart. Zelfde plek = beide goed.
De deadlines kwamen verhoudingsgewijs niet overeen met de benodigde tijd, dan kan je geen reële planning maken, en wordt het gokken.
Maar we hebben genoten van de omgeving, de route, het weer en de uitdagingen. Volgend jaar weer?
Waarin het Klompen Oriëntatie Team Zuid de weg kwijt raakt, weer terugvindt, door het oog van de naald kruipt, minder blauw ziet op straat, de sambal niet kan vinden, en toch wint.
Opwinding over wat weer een top-dag lijkt te gaan worden -de weersvoorspellingen worden alsmaar droger en warmen en helderder- houdt me de halve nacht uit mijn slaap. Alles staat klaar om een vliegende start te maken, alleen het knopje van de wekker staat kennelijk in de verkeerde stand, zodat ik me een half uur verslaap. Als er dan ook nog maar voor 15 km benzine in de tank blijkt te zitten, én alle pompstations in Eindhoven vóór zevenen dicht blijken, is de race al begonnen voordat de start nog maar in zicht is. Krap tien minuten voor het startschot arriveren we uiteindelijk in Leersum, of althans bij de kampeerboerderij waar de start en finish van deze voor mij 6e Chickenpower Midwinterrun zullen zijn. Iedereen zit al in de startblokken, mét een kop koffie.
Bij de briefing worden steevast een paar vervallen CP’s voorgelezen, bijzondere regels aangekondigd, en extra opdrachten gegeven (“zoek ergens in de 2500 ha die jullie vandaag op een onbekende route van 50 km gaan doorkruisen een ANWB paddenstoel met nummer 21043”). Dan zijn er nog 5 minuten om allemaal tegelijk naar de WC te gaan, en uiteindelijk om 8:30 gaan we op pad. Of we krijgen althans een kaart met de route. Of eigenlijk: we krijgen 4 halve kaarten en vage luchtfoto’s met een aantal punten waarbij het halve team de ene punten niet binnen 10 meter mag naderen en het andere team de andere niet. Zoek het maar uit.
De opzet van etappe 1 is niet meteen duidelijk.
10 minuten zijn we bezig te begrijpen wat de bedoeling is en een plan te smeden, taken te verdelen, en op pad te gaan. De eerste punten liggen ongeveer op één route, dus daar lopen we min of meer samen langs, zonder dat de ene te dicht bij de CP’s van de ander komt. De kaarten en luchtfoto’s vullen elkaar aan zodat we elkaar toch nodig hebben tussendoor. Terloops zien we tot onze verrassing alvast paddenstoel 21043 staan (maar wat het coördinaat daarvan is denken we later wel uit te vogelen).
Eigenlijk was ik van plan dit verhaal in stukjes te hakken, die door elkaar te husselen, en in een willekeurige volgorde op deze pagina te plaatsen. Misschien met nummertjes er bij, om het nog een beetje vindbaar te maken, maar ik elk geven een puzzelopdracht er van te maken zodat de lezer -jij dus- even het zelfde gevoel krijgt als wij deze dag: wat nu, waar moeten we heen, welke kaart lopen we op, waar past de volgende kaart hier aan vast, wat is de slimste post om hierna te zoeken? Maar ja, dan was je vast al na drie alinea’s afgehaakt. Lees dus lekker chronologisch verder…
De rode lijn is het roadblock waar we niet over mogen tijdens etappe 1. Bij het CP op het schiereiland krijgt Patrick de opdracht een punt ten noorden van deze lijn te zoeken. En dus loopt hij met mij mee, want ik moet toch al 3 punten ten noorden van het water bezoeken.
De route van Patrick lijkt korter op de kaart, tot hij onderweg een aanwijzing krijgt voor een te projecteren punt, dat zich op de andere oever van een ven bevindt, en belangrijker: aan de andere kant van een roadblock, een verboden-te-passeren lijn. We lopen samen óm, want ik moet ook aan de andere kant zijn. (Bij de epiloog blijkt dat de teams die het roadblock wel overstaken alsnog geen strafpunten krijgen, en wij voor niets 1,5 km om liepen.) Het is lastig oriënteren om een kruispunt te vinden midden in een bos op een luchtfoto waar paden eigenlijk niet zichtbaar op zijn, maar met passen en meten en passen meten lukt het. Patrick heeft de luxe van een kaart, en is daarmee een stuk eerder op ons rendez-vous. We overleggen even en plannen het vervolg, voordat onze wegen zich daar weer scheiden, en ik zoek een CP dat niet op de kaart staat. Nou ja, het CP staat eigenlijk wel op de kaart, maar de kaart zelf staat er niet op. Of het is een onontgonnen stukje Nederland dat aan het Kadastrale Alziend Oog en Google Streetview is ontsnapt, óf het is op slinkse wijze door een van de PowerChickens verdoezeld met digitale tipp-ex. In dat laatste geval hadden ze beter het stukje kaart nog even kunnen behouden tijdens het ophangen van het CP-kaartje, want dat hangt volstrekt verkeerd, bij een kruispunt 300 meter verderop. Zes andere teams lopen ook ruim 5 minuten te zoeken naar iets dat er niet is. Niet daar.
Wat bij de groene pijl zou moeten hangen vind ik uiteindelijk bij de rode, 350 m verderop.
Ik besluit het op te geven, loop richting Patrick die al die tijd op ons rendez-vous staat te wachten, noteer daar het CP nummer dat waarschijnlijk had moeten hangen waar ik nét was, en help hem dan een punt te vinden dat hij niet zag; dat vinden we uiteindelijk op de juiste plek. Samen gaan we naar een volgend punt van hem. Even dachten we dat het achteraf handiger was geweest om ieder voor zich te zoeken en pas op het eind van deze etappe elkaar weer te ontmoeten, maar met de tussentijdse onvindbaarheden is het achterhoofd is het maar goed dat we soms even samenwerken, kaarten combineren, overleggen en bovenal elkaars voortgang kennen. Een peiling die volgt leidt echter weer tot niets. Of hebben we de peiling op het CP-kaartje verkeerd gelezen? We noteerden “136 m 134”, maar daar is helemaal niets te vinden. Veel te lang zoeken we tot ik uiteindelijk mijn volgende punt opzoek, met de info over waar we de volgende kaart gaan krijgen: weer een donkere luchtfoto. Maar ik herken nog nét dat ik bij een meertje moet zijn; onderweg er heen nog een CP, en Patrick moet er ook nog 1, dus we besluiten dat hij ook naar het meertje komt om etappe 1 met één niet-gevonden, en één vals CP af te sluiten. Saillant detail: dat punt dat we niet vonden, vond maar 1/5e van alle teams, en 80% noteert daar nota bene een vals CP. Het valse CP dat we noteerden werd ook door 2/3e van de andere teams voor echt aangezien. Uitgerekend het punt dat hij (wij samen eigenlijk) niet vond zal wel verwijzen naar wat ongetwijfeld het gezamenlijke eindpunt van deze etappe is. Met de deadline inmiddels achter ons is het hoog tijd dat de rest van de dag aan gaat breken. Maar deze eerste etappe verliep allerminst vlekkeloos. En we zijn de deadline 27 minuten gepasseerd. Geen goed begin. En haast maken de rest van de tocht om tijd in te lopen heeft eigenlijk altijd een averechts effect, want dan maak je fouten.
Intekenen van het merendeel van etape 2 kost veel tijd. Met verkleumde vingers en verkrampte hurken gaan we na drie kwartier weer op pad. Ik trek een zakje pinda’s open terwijl ik me afvraag waarom we zo lang bezig zijn geweest, en dan nog niet eens de hele route hebben gepland. De antwoorden die boven komen borrelen zijn
Omdat de kaarten niet allemaal aan elkaar aansluiten.
Omdat niet direct van alle grid lijnen te zien is bij welke coördinatenstelsels ze horen en we dit via aangrenzende kaarten moeten afleiden.
Omdat de volgorde van de punten in het roadbook niet direct overeenkomt met de kortste of snelste route, en het dus een hele puzzel is om zonder om te lopen overal langs te gaan.
Omdat het niet zo lekker tekenen is, gehurkt in de wind en de kou.
Omdat nog niet van elk punt bekend is waar het ligt, en we eerst gegevens in het veld moeten ophalen.
Maar iedereen zit met dezelfde handicaps, en dat blijkt ook wel uit de einduitslag als je ziet dat veel van de puntjes die net wat extra voorbereiding of denkwerk vergen überhaupt nauwelijks zijn bezocht. Wij gaan voor goud, dus pakken alles mee. Denken we.
Rond het punt dat we projecteren vanaf CP15 zoeken we een minuut of tien zonder het CP te vinden.
We lopen weer wat in en passeren een paar teams, vinden CP’s, en voeren een extra opdracht uit: een peiling. Eerst met kompas en gekalibreerde passen tellen, dan, als we niets vinden, met geodriehoek een kaart. We komen precies uit waar we peilend en tellen waren geland, en zoeken daar rond omheen verder. Net als 5 andere teams. Gezamenlijk beslissen we na een minuut of tien dat de post er niet (meer) hangt of niet daar hangt. Dit is al de tweede schier eindeloze zoektocht die we zonder succes afbreken. Een enorme flap vakantieparkplattegrond gebruiken we precies één keer om een CP te lokaliseren, de rest gaat op de topo kaart. Afwisselend zelf ingetekende punten en vooraf geprinte punten. Allemaal vinden we ze direct. Vooral de CP’s die op logische plekken hangen, bomen op de hoek van een kruising, zijn aangenaam, want logisch. Die “ergens op een bosrand in een flauwe bocht” zijn minder onze favoriet, vooral omdat we dan zijn overgeleverd aan de willekeur van wie ze heeft opgehangen. Daarom ook is bij een IOF oriëntatieloop de eis dat een post op een op de kaart en in het veld herkenbaar punt moet staan. Dat kan een letterlijk punt zijn, zoals een voorwerp, maar ook een kruising van lijnkenmerken, een hoek, uiteinde of een scherpe bocht, . En als hij op of bij een reliëfvorm staat, dan moet dat opnieuw een herkenbare, in de postomschrijving gespecificeerde, plek zijn, zoals een top, een duidelijke flank of voet met een gespecificeerde windrichting er bij. Zo weet je altijd waar precies je moet zoeken, als je eenmaal op de juiste plek bent. Maar vandaag gelden er geen IOF regels: soms staat de C voor speld, en de P voor hooiberg (en een enkele keer zelfs andersom). Maar voorlopig zitten we weer onszelf dwars, door punten over het hoofd te zien omdat we niet altijd de verschillend geschaalde kaarten aan elkaar weten te passen, met een aantal extra meters als gevolg. Dát is wél leuk.
Zoals je ziet zijn we best wel vaak de Amerongse Berg over gelopen. Niet heel effectief. Het zal door de hoogte komen.
Door dan maar wat harder te lopen lopen we dat wel weer in. Het is dan ook heel rustig wat andere teams betreft als we bij het “wagenwiel” naast de Amerongse Berg aankomen. Het klimmen heeft zijn tol geëist, en de benen voelen moe. Energy Bar er in en hopen dat die door de zwaartekracht naar de juiste ledematen zakt, want de spijsvertering delft het onderspit als het om de energieverdeling gaat, en de hersens krijgen wat extra’s toebedeeld om ons via de snelste route naar de diverse punten te loodsen. Het is een soort puntenwolk die niet direct een kortste route kent, en bovendien proberen we zo min mogelijk hoogtelijnen te kruisen. Je zal er maar over één struikelen… Berg op, bocht om, breed pad kruisen, vierde pad -voor de open plek- links: één…twee…drie…open plek. Zou die brandgang het vierde pad zijn? Het lijkt meer het weerbarstige spoor van een bomenrooier te zijn. We volgen het over de juiste afstand, maar vinden geen CP. Dan maar richting top van de heuvel, waar volgens het kaartje iets herkenbaars zou moeten staan, om een peiling te maken. Maar op de flank loopt een pad in een mooie glooiende kromme lijn, en dat is niet wat er op de kaart staat. Hier klopt iets niet. We zoeken nog wat in de rondte, maar vinden geen CP. Heroriënteren betekent hier op zoek gaan naar een pad dat duidelijk wel matcht met de kaart. Vanaf daar gaan we verder met de volgende CP’s want die vinden we wel, op een cirkel rond het topje, die kennelijk van ná de publicatiedatum van de kaart is. En na een rondje gelopen te hebben, met wat genoteerde nummers, komen we uit waar we net ook waren, maar nu zien we wel het blauwe kaartje achter een boom. Klaar! Op naar een volgend CP, dat in het dal ligt, maar niet voordat we onderweg nog een vals, maar ook juist CP nummer vinden. Uiteraard noteren we het laatste.
Bij CP 61 zijn we eindelijk uit het hooggebergte afgedaald, staand onderaan de heuvelrug aan de rand van een weiland, en de concentratie erytropoëtine is weer naar dusdanig normale waardes gezakt dat we normaal kunnen denken. Of het is gewoon dat onze oren “plop” hebben gezegd? Want ineens horen we een kwartje vallen: we hebben wat aanwijzingen gemist bij puntjes waar we net, hoog vlakbij de top van de de berg, waren. Een snelle berekening: 3 CP’s gemist, 3 x 30 minuten misgelopen, anderhalf uur de tijd om 1 km extra te lopen en terloops de Amerongse Berg nog een keer op te klimmen. Moet lukken. Op dat moment gaan we er nog van uit dat we alles binnen de tijdslimiet lopen, en 1 minuut dus één minuut is.
Achteraf gezien was de 2e beklimming van de Amerongse Berg en het Wagenwiel niet zo tactisch. Want omdat we daarmee twee deadlines overschrijden kost het per klok-minuut niet 1 maar 3 score-minuten. En dan leveren de 25 minuten die we hebben besteed voor 3 CP’s nog maar een kwartiertje op. Bijna niet de moeite. In een race met meerdere deadlines is elke minuut aan het begin van de dag erg kostbaar, omdat die meervoudig meetelt. Tenzij je gewoon binnen de deadlines blijft. Omdat je nooit weet wat er allemaal nog gaat komen bij de volgende kaart-posten (je hebt aan het begin van de dag geen roadbooks of kaarten van de latere etappes) blijft het één grote gok. Vorige jaren waren we immers altijd op tijd bij tussentijdse deadlines.
Best een tricky punt, CP44. Het 45° paadje lijkt op de kaart bij het CP uit te komen, maar in werkelijkheid maakt het een knikje en komt uit op het kruispunt net westelijk. Daar zochten we aanvankelijk het CP.
Mooi is het wel, daar rond de top. Oud bos. Hoge bomen, ver uit elkaar. Een oranje-bruin tapijt van herfstbladeren, goed geconserveerd door het koude weer. Genieten. Overal andere teams, die allerlei kanten op lopen. Zijn zij ook de weg kwijt door de wanorde van CP’s (en vooral hun nummering)? Of hebben ze een al dan niet strategischer volgorde gekozen? Als klap op de vuurpijl noteren we ook nog eens een vals CP: toen we over de top kwamen zagen we een CP hangen, en schreven het nummer op. Later, bij de projectie vanaf CP37 (die waar het draaien rond het wagenwiel een uur geleden begon), menen we dat die projectie ongeveer op de top uitkomt, en schrijven dan ook het eerder genoteerde nummer op. En dat blijkt fout
We dalen nog één keer af. Omlaag loopt het een lekker tempo. Laten we dwars over een weiland doorsteken. Blaffende honden bevestigen dat we goed zitten, want op de kaart staat ‘dierenasiel’. Andere teams lopen om, of slaan dit hele punt over. De deadline nadert, en dat betekent een verdichting van de teams in de ruimte. Samen met een aantal anderen stellen we vast dan een CP nummer op de verkeerde kruising hangt. Wat achteraf toch blijkt te kloppen. Maar dan kiezen zij de kortste route naar het tussenpunt, en wij besluiten nog 4 extra bestemming af te gaan. Die we allemaal moeiteloos vinden. Het gaat goed! Alleen tikt de tijd wel door. En het is altijd een vreemde gewaarwording als je net nog andere teams om je heen had, en prompt een half uur lang niemand meer ziet. Klopt dat wel?
Betrekkelijk standaard posten volgen, een ingetekend punt ligt precies waar het het verwachten, maar een ander punt, CP62, waarvoor we de gegevens, een peiling in dit geval, op CP39 vinden, is weer een leermomentje. Enerzijds omdat voor de zoveelste keer ik een stuk meer naar rechts uit kom dan Patrick, wat achteraf komt door aantrekkingskracht van de magneet die mijn drinkwaterzakslangetje o-zo-handig aan mijn rugzakje vastklikt op mijn kompas, anderzijds omdat nogmaals blijkt dat een peiling bij de Midwinterrun vaak uitkomt op een heuveltje dat op de kaart getekend staat. Terwijl we meestal koersen tot een meter of 200 peilen met een kompas en vervolgens passen tellen. Dat werkt doorgaans prima, maar vandaag even niet. Maar goed, we vinden het CP, omdat het heuveltje niet alleen op de kaart opvalt, maar ook in het echt een markant plekje is.
Een hele andere omgeving, en een hele andere opdracht. Ik vind het leuk.
Een verlaten restaurant. Of een rustige dag. Of geen barbeque-weer. Maar op de nagenoeg verlaten parking staat een MWR busje en krijgen we een opdracht voor etappe 3. Wat zou het zijn? Dat een ander team vraagt of het kan dat bij 1 punt meerdere CP nummers horen gaat het ene oor in maar het zelfde oor ook weer uit. Was het het andere oor uit gegaan, dan was het vast door mijn hoofd heen gegaan dat dat een mogelijk scenario zou zijn, dadelijk. Maar dat doet het niet, zodat we bij de foto-opdracht die volgt teleurgesteld één foto overhouden. Navraag bij een hondenbezitter die meent hier bekend te zijn levert niets op. De enige mogelijkheid waar de weg op de foto overeenkomt met de kaart blijft een gok, en een foute gok is duur. Nou ja, het zou ons 60 minuten straftijd opleveren, maar niets invullen kost ook 30. Toch besluiten we niet om er nog eens langs te lopen, want er is nog iets: we móéten binnen een uur terug zijn voor deze opdracht. Geen idee of er anders gewoon een 2 minuten penalty volgt of algehele diskwalificatie, maar al secondes aftellend arriveren we bij het busje, en het tellen stopt pas bij 3. Met de hakken over de sloot door naar de laatste etappe.
Nog twee andere teams zitten punten in te tekenen, terwijl het inmiddels flink is afgekoeld en al begint te schemeren; de rest is al op pad naar de finish. Teleurgesteld zien we dat CP71, dat we tijdens de fototocht op de kaart zagen staan en waar we (tactisch?) alvast zijn gaan kijken, blijkt te zijn vervallen. Verder is het een mieterse puzzel om de resterende kaarten aan elkaar te passen. Er is geen overlap, een luchtfoto is geroteerd, de finish staat er niet op, en er zijn verschillende coördinatensystemen door elkaar heen gebruikt, terwijl aan de lijnen niet te zien is wat bij RD behoort en wat geografische coördinaten zijn, of dat de lijn gewoon de rand van de kaart is. Intussen proberen we ook nog te schatten waar de ANWB paddenstoel ligt, uitgedrukt in een of ander coördinatensysteem. We doen een poging, maar die blijkt achteraf té onnauwkeurig te zijn omdat we geen kaart met grid van de start kunnen vinden, en we lopen ook die 60 bonusminuten mis. Hier maken we toch een strategische fout: we tekenen bijna alle punten in, bepalen de snelste route, maar rekenen niet na hoe lang dat gaat duren, en hoeveel tijd we nog hebben. Voor ons gevoel moet het nét te doen zijn, als alles mee zit.
Best een uitdaging om op deze kaart de weg te vinden. Achteraf blijkt dat CP82 op nóg een kaart stond, en eigenlijk alleen als bruggetje hoefde te dienen om de andere twee kaarten aan elkaar te koppelen. Maar desalniettemin deden we het gewoon met deze luchtfoto, best een strakke route.
Dat zit het in eerste instantie ook. Op een veel te donker afgedrukte luchtfoto die ook nog eens onder een hoek met het noorden is genomen, vinden we wonderwel onze weg én de CP’s. We weten dan nog niet dat we een vals CP hebben genoteerd middels een onderweg gevonden aanwijzing (177 m, 270°), door op 162 meter een nummertje te vinden, in plaats van die verderop bij het hek van een tennisbaan op 190 meter; al zou ik de valse ook hebben gespot, ik zou op basis van de afstand niet hebben geweten wat de juiste was (hooguit omdat je een zandduin op moest, en dat al gauw een overschatting van de afstand oplevert, zou het verste punt wel het bedoelde punt zijn). Maar dan houdt ons geluk op.
We hebben hier lang gezocht, maar niets gevonden. In totaal hebben we in de eerste etappes 2 punten niet kunnen vinden, en in de laatste 4, terwijl we wel op de juiste plek waren. Drie valse CP’s noteerden we. En 9 CP’s slaan we over vanwege tijdgebrek.
Een puntje dat we op een markant doodlopend uiteinde van een pad tekenden -dat moet wel goed zijn- ligt er niet. Snel opnieuw uitrekenen en tekenen brengt ons ergens anders, maar niet de juiste plek. We geven het op. Vanaf een volgend CP, het laatste dat we zullen vinden vandaag, maken we een peiling, weer met kompas en passen tellen, maar vinden niets. Terug, nog een keer tellen, nog een keer peilen, nog een keer de aanwijzing lezen. 10 minuten zoeken we: niets. Weer dóór naar de volgende, en intussen weer 2 CP’s gemist, omdat we tijd kwijt zijn met zoeken waardoor we een punt verderop moeten skippen, én we hier niets vinden. En ook dat volgende punt zien we niet hangen onder een boomtak. Het schemert, het is 16:50. En zoals het aangegeven staat op de kaart moet het CP een fractie noordelijk van een bosschage te vinden zijn. Wij hebben geen GPS op zak om vast te kunnen stellen dat het bos fout staat getekend op de kaart. Tenslotte zien we een CP niet hangen dat op een splitsing van paden getekend staat, maar verderop aan een boompje schijnt te hangen. En dan is de tijd om.
Er rest niets dan zo snel mogelijk terug te gaan. Elke minuut telt nu dubbel, dus lopen we ook op dubbele snelheid terug naar de finish/start. Via een kleine omweg, omdat het gebouw niet op de kaart staat, en we op ons gevoel af moeten gaan. Immers, het gejoel van de andere teams die al gearriveerd zijn is verstomd omdat iedereen zijn adem in houdt terwijl ze zich afvragen of wij wel levend het bos uit zullen komen. Of op zijn minst vóór de absolute deadline van 17:30. Anders is het einde oefening. Gaan we het halen?
Op het nippertje, als je 10 minuten een nippertje mag noemen. En op een race van 8 1/2 uur mag je dat. Anders lagen we uit de race. Wie had dat gedacht? Van een hele dag mountainbikepaadjes zonder fiets, naar 49 km rennen voor niets? Maar het was niet voor niets. Want we hadden een mooie dag lopen bosraggen door prachtige natuur, rennend puzzelen en peilen, zoeken en vinden. En bovendien zijn we nog net bínnen de tijd, en winnen we voor de 5e keer op rij (in 2017 deed ik niet mee) de Midwinterrun. Je zou kunnen zeggen dat ik me aan mijn suggestie van vorig jaar heb gehouden: zo’n voorsprong pakken in het begin dat we wat punten op het eind kunnen laten liggen, omdat de nummer 2 toen 8 “uur” achter ons is geëindigd. Dit jaar is het verschil nog maar 3:40, dus we hebben het efficiënter gedaan. Nee, als dat opzet was, was het een risicovolle -maar geslaagde gok-, want onderschat je medespelers nooit. Maar als je het verhaal leest zie je dat dat geen vooropgezet plan was, we een aantal minder scherpe foutjes hebben gemaakt, qua valse CP’s en intekenfouten, uitstekend hebben georiënteerd, maar slecht hebben gelezen en gepland. En dan toch winnen, aan het eind van dit prachtige dagje challenge-oriënteren. Dus ondanks onszelf was het weer een feestje. Na de prijsuitreiking praten we nog een tijdje na met de organisatoren van Chickenpower. Wat er allemaal komt kijken bij de organisatie, hoe je als loper ervaart wat de routelegger bedoeld heeft, wat de Midwinterrun nou zo uniek maakt, en wat er beter zou kunnen. Persoonlijk zou ik minder willen hoeven zoeken naar CP nummers, als ik op de juiste plek ben, zodat de uitdaging meer zit in het oriënteren, intekenen en projecteren, kaarten interpreteren en navigeren, en niet in het dwalen en dralen rond een kruispunt, bosrand, of groep bomen op zoek naar een blauw kaartje dat overal op, onder, in of aan kan hangen zonder dat dat wat toevoegt. Je kan zeggen: dat hoort óók bij het spel, maar dat is dan minder míjn spel. Als voorbeeld van hoe dat anders zou kunnen denk ik dan aan de aanwijzingen in het roadbook van de WOR; er zijn nog steeds foute CP’s, echter die scoor je niet door een vind-fout maar door een zoek-fout. En boven op de berg hete chocomel met slagroom en een scheut rum, lijkt me ook lekker; kan je daarna weer lekker hard afzien.
Analyse
Nog even kijken naar de statistieken:
Op zich valt het aantal gevonden valse CP’s wel mee; er zijn vooral veel punten helemaal níét gevonden.
Het is een beetje het zelfde plaatje als elk jaar: de tijd en de afstand die je loopt doen er niet toe; je moet gewoon zo veel mogelijk juiste CP nummers noteren. En laat dát nou net datgene zijn waar we goed in zijn. Met zo’n 6 minuten de tijd per CP (89 CP’s in 10 uur) kost elk punt minder tijd dan de straf voor een gemist punt, zelfs de punten in de eerste etappe (30 minuten / 5 = 7:30).
Hoezo, wat heeft de etappe er mee te maken? En in de laatste etappe telt het overschrijden van de deadline je toch juist meer dan in de eerste? Simpel: in theorie loop je een verloren minuut in etappe 1 niet meer 1. Dus als je daarmee de deadline passeert van etappe 1, en ook van etappe 2 en 4, dan telt die verloren minuut dus 1+1+2=4 keer zo zwaar. Maar dan nog is dat ene punt, mits het minder dan 7:30 heeft gekost om er heen te lopen en het te zoeken, en eventueel in te tekenen, lucratief.
Dat levert op zich wel een leuk inzicht voor de tactiek: als je in het begin van de dag een deadline zou kunnen gaan overschrijden zou je misschien wel beter een punt kunnen overslaan dan op het eind van de dag. Maar helaas heb je in het begin van de race nog geen flauw idee wat er nog gaat komen, en dus of je vervolgens alle deadlines gaat passeren, of dat je op het eind ineens tijd over blijkt te hebben. En we hebben gezien dat je beter zoveel mogelijk punten kan bezoeken ten koste van wat straftijd, dus, ook omdat de winnaar bij de Midwinterrun eigenlijk nooit tijd over houdt, is het handiger om tussentijdse deadlines nooit te overschrijden. En de laatste uitloop maximaal te benutten.
We hadden dus beter in etappe 1 wat punten kunnen laten liggen. Om nog wat meer tijd in de laatste etappe over te houden om daar meer punten te scoren. Nu weten we dat voor de volgende keer.
Het percentage gevonden CP’s per categorie (kaart, coördinaat, projectie, veldopdracht), per team.
Ook is het aardig om te zien wat de andere teams met de specials doen. Je ziet dat wij het hoogste percentage punten vonden, in elke categorie. Vooral de in te tekenen coördinaten worden overgeslagen, maar ook erg veel van de veldopdrachten. Wie een coördinaat intekent vindt dit punt overigens meestal ook. Maar het is wel apart dat de veldopdrachten voor bijna een kwart van de keren fout gaan: er wordt een vals CP genoteerd. Ligt dat aan de moeilijkheid van de opdracht -meestal een peiling over een paar 100-200 meter- of worden daar extra veel valse CP-kaartjes gehangen?
En het is ook leuk om op Strava een flink aantal van de routes van de deelnemers te zien en te vergelijken. Elk jaar weer zetten meer Midwinterrunners hun GPS tracks online.
Anders dan anders, dat geldt toch wel elke keer opnieuw voor de Chickenpower Midwinterrun. De afstand, de start, de proloog, eigenlijk is het hele programma een verrassing. Op één dingetje na, dan (maar dat lees je op het eind).
Na een jaar overgeslagen te hebben doe ik dit jaar weer mee. In een nieuw doch beproefd team: het is weliswaar de eerste keer dat ik met Tijsbert de CPMWR loop, maar we hebben wel al vaker de WOR gelopen samen. Omdat naar het scheen de Midwinterrun wat korter was geworden, qua tijd maar ook qua afstand, zag hij het wel zitten. En ikzelf ben ook wel blij dat het geen 55+ km meer is.
Althans… Vorig jaar, hoorde ik, was het iets van 35 km: ongeveer de Woudlopers Oriëntatie Run. Da’s goed te doen. Zou het dit jaar weer zo iets zijn? Afstand is één, maar tijd is twee. Één ding is zeker: het zal minder lang duren. Want was twee jaar terug de deadline nog om 18:00, sinds vorig jaar is het 16:00 vanaf wanneer de straftijd ingaat (met maximaal 1 uur respijt en anders uitsluiting). Geen duisternis op het eind, en twee uur minder tijd, dus ongetwijfeld ook minder kilometers.
(Voor wie dit leest en het scoremechanisme niet kent: het team met de minste minuten op de klok wint de race; elke minuut na 16:00 telt dubbel. Een niet-genoteerd CP -checkpoint of controlepost- kost 30 minuten, een verkeerd genoteerd CP kost 60. En de tussentijdse deadlines, 11:00 en 14:30, kosten ook een extra minuut bij overschrijding.)
Proloog
We komen rond 7:30 aan in Lunteren waar het nog donker is. De meeste deelnemers zijn er al, en zitten zich met een kop koffie op te laden. De helft denkt te weten wat te kunnen verwachten, maar er zijn ook een aantal debutanten. Als rond 8:00 iedereen er is volgt een korte briefing. Een paar CP’s vervallen, en CP15 zit minstens 4 meter hoger dan CP14. De teams worden gesplitst. Geen verdere uitleg. De ene groep vertrekt eerst, lopend achter een Chickenpower organisator aan, de andere wacht tot ongeveer 8:35. Waar we heen gaan? Geen idee. Onderweg spotten we een bordje Gorssel. Oh. En even later bij een molen hangt Ermelo. Alweer oh. Waar slaat dit op? Wat moeten we er mee doen? Een paar straten verder hangt Borculo en ook Exel lopen we voorbij. Langzaamaan begint iedereen dingen op te schrijven. Het getal op de dichtstbijzijnde lantaarnpaal, het huisnummer er tegenover, de kleur van de markiezen van de snackbar aan de overkant, dat soort dingen. Denk ik. Ik maak een schetsje van de route die we lopen met waar ongeveer welke plaatsnaam hangt. Na Otterlo, Vorden, en Garderen volgt Lunteren. Nou ja, dat staat op het station waar we dan pal voor staan, op het bordje staat Station. Na tien minuten arriveert de tweede groep. En dan krijgen we, om 8:55 inmiddels, de eerste opdracht en gaat het echt beginnen.
Millisecondenwerk
De eerste opdracht bevat 6 vragen, en een kaart met een tabel.
N
5
2
0
5
_
_
_
E
5
3
7
_
_
_
Als we het juiste coördinaat hebben laten zien krijgen we de rest van de opdrachten. De vragen blijken over de route te gaan, maar laten we nou net niet het aantal meters tussen Garderen en Station, en tussen Otterlo en Exel hebben uitgeteld. De rest weten we, of denken we te weten. We lopen, net als de meeste andere teams, een deel van de mysterieuze wandeling terug en gaan passen tellen om de gevraagde afstanden te bepalen. Gelukkig weten we nog waar de bordjes hangen. Maar het coördinaat dat we als antwoord hebben gevonden is fout. Nog een poging voordat we de vervolgopdracht krijgen. En elke poging kost 10 strafminuten.
Het zal wel aan de afstanden liggen. Tegels tellen dan maar, dat is nauwkeuriger. Maar ook dat klopt gewoon met de eerste schatting. Gokken we nog een keer? Elke foute gok kost weer 10 strafminuten. Terug bij de molen besluiten we dat we het bordje daar aan de oostkant passeerden, niet aan de zuidkant. Tja, dat scheelt. Niet als eerste, maar ook niet als laatste verlaten we het station. Enige vertraging, heel toepasselijk. De proloog zit er bijna op.
Afhankelijk van wat je met de gevonden cijfers doet kom je ergens anders uit. Wij checkten eerst de minst logische optie.
Maar als we dan de volgende opdracht krijgen slaat de verwarring toe: een luchtfoto van het centrum. N5205109E00537112 kan natuurlijk op verschillende manieren gelezen worden. Ndd°mm.mmm' Eddd°mm.mmm', maar ook Ndd°mm'ss.s" Eddd°mm'ss.s" of zelfs Ndd.ddddd° Eddd.ddddd° als je niet aan een eventuele decimale punt kan zien wat er bedoeld wordt. Het is natuurlijk geen UTM, RD, Lambert of Stafcoördinaten. Notaties, notaties, notaties. Maar met één blik op de kaart is er natuurlijk maar één logische variant: Ndd°mm'ss.s" Eddd°mm'ss.s", want dat komt overeen met het grid op de kaart. Die variant gebruiken we dus niet, en we rekenen wat we interpreteren als milliminuten om in boogsecondes, om vervolgens op een compleet verkeerde plek te gaan zoeken. Nog niet helemaal wakker? ¿Más café, por favor? En waar is iedereen, trouwens?
Het is dan ook geen verrassing als we uiteindelijk op het juiste punt de haast voltallige groep overige deelnemers in en om de kiosk midden op de Lunterse dorpsbrink aantreffen, inmiddels reeds driftig bezig met de volgende opdracht. Zij wel.
Etappe 1
In de kiosk staan een aantal kaarten opgesteld, met daarop een aantal CP’s aangegeven, tussen hier en de start van etappe 2. De kaarten blijven er staan er tot 10:00, en we kunnen ze niet meenemen. Maar het is al 9:45, dus het moet in 1 keer goed gaan. Driftig maakt iedereen aantekeningen, want een kaart om deze punten op in te tekenen hebben we niet gekregen. Maar dat is ook niet nodig, we onthouden het wel, met behulp van wat globale schetsjes.
Als we voor etappe 1 een kaart hadden meegekregen, had die er zo ongeveer uitgezien.
De Koepel
Het blijkt te werken, want zonder problemen vinden we ze allemaal. Niet via de allerkortste route, en bij CP8 en CP11 moeten we even zoeken. Met een ander team spreken we af elkaar in te lichten als we het CP daar vinden, maar omdat we, het blauwe kaartje eenmaal gespot, al een stuk verderop staan, er nog meer teams rondom aan het zoeken zijn, en zij nu weer net niet te zien zijn, lopen we maar door, zonder kwade opzet. Ik geloof dat ze dat niet leuk vonden. Zo gaat het soms. Er zijn nog bijna geen andere teams als we bij CP14 aankomen, het eind van deze etappe. Even wat twijfel, want ik dacht dat het CP nog vóór de plek waar de paden samen komen zou hangen, en niet onder een bankje in Uitkijktoren De Koepel, maar we wagen het er op dat dat laatste toch goed zal zijn (er schijnt overigens ook een vals CP te hangen). En nog belangrijker: CP15 vinden we bovenin de toren (die duidelijk meer dan 4 meter hoog is, dus dat klopt met de briefing), waarna we de materialen voor etappe 2 krijgen. Hoog en droog.
Etappe 2
Deel 1 van het roadbook van etappe 2.
Terwijl het elegante torentje langzaam volloopt met lopers, die allemaal in een van de vele hoekjes op de drie etages met hun kaarten in de weer gaan, beginnen ook wij te rekenen en te meten, te passen en te plannen. Verschillende kaarten, een aantal luchtfoto’s en vooral een roadbook vol coördinaten en peilingen vragen behoorlijk wat tijd om een doordacht plan op te stellen. Want terwijl 21 punten al op de kaart staan, moeten we er 6 met de hand op de juiste locatie intekenen, en zullen we voor nog eens 8 onderweg de gegevens tegenkomen, zodat we die dan pas kunnen bepalen. En de grote vraag is natuurlijk: waar zouden die ongeveer kunnen liggen, zodat we niet al te veel heen maar vooral terug moeten lopen.
De rode lijnen zijn de twee gegeven richtingen, en op het snijpunt zou CP22 liggen. Hulplijnen door CP21 en CP24 waren noodzakelijk om dit nauwkeurig te kunnen bepalen.
Heen, en toch weer weer. Het kon niet beter.
Voorbeeld: hoewel volgens het roadbook de informatie voor CP23 zich op CP21 bevindt (klinkt logisch, en omdat we daar lezen “174050 456207” ligt CP23 noordoostelijk van CP21), hebben we eerst CP24 nodig om de ligging van CP22 te bepalen. Moeten we dan weer terug? Of is de nummering gewoon arbitrair gekozen? Het blijkt het eerste: bij CP24 vinden we inderdaad twee koersen voor CP22. Die zou op 73° vanaf CP21 liggen, en op 241° van CP24, wat op zich redelijk bizar lijkt omdat de vectoren 73° en 241° slechts een hoek van 12° maken en het snijpunt daardoor al gauw enorm onnauwkeurig is (één graad fout in beide projecties en je zit er zo 30 meter naast), en dat ook nog eens uit de looprichting is, want CP25 ligt weer een eind naar het noordoosten. Maar goed, met nauwkeurig tekenen komen we een heel eind, en vinden we CP22 vrijwel direct; opmerkelijk, want het zoekgebied was toch al gauw 250 m2 groot. Ik hoop alleen niet dat met dit mazzeltje onze portie geluk voor vandaag verspeeld is.
Chaos
Sommige heuveltjes heeft het Kadaster aardig weten te treffen met hun “zwarte haaientanden”. Maar bij andere zandduinen hadden ze behoorlijk zand in hun ogen.
Via een draaihek komen we even later in een mooi ruig terrein. Het lijkt wel een natuurgebied. Er lopen zelfs (wilde?) koeien rond. We komen bij een stuk schrikdraad uit, dus lopen we maar óm de wei heen. Wat schetst onze verbazing? De koeien staan aan onze kant van het hek, buiten de wei, en we moeten er overheen springen om er úít te komen. Enfin, er volgt een lange chaotische tocht tussen punten die redelijk willekeurig over het gebied verdeeld lijken. De numerieke volgorde aanhouden is niet handig, zo veel is wel duidelijk. Al was het alleen al omdat de gegevens voor een vorig punt soms pas bij een volgend punt te vinden zijn. Maar dat geldt ook omgekeerd, zodat ‘tegen de richting in’ lopen ook geen zin heeft. Er is een kortste route te verzinnen, maar dat werkt alleen als je tevoren al alle punten kent, en dat is niet het geval. Dus we maken een schatting wat waar uit zou kunnen komen, zoals alle teams zullen moeten doen. Wij gaan met de klok mee rond. En ik denk dat onze keuze achteraf nog niet zo gek was.
Chaos op de hei. Alles wijst naar alles. Waar moeten we beginnen? Aanvankelijk weten we natuurlijk niet waar de pijlen heen wijzen. Ze geven in dit plaatje alleen aan welk punt van welk ander punt afhangt. Klik hier voor de hele kaart met de route die we liepen.
Nou ja, er zitten wel wat gekke moves tussen. Zoals ons bezoekje aan CP30. Vol overgave raggen we door het mulle zand, over spekgladde bemoste vlaktes en hellingen (en glijden meerder keren slapstick-achtig uit), en door ruige bossen. Als we op het aangeven punt CP30 op de kaart aankomen (helemaal in het noordoosten van de kaart) vinden we daar het zelfde als op CP37: niets, weer geen blauw kaartje, niets te vinden. Da’s wel erg toevallig. Zou het aan ons liggen? Of hangen er geen CP’s in deze uithoek (“Wie loopt er nou zo ver”)? We hebben ook al een tijd geen andere deelnemers meer gezien. Of hebben we per ongeluk het roadbook van 2017 gekregen?
Nee hoor. CP30 bestaat gewoon niet. Het staat alleen op de kaart getekend om als uitgangspunt voor de projectie naar CP33 te dienen, maar het staat niet als zelfstandig CP in het roadbook of op het antwoordenblad. Stom van ons; maar punten scoren zit ons in het bloed. “Maar hadden ze die truc van dat extra hulppuntje niet ook bij CP22 kunnen gebruiken om daar een wat meer haaks snijpunt te krijgen?” schiet door ons hoofd. Het ommetje langs CP30 heeft wel een kwartier gekost. En CP37, dat andere punt waar geen kaartje hing? Dat kon achteraf niemand vinden. Hebben we toch dik 10 minuten naar lopen zoeken.
Verschillende routekeuzes: paars is zoals we liepen (7,9 km in vogelvlucht), groen is de kortste route (6,5 km) van dit Traveling Salesman Problem, rood is op volgorde van CP nummer (11,6 km), geel de kortste route linksom (7,2 km) rekening houdend met de afhankelijkheden, en die is net zo lang als de cyaan route rechtsom. Het ontloopt elkaar dus allemaal niet eens zo veel.
Onderweg komen we nog meer leuke opdrachten tegen. Zoals bij CP39: “Doe alsof de hoogspanningsmast die je ziet op 243° het noorden is; dan ligt CP50 ten opzichte van CP27 op 179 meter afstand in de richting 306°”. En ergens komen we een omgekeerde projectie tegen waar de koers naar waar we dan staan wordt uitgedrukt in een richting vanaf een nog te bepalen punt. Ook is het even opletten dat de aanwijzing bij CP42 niet de koers vanaf daar naar CP46 vermeldt, maar die daar heen vanaf CP48. Maar we zijn scherp, heel scherp.
Als CP36 niet te vinden lijkt pakken we eerst CP33. En dat blijkt een uitstekend aanvalspunt voor CP36, dat we vervolgens alsnog vinden.
En soms is het ook lastig oriënteren, zoals bij CP38. Die is erg leuk geplaatst, op een soort colletje, waarvan er vlakbij nog 2 zijn die ook wel qua ligging en omgeving op het gezochte punt lijken. De verschillen zijn slechts details. Maar omdat we het juiste punt, c.q. het blauwe kaartje, niet ontdekken gaan we eerst maar naar CP33. Dat lijkt lastiger, maar blijkt eenvoudiger. Er staan geen paadjes op de kaart, maar over het algemeen hangen de CPMWR-kaartjes wel in de buurt van een paadje of kruispunt. En inderdaad, het reliëf volgend aan de hand van wat op de kaart staat, komen we er precies op uit, naast een kruispuntje. En dan, vanaf daar, blijkt het ineens heel eenvoudig om met behulp van het kompas CP38 te vinden.
Tweede deel van het roadbook van etappe 2.
Tot op dat punt aan toe blijkt -achteraf- dat we nog geen enkele fout hebben gemaakt. Nul. We moesten eens weten… Dat we tot dan toe geen fout hadden gemaakt zou goed zijn geweest voor het zelfvertrouwen. Maar de zin “tot op dat punt aan toe” in mijn verhaal betekent dat het volgend punt wel fout zou gaan. Dát hadden we moeten weten! Één kruispunt op de kaart, twee in het echt: daar klopt iets niet. Maar we vinden niets beters, en noteren het gevonden -valse- CP nummer. Ketsjing: 60 minuten straf. Schrale troost achteraf is dat maar een kwart van de teams dat punt goed heeft. Kennelijk een lastige.
CP45 vinden we terwijl we 43 zoeken. En aanvankelijk denken we ook nog dat het CP43 is.
Het is wel leuk dat we vanaf dat moment überhaupt weer andere teams zien om ons heen. Dat helpt ook om CP45 te vinden. CP45? Daarvoor moeten we eerst nog de aanwijzing bij CP42 ophalen, waar we nog helemaal niet zijn. Maar ja, dat weten we natuurlijk niet, want op de CP’s staat alleen het controlegetal, niet bij welk CP dat hoort. Maar de plek klopt niet. Meer vertwijfeling op gezichten aldaar. Toch nog verder zoeken, want we zijn op dat moment op zoek naar CP43.
Soms heeft intekenen niet zo veel zin. Als je een kompaskoers van amper honderd meter moet lopen kan je beter je kompas gebruiken en passen tellen dan een stipje op de kaart tekenen en gaan zoeken. En met die methode wagen we aldus een tweede poging. Het heeft al met al een kwartiertje extra gekost, maar we hebben nu wel het juiste CP gevonden. En het leukste is: als we later bij CP42 de aanwijzing voor de locatie van CP45 lezen, en die vervolgens intekenen, is dat exact de plek waar we dachten een vals punt voor CP43 te vinden. Laten we nou net dat valse nummer op een kladje genoteerd hebben, mocht dat ooit nog van pas komen. Twee vliegen in 1 klap! CP45 kunnen we afvinken zonder er alsnog heen te gaan.
Chaotisch verloop van etappe 2.
En zo lukt eigenlijk alles wonderwel rond Het middelpunt van Nederland (niet te verwarren met het zwaartepunt dat een flink stuk verderop ligt).
Hier lag een CP. Later zouden we er nog een vinden, op de plek waar deze pijl heen wees.
Maar intussen begint de tijd wel te dringen. Er zijn twee tussentijdse deadlines vandaag, en overschrijding er van kost 1 strafminuut per minuut. Maar we hebben uiteindelijk alle punten van de 2e etappe gevonden, op dat ene punt na dat niemand lijkt te hebben gespot. Het is erg grappig om te zien hoe alle teams, met een totaal verschillende route, deze 2e etappe hebben volbracht. Op Strava kan je de routes van wie een GPS bij zich had om de track te loggen, en deze online heeft gezet, mooi combineren. Zie hier onder:
Etappe 3
Voor de derde en laatste etappe hebben we nog anderhalf uur. Dat lijkt genoeg om de 3,5 km terug naar het station in Lunteren af te leggen, maar uiteraard zijn er nog allerlei opdrachten tussendoor. En het roadbook staat weer vol met coördinaten, peilingen, en verwijzingen tussen CP’s. We beginnen weer met intekenen. Inmiddels zijn we er achter dat het handiger is om niet de secondes van een Geografisch coördinaat om te rekenen in centimeters, en dan vanaf de, eveneens nog te bepalen nul-minuten-lijn (want de kaart toont lijnen bij arbitraire minuten, zoals N52 05'44") te meten, maar om het verschil in minuten te nemen tussen wat we zoeken en op de kaart staat, en dat met de opgemeten cm-per-minuut schaal te vermenigvuldigen. Scheelt werk en tijd. En fouten.
Roadbook van de 3e etappe.
Leuk is dat het nu behoorlijk druk is. Iedereen heeft krap-aan de etappe-deadline gehaald en zit her en der om ons heen de volgende punten en de route te bepalen. Wat me ergens ook weer verbaast, want als je naar de uitslag kijkt, zie je dat nog niet eens 1/5e van de teams de intekenpunten heeft bezocht. Kennelijk kost alleen de snelste route bepalen ook al veel tijd.
Niet als laatste gaan we op pad. Niet als enigen noteren we bij CP55 het valse CP nummer. Niet dat er niemand niet op pad gaat, maar er is wel niemand die het juiste CP55 noteert. Ook dat geeft te denken. Ik denk achteraf dat dat wat verder naar het zuiden hing. Maar ja, zoals gezegd: de tijd dringt, en dat is de oorzaak van ons 2e foutje van vandaag.
De zandafgraving in het midden is bijna dieper dan de berg die er omheen ligt hoog is. Fascinerende techniek, Lidar. Zoek eens op “AHN2” als je meer wilt zien.
Als een zwerm sprinkhanen grazen we de CP-weide af.
Met zes teams tegelijk hollen we vanaf CP56 de rimboe in naar CP57, in de zandafgraving. Braamtakken overal. Een directe koers lopen lukt voor geen meter, maar we vinden het CP wel. Op naar de volgende. Die doorsteek hadden we beter niet kunnen maken. Wat een jungle! Het is hoogst merkwaardig dat mensen kennelijk de moeite nemen om over deze wirwar van doorntakken heen te klauteren om hun huisvuil te dumpen in de natuur, maar het ligt vol met plastic en andere troep. Of was deze kuil ooit een vuilstort? Anyway, het is maar goed dat er meer teams zijn, want anders hadden we lang naar CP60 staan zoeken. Soms heb je elkaar nodig… Zij hebben weer voordeel van ons als we CP58 spotten, even later. Wat overigens niet heel relaxed gaat, want we moeten dwars over een terrein waar Jan en Alleman hun politiehonden lopen te trainen. De kuil echoot van al het geblaf, dat overal vandaan lijkt te komen. Heel apart. Hun bazen vinden ons vast weer raar: allemaal volwassen mensen die ineens uit de struiken komen hollen om er even verderop weer in te verdwijnen.
Ook de 3e etappe ziet er chaotisch uit, met alle punten die weer van andere punten afhangen.
Op veel plekken moet gepeild worden, van onder naar boven in de kuil, of omgekeerd. Zo druk zijn we in de weer, dat we bij CP64 het valse nummer noteren (15° uit de koers) en CP66 gewoon overslaan. Waarom we niet eerst naar het noorden gaan om de CP’s aldaar op te pikken? Ik denk ook iets van concentratieverlies. We hebben dan ook al bijna een Hele Marathon op de teller staan.
Goed te zien is dat we voor CP67 (bovenaan dit kaartje, onder de W van Witte Wieven) op het verkeerde punt zochten. We tekenden het RD coördinaat op de juiste plek, maar omdat er daar wat meer kruispunten te vinden waren dan de kaart liet zien, hadden we de verkeerde te pakken. Helaas hing daar een vals CP. En we waren nog wel zo blij überhaupt iets te vinden…
Maar er zijn in de bovenhoek op de kaart nog 5 CP’s, dus 150 minuten te scoren. Of gaan we de straftijd-zone in, en zijn het er maar 75 (omdat dan elke minuut zoeken dubbel telt, en dus elk CP effectief maar voor de helft)? Desalniettemin lijkt het de moeite waard, ook omdat we nog niet weten dat CP69 lastig gaat worden, en al helemaal CP67, dat we nog even snel op RD X=172736 Y=457191 moeten intekenen. In een gebied waar véél meer paden lopen dan op de kaart staan is het lastig om niet op de verkeerde plek te zoeken, en als we dan na 10 minuten iets vinden, noteren we blij ons laatste valse CP-nummer van de dag.
Terug, via het overgeslagen CP66, naar het zuiden, voor de laatste loodjes. En als een van de laatste teams, zoals je hier -wederom via Strava- kan zien. We komen niemand meer tegen het laatste half uur, tot eindelijk het eindstation in zicht komt. We zijn er! Dit was het dan…
Finish
We zijn de deadline (strategisch) gepasseerd, dus we verwachtten geen finishlint en ballonnen en juichend publiek meer, maar voor het station van Lunteren treffen we toch een onverwachte situatie aan: een keuzemoment. Er zijn twee opties.
Het is voorbij. Over. Klaar. De tijd van binnenkomst is onze eindtijd (en dus krijgen we ongeveer 37 strafminuten omdat het 16:37 is).
We lopen nog een extra kompaskoersenloop van 4 CP’s, vermoedelijk richting de startlocatie, en krijgen 20 minuten respijt op de deadline. Onderweg kunnen we bovendien nog 4 x 30 minuten verdienen (of verliezen, als we foute CP’s noteren; maar dat laatste gaat uiteraard niet gebeuren, we maken geen fouten).
De keuze is snel gemaakt. Stel, het kost 10 minuten extra, dan besparen we sowieso netto 20 strafminuten (2×20 omdat de deadline 20 minuten opschuift – 2×10 omdat het 10 minuten extra gaat duren voor we finishen = 20 minuten besparing), en we kunnen ook nog eens 120 bonusminuten scoren. Wie wil dat nou niet?
Het koersje van deze epiloog blijkt extreem eenvoudig, ook omdat het dezelfde route van de proloog blijkt, maar dan achterstevoren. Achterstevoren staan dan ook de in te vullen CP’s op de route, dus van 4 omlaag naar 1. Dat is de enige instinker, daar moet je even op letten. Voor de rest is het een peulenschil om de Lunterse straten te volgen via achtereenvolgens de koersen 170m@348°, 190m@278°, 249m@15°, 168m@267°, 65m@348°, 117m@36° en 152m@55°. In tien minuten verdienen we 140 punten! En we zijn bovendien eerder op de eindlocatie, want omdat de wedstrijd nog even doorloopt, doen we dit parcoursje rennend.
De uitslag
Verrassend genoeg hoeven we niet af te sluiten met een potje luchtbuksschieten bij S.V. Tyr, zoals vier jaar geleden, maar kunnen we meteen aan het bier met erwtensoep en roggebrood. Dat hebben we wel verdiend. Het begint door te dringen dat we wel eens heel hoog zouden kunnen eindigen, want het lijkt er op dat we de enigen zijn die alle CP’s hebben genoteerd. Alleen is het de vraag hoeveel valse we hebben meegepakt zonder het in de gaten te hebben. Spannend! Ik moet de rest van mijn team er van overtuigen om toch te blijven wachten op de uitslag, want Tijsbert wil al gaan. En dat wachten blijft niet onbeloond: we winnen de XVe Chickenpower Midwinterrun. Met nota bene 7:52 uur voorsprong op het tweede team. En daarmee ben ik aangekomen op die ene factor die al die jaren niet veranderd is aan de CPMWR: de winnaars. Maar die zijn maar wat blij dat al het andere telkens weer anders is aan de MWR: het is elke keer weer een verrassing wat ons te wachten staat. En dat maakt het nou zo enorm leuk iedere keer om mee te doen.
Overpeinzingen
Het was weer een prachtige wedstrijd. Uitzonderlijk warm voor een Midwinterrun. Al moet ik zeggen dat sneeuw tijdens de race (nu twee keer meegemaakt) toch ook zijn charme heeft. En al die regen van twee jaar terug maakt die editie ook op een bepaalde manier onvergetelijk.
Al was dat snijpunt van de twee nagenoeg parallelle koersen nogal tricky, dat een CP-kaartje verdwenen is kan je de organisatie niet echt aanrekenen. En dat de kaart niet altijd klopt met de werkelijkheid, dat is onderdeel van het spel; de Topo-kaarten van het Kadaster lopen nou eenmaal een beetje achter de feiten aan en ze zijn nooit echt goed met diepte zien geweest daar. Dat weet je, daar houd je rekening mee. (Goed te weten dat bij de MWR de punten met GPS-coordinaten worden gemeten en op de kaart gezet, en dus weliswaar op de juiste plaats hangen, maar dus niet per se op de elementen die op de kaart staan; anders dan bij een IOF oriëntatieloop.) Maar al met al klopte alles dit keer buitengewoon goed.
Dat de deelnemers van statistieken houden blijkt niet alleen uit de vele lezers van deze blog (vooral in de week voor en na een WOR of MWR), maar ook uit de grafieken die bij het bekend maken van de uitslag direct werden getoond. Leuk! Dat 1/3 van de teams niet kiest voor de kompaskoersenroute op het eind bijvoorbeeld, is best opmerkelijk. En het is leuk om te zien welke CP’s wel en niet bezocht of fout genoteerd zijn.
Dat soort dingen. Het levert een levendig napraten op. Ik zal dus ook mijn duit in het zakje doen met de inmiddels bekende gekleurde uitslag-tabel.
Klik op het plaatje voor een grotere versie. Je ziet dat onze foutjes (bovenste rood-groene rij) de CP’s betreffen die wel meer teams fout noteerden. En dat de eindscore vooral wordt bepaald door de CP’s en niet door de netto tijd.
Ik ben nog benieuwd naar welke punten nou worden overgeslagen. De voorgetekende punten, daar gaan de meeste teams wel naar op zoek. Maar de specials?
Bezocht
Fout
Stond in het roadbook. Maak een projectie met koersen en/of afstanden.
18 %
4 %
Stond in het roadbook. Intekenen aan de hand van coördinaten.
27 %
17 %
Gevonden in het veld. Maak een projectie met koersen en/of afstanden.
29 %
23 %
Gevonden in het veld. Intekenen aan de hand van coördinaten.
21 %
25 %
Het is allereerst opvallend hoeveel teams deze extra punten laten liggen. Driekwart van de teams slaat ze gemiddeld over. Terwijl het gaat om bijna de helft van het totaal aantal CP’s. Maar goed, bijna de helft van de teams heeft minder dan de helft van alle CP’s gevonden.
Het maken van projecties in het veld blijkt nog relatief populair. Dat komt denk ik doordat je die gewoon kan uitvoeren met kompas en passen tellen; daar komt geen kaart en gradenboog aan te pas. Want de projecties die in het roadbook staan aangegeven zijn veruit het minst populair; de geodriehoek blijkt eng. Coördinaten intekenen in het veld daarentegen blijkt een stuk minder aantrekkelijk dan wanneer ze al bij de start van een etappe zijn gegeven. Comfortabel zittend rekent ook makkelijker. En de punten die aan de hand van coördinaten in het roadbook zijn ingetekend leiden een stuk minder vaak naar een vals CP dan de punten die in het veld door middel van een projectie of koers zijn aangelopen. Maar het opvallendst is dat wie de moeite neemt om een projectie te maken aan de hand van een opdracht in het roadbook, daar kennelijk zoveel moeite voor heeft gedaan dat het ook exact klopt en gevonden wordt, want daar is uiteindelijk slechts 4% van fout.
Zwermende Midwinterrunners…
En de valse CP’s? Welke waren dat? Ik weet het niet zeker, maar aan de uitslag te zien waren het er best een aantal: ik vermoed CP 14, 19, 32, 40, 55, 62, 64 en 67. Maar het kunnen er natuurlijk veel meer geweest zijn, waar dan weer niemand in getrapt is. Van de valse CP’s die ik kan identificeren zijn er 3 normale punten (die al op de kaart stonden), 2 coördinaten uit het roadbook en 1 in het veld, en 2 projecties in het veld. Kortom, bij de specials is bijna twee keer zo vaak een vals CP in de omgeving te vinden dan bij de normale punten. Of dat klopt? Ik hoor van de mannen van Chickenpower dat bovenstaand lijstje wel zo’n beetje alle valse punten bevat. Nou ja, op 17 en 50 na. En 14 en 19 waren niet vals. Maar het aantal klopte wel ongeveer.
Voor volgend jaar
Het was tussen de 5 en 10 °C. Daarom was een korte mouwen thermo-tje en een dun fleece daar over ruim voldoende. Ik had mijn blauwe Inov-8 Rocklite 305’s aan. Tips voor de volgende keer zijn weer de kaartroemer gebruiken, tevoren oefenen met rekenen (zeker als we weer een onregelmatig seconden-grid krijgen), aantekeningen maken onderweg (valse CP’s, gevonden opdrachten, etc.), bij het begin van de etappe alvast de volgorde noteren om niets te vergen (en niets te veel te doen; check even welke punten op de kaart niet op het antwoordenblad staan). En, ook belangrijk: water drinken. Want ik kwam weer over de eindstreep met nog bijna een liter in mijn rugzakje. Lekker nuttig. Elk uur wat eten deed ik wel, en dat was maar goed ook. Want het bleek toch bijna 48 km wat we renden, en dat doe je niet op alleen een volle buik bij de start. Nu even uitrusten tot volgend jaar.
En overwegen om dan gewoon wat punten over te slaan omdat we toch 7:51 uur kunnen laten liggen ten opzichte van de nummer twee? No way, dan zouden misschien wat missen van de ongetwijfeld wederom prachtige tocht. We wíllen overal geweest zijn.
#1!@MWRXIII: dat betekent natuurlijk dat we de eerste prijs (!) wonnen bij de 13e Midwinterrun.
Op zoek naar een passende naam van deze categorie wedstrijden heb ik ooit “Orienteering Challenge” verzonnen. Want dit is geen geen gewone oriëntatieloop, en ook geen gewone trailrun. En het is méér dan iets er tussenin. Qua afstand zou ik het een Ultra-trail noemen (maar iedereen kan de route naar hartenlust inkorten), terwijl er alleen te winnen valt met flink wat Oriëntatiekunde. Juist de combinatie van die twee, plus de omstandigheden, én de extra opzettelijke moeilijkheden, dat vormt een uitdaging, een Challenge. Is het een Orienteering Challenge Trailrun, een OCT? Zo iets.
Donkere wolken pakten zich samen boven de weersverwachting voor zaterdag. Depressies verzamelden zich gedurende de week voor de kust, om op zaterdag met bulderend geweld en veel wind over het land te trekken. Het begin van de dag hagel en regen, later opklaringen maar wel met een flink koudere wind, om lekker langs onze natte lijven te striemen. Starten in het donker, finishen in het donker, en tussendoor 55 km koude nattigheid. Is dit leuk? Patrick en ik dachten van wel toen we ons inschreven als “Team Toemustmut”, na een lunch-run door sloten en -je raadt het al- heel veel dikke modder.
Warm aankleden, windjack er over, dat zou nog wel gaan, maar handen en voeten houd je niet droog. En waar ik nog het meest tegenop zag waren de natte kaarten en het met verkleumde vingers intekenen van punten op tot pulp vergane vodjes papier. Je kent het wel.
Maar waar ik dan weer een warm gevoel van kreeg: de andere deelnemers zouden met precies dezelfde hindernissen kampen. En dus waren het geen problemen, maar uitdagingen. Goed voorbereiden, en er het allerbeste van maken. En zaterdagmorgen was er niemand die er ook maar piekerde om binnen te blijven; iedereen zat bij de briefing te trappelen om op pad naar buiten te gaan, nadat ze hadden genoteerd dat CP46 40 meter hoger dan CP54 zat, en dat CP64 geen standaard CP controlegetal was, maar een telefoonnummer.
Tuut-tuut-tuut-tuut-tuuuuuuuut
Normaal gesproken is kort-kort-kort-kort-lang het elke-2-minuten-startsignaal bij een oriëntatieloop, maar dit keer volgde er nog een hele serie piepje. Zo snel dat er aanvankelijk geen kaas van te maken viel. Echter, al na een paar herhalingen viel ons op dat er telkens 12 groepen van een stuk of 5 piepjes te horen waren. Morse code. 5 piepjes zijn cijfers, een paar lange, en de rest kort, of omgekeerd. 12 stuks, dat zou een RD coördinaat kunnen zijn. Op de kaart die we hadden gekregen stonden Rijksdriehoeks coördinaten, dus dat was wel aannemelijk. De eerste cijfers van oost, ’15’, waren op een gegeven moment ook als • — — — — en • • • • • te onderscheiden. We hadden beet. Toen was het makkelijk: alleen de lange piepjes per cijfer tellen, en noteren of ze voor- of achteraan kwamen, en in no time (nou ja, 10 minuten) stonden we buiten, in de regen, maar met bijna al de andere teams achter ons, op weg naar het eerste punt. Dat ging goed. De proloog was in the pocket.
Weet je wat? Ik maak een soort Orienteering Challenge Trail van dit verhaal. Niet per se qua lengte, maar ik vertel niet wat we fout of goed deden. Dat haalt u, beste lezer, er zelf maar uit, tussen de regels door. Ik vertel alleen dat we 200 minuten scoorden, qua straftijden. De eerste ‘straftijd’ was het drievoud van het aantal minuten dat het kostte de morse code te ‘kraken’.
Anders
De Midwinterrun is anders dan de W.O.R. Gelukkig maar. Bij de Woudlopers kom je aardappelkanonnen tegen, tsjilpende CP’s, achteruitlopende projecties, en literaire instinkers; bij team Chickenpower wordt je verrast met Morse gecodeerde coördinaten, kaarten uit de vorige eeuw, tunnels, sloten, en -vandaag- een Pipowagen als eind van de proloog en tevens start van de race. Zo verrassend dat we er glad voorbij lopen in eerste instantie, voordat we de kaarten in ontvangst nemen. In de regen, die voorlopig niet op gaat houden, maar onder een afdakje, plannen we de eerste etappe, op de drie kaarten en twee luchtfoto’s die we zojuist kregen. Dat kost nog best wat tijd, want pas om 9:05 gaan we echt op pad, drie kwartier na het startschot. Pardon: de startpiep.
Was het bij de W.O.R. nog handig om de CP’s op volgorde van het Roadbook af te gaan, hier kan je dat beter niet doen. 4-5-1-3-2-6-7-9-8-10 klinkt ook véééél logischer. Maar daarin schuilt ook wel een risico: waarom hebben ze deze nummering bedacht? Gewoon, om verwarring te zaaien? Zou iemand ook maar denken met de kaart in de hand dat 1-2-3-etc. korter is? Bij de Pipowagen al konden we 3, 4, 5 en 6 bepalen en in één oogopslag zien dat 1-2-3 niet de snelste route was.
Zoals je ziet is 1-2-3-etc. niet de handigste route. Ik heb het later nog een keer gecheckt, maar korter dan ons traject kan het ook haast niet. Nou ja, korter kan nog wel, maar dat was in dit dichte bos niet sneller.
Foto met tegenlicht? Dan zal die wel vanuit het noorden genomen zijn, want alle belangrijke foto’s vandaag zijn midden op de dag gemaakt.
Maar dat zou wel veranderen, want neem CP24, waarbij het roadbook vermeldt dat de info daarvoor bij CP23 te vinden is, en die voor CP27 bij CP26. En -maar dat weten we nu nog niet- zal in de 2e etappe voor wel 6 CP’s de informatie onderweg gegeven worden. Wat is dan tactisch? Zo komt het dat we bij CP10, waarvan de locatie overeenkomt met die waarvandaan de foto hiernaast genomen is, besluiten even van het uitzicht boven te gaan genieten (in de stromende regen). Nou moet je weten dat bij de briefing, voor de start, twee dingen verteld werden: 1) bij CP64 moeten we niet naar een bekend blauw CP bordje zoeken maar de laatste 4 cijfers van het telefoonnummer aldaar noteren, en 2) CP46 ligt 40 meter hoger dan CP54. We weten nog niet waar deze punten liggen, maar CP46 moet wel ergens bovenop liggen, en aangezien de Pyramide van Austerlitz 36 meter hoog is (volgens Wikipedia gisteravond; altijd je huiswerk maken voor een OCT als deze) zou het heel goed kunnen dat we hier terug komen en dan boven iets moeten zoeken. Stel dat deze door Auguste de Marmont met zijn leger in 1804 gebouwde bult dan niet op de route ligt, dan zijn we er nu mooi in de buurt om de CP-code alvast te noteren. Zal ik vertellen dat er boven niets te vinden was, of wil je dat later pas lezen? Anyway, we zijn er denk ik als enige team bovenop geweest.
Lonely at the top
…was het dus, maar opvallender is dat we sinds CP2 niemand meer gezien hebben. Wel vinden we elk CP zonder al te veel moeite (alleen CP5 lag niet helemaal waar we hem hadden ingetekend, aan de noordkant van een vijver, maar ook weer niet zo ver er vandaan dat het een valse was; of toch?), maar dat moeten de andere teams dan toch ook hebben? Dus waar blijven ze? Zouden ze niet gezien hebben dat de luchtfoto met CP4 en 6 een kwartslag gedraaid is? Of dat die van CP16 naar 17 -nog gemener- 15° gekanteld is?
Je moet er maar net op komen om de luchtfoto te draaien om hem ‘goed’ te leggen. Behalve dat de koers tussen de twee pijlen gegeven was zijn er nog meer trucs om het noorden te bepalen.
Dat laatste is trouwens knap listig verzonnen, want na CP17 komen we op een kaart uit 1942. (Dat zullen ze wel bedoelen met ‘Kaartdatum 1942’, hoewel dat iets heel anders is dan ‘datum van de kaart’; kaartdatum verwijst naar de ellipsoïde die is gebruikt om de toch ietwat bolle aarde op een plat vlak af te beelden, en wiens naam toevallig dikwijls een jaartal bevat, bv. ‘WGS84’.) En het leuke is nu dat de akker die daarop staat niet meer exact het zelfde is als die die er nu in het echt ligt. Hij is uitgebreid met een niet-evenwijdige strook bos zodat de rand nu wat meer noord-zuid loopt, en laat nou net de akker op die ietwat gedraaide luchtfoto evenwijdig lopen met de oude rand van de akker, zodat je al gauw denkt dat de kaart overeenkomt met de huidige situatie. Precies om die reden lopen we vanaf CP17 te ver terug richting De Hoogt en ineens klopt er niets meer van de paadjes. Op miraculeuze wijze echter vallen de stukjes op hun plaats, vinden we CP18 en CP22, gevolgd door CP19 en CP23. Alleen CP20 en CP21 hebben we nog niet, maar met in het achterhoofd dat de kaart wel een tikkeltje achter loopt, vinden we die ook, op kruispunten die er niet meer zijn. Knap, als je bedenkt dat we door een stomme fout (voor de schaal heb ik de afstand tussen de meridianen in minuten opgemeten als maar als kilometerschaal genoteerd, en dat scheelt toch ruim 15%) telkens het gevoel hebben er al te zijn maar elk punt net wat verder blijkt dan op de kaart; we geven de schuld aan de natte kou, want dan krimpt zo’n kaart zo enorm, hè.
Etappe 2?
Moe beginnen we wel te worden, hoewel we pas 16 km onderweg zijn als we onder de A12 door gaan -lekker droog eventjes- en nog anderhalve kilometer moeten tot aan de start van etappe 2. Etappe 2! Van de 2! We hebben het goed gehoord: dit jaar maar twee etappes. Als de eerste nou op 18 km uitkomt, zijn we misschien na 36 km al klaar vandaag. Dat zou dan weer een meevaller zijn.
Die afstand, dat is altijd wel een puntje. Drie jaar terug liepen we nog 42 km, het jaar er op werd het 52, en vorig jaar 58 kilometer. Trek je die trend door, dan wordt het dit jaar 67 km. Ik heb dit jaar ook voor het eerst een normale marathon gelopen, maar zó ver, dat gaat te vér. Als de Midwinterrun alleen om de afstand zou gaan, dan zou het saai worden. Van alle teams schat ik -na vorig jaar- dat wij het verst kunnen lopen, dus dan zijn we de enige die met enige waarschijnlijkheid alle CP’s kunnen scoren. Een team dat er ééntje minder loopt, moet dan een half uur sneller bij de finish zijn. Maar één CP minder, dat scheelt misschien 1 km, en dat zet niet echt zoden aan de dijk als je significant minder ver wilt lopen. Kortom, conditie is doorslaggevend. Maar ja, snelheid ook, want ik vond dat we best doorliepen, maar toch hadden we de volle 10 uur nodig voor alle opdrachten en afstanden. Er 10 uur minder over doen? Dat scheelt 600 minuten in de score met onze uitslag. Maar daar staan 67*30 = 2010 strafpunten tegenover (want je mist alle CP’s) dus winnen lukt zo niet. Dus netto is de trend dat je beter een CP kan scoren (in 600/65 = ± 9 minuten) dan laten liggen (30 minuten). Conclusie: de winnaar moet én de conditie hebben om de afstand vol te houden, én snel genoeg zijn om binnen de tijd finishen, om daarmee alle CP’s te vinden. Niets minder dan dat. Selectief de voordeligste CP’s af gaan en dure laten liggen is alleen interessant voor het achterhoedegevecht. Ten minste, zo lang de minimale afstand langs alle CP’s nog voor het snelste team haalbaar is binnen de maximale tijd. Of zo lang de opbrengst per CP netto hoger is dan de strafminuten; met 10 strafminuten per CP, of met 20 CP’s op een route van 10 uur, wordt het strategisch een heel ander verhaal.
Oké, genoeg intermezzo; door met de race, want de tijd tikt door. We zien bij CP29 een aantrekkelijk verwarmd gebouw, maar CP27 hebben we nog niet. Dat ligt even verderop. We zijn er bijna als de aardkorst onder onze voeten wijkt, en er een gapende afgrond voor ons ligt. Een trap leidt omlaag, en zo te zien moeten we er af. Wat zou de opdracht zijn die beneden hangt? Om het controlegetal bovenaan de trap te noteren, of om het aantal treden te tellen? Wat een treden! Het zijn er veel, maar ze zijn vooral net te laag: ze kloppen niet. Maar goed, beneden hangt een CP, en een opdracht, met afstand 103 m en koers 218°: precies richting trap. Komt dat even goed uit, we moesten toch die kant op voor de 2e etappe. Op enige afstand van de ijzeren trap werkt het kompas prima, maar passen tellen op een trap om de afstand te schatten, dat gaat niet werken. Dan heb je haast wel een GPS nodig, maar dat zou valsspelen zijn. De kaart? Dat zou kunnen, maar daar staat geen schaal op, en ook geen tweetal gridlijnen, laat staan hectometerpaaltjes. Wat is de standaard afstand tussen de zwart-witte balkjes van een dubbel-spoorlijn op een TOP25 kaart? Geen idee. Enige zekere optie zou zijn de afstand tussen twee kruispunten op de kaart te meten door passen te tellen, de afstand in cm te delen door het aantal passen, dat te vermenigvuldigen met 32, mijn 2-passen per 100 meter, en te vermenigvuldigen met 103 meter voor de peiling. We schatten dat het ongeveer bovenaan de trap zal zijn, misschien nog iets daar voorbij, lopen verderop wat vruchteloos te zoeken, tot we onder de leuning van de balustrade bovenaan de trap een CP vinden. Hoera! Etappe 1 is in de pocket, nadat we het CP nummer voor de deur van Eetcafé Onder de Pannen hebben opgeschreven. Toepasselijke naam met de meteo van de dag.
Etappe 2
Binnen is het droog, warm, en krijgen we nieuwe kaarten en een nieuw roadbook, met 9 in te tekenen punten, en nog eens 6 waarvoor we onderweg de gegevens gaan vinden. Met dit weer wordt buiten tekenen een zooitje, dus we zetten alles wat we nu al kunnen doen op de kaart en plannen de snelste, dat wil zeggen de kortste veilige route. Maar soms is het gokken wat er gaat komen, want die 6 onbekende punten zouden wel eens heel ergens anders kunnen liggen, waardoor we alsnog ergens langs moeten waar we net geweest zijn, omdat we op het eerste gezicht dachten dat dat zo korter was. Ach, we hebben pech met het weer, dus we zullen verder wel geluk hebben…
Plan klaar, jas aan, rugzak om, en weer de regen in. Weer valt op dat geen enkel ander team hier is nog geweest, terwijl we bijna drie kwartier binnen hebben gezeten.
De rode route blijkt 300 m langer dan de onze, de groene.
Lang om er over na te denken hebben we niet, want het voelt koud, dus we moeten flink bewegen om het weer warm te krijgen. De gewraakte trap weer af, naar CP30, even kijken hoe diep het meer is en of we er doorheen gaan op weg naar CP31, een onverwachte brug over, een CP met een aanwijzing voor CP32 die we met kompas en door in te schatten dat alle hoogspanningsmasten wel even ver uit elkaar zullen staan, zo’n 350 meter, met gemak vinden, en voor we het weten staan we aan de noordoosthoek van het meer. Het plan was 33-37-35-34-36-39-etc. maar dat wordt 36-33-37-35-34-39-etc. nu we staan waar we zijn. Achteraf nog steeds de allerkortste route langs alle punten.
Als een CP in een Hooiberg…
Een peiling met twee richtingen die niet haaks staan, maar een hoek van 50° maken is nog te doen: dat levert ‘slechts’ een extra onnauwkeurigheid van 30% op. Bij 30° is dat al 100%.
Bij de W.O.R. hebben ze een Ezelspost. Hier een speld-in-een-hooiberg-post. Het snijpunt van twee peilingen levert een locatie midden in een weide. Daar zal dan wel een koe of een ander herkenbaar voorwerp staan, zou je denken. Maar nee, die is weggelopen, en zo lopen we een minuut of wat schijnbaar naar kievitseieren te zoeken. Paadjes in omringende bossen die naar het snijpunt zouden kunnen wijzen helpen ons niet, en het is louter geluk dat Patrick hem ineens ziet, in een holletje in de grond. De helft van de teams vindt niets, en eentje schrijft iets anders op.
Dit kostte tijd, en we maken daarom vaart; we hebben zo-even al een paar andere teams gespot aan de horizon. Na een paar posten komen we weer in de bewoonde wereld, en op het dak van een kasteel hangt een CP, evenals bovenin een tokkelbaan. Hoe kom je er op? Nou, gewoon met een trap resp. elkaar een beentje geven. Een aanwijzing volgt die ons voor een dilemma plaatst: eerst dat CP ophalen met het risico dat we er later voor een ander, nog onbekend, CP, bijvoorbeeld 55 of 59, alsnog in de buurt komen (groene route hier onder, 41-43-44), of laten liggen voor later, maar dan meer meters maken (49-43-45)? We kiezen voor de eerste optie, maar het is een gok.
Tevoren wisten we nog niet waar de rode CP’s terecht zouden komen, vandaar dat we van CP42 eerst naar CP50 gingen, en dan pas CP48, want wie weet waar CP60 terecht zou komen. Eerst langs CP43 lopen vanaf CP41 was een misschien niet zo’n verstandige gok, want CP55 had natuurlijk wel eens die kant uit kunnen liggen. Daarom gingen we vanaf de spoortunnel en CP47 ook eerst naar CP51, en niet naar CP45.
Het regent weer, en de paden veranderen in snel-stromende beekjes. Het is hier dan ook behoorlijk heuvelachtig en we moeten klimmen, tegen de stroom in. Rekening met reliëf hebben we niet gehouden bij de route-planning, maar zo veel opties zijn er nou ook weer niet.
Het kleine rode cirkeltje is het CP dat we vonden.
Dan slaat de twijfel toe en de hagel in. Het zelf-ingetekende CP44 ligt duidelijk op een Y-splitsing. Driedubbelgecheckt. Niets te vinden tussen de jeneverbessen, alleen hagelstenen. Een paar tiental meter noordelijker hangt wel een CP onder een bankje, vermoedelijk vals. Het kan ons 30 minuten opleveren, maar ook 30 kosten. Noteren we het of niet? We hebben zo goed op de juiste plek gezocht, dat langer zoeken een kleine kans van slagen heeft. 3 minuten langer, voor 10% vind-kans? 3 x 10 = 30, en dus is dat niet de moeite waard. We beslissen straks wel of we dit CP geloven of niet. Er is nu nog meer te doen. Later blijkt dat wij het enige team zijn dat dit punt überhaupt heeft weten te vinden.
Heb je hem?
En daar is hij dan: het 40-meter-hoger-dan-dat-andere-punt-CP, niet in de vorm van de Pyramide van Austerlitz, maar vermomd als uitzichttoren op een 50 meter hoge heuvel. De voet van de toren is al 40 meter hoger dan CP54, dus naar boven klimmen hoeft niet. Sterker nog, daar hangt vast en zeker een vals CP. Maar omdat we nog niets onderaan hebben gespot klimt Patrick naar boven en zoek ik beneden verder. Twee andere teams arriveren, survivalteam.nl en Lotte&Thijs, die de race met z’n vieren lopen, maar ook zij zien niet direct de blauwe 33 onder de trap hangen. Ik wel, ineens, en roep naar boven “Heb je hem?”. Patrick snap het en roept van boven dat hij hem net heeft gevonden, komt naar beneden, en terwijl de anderen nu de trap op rennen, gaan wij door naar het volgende CP. Zouden ze er in zijn getrapt? Nee, alle teams noteren hier 33 – of niets.
Een aantal posten staat zodanig verdeeld dat het zigzaggen wordt, heuvel op en heuvel af. Pittig. We maken een schitterende doorsteek van CP50 naar CP48: een stukje blind door het bos, en dan schuin inprikken op de kopse kant van een brandgang. Mooie manoeuvre, perfect uitgevoerd. We zijn zo in vorm dat we het valse CP bij 48 zien hangen en het juiste CP noteren. We zijn bijna bij CP54 als uit de omroepinstallatie schalt:
“En dan nu, als bijzonder onderdeel: de 200m paard-en-wagen uit de knie-diepe modder trekken!”
Nou ja, er staat een wat beteuterd kijkende man naast het pad, met een ongelukkig kijkend paard, en een soort wagen op vier wielen, die tot aan hun assen zijn weggezakt in zompige modder. Hij vraagt of we misschien even kunnen helpen. Tegenwerken dat we onze titel lopen te verdedigen in een race tegen de klok is geen optie; je kan zo iemand niet aan zijn lot overlaten in de stromende regen, aan de rand van the middle of nowhere. Maar er valt geen beweging in te krijgen. Voor het eerst zijn we blij ineens tegenstanders te zien, want vanuit de richting van CP54 komt het vierkoppige team van daarnet aanrennen. Ze moeten maar even helpen. Met zes man sterk komt het vehikel in beweging, en drie minuten later kan de meneer weer met zijn karretje over de zandweg rijden. En niet lang daarna kunnen wij onszelf trakteren op een snickers en een gevonden CP.
Het pad gaat weer omhoog. Steil zelfs, in een spiraal. Bovenop een markante 25 meter hoge heuvel staat een smeedijzeren hek met een mooi controlegetal dat we zoeken, en een aanwijzing voor een volgend CP. Allemaal speciaal voor ons opgehangen, want ook hier -zo blijkt later- komt verder niemand.
We maken een mooie diagonale doorsteek naar CP58, komen precies goed uit, maar een net wat te diepe sloot scheidt ons van het CP dat wel zichtbaar maar niet leesbaar aan een knotwilg op de andere oever hangt. Omlopen door een verzopen weiland is niet lekker, maar vervolgens over het asfalt van een fietspad onder de snelweg door is ook niet fijn, nu we aan zacht verende bosgrond zijn gewend.
Fore!
Een extra aanwijzing bij CP57 brengt ons op een opmerkelijk plek, maar ik moet zeggen dat het heerlijk loopt, met dikke noppen onder je schoenen over de keurig strak geschoren green van een of andere golfbaan. Ondanks het hondenweer is er geen hond te zien, en vliegen de balletjes allerminst om onze oren. Waar een golfbaan is is bewoonde wereld, en even later staan we tussen de doorzonwoningen te zoeken naar het volgende CP, naar een fietstunnel, en naar een lantaarnpaal. In eerste instantie de verkeerde, zowel qua tunnel als lantaarnpaal, maar omdat ergens verderop een ander team naar een andere lichtmast staat te turen hebben we ons snel gecorrigeerd, zij het met 750 onnodige extra meters in de benen. Ach, dat is maar 1.4 % van de totale route. Het is overigens wel leuk dat de route zo in elkaar zit dat de lopers die minder kilometers maken en CP’s overslaan, hun laatste deel van de route weer met die van ons delen, zodat het weer als een wedstrijd aanvoelt, en niet als een eenzame ultra-trail. Al zullen ze daar niet allemáál de kilometerteller op 45 km hebben staan.
Het wiel van Damocles
Maar we zijn er nog niet. CP51 bevindt zich aan het eind van de oostelijke spaak van een parkje in de vorm van een wagenwiel -dit keer eentje die niet tot halverwege in de modder steekt-, maar omdat we daar de aanwijzing voor CP55 gaan vinden (de nummering van de punten is ook in deze etappe volstrekt arbitrair), en die wel eens heel ergens anders kan liggen omdat de organisatoren hebben bedacht dat we deze groep CP’s ten zuiden van de A12 ergens tussen CP43 en CP42 zouden doen en niet pas na CP53, hangt wat komen gaat als een Zwaard van Damocles boven ons hoofd (zie hier boven).
Zo lang als bovenstaande zin is, zo kort is het vervolg van de route, want we hebben geluk: onze gok blijkt de juiste, en de gekozen volgorde levert ook nog eens overall de allerkortste route op. Gelukkig, want we zijn moe, heel moe.
Tussen de andere teams door rennen we op onze laatste kracht naar CP61, waar een verrassing wacht: een als Morse code verklede opdracht voor CP62. Niet voor één gat te vangen hebben we de Morse tabel van de proloog nog bij ons, maar -helaas- blijkt die in een dusdanige staat van zelf-recycling dat je er uitstekend een seinsleutel van kunt papier-machéën, maar het niet meer de sleutel tot de Morse code vormt die het ooit was. Beetje nat geworden, heel raar. Wel watervast is het vel waarop we vanmorgen de piepjes en het overeenkomstige coördinaat noteerden, zodat met enig briljant reverse-engineeren ook CP62 geen geheimen meer kent. Voor ons dan, want de 4 andere teams die hier inmiddels ook zijn lopen zonder het te weten pal over CP62 heen op weg naar het daaropvolgende punt; CP62 blijkt onder een bruggetje te hangen. Zo moeilijk was deze opdracht toch niet?
Er volgt een luchtfoto, enig matig oriënteerwerk van onze kant, toch een CP, invallende schemer, en een gigantisch vakantiepark met een enorm hek er omheen. Door een slagboom gaan we aan de westkant naar binnen, in de hoop er even makkelijk aan de noordkant weer uit te komen, om zo bij CP64 te geraken. Maar een meer-dan-manshoog hek met prikkeldraad en vervaarlijke punten poogt ons de weg te versperren. Há, dat zullen we nog wel eens zien! Wat geklauter en vier minuten later staat het 1-0 voor team Toemutsmut. Dat zijn wij, en het hek heeft het nakijken.
Er gaat geen belletje rinkelen
We komen vrijwel perfect uit bij de brug naar het eiland waar de de vorige dag kennelijk de Henschotermeer Games zijn gehouden. Ook de punt van de pijl op de luchtfoto weten we te lokaliseren, maar na lang zoeken vinden we daar geen blauw CP-kaartje. We checken nog het roadbook dat vertelt dat we toch echt de CP-code moeten noteren. 12 minuten duurt te zoektocht, inmiddels in het donker bij het schijnsel van hoofd- en zaklampjes, tot we besluiten dat het niet langer mag duren met de dubbel tellende strafminuten voor finishen na 18:00. En dat is dan al over 7 minuten. Er is niets te vinden. Alleen een telefoonnummer. Maar dat schrijven we natuurlijk niet op.
Nog 1 CP te gaan, op de route naar de finish. Een klok slaat in de verte 6 keer, en wij noteren 36. Dat is goed. Elk CP nu nog binnen 15 minuten gevonden levert netto winst op. Eigenlijk mag je de hele dag hooguit 15 minuten zoeken, tenzij je weet dat je voor 18:00 binnen gaat komen; dan is 30 minuten het break-even point. Dat we finishen om 18:10 is niet te laat, maar tactisch ingecalculeerd. We aarzelen geen seconde maar rennen naar binnen en leveren onze lijst met controlenummers in.
Als we ons vel met controlenummers inleveren wordt het stil. Waarom we de CP-code van de finish zelf niet hebben ingevuld?
Was dat er dan?
En of we het telefoonnummer op het eilandje niet konden vinden?
We zochten een blauw CP-kaartje.
Ach! De briefing: “Noteer bij CP64 geen CP-nummer maar de laatste vier cijfers van het telefoonnummer”. Helemaal vergeten.
En we horen dat we ook nog een valse CP-code hebben genoteerd. En bij de start, nou ja, vóór de start, hebben het controlenummertje op de Pipowagen niet opgeschreven.
Werkelijk, geen haar op ons hoofd die er aan dacht nog vóór we een roadbook hebben gekregen controlenummers te zoeken, en zeker niet bij de finish: als we die niet gevonden hadden wáren we hier toch helemaal niet! Gelukkig overkwam 90% van de team het zelfde op het laatst, en bij de start ongeveer de helft. Maar tóch: drie jaar geleden hing er ook nog een CP aan de finish en schreven we het verkeerde op; noem dit dan maar de Ezelspost.
Maar dat van dat telefoonnummer is nog wel het allerbelabberdste. Dát hadden we moeten weten. Dit zou ons vrijwel zeker de overwinning kosten. En CP44, waar we zo twijfelden, was vast ook vals. Het was een mooie tocht, maar alles was voor niets geweest…
mid-WIN-ter run
Voor niets? Wat een onzin. Iemand zei ooit: Eerste worden is leuk voor de winnaar, voor de rest telt de tocht. Het was dan ook weer een geweldig avontuur.
Wat we beter zouden moeten doen? Vooral beter opletten. Van onze strafpunten zijn er al 110 toe te schrijven aan de vergeten CP’s bij start en finish, en dat akkevietje met het telefoonnummer.
Maar tot onze stomme verbazing blijkt het zo slecht nog niet. We worden 1e! Met maar 200 ‘punten’, de som van :
20 (= 2 x 10) strafminuten
30 (= 3 x 10) minuten voordat we de Morse code van de proloog ontcijferden
60 (= 2 x 30) voor het vergeten te noteren van het CP bij de finish en bij de start
30 minuten voor het niet noteren van het telefoonnummer van het eiland
60 strafminuten ten slotte voor een vals CP: dat bovenaan de lange ijzeren trap (we moesten toch wat verderop zijn, waar we wel gekeken hadden maar niets vonden)
Dus eigenlijk hebben we alles perfect gevonden, op één vals CP na (waar 1/3 van de teams in tuinde). Bij de prijsuitreiking blijkt dat het 2e team bijna 540 minuten meer heeft, oftewel 18 CP’s minder. Dat geeft te denken: kunnen we de volgende keer een veel kortere route lopen door een aantal dure punten over te slaan? Stel, we zoeken er 18 minder, dan scheelt dat met ons gemiddelde van 9 minuten per CP (voor alle teams gemiddeld ligt de gemiddelde tijd per CP eerder op 15 minuten) in totaal 2 uur en 40 minuten, en zo’n 15 km lopen.
En dan nog levert de tijdwinst 160 score-minuten voorsprong op de nummer 2. Maar dat is niet leuk! En bovendien: je weet niet wat de andere teams doen, en of je toevallig valse CP’s hebt genoteerd. Dus is ongetwijfeld onze tactiek de volgende keer weer: rennen, rennen, rennen, tot we er bij neervallen. Kilometers maken.
Extrapolaties van de geschatte kortste route in de loop der jaren.
Maar dan komt spontaan de vraag op: hoeveel kilometers zijn het volgend jaar? Je zag net de alsmaar stijgende trend, maar dit jaar liepen we 4 km minder dan vorig jaar. Alleen hadden we toen 9 km méér ómgelopen dan dit jaar, dus de route an sich was dit jaar toch weer een stukje langer. Als je dat doortrekt krijg je voor volgend jaar iets van 60 km als kortste parcours, een zorgwekkende trend.
Extrapolatie van de door ons gelopen afstand over de jaren. Volgend jaar doen we een route van ruim 60 km in minder dan 46 km. En de Cooper-test binnen de 12 minuten!
Maar je kan het ook positief benaderen: hoe langer de afstand, des te groter onze voorsprong, dus winnen we dan zeker. En als ik onze daadwerkelijke gelopen afstand extrapoleer komt er het plaatje links uit. Dus we worden steeds effectiever. Best verrassend.
Zoals elk jaar heb ik onze tijdsbesteding weer als een taartdiagram uitgewerkt. Heel verrassend is het niet, maar het gevoel dat we minder hebben lopen zoeken naar CP’s dan vorig jaar blijkt wel te kloppen. Misschien kwam dat door de sneeuw toen? Of zou de regen voor een sterkere perceptie van urgentie hebben gezorgd, vooropgesteld dat we beter zoeken of meer vinden onder stress?
Ten opzichte van vorig jaar hebben we iets langer punten in lopen tekenen en gewandeld, evenveel gerend, en een stuk minder stilgestaan en lopen zoeken.
Uitslag
Ten slotte heb ik de uitslag nog even in 1 tabel gezet, met wat statistische gegevens er bij. Ook daar valt het één en ander op te merken:
(Klik op de tabel om deze uit te vergroten zodat je haar ook daadwerkelijk kan lezen.)
De intekenpunten zijn niet populair. Daar is minder dan de helft (44%) van de teams geweest. En voor de opdrachten die we in het veld kregen is dat nog erger: die zijn maar voor 24% uitgevoerd.
De eerste punten van de eerste etappe zijn het drukst bezocht. De ‘oude’ kaart was niet heel populair. Maar de meeste teams zijn wel langs de voorgedrukte CP’s gelopen.
De 2e etappe is door veel teams fors ingekort. De voorgedrukte punten in het westelijke deel van de route zijn door de meeste teams bezocht, evenals het noordelijke deel. Maar toch jammer dat ze soms pal over de intekenpunten zijn gelopen zonder ze te noteren.
Sommige valse CP’s zijn goed gelukt: CP22 op de oude kaart (38% fout), CP28 bovenaan de ijzeren trap (33%), en CP39 in een langwerpige verlaging (41% fout).
Andere weer minder: CP10, CP24, CP34 CP46 en CP54; die had niemand fout.
Het is niet zo handig om in plaats van het controlegetal het nummer van het CP te noteren; dat is meestal niet het zelfde. Twee teams deden dat.
Het is wel handig om het controlegetal bij het juiste CP te noteren. Twee teams deden dat niet.
Bepaalde getallen laten zich graag verkeerd lezen. Beruchte paren zijn 13 en 15, 18 en 13, 16 en 19, 19 en 18, 21 en 17, en ten slotte 12 en 72. Dan weet je dat voor de volgende keer. Ik zelf zou dat nooooit fout doen.
Want dan komen jullie weer allemaal tips tegen voor volgend jaar. En ik heb de afgelopen paar jaar al al onze slimmigheden uit de doeken gedaan, tactieken besproken, en Woudlopers’ instinkers verraden, waardoor jullie zoveel beter werden, dat wij het dit jaar met een 5e plaats moesten stellen. Had ik dat dat niet gedaan, dan hadden we ongetwijfeld gewonnen…
Maar daar gaat het natuurlijk niet in de eerste plaats om bij de WOR, de Woulopers Oriëntatie Run. Dit was alweer de 5e editie van dit onnavolgbare evenement. Met nóg meer inventieve constructies, zowel in het echt als op de kaart. En daarom draait het om de belevenis. Vergeet de uitslag: die is leuk als je wint. Dit was weer een volle dag oriëntatie-entertainment, inclusief voorpret en bier na.
Pang!
Het startschot klinkt. Een -tweede- “dikkopje” schiet naar de overkant van het kanaal (nadat de eerste er in is beland). Het bolletje ter grootte van een pingpongbal, maar dan wat zwaarder, landt in de bomen aan de overkant van het Kanaal Bocholt-Herentals.
Dit (het balletje) is het laatste CP van de route, oftewel, daar waar het terecht is gekomen kunnen we het laatste controlenummer vinden dat de score van de route bepaalt. Samen met nog 83 andere CP’s. Elk gemist of fout CP kost 30 strafminuten, sommige, de specials, zelfs nog een kwartier meer. Die zijn ook iets lastiger. Dit balletje hoort daar ook bij. Goed onthouden waar het is neergekomen is lastig, want direct na het startschot volgt het stressvolste deel van de dag: de route bepalen. Ieder van de 29 teams van 2 deelnemers heeft een enveloppe met een stuk of 8 kaarten gekregen, in tweevoud zelfs zodat we samen kunnen kaartlezen -wel zo leuk-, maar daarop is maar een deel van de CP’s aangegeven. Een aantal moeten we nog intekenen aan de hand van coördinaten, van aanwijzingen die we in de week tevoren hebben gekregen, en soms van gegevens die we pas onderweg gaan tegenkomen. Maar de kaarten vormen een soort slang. Ze sluiten op elkaar aan, overlappen soms gedeeltelijk, maar zijn veelal verschillend qua schaal en type, en dus is niet meteen het overzicht duidelijk. Daar moet aan gewerkt worden. We besluiten alles wat we al kunnen voorbereiden te markeren, uit te rekenen, en in te tekenen, en gaan dan op pad. De meeste teams zijn minder consciëntieus en zoeken het onderweg kennelijk wel uit, want ze zijn al in geen velden of wegen meer te bekennen.
We steken het kanaal over; er is toevallig een brug vlakbij. Eén van de Woudlopers heeft bij het startschot verklapt dat ze nog niet aan het ophangen van het laatste CP zijn toegekomen. Dat weten we, want het vloog zoëven nog boven het water. Zoeken zal niet zoveel zin hebben. Dus er valt niets te noteren, tenzij er het zelfde CP-nummer bij hangt als in het filmpje van de huistaak. Maar dat zal wel niet. Die slaan we dus over, en daar lopen we op het eind nog even langs. Kost hooguit 5 minuten extra. Toch?
Web
Het eerst volgende CP is een makkelijke, CP61 staat gewoon op de kaart. Maar dan volgt een stuk “Spinnenweb”. De legenda beschrijft de route, maar waar moeten we beginnen om bij CP57 te eindigen, en onderweg bovendien 60, 59 en 58 tegen te komen? Ik herinner me van de voorbereiding (googlemaps-googlemaps-en-nog-eens-googlemaps) dat het hier redelijk rechthoekig loop allemaal. Dus we komen uit het web bij CP60 op een pad dat haaks staat op het eerste pad vanaf CP57. En dat pad zal wel weer op de kaart staan zodat de teams die de route met de klok mee lopen verder kunnen. Het is een gok, maar we hebben geluk. We noteren een CP (is dat 60?), en even later hangt er een bordje op een zij-pad van ons pad “WOR: Dit is geen pad.”, zodat we weten dat we goed zitten. Dat is kennelijk nog onderdeel van het WEB. Even later weer een CP, dat zal dan wel 59 zijn. Rechts, rechts, links, CP58, rechts, links (kan ook niet anders), links, rechtdoor, links. (Zullen we een stukje afsnijden? Nee, toch maar niet, we bevinden ons toch al op glad ijs.) Rechts, rechts, en voilá, daar hangt een plastic spinnenweb zoals in de huistaak: CP57. Het heeft gewerkt.
Brug in de vorm van de ‘S’, van symmetrisch. Puntsymmetrisch.
Bij CP56 is het een kaalslag van kapwerkzaamheden. Maar de CP’s schieten de grond uit: er zijn valse bij. CP56 ligt in het verlengde van het pad dat naar CP55 leidt, en zo bepalen we welke de juiste is. Minder nauwkeurig peilen en we hadden het fout gehad. CP55 en CP54 gaan van een leien dakje, en ook bij CP U hebben we gelukt. Daar hangt een foto van de vrijwel symmetrische brug waar we net overheen kwamen. Gelukkig hoeven we niet terug, want bij de tuidraad aan deze kant ligt het juiste CP: te zien aan de lichtval en de bunker in de verte aan de oever van het kanaal. En, uiteraard, hangt er bij de puntsymmetrisch identieke tui diametraal aan de overkant ook een -ander- CP.
Het volgende punt, CP53, is lastiger. Volgens de kaart op de bult tussen de drie palen, maar daar vinden we niets. Later blijkt dat het op een van de drie palen zelf hing, maar dat vonden we te ver uit het midden van de cirkel. Fair is dat dit punt voor ieder die er langs is gekomen goed is gerekend, gevonden of niet. (Om dit soort redenen, hoe dingen worden opgelost, steekt de WOR boven het maaiveld uit.)
CP52 t/m S zijn eigenlijk te eenvoudig om waar te zijn. Telkens zoeken we een addertje onder het gras. CP T is lastig als je de andere kant op loopt (“zoek T op de verbindingslijn tussen CP52 en CP53), maar verder is alles eenduidig. Bij CP S zoeken we een boom zoals op een foto is afgebeeld, maar ook die kan niet missen. Vreemd genoeg maken we bij CP50 wel een extreem stomme fout: we noteren 46 in plaats van 64. Alleen omdat het nummer op zijn kop stond? Dit zijn het soort foutjes dat niet had gehoeven. Zo lang de opdrachten maar moeilijk genoeg zijn blijven we scherp, maar als het te makkelijk wordt…
Q
Nee, da’s toch niet helemaal waar. Want bij CP Q gaan we de mist in. We hebben al meerdere CP’s gezien, op verschillende afstanden, dus dat wordt opletten. Q is de ‘Ezelspost’. Dat betekent dat we ons 2 keer aan dezelfde steen gaan stoten. Eerst 100 meter in richting 324°, dan 100 meter in de richting 144°, vervolgens 80 meter in de richting 326°, en dan achterwaarts 20 meter in de richting 326°. Eitje: de eerste twee koersen zijn tegengesteld, dus je komt weer terug bij Q, en dan lopen we ergens 80 meter heen en 20 meter terug.
Mis! Je moet niet achterwaarts met je neus in richting 326° lopen, maar je moet lopen in de richting 326°, met je neus waar je hem het liefst in steekt. Dat doen we dus fout. 80m-20m = 100m, en niet 60m. Fout nummer 2 vandaag. En het kost wat extra meters omdat we met onze alternatieve strategie een stukje terug moeten.
En of het nog niet genoeg is, tuinen we er bij het volgende CP, CP45, meteen weer in. Gaat lekker jongens. Afstand schatten is een kunst, als je over de hoog-pollige heide holt. En als je dan een verkeerde correctiefactor ten opzichte van vlak terrein hanteert, kom je verkeerd uit. Vol overtuiging noteren we 81 waar 57 had moeten staan. Alsof we het dóór hebben gaat vanaf dat moment alles op scherp. Strak passeren we elk CP, en noteren telkens het juiste nummer. CP P, dat we zelf hebben ingetekend, geeft aanvankelijk nog wat problemen omdat de liniaal kennelijk een tijdelijke offset van 1cm had, maar nu is hij weer op lengte, en dus tekenen we het punt vervolgens op de plek waar hij ook blijkt te hangen. Ik kan haast niets spannends vertellen over de volgende punten, behalve dan dat we CP37 wellicht beter later hadden kunnen doen, wanneer we bij CP16 zouden zijn aangekomen. Maar goed, zoals gezegd wilde het overzicht van de diverse kaarten vandaag niet helemaal doordringen.
Leuk bij CP38 en CP35 is dat het kaart uit 1991 blijkt, terwijl we nu in een volgende eeuw leven, en er in de tussentijd een man met een bijl langs is geweest. Wat eens bos was is nu kaal en wellicht geldt het omgekeerde ook. Dat bij het drukken van de kaart (links) bovendien de zwarte inkt net op was maakt het er ook niet makkelijker op.
Déjà-vu
Maar het volgende leuke punt bevindt zich tussen CP33 en CP32. We hebben CP N en CP M al ingetekend, maar gezien de opdracht (“CP N zit op 345° op exact 47m vanaf CP M”) kunnen we het beste eerst CP M bepalen. Dat blijkt het oostelijkste vervallen stenen bouwwerk te zijn. Iemand hoopte dat we het andere hutje zouden nemen. Want vanaf daar (uiteraard hangt er een CP bij beide hutjes) staat er zo’n beetje elke meter tussen 40m en 55m in de richting 345° een geel CP bordje. Passen tellen om de afstand op 2,5% nauwkeurig te schatten? Nah! En op diezelfde koers vanaf het oostelijke hutje -het juiste- hangt er maar één, op inderdaad iets van 47 meter. Dat moet hem zijn. Leer mij de Woudlopers kennen.
Tot en met CP25 loopt alles eveneens gesmeerd. Tussentijds zoeken we op twee zelf-ingetekende punten (die er ook blijken te hangen, soms verdacht in het zicht) en flink aantal vaste posities op de kaart. Ook wat valse CP’s her en der, maar telkens op een aanwijsbaar verkeerde locatie. Ergens rond CP28 komen we het eerste team tegen dat met de klok mee loopt. Zouden wij ook al halverwege zijn? Geen idee hoe we er voor staan, want we hebben eerder nog niemand gezien.
Bij J moeten we een lollige Visgraat gebruiken. Maar als ik je vertel dat er binnen 15 meter een paar paadjes lopen zoals hier naast in rood geschetst, kan je je voorstellen dat het einde van deze “route” best onverwacht is. CP25 is, zoals gezegd, iets lastiger, maar vooral omdat we niet goed in het roadbook hebben gekeken, en minutenlang naar een CP nummer zoeken terwijl we het nummer op het bord van het fietsroutenetwerk moeten noteren. Tja… Intussen komen we steeds meer teams tegen, die dus ook over de helft zijn.
O, ja, X2 en X1 zijn ook niet triviaal, maar dat is onze eigen schuld. Als je de route niet in de aangegeven richting loopt mis je informatie die je eerder gekregen zou hebben, maar nu later pas krijgt. Binnen de cirkels X1 en X2 hangen namelijk vier CP nummers, op elke hoek van de kruising eentje. We noteren ze maar allemaal, zodat we later de juiste kunnen noteren en inleveren. Tot nu toe hebben we niet veel hoeven heen en weer lopen om het roadbook van achter naar voren af te werken.
Patatten
Spoedig verdienen we deze twee ontbrekende extra aanwijzingen, als we succesvol Vlaamse friet maken. En dat is nog een hele operatie. Patat wordt gemaakt van aardappels. Niet zomaar aardappels, maar exemplaren van ten minste 5cm dikte. Die worden vervolgens met grote snelheid door een frietsnijder, een rastervormig netwerk van messen, gejast. Om het jassen te vergemakkelijken bevindt zicht vóór de snijder een royale trechter, maar om het weer te bemoeilijken wordt de aardappel van 10 meter afstand deze trechter in geschoten. Tot zover de theorie. In de praktijk ziet dat er zo uit: (rechts). Om te schieten wordt een aardappel geladen in een frietschietpijp, die met perslucht op druk wordt gebracht. Mikken, kraan open, en vlam, de pieper wordt friet. Twee keer keurige rechte patatten, en een keer wat laffe chips, maar voldoende om een puntzak vol X’s te verdienen, zodat we X2 en X1 in retroperspectief alsnog kunnen vinden.
We zijn nog niet klaar hier. Terwijl de vuurkorf vrolijk knettert identificeren we een harige schurk, door de juiste bril, baard, ogen, en kapsel te verzamelen, middels een stukje micro-oriëntiatie. Dit keer vinden we op die manier geen CP nummers, maar compositiefoto-onderdelen. En er is geen oriëntatiekaart, maar aanwijzingen als deze (hiernaast), die dan onherroepelijk naar de glasbak verwijzen. Of naar de dug-out, een hekje, of een Eva. Na vier aanwijzingen blijft er één harig sujet over, en de vijfde aanwijzing gebruiken we als verificatie, maar het blijkt te kloppen. Het persoonsidentificatienummer blijkt -heel toevallig- het controlegetal dat we zoeken voor CP Y.
We eten een stuk ontbijtkoek, drinken wat uit onze rugzak, lebberen een cafeïne-jelletje naar binnen, maar zijn te ongedurig om te wachten tot onze frieten dubbel gebakken zijn, en gaan weer op pad.
Help, een slang!
Klik hier boven om de “slang” te zien herrijzen.
In het voorfilmpje was er spraken van een spin, een dikkopje en een slang. En hier is hij dan, in de vorm van een zestal deelkaarten die schots en scheef afgedrukt staan. “Noord boven” is zóóó 2015. Maar goed, we kunnen uitstekend oriënteren, dus dit is geen enkel probleem. Het blijken recente kaarten, want wat gekapt lijkt is het ook echt. Geen fouten dan ook in deze serie. Waarom het een slang heet? Kijk maar op deze link.
Maar dan wordt het ineens andere koek, als we de normaal gekleurde kaart af lopen, en op de oro-kaart terecht komen: alleen hoogtelijnen. En dan ook nog eens in het lastigste stuk van de omgeving. Goed dat we CP37 (weet je nog?) niet ook nog hoeven te doen halverwege, want op de kaart blijven is al lastig genoeg.
Op zich is zoveel reliëf en zoveel detail goed te doen, zou je zeggen -er valt tenminste wat te oriënteren-, maar als alles op elkaar lijkt, en vanwege de bomen het zicht ook maar beperkt is, ligt naast elke heuvel wel een kuil. En als je dan ook nog eens met een rode viltstift over de bruine hoogtelijnen hebt getekend, en -erger nog- over de dieptestreepjes die de richting van de lage kant van een hoogtelijn aangeven, dan loop je ineens naar een heuvel te zoeken terwijl je een kuil moet hebben.
Het gele streep-stip-stip lijntje is de kortste route. Maar het scheelt amper 500 meter met wat wij liepen, en is wel een stuk riskanter.
Dat kost tijd! Weer een don’t geleerd voor de volgende keer. Maar gelukkig vinden we uiteindelijk alle juiste CP’s in deze hoogtelijnenwildernis; je zou er bijna over struikelen. We zondigen even tegen de aangegeven volgorde, 18-16-17-15, maar ja, korter is korter. Achteraf zou je zeggen dat het nog korter had gekund als we de optimale route hadden gekozen, maar dat scheelt in vogelvlucht 500m, en dat is, met 6 minuten per km gemiddeld, een besparing van amper 4 minuten, terwijl het uitzoeken van de snelste route misschien nog wel langer had geduurd.
Het was lastig geweest om zonder fouten van 14 via 37 op een andere kaart terug naar 16 te lopen.
En dan heb ik het risico dat we bij het opnieuw inprikken op de hoogtelijnen kaart zouden verdwalen of een fout maken, niet meegenomen. Kortom, het was wel goed zo.
Bird’s eye
Na de hoogtelijnen komen we op een luchtfoto terecht. Al doet die, in zwart-wit, nogal overjarig aan, de bomen op de luchtfoto staan er over het algemeen nog steeds, en het zand ligt er ook nog. Eigenlijk is dit nog wel makkelijker dan een IOF kaart.
Foutloos bereiken we elk punt. CP I hebben we bij de start al op de kaart getekend, en het wandelpaaltje aldaar is direct gespot.
Op-en-neer
Tot we bij CP 8 komen. Dat is een toren van 73,7 meter hoog. We rennen enthousiast omhoog. Nou ja, de eerste 30 treden dan. Daarna wordt het lopen. Dan begint het hijgen, zuchten en steunen. En de laatste 5 trappen zijn afzien. Maar gelukkig zien we na 144 treden klimmen het CP direct hangen. Te makkelijk eigenlijk, zo in het zicht. Wat staat er in het roadbook? “Zie Infobord”. Verdorie, kunnen we weer naar beneden. Op dat bord staat een WOR-pijl bij de hoogte van de toren; boven dus, maar dat wisten we al. Omdat er ook een verrekijker bovenop staat, en we enige twijfel hadden bij CP I, of we daar wel het CP zochten of iets dat vanaf de toren te zien zou zijn, klimmen we nog een keer naar boven, maar niets dat ons op andere gedachten brengt. Weer beneden loop ik nog een keer langs het infobord, en dan valt op dat er niet 73,7 meter op staat, maar 73,5. Het CP moet dus 20cm lager dan het hoogste platform hangen. Voor de laatste keer klimmen we de 144 treden op -rennen lukt al lang niet meer- om te constateren dat er echt geen CP onder hangt. Later zal blijken dat we boven over leuning hadden moeten kijken, en dat er alsnog een CP zit, lager dan het platform, maar aan de buitenkant. Je zou kunnen stellen dat we voor niets drie keer de toren hebben beklommen, en een kwartier hebben verloren. Maar het uitzicht was prachtig.
Waar moeten we zijn voor CP E? Zoek je mee?
Uitgeput vervolgen we de route. We stuntelen nog wat rond bij niet-bijster lastige foto-opdrachten onderweg van CP8 naar CP7, we vinden na enig zoekwerk ons CP E van een van de huistaken, we kruipen door twee tunneltjes onder de weg omdat het CP op de kaart midden boven het pad getekend staat, en we vragen ons nog eens af of we wel de snelste routervolgorde hebben gekozen. Toch kost het meer tijd om CP6 te vinden dan dat we daar over nadenken. Iets zorgt voor tijdsdruk, want na dit succestraject maken we een paar fouten, zo zal blijken.
Tsjilp tsjilp
In de huistaak-video stond iets over vogeltjes en vooral geluiden. Een eend doet ‘kwaaak’ en een sijs zegt ‘tsjilp-tjilp-tsjilp’. Dus als we op, aan, en onder bomen 10 vogeltjes met CP-nummers er bij zien, twijfelen we geen seconde om het nummer van het object dat tsjilpt te noteren. De rest van de beesten blijft stil. Denken we. Het zouden de Woudlopers niet zijn als er behalve een tsjilpende boomtak, ook een tsjilpende vogel zou zijn. En die hebben we aldus gemist.
Het volgende CP, CP5 kunnen we niet vinden. Het zou volgens het roadbook aan de “noordkant van de open plaats” moeten hangen, maar we vinden er niets. Ik weet nog steeds niet waar we hadden moeten zoeken, maar een aantal teams hebben het punt wel gevonden, dus het zal aan ons gelegen hebben.
Ten slotte volgt een stukje verzilveren van de voorbereiding. Met wat koersen en afstanden spurten we door een woonwijk, onderweg een paar CP’s noterend. De koersen vallen mooi samen met de straten, maar duidelijker wordt het nog als we de straatnaambordjes zien: die komen mooi overeen met de opdrachten in het roadbook. Het lijkt weer te makkelijk om waar te zijn, maar vergeet niet dat voor de meeste lopers dit stuk pas het begin is, en ze er dus nog in moesten komen.
Maar bij CP 1 zijn we er nog niet: de hele route zou begonnen zijn met het volgen van een dierenspoor. De muis wordt opgegeten door de kat, die door de wolf wordt verorberd, die door de jager met het ene been (weer uit het Youtube fragment) wordt geschoten. Het spoor van een jager met één been laat zich raden, ten minste, als je nog weet aan welk been de houten poot zit. Maar dat weten we gelukkig nog. Dat de jager uiteindelijk door de beer wordt opgegeten mag de pret niet drukken. Wij moeten namelijk nog even langs CP V, het dikkopje dat bij wijze van startschot naar de overkant van het kanaal was geknald, en nu in een boom hangt. Aan de overkant, bij de finish, staan al een paar teams die klaar zijn, dus de eersten zijn wij niet. Nu maar hopen dat we niet te veel fouten hebben gemaakt. Want wat ik in dit verhaal heb beschreven als fouten, dat wisten we in het veld op het moment zelf natuurlijk niet, want anders hadden we het wel goed gedaan. Duh.
Petrus Blond
Spannend! De uitslag laat nog even op zich wachten, tot alle teams binnen zijn, en alle formulieren nagekeken, maar dat is niet erg, want er vloeit Petrus Blond uit de tap. En er is cola voor de liefhebber.
Maar dan komt de uitslag en blijkt dat we niet gewonnen hebben. Net 66 minuten te veel, of we hadden een paar foutjes minder moeten maken.
De uitslag: er waren een paar posten die opvallend vaak fout werden uitgevoerd, zoals CP D (88%) en CP 8 (100%), maar ook CP 5 en CP Q had de meerderheid fout. Wij ook.
Ten slotte wil ik nog vermelden dat dit hele verhaal bij elkaar verzonnen is, want zo’n geweldig event, dat kan natuurlijk niet waar zijn. In elk geval klopt de richting waarin we gelopen hebben niet met het bovenstaande relaas 😉 Dus als je dit leest, vergeet alles snel, en steek er vooral niets van op voor de volgende keer. Het enige wat je hoeft te onthouden is dat wie slim is volgend jaar weer mee doet.
Het roadbook. De voorkant, althans.
En bij Woudlopers’ events moet je ook altijd naar de achterkant kijken. Het roadbook heeft er dus ook een.
de 7 uur om de 30 á 40 CheckPoints te vinden gaan pas om 19:00 in
we moeten ongezien blijven
we mogen geen eigen Lupine Big Betty R X14 hoofdlamp meenemen, maar krijgen er eentje van de Action
we horen pas vrijdagmiddag waar de start is
de afstand is geen 50 km maar eerder 15-25 km
Dus het zal mij benieuwen wat Team Darkness from Light City er van gaat bakken. Want zo heten we, Patrick en ik. En het hele feest vindt aanstaande vrijdagnacht, 3 oktober, plaats, ergens in de Achterhoek.
We gaan hier natuurlijk niet de strategie bespreken. Dat komt hooguit achteraf. Improviseren!
Lees je dit, en wil je ons komen verslaan? Schrijf je dan nog even snel in op de site van Time Out Door Events. Want zo te zien zijn er nog startbewijzen beschikbaar.